De Bolleman.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Oostende kende talrijke typische figuren waarvan ik reeds enkele heb beschreven. Het waren meestal personen die niemand kwaad deden en eerder folkloristische figuren waren. Maar we bezaten ook anderen, mensen die benevens folkloristisch ook verstandelijk begaafd waren.
Neem nu maar eens de verkoper van de Boules de Berlin, die meestal ofwel aan het station ofwel op de Zeedijk te vinden was. Een nogal slanke man van normale lichaamslengte, met rood gezicht die bedekt was van een grote snor. Samen met zijn echtgenote baatte hij een soepwinkeltje uit nabij de Vogelmarkt. Snoepwinkeltje waar ook petroleum verkocht werd, gezien vele gezinnen nog geen elektriciteit bezaten.
Wanneer hij op straat kwam was hij steeds deftig gekleed met hemd en das, vaak een bakkersmutsje op het hoofd, en steeds met vlekkeloos witte voorschoot aan. Op zijn buik droeg hij een soort metalen kistje waarop smakelijke bruingele bollen lagen, daarnaast stond een strooibus met witte poedersuiker. Onderaan de kist stond een soort vuurtje om de bollen te verwarmen.
Van ver zag en de kinderen hem reeds aankomen en hoorden hem roepen : Drie bollen voor een frank. Maar ook de toeristen kenden onze vrolijke venter, want hij had voor eenieder een goed woordje.
Wanneer de kinderen bij hem kwamen zette hij deze aan te wenen, hen zeggend : je moet bleiten dan krieg je gie een bolle van je moeder En die kadees aan het schreien tot moeder de geldbeugel bovenhaalde en hen trakteerde op die lekkere boules de Berlin. De olijke man deed er dan een beet je poedersuiker op en deze bollen smaakten zo heerlijk dat moeder er ook voor haar enkele kocht. En allen beten erin tot de gele crème tot aan de oren reikte.
Hij kon ook aangenaam vertellen en de kinderen, waartoe ik toen ook behoorde, konden urenlang zijn verhalen aanhoren, alhoewel mag gevreesd dat er veel overdreven werd. Hij vertelde namelijk van zijn verre reizen die hij aan boord van oceaanreuzen had gemaakt, en waar hij zijn stiel had geleerd. Toen wij wat groter waren leerden wij dan dat hij nooit verder was geweest dan de wijk Hospitaal waar hij geboren was.
Maurice Ferier
|