Halloween heeft een zeer rijke en tevens ver in het verleden reikende geschiedenis. Het mag worden beschouwd als één van de oudste feestdagen tot op heden, met wortels die duizenden jaren teruggaan. Eigenlijk is Halloween een combinatie van 3 feestelijkheden, 'Samhain' (Kelten), 'Pomona' (Romeinen) en 'Allerheiligen en Allerzielen'(Christendom), die elk doorheen de eeuwen heen hun stempel hebben gedrukt op dit winterfeest. Tot slot vertel ik nog iets meer over de verdere evolutie van dit feest tot op vandaag de dag.
De Keltische Impuls
Halloween vond zo een 2000 jaar geleden zijn bakermat bij de Kelten, meer specifiek bij de oude druïden, de toenmalige Keltische priesters, die leefden in wat nu Engeland, Frankrijk, Schotland en Wales word genoemd. De moderne versie van deze feestdag vandaag de dag is nog steeds ondergedompeld in de tradities, mythes en legendes van het oude Keltische volk. Zij waren voornamelijk een landbouwers- en herdersvolk en magie had een centrale plaats in hun cultuur. De Kelten kenden veel natuurmythen en hun religieus streven was vooral gericht op een vreedzaam samenleven met de natuur. Daarmee hing het geloof aan lokale goden, landgeesten, elfen, dwergen, heilige bronnen, bomen en stenen nauw samen.
Elfje
De Kelten vierden hun nieuwjaar, dat Samhain werd genoemd, op 1 november. Dit feest markeerde het einde van het seizoen van de zon en het begin van het donkere en koude seizoen. De Keltische nieuwjaarsavond begon op het moment dat het nieuwe jaar aanving met de donkere fasen van het jaar, vergelijkbaar met een nieuwe dag die voor hen begon vanaf zonsondergang. Op dezelfde wijze werd in vele culturen het begin van de winter beschouwd als de aanzet tot het nieuwe jaar. Met een feest, dat soms meerdere dagen kon duren, vierden ze het einde van het seizoen van de zomer, het wegkwijnen van de kracht van de zon. De aanvang van een nieuw jaar werd gevierd als een omwenteling in hun leven, een hernieuwing van het rad van het leven. Zo werd Samhain het belangrijkste feest. In een cultuur met een lineair concept over de tijd, zoals de onze, is nieuwjaarsavond een mijlpaal op een lange weg die gaat van geboorte tot dood. Bijgevolg maakt het nieuwjaarsfeest gewoon deel uit van die tijd. Voor de oude Kelten lag dit evenwel anders. Zij hadden een cyclische opvatting over de tijd. In zo een kader representeerde een nieuwjaarsavond een punt buiten de tijd, een fase waarin de natuurlijke orde van het universum weer overging in de primordiale chaos, om zichzelf voor te bereiden op het herstel van een nieuwe orde. Samhain fungeerde dus als een nacht die buiten de tijd bestond. Zo een nacht behoorde noch tot het ene noch tot het andere jaar. De Kelten geloven immers dat alle keerpunten, zoals de tijd tussen de ene dag en de andere, de ontmoeting van de zee en het strand of de overgang van het ene naar het andere jaar, mochten worden beschouwd als magische periodes. De jaarsverandering was de krachtigste van al die keerpunten.
Oogstfeest
Oogstfeest & Slachtfeest
Vermits de Kelten een agrarisch volk waren, waren hun feesten steeds heel sterk seizoens- gebonden. Ze moesten de goddelijke machten gunstig stemmen met het oog op een gezonde veestapel en oogst. Bovendien duidden ze de gang van de seizoenen aan en ook de tijdstippen waarop de mensen na hard labeur aan verkwikking en verpozing toe waren. Samhain was de laatste oogstperiode van het jaar en alle gewassen moesten geoogst worden. Vruchten die na die dag nog aan de bomen hingen, mochten niet meer worden geplukt. Elk gewas dat nog op de velden stond, werd als taboe beschouwd. Het was een offer voor de natuurgeesten en ongeschikt voor huiselijke consumptie. Men was er van overtuigd dat de Puca, een nachtelijk creatuur, sommigen hebben het over elfen, de vruchten en gewassen zouden vernietigen of besmetten. Maar voor de Kelten als herdersvolk was dit niet alleen een tijd om te oogsten, maar ook om te slachten. De kuddes moesten van de velden gehaald worden om tot aan de lente in de stallen te leven. Het was een hele karwei om het vee van de zonnige zomerweiden in de bergen naar de lagergelegen dorpen te brengen. De kuddes werden uitgedund en enkel de sterkste kweekdieren werden gespaard. De rest van het vee werd geslacht en fungeerde als voedsel voor de lange winterperiode die voor de deur stond. Met het oogstfeest werden vuren aangelegd in het dorp en meestal een stropop verbrand, die vooral in de lente- en zomerfeesten een rol speelde. Tijdens Samhain kon men jammer genoeg niet de winter verdrijven maar de koude kon toch nog een tijdje op afstand worden gehouden. Daarvoor diende het grote vuur dat s avonds ontstoken werd. Het verbranden van de stropop erin had niet alleen betrekking op het verjagen van de koude, maar betekende ook het doorgeven van de vruchtbaarheid. Het stro was datgene wat nog overbleef van de vorige oogst en om de vruchtbaarheid hieruit los te maken, werd een deel van dat stro verbrand. Hierbij werden de geesten van de overledenen beschouwd als hoeders van de vruchtbaarheid in de wintertijd. Het winterfeest stond vanzelfsprekend ook symbool voor de afsluiting van het oogstseizoen en het aanleggen van de wintervoorraad. Het was ook het moment dat de doden herdacht werden. Deze periode werd ook vaak gebruikt om te divineren of te orakelen om zo zaken van levensbelang te weten te komen.
