Alles nog hetzelfde uitzicht. De troepen in 't dorp staan 's middags ingepakt. Tegen den avond wordt het vertreksein gegeven. Ieder is benieuwd waar het naartoe zal gaan.
We wachten zo naar het einde. Maar neen, we zien achter ons in de akkers twee auto's, wagens, soldaten en geschut. Het is een graven en hout planten. De auto's gaan weg, de mannen aan 't geschut, met benepen hart waar 't geschut op gericht is.
Het begint te duisteren. Daar zijn de troepen uit het dorp. Eerst een boerenkar met boerenpeerd, tweede een boerenkar met autowielen van een boer uit Bolk met peerd, derde een hollandse wagen, mooi geschilderd, vierde een pas nieuwe boerekar van een boer van Wortel nog niet gediend met boerepaard, vijfde een bakkerskar van Herentals met bakkerspaardje, enz.enz. Ze trekken Castelré in.
Wij trekken de kelder in. Slaapwel.
De Duitsers staan vertrekkensklaar om het dorp (definitief?) te verlaten. Zoals voorheen al gemeld, veel lijn en discipline zit er niet meer in, en al wat maar enigszins beweegt en lasten kan dragen, is aangeslagen en wordt gebruikt voor de aftocht.
De tocht gaat richting Castelré in Nederland, omdat alle andere richtingen reeds zo goed als onmogelijk zijn voor de wijkende Duitse troepen. We weten immers reeds dat de Papenvaart (Merksplas) bevrijd is.
Het graven en planten van hout zal wellicht bedoeld zijn om het geschut enigszins te camoufleren. Bij de dorpsbewoners zit de schrik er in. Is het geschut misschien op de dorpskern gericht ?