Het urinezuur.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Medisch
Urinezuur is het eindproduct van de purinestofwisseling, dat door de nieren wordt uitgescheiden. De purinen maken deel uit van de nucleotiden, die weer de bouwstenen zijn van de kernzuren, zoals DNA en RNA. Een verhoogde afbraak van kernzuren( bij weefsel afbraak) leidt tot een verhoogde urinezuur productie in het lichaam. De afbraak van de kernzuren tot urinezuur gaat via een aantal stappen waarvan hypoxantineen en xanthine tussen producten zijn. Een verhoogde productie van urinezuur kan ook het gevolg zijn van een verhoogde aanmaak en afbraak van nucleotiden, zonder dat zij worden ingebouwd in de kernzuren. Het in het lichaam gevormde urinezuur is echter niet alleen afkomstig van de cellen. Ook de kernzuren uit het voedsel(vlees dieet) dragen bij tot de productie.
De mens verwijdert urinezuur voor het grootste deel door uitscheiding via de nieren. Het bij wijze van proef in een ader ingespoten, radioactief gemerkte urinezuur wordt in de loop van de tijd voor bijna 80 % met de urine uitgescheiden. De rest wordt grotendeels via de stofwisseling omgezet, terwijl een nog kleiner deel door de darmbacteriƫn wordt omgezet. De productie en uitscheiding van urinezuur is afhankelijk van de hoeveelheid purine in het dieet en in mindere mate ook van de hoeveelheid eiwit. Bij een dieet met weinig purine en een beperkte hoeveelheid eiwit is de uitscheiding door de nier ca. 400-500 mg /etmaal.Bij een normaal dieet is de uitscheiding, ongeveer 700 mg/ etmaal. Toediening van extra kernzuur in de vorm van gisten kan leiden tot een uitscheiding die hoger is