Dodenfeest
Samhain was ook de tijd van de dood. Dieren werden geslacht en het was een tijd waarin veel oudere stamgenoten aan de dood bezweken omdat de koude zijn intrede deed. Zo evolueerde Samhain langzaam tot een dodenfeest. Eigenlijk begon Samhain als een jacht- en oogstfeest, maar geleidelijk aan kwam er de herinnering bij aan diegenen die hen gedurende de 12 laatste maanden verlaten hadden. Meer nog, deze component werd hoe langer hoe belangrijker, in die mate zelfs dat hij als hoofdelement naar voren werd geschoven. De Kelten waren er heilig van overtuigd dat de grenzen tussen de wereld van de mens en de Andere Wereld op die bewuste nacht geopend werden, zodat allerhande geesten op aarde konden ronddolen. Zij meenden dat er tijdens die nacht een barst in de tijd ontstond, dat de Andere Wereld zeer nabij was. De dunne band tussen de twee werelden verdween. Gedurende dit interval was de normale orde van het universum opgeheven. De grenzen tussen de natuurlijke en supernatuurlijke orde waren tijdelijk veranderd, een magisch moment waarop de wetten van tijd en ruimte opgeheven waren. Zo kon de spirituele wereld zich vermengen met deze van de levenden. De deuren van de Andere Wereld, stonden open. Er bestonden dus geen duidelijke grenzen tussen de wereld van de levenden en die van de doden en klaarblijkelijk vielen die helemaal weg tijdens het grote Samhainfeest. Hierdoor waren de Kelten er van overtuigd dat de doden op die nacht naar de aarde terugkeerden. Het lag voor de hand dat door de naderende winter, de arme, huiverige, hongerige geesten van de kale akkers en bladloze bomen naar de beschutting van het vertrouwde huis dreef. Het gaat vooral om de terugkomst van de afgestorvenen van het laatste jaar. Deze zouden een lichaam zoeken om in te wonen. Bijgevolg trokken de doden op aarde rond op zoek naar levenden, met als enig doel hen in bezit te nemen. Men geloofde dat dit hun enige hoop was om het leven na de dood te kunnen bereiken.
