Pré 1980-ers: DOORLEZEN 1970-ers: LEESTWIJFELS TOEGESTAAN Na 1980-ers: VERDWIJN
Hoe is het in godsnaam mogelijk dat wij als geborenen in de 40-er/50-er/60-er jaren, nog leven? Volgens de theorieën anno 2005 zouden we toch al lang mors, mors-dood moeten zijn?
Wij zaten in auto's zonder veiligheidsstoeltjes, gordel of airbag. Onze bedden en speelgoed waren geschilderd met verf vol lood en cadmium. Bovenaan de trap was geen hekje; wie te ver ging donderde naar beneden. Als je wakker werd in bed hoorde niemand dat. En als er echt iets was moest je hard schreeuwen voordat je ouders het merkten. Flessen met gevaarlijke stoffen en alle apotheekflessen konden we gewoon met onze handjes en beperkte motoriek openen. Poorten en deuren gingen gewoon dicht en als je met je vingers er tussen zat waren ze weg. Op z'n best: kloppend cameleon-blauw. Op de fiets zat je achterop met je gat op de wiebelende bagagedrager en je probeerde je vast te houden aan de schroefveren van het zadel voor je, met loshangende pootjes die af en toe wel eens tussen de spaken kwamen. Een helm kenden ze niet eens op een bromfiets, laat staan op een fiets. Water dronken we van de kraan of pomp, niet uit een bronvermeldende fles. Brood stond stijf van conserveringsmiddelen. Na twee weken was het nog net zo vers als toen we het kochten. Kleur en smaakstoffen moeten ook toen al bestaan hebben, want zo rood, groen of geel als die limonade toen was, zie ik ze nu echt niet meer. Een kauwgom legde je 's avonds op het nachtkastje en stak je 's morgens weer in je mond of plakte je een nachtje onder de keukentafel. Op school hadden ze maar één maat bank en met zo'n heerlijk gevaarlijke klep eraan. Schoenen waren meestal al ingedragen door broer, zus, neef of zo, en ook je fiets was of te groot of te klein en bestond meestal uit twee of meerdere fietsen. Een fiets had geen versnellingen en als een band kapot was leerde je vader je zo snel mogelijk om hem zelf te plakken. We gingen 's morgens weg van huis en we kwamen terug als de straatverlichting aan ging. Niemand wist in die tussentijd waar we waren en telefoneren behoorde tot een noodzakelijke uitzondering! Het weinige zakgeld dat je verbruikte kreeg je wanneer je het nodig had. Schoolreis en kermis waren de grootste slokkoppen. Het bos of een park was een plek om te spelen en geen vieze-mannetjes-verzamelplek. Als we naar een vriendje gingen, liep je er gewoon naar toe, je hoefde niet aan te bellen en ook geen afspraak te maken. Er ging ook geen volwassene met je mee. Wij aten ook al koekjes en kregen brood met veel boter en confituur en werden toch niet dik. We dronken uit dezelfde fles en beten in dezelfde appel als onze vrienden en niemand werd er ziek van. Wij hadden geen Playstation, Nintendo, X-box, 64 televisiezenders, videofilms, dvd, surround sound, eigen televisie's, computer, Ipods of internet. Wij hadden vrienden! De televisiezender begon pas om 18.00 uur. Dan kwam een uurtje wat leuks voor kinderen, en oh wee als je daarna durfde op te staan om op een knopje van een andere zender te duwen (die zaten toen nog alleen aan het toestel vast). Pa bepaalde wat en hoe lang je daarna nog keek. We hebben ons gesneden, botten gebroken, tanden uitgevallen en hiervoor werd niemand naar de rechter gesleept. Dat waren gewone 'ongelukjes' en soms kreeg je er ook nog zelf een extra pak slaag bovenop. Wij vochten en sloegen elkaar soms groen en blauw. Er was geen volwassene die zich er druk over maakte. Laat staan een lieveheersbeestje op je jas knoopte. Pedagogisch verantwoord speelgoed maakten we zelf; met stokken sloegen we naar ballen, we bouwden zeepkisten en merkten onder aan de berg dat we de rem vergeten waren. We lagen 's zomers dagelijks met tientallen in de beken te ploeteren en te spelen en misten geen kinderopvang of speelterrein. We voetbalden op straat, en alleen wie goed was mocht mee doen; wie niet goed genoeg was moest maar blijven kijken en leren omgaan met teleurstellingen. Op school zaten ook domme kinderen. Zij gingen en kwamen op dezelfde tijd als wij en kregen dezelfde lessen. Zij deden daar soms nog een jaartje over zonder discussies of ouderavonden. Onze ouders wisten meestal niet eens in welke klas we zaten. De meester had altijd gelijk. We smeerden onze boterhammen zelf, met een grote-mensen-mes, en als je ze vergeten was kon je op school niets kopen! Als je de korst niet at had je de rest van de dag een beetje meer honger. Wij gingen met de fiets naar school, helemaal zelf, ook in de winter! Als je moeder aan de huisdeur naar je zwaaide was je een watje! Als je problemen veroorzaakt had waren je ouders het eens met de politie. Ze kwamen wel om je te halen, maar niet om je er uit te lullen. Onze daden hadden consequenties. Dat was duidelijk en je kon je niet verstoppen. Vakanties waren 's morgens vroeg weg en net voor de donker thuis. Wij hadden vrijheid, mislukkingen, succes en verantwoordelijkheid en moesten zelden of nooit beroep doen op pa of ma. Wij losten onze problemen zelf op. We hebben moeten leren er mee om te gaan. Onze generatie heeft veel mensen voortgebracht die problemen kunnen oplossen, innovatief bezig zijn en daarbij risico durven nemen en instaan voor de gevolgen.
Hoor jij ook daar bij? GEFELICITEERD! WIJ WAREN HELDEN! Geboren na 1980? NU WEET JIJ, ZACHTEWATTENKIND, OOK WEER EENS WAT! En ben je een 70-er? KIES JE PRE of NATAAL?
|