"Het is onaanvaardbaar dat de Vlaamse regering zich het recht toe-eigent een oordeel te vellen over de uitoefening van een bevoegdheid van de Brusselse Regering". Dat stelt de Brusselse minister-president Charles Picqué nadat hij vandaag kennis nam van de beslissing van de Vlaamse regering om de toepassing van de taalwetgeving in de Brusselse plaatselijke besturen op de agenda te plaatsen van het Overlegcomité van 30 maart. Ook PS-voorzitter Elio Di Rupo uit kritiek op de beslissing van de Vlaamse regering. Hij spreekt van "pogingen tot bemoeienissen vanwege de Vlaamse regering".
Elk zijn gewest Volgens Di Rupo zou Vlaanderen beter "adequate maatregelen nemen om de organisatie van de verkiezingen in Brussel-Halle-Vilvoorde ordentelijk te laten verlopen, dan zich te bemoeien met de bevoegdheden van een ander gewest".
"Totaal onaanvaardbaar" Volgens de PS-voorzitter toont de beslissing van de Vlaamse regering aan dat Vlaanderen zich wil bemoeien in Brussel en zelfs de wil aan de dag legt om Brussel mee te gaan besturen. "En dat is totaal onaanvaardbaar", luidt het in een mededeling. Net als minister-president Picqué herinnert Di Rupo aan het akkoord dat bijna drie jaar geleden werd afgesloten tussen de Vlaamse en Franstalige partners toen de Brusselse regering is gevormd. "Dit akkoord voorziet creatieve en evenwichtige oplossingen om de tweetaligheid in Brussel te bevorderen en de continuïteit van de openbare diensten te verzekeren", vindt Di Rupo. Volgens hem zouden de huidige taaleisen de betrokken diensten kunnen verlammen en de werkgelegenheid er afremmen. Tweetaligheid bevorderen Picqué van zijn kant herinnert eraan dat de kwestie deze week nochtans in een sereen debat besproken werd in het Brussels parlement naar aanleiding van het verslag van de vice-gouverneur over de stand van de tweetaligheid bij de plaatselijke besturen. "Uit deze bespreking bleek de gezamenlijke wil van de Franstalige en Nederlandstalige partijen van de meerderheid om pragmatische oplossingen te vinden die op een efficiënte wijze de tweetaligheid kunnen bevorderen en tegelijk het beginsel van continuïteit van de openbare dienst respecteren", stelt hij nog.
"Agressieve handelswijze van Anciaux" Hij wijst er ook op dat de problematiek door Nederlandstaligen en Franstaligen constructief is behandeld toen de Brusselse regering is gevormd. Voor Picqué is het zeer onwaarschijnlijk dat "deze agressieve handelswijze, die zo kenmerkend is voor minister Anciaux", ten goede komt aan de zaak van de Brusselse Nederlandstaligen, die in de Brusselse instellingen sterk zijn vertegenwoordigd. Deze houding is er volgens hem duidelijk op gericht opnieuw de communautaire spanningen aan te wakkeren nu de verkiezingen dichterbij komen. Charles Picqué is alvast niet van plan om met de Vlaamse regering zijn bevoegdheid inzake het toezicht op de gemeenten te bespreken tijdens de volgende vergadering van het Overlegcomité. (belga/hln)
|