Irak dreigt zowat 150 miljard euro inkomsten te verliezen als de Britse en Amerikaanse oliemaatschappijen erin slagen vanaf volgend jaar een voorlopig exploitatieplan om te zetten in een echte wet. Dat zeggen enkele Britse en Amerikaanse experts in de Britse krant The Independent.
De experts noemen het een regelrechte plundering van de bodemrijkdommen van Irak ,,zoals in de tijd van de kolonies''. Daarmee wordt eens te meer duidelijk dat de echte reden voor de Irakoorlog de controle op de Iraakse olievelden was. In de Iraakse bodem zijn zeker nog 115 miljard vaten olie te vinden, de derde grootste voorraad ter wereld. De olie wordt nu opgepompt door Amerikaanse en Britse bedrijven volgens een zogeheten ,,Productieverdelingsplan''. Het huidige ontwerp van grondwet in Irak, die grotendeels door Britten en Amerikanen werd geschreven, maakt het mogelijk dit voorlopige plan om te zetten in een definitief. In de vorige grondwet behield Irak een grote controle op de opbrengsten van de olie. Maar de Britse en Amerikaanse oliebedrijven zijn nu al met de regering aan het onderhandelen om greep te krijgen op de Iraakse olieproductie. Dat gebeurt zelfs nog voor het Iraakse parlement verkozen is. De Iraakse overheid is aan handen en voeten gebonden, omdat er dringend moet worden geïnvesteerd in de olieproductie. Dat geld heeft Irak niet, maar de oliemaatschappijen wel. In ruil voor investeringen geeft Irak alle mogelijk controle op over de olieboeren. En dat zullen alleen Britten en Amerikanen zijn. Daarmee wordt brutaal duidelijk wat de Britse minister van Buitenlandse Zaken Jack Straw bedoelde, toen hij tijdens het debat over de oorlog in Irak uitriep dat ,,de Fransen en de Duitsers hun snuit niet in de troggen zullen kunnen steken''. Greg Muttitt van het studiebureau Platform uit Londen bestudeert de economische en ecologische gevolgen van deze wilde olie-exploitatie. De productieverdelingsplannen gelden nu al gedeeltelijk in Rusland, Nigeria en de Arabische Emiraten. Ze verzekeren de oliemaatschappijen van winsten tussen 42 en 162 procent van de investeringen. Dat is veel meer dan de gewone winstmarge van ,,slechts'' 12 procent. De vier oliegiganten BP, Exxon, Chevron en Shell proberen al vele jaren opnieuw voet aan de grond te krijgen in Irak, nadat ze in 1972 werden genationaliseerd. Nationalisaties zullen volgens de nieuwe grondwet veel moeilijker zijn. Volgens het verslag van Platform zou Irak de komende dertig jaar 2.000 tot 5.500 euro per persoon per jaar derven. De organisatie adviseert Irak om zelf te investeren in de olie-industrie of daarvoor desnoods leningen aan te gaan. Het nadeel daarvan is echter dat de industrie zich langzamer zal ontwikkelen. (Joost LONCIN)
|