De berglucht knispert als de zon ondergaat Zwermen vogels keren samen terug. In deze dingen ligt een basale waarheid. Maar als ik dat ga uitleggen ontglippen mij de woorden
Zen is niet moeilijk voor wie geen voorkeuren heeft. Wanneer liefde en haat beide afwezig zijn wordt alles helder en duidelijk. Maak echter het kleinste onderscheid, en hemel en aarde wijken oneindig ver uiteen Wil je de waarheid zien wees dan nergens voor of tegen. Het worstelen met waar je wel en niet van houdt is de ziekte van de geest
Wil je het heelal verbeteren? Ik denk dat dat niet gaat.
Het is een heilig schip op een heilige koers. Als je er aan gaat prutsen, dan maak je het stuk. Als je je eraan vastklampt, dan raak je het kwijt.
Soms zijn dingen voorbij en soms komen ze eraan. Soms is ademhalen lastig en soms gaat het vanzelf. Soms ben je sterk en soms zwak. Soms groei je en soms moet je een stapje terug doen.
Als je slim bent, dan vermijd je daarom uitersten.
Het ligt niet in de macht van de mens om geen fouten te maken maar van hun fouten en vergissingen leren de wijzen en de goeden wijsheid voor de toekomst
En laat het beste voor je vriend zijn Als hij de eb van je getij moet ervaren, laat hem dan ook de vloed kennen. Want wat is je vriend dat je hem enkel zoeken zou om de tijd te doden. Zoek hem steeds om de tijd te leven. Want hij moet je tekort vullen, maar niet je ledigheid. En laat er een lach zijn in de zoetheid van de vriendschap en een samen beleven van genoegens. Want in de dauw van de kleine dingen vindt het hart zijn morgen en wordt verfrist
Geest is de voorloper van (alle goede) toestanden. Ons leven is de schepping van onze geest. Als je met zuivere geest spreekt of handelt zal het geluk je volgen als je eigen schaduw die nooit wijkt
Een oester ontdekte een parel die in een rotsspleet was gevallen op de bodem van de zee. Met grote moeite lukte het de oester om de parel te pakken te krijgen en op een blad te leggen, dat naast haar in het water deinde. De oester wist dat mensen op zoek zijn naar parels en dacht : de parel naast mij op het blad zullen ze zeker zien en dan zullen ze mij met rust laten. Inderdaad kwam er een parelduiker. Maar zijn ogen waren getraind in het opsporen van parels in oesters en niet in het zien van parels op bladeren. Dus greep hij naar de oester, waarin zich helaas geen parel bevond. En de echte parel werd door de bewegingen van het water weer teruggeduwd in de spleet van de rots. Men weet precies waar en hoe men moet zoeken en daarom lukt het niet God te vinden