Dodenfeest
Ook geloofden ze dat alleen de slechte geesten terugkwamen. De oude Keltische druïden waren er namelijk van overtuigd dat op Samhain, Satman, de God van de dood, de menigte van slechte geesten tevoorschijn riep. De doden zouden vernieling en rotzooi komen veroorzaken onder de levenden omdat zij jaloers waren op hen en daarom grappen probeerden uit te halen. Ook konden de doden verschillende vormen aannemen. Het waren alleen de slechte geesten die de gedaante van een dier, de slechtsten die van een kat, toebedeeld kregen en voor de nodige angst en kwelling onder de levenden zorgden. Die geesten, waarvan ooit gezegd werd dat ze wild en krachtig waren, waren nu slecht en ze hadden iets kwaads in zich. Hoewel sommige van onze voorouders helemaal niet verrast waren door de terugkomst van de overledenen, was de overgrote meerderheid van de toenmalige bevolking er toch niet gerust in. Erger nog, zij waren er bevreesd voor. Het was duidelijk dat de levenden niet in hun nopjes waren om in bezit genomen te worden door geesten die naarstig een lichaam zochten om tijdelijk in te verblijven. Hun enige doel was die te sussen en te bedaren om op die manier stoutmoedige grappen en kwellingen in de kiem te smoren. Of het hen zo onaangenaam mogelijk te maken zodat ze wegbleven. Wat dat laatste betreft opteerden sommige voor een koele ontvangst. In functie daarvan werden in de nacht van 31 oktober de vuren in de huizen gedoofd, zodat het er koud was en de geesten aanvoelden dat ze ongewenst waren. Tegelijkertijd werden toverformules opgezegd om over meer kracht te beschikken. Verkleden en vermommen hoorde ook tot de mogelijkheden. De levende hoopte zo dat de doden dachten dat hij/zij één van hen was. Vermomd nam men deel aan een soort van dwaaltocht. Men trok naar de rand van het dorp om de kwelgeesten buiten het dorp te houden. Het maken van lawaai was ook een van de mogelijke ingrediënten. Men had er alles voor over om zo destructief mogelijk over te komen. Andere overledenen wachtte een heel wat aangenamere thuiskomst. Allereerst mochten zij rekenen op een verlichte ontvangst. Er werden voor hen in elk huis en elke kamer kaarsen gezet om hen naar hun vroegere woonst te leiden. Daarenboven werden ze gunstig gestemd met eten en drinken. Er werd een plaats aan tafel of bij het vuur voorzien. Als voedsel werden vooral zoetheden en cakes geserveerd, terwijl wijn hun dorst moest lessen. Soms werd ter ere van hen een avondmaal gehouden, met levenden en doden rond dezelfde tafel, waarbij niet gesproken werd. De levende gasten hielden zich stil uit eerbied voor de dode, maar ook om zich te bezinnen over de dood als een belangrijk deel van de levenscyclus. Ook de druïden droegen hun steentje bij. Zij geloofden ook dat tijdens de nacht van Samhain geesten op aarde ronddoolden en dat de God Samhain legioenen van duivelse geesten op de been bracht. Daarom ontstaken zij 'bonfires' om die geesten angst in te boezemen. Het gewone volk daarentegen bootste de geesten na en trok van deur tot deur, verkleed in griezelige kostuums en gewapend met uitgeholde bieten, de latere Jack-o-Lanterns, om te bedelen voor kleine gaven zoals stukjes fruit, koeken en ander voedsel, de latere Trick or Treats. Men geloofde dat offergaven hen zouden vrijwaren van plagerijen door de geesten.
Bonfire
Het feit dat de band tussen de wereld van de levende en de Andere Wereld verdwenen was, vertoonde daarenboven ook nog een heel ander aspect. Men was bevreesd voor de kwellingen van de terugkerende geesten maar anderzijds werd de mogelijkheid gecreëerd om te communiceren met deze overledenen. Zoals eerder werd gesteld, was bij zo een chaotische periode de afscheiding tussen de werelden het kleinst. Er was mogelijkheid tot communicatie met de overledenen en de geesten werden voor alles en nog wat geraadpleegd. Was dit enerzijds een periode van angst, dan was het anderzijds ook de ideale tijd voor waarzeggerij. Samhain werd beschouwd als de gunstigste tijd voor voorspellingen omtrent gezondheid, geluk, dood en huwelijk of om de wensen voor het volgende jaar te formuleren. Allerhande methodes waren hier goed voor. Het bijten in appels, het gooien van noten in het vuur of het bakken van cakes met gelukstekens erin, waren de meest beproefde praktijken. Dit kreeg nog een extra dimensie omdat de Kelten geloofden dat 31 oktober exact tussen de herfstige dag-en-nacht-evening en de winterzonnewende lag. Met hun vertrouwen in de astrologie waren zij er heilig van overtuigd dat het ook een zeer gunstig moment was voor diverse magische handelingen. Maar ook het uithalen van allerhande grappen sloot zich al spoedig bij deze traditie aan. Dit alles vormde een laatste uitlaatklep voordat de somberheid van het winterseizoen zich aankondigde. Dit Keltisch feest is dus de eigenlijke oorsprong van Halloween. Oorspronkelijk was het een nacht van betovering waar mensen geacht werden zich te beschermen tegen kwade machten.
De Romeinse Impuls
Het feest van Samhain nam deels een nieuwe wending toen de Romeinen, in de eerste eeuw na Christus, het land van de Kelten veroverden en bezetten. Zij introduceerden er namelijk hun feest Pomona. Het resultaat was dat de tradities en rituelen van twee verschillende culturen samenvloeiden, werden gewijzigd en versmolten, waardoor er een gezamenlijk herfstfeest ontstond. Het eigenlijk concept van Samhain bleef wel ongeveer behouden, maar onderinvloed van de Romeinen werd er heel wat zoet fruit gegeten. En zo werd meteen ook de pompoen in onze contreien geïntroduceerd. Voor de Romeinen was de periode rond 1 november, net zoals bij de Kelten, erg belangrijk. De Romeinen hielden dan een oogfeest, gewijd aan de godin Pomona. Zij was in het oude Rome de godin van het fruit en de tuinen. Ook werd zij voorgesteld als de geliefde van vele oude, Romeinse boerse godheden, o.a. Silvanus en Picus. Voorts stond Pomona als koningin van de oogst ook symbool voor mildheid en vruchtbaarheid. Vandaar dat zij in de kunst voorgesteld wordt terwijl ze op een grote korf van fruit en bloemen zit, met een hoorn van overvloed op haar voet. Anderen meten haar als voornaamste attribuut het snoeimes toe.
Pomona
Appels waren het gewijde fruit van Pomona. In streken van het Romeinse rijk ontstond met Samhain dan ook al vlug de gewoonte om fruit te eten en weg te geven, uiteraard voornamelijk appels. Het lijdt geen twijfel dat allerhande spelletjes met betrekking tot waarzeggerij, zoals het bijten naar appels, die nu nog met het huidige Halloween verbonden zijn, tot Pomona terug te brengen zijn. Na jaren van Romeinse overheersing hebben dus de gewoontes van het Keltisch Samhain zicht tot één groot feest vermengd met de geplogenheden van de Romeinse Pomona. Toch volgde er een nieuwe en meteen laatste injectie, namelijk die van het Christendom.
De Christelijke Impuls
Het Christelijk feest van Allerheiligen en ook Allerzielen is een loutere kerstening van het Keltische Samhain. Ongewoon is dit trouwens niet. Heel wat christelijke feesten kenden één of meer prechristelijke voorlopers. Daar is niets verkeerd mee. Het mag een kunst van het Christendom genoemd worden om op de bestaande realiteit, handig in te spelen en ze te integreren in de eigen entiteit. Allerheiligen werd vroeger op verschillende data gevierd, afhankelijk van de streek. Een veel voorkomende datum was 13 mei, maar onderinvloed van vooral de Ierse Kerk, die de heidense praktijken van Samhain wilden doen vergeten, werd Allerheiligen verplaatst naar 1 november. Het was de paus Gregorius IV (827-844) die in 835 daarvoor tekende en het was Lodewijk de Vrome (814-840) die er wat later een verplichte rustdag van maakte. Zodoende verspreidde Allerheiligen zich over de toenmalige wereld en dit is meteen ook de verklaring waarom Samhain en Allerheiligen zo dicht bij elkaar liggen, wat de datum betreft. In de 3de en 4de eeuw nam de Kerk enorm in ledenaantal toe. Men probeerde de grote massa, de toenmalige heidenen, te bekeren. Wanneer bleek dat dit niet zo eenvoudig was als gedacht, gooide men het over een andere boeg. Het bestaande feest van Samhain werd behouden, maar werd gevierd in naam van de Kerk. Dat gebeurde niet zonder slag of stoot. De snelle verspreiding en impact van het Christendom deden de mensen hun gewoontes zomaar niet vergeten. Zij bleven op de vooravond van Allerheiligen, Samhain en Pomona gedenken. Dat had ook wel een sinister gevolg. Er groeide argwaan tegen de Kerk, die geleidelijk aan reageerde en stelde dat de goden, godinnen en andere spirituele krachten van de traditionele religies duivelse misleidingen waren, dat de spirituele praktijken van de Kelten wel echt waren, maar dat het toch manifestaties van de duivel bleven. Later in de Middeleeuwen werd dit nog versterkt door Samhain te associëren met heksen, zwarte katten, boze geesten en vleermuizen.
Heks met zwarte kat
Het geloof in die geesten ebde bij de Kelten echter stilaan weg, hoewel de tradities nog deels in ere werden gehouden. Dit bleef zo tot de Kerk een nieuwe dimensie aan het feest gaf. Voor de Kerk was het niet een feest van alle doden, zoals dat voor de Kelten wel het geval was, maar alleen het gedenken van de zaligmakende doden, van de gelovige gestorvenen. De Kerk verkoos dus om enkel de heilige mensen te vereren, die een voorbeeldig leven achter de rug hadden. Het originele feest van de heidense God van de dood werd op die manier een herdenken van de Christelijke dood. Het werd dus een gedenkdag voor alle heilige gestorvenen, in België en Nederland werd die dag Allerheiligen genoemd, in Engeland All Hallows of Hallowmas. Later werd 2 november, bij ons Allerzielen genaamd, in Engeland All Souls, door paus Johannes XIX (1024-1032) ingesteld om het lot van de arme zielen te herdenken en voor hun zielenheil te bidden. Met dit gebed hoopte men de zielen uit het vagevuur te verlossen. In de praktijk was Allerzielen voor het gewone volk een mogelijkheid om hun geliefde doden te eren. De meeste graven werden versierd, er werden lampjes gebrand en ondanks protest van kerkelijke zijde zetten sommigen er ook eten en drinken neer. Hieruit is in sommige streken de gewoonte gegroeid om op Allerzielen brood uit te delen aan de armen. Ook ontstonden zielenbroodjes zoals krakelingen, zoolgebakjes en gevlochten broodjes
Deze lekkernijen vinden we ook terug tijdens Halloween. Het is opvallend hoe sterk dit vereren via offers verbonden is met onze Germaanse en Keltische voorouders. Ook zij brachten offers voor hun ronddolende doden. Er werd gevierd met vuurstapels, en parades van mensen verkleed als heilige, engel of duivel. De Kerk kon er in elk geval niet voor zorgen dat de mensen hun roots vergaten en op 31 oktober bleven de mensen de mix van het Pomona- en het Samhainfeest trouw vieren. Naarmate de tijd verstreek, vermengden de gebruiken van de verschillende feesten zich en de avond voor Allerheiligen die de Engelsen aanvankelijk Eve of All Saints of ook wel All Hallows Eve(ning) noemden, verbasterde tot Halloween en tot slot tot Halloween.
Verdere evolutie
Het klinkt misschien cru, maar met stellige zekerheid mag er vanuit gegaan worden dat mochten de Verenigde Staten er niet geweest zijn, Halloween nooit meer geworden was dan wat lokale Angelsaksische folklore. Halloween was overal zo goed als dood en vergeten tot er in de laatste helft van de 15de eeuw er iets gebeurde dat de overleving en de groei van dit heidense winterfeest heeft gered. In 1492 landde namelijk Columbus in de Nieuwe Wereld. Met het ontdekken van Amerika en de belofte van geloofs- en gewetensvrijheid werden zij die geloofden in de druïdische traditie plots opnieuw aangemoedigd om hun oude praktijken nieuw leven in te blazen. Maar het was echter een aardappelhongersnood die alles definitief in beweging zette. In de jaren 1840 zette een grote aardappelschaarste miljoenen Ieren en Schotten het mes op de keel. Het was sterven of emigreren naar Amerika. Miljoenen mensen kozen voor dit laatste. Met zo een grote instroom van mensen waren er voldoende impulsen en middelen aanwezig om de feestdag van de druïden, weliswaar op vreemde bodem en in een andere levensruimte, nieuw leven in te blazen. Halloween kreeg de naam Oidche Shamhna (= nacht van Samhain) toebedeeld en de oude tradities werden onderhouden. Net zoals de Keltische religie de gewoontes van de Romeinse bezetters had overgenomen, paste de Keltische Samhainovertuiging zich weer aan de nieuwe omgeving aan. De toenmalige Amerikanen namen de meeste Keltische praktijken gewoonweg over zoals bijvoorbeeld de bonfires, trick or treat, bobbing for apples
en legden er hun eigen accenten in. De pompoen als vervangmiddel voor de raap bij de Jack-o'-Lanterns is daar een goed voorbeeld van. Het Keltisch Samhain werd zo een beetje het Amerikaanse Halloween.
Trick or Treat
Vandaag de dag wordt Halloween op 31 oktober gevierd met zoetigheden, pompoenen (cf. Pomona), zwarte katten, magie, kwade geesten (cf. Samhain), spoken, skeletten en doodskoppen (cf. Allerheiligen). Het is een feest waarbij kleine kinderen als spoken worden verkleed en met uitgesneden pompoenen als lantaarns langs de huizen gaan en vragen om een traktatie of dreigen met een grap (Trick or treat). Ook is er een stijgende belangstelling voor de aankleding en versiering van feest en feestgangers waarneembaar die haar inspiratie vindt in zo groot mogelijke griezeligheid. Hoe griezeliger, hoe beter! De laatste decennia heeft Halloween vanuit Amerika zich stilaan over heel West Europa verspreid, vooral onder invloed van griezelfilms, televisieseries en de commercie. Daarbij wordt de vermeende heidense achtergrond sterk benadrukt. Het feest wordt voorgesteld als een Keltisch feest van 2000 tot 5000 jaar oud en is uitgegroeid tot een gezellig familiegebeuren.
dank u: http://users.pandora.be/HappyHalloween/Home.html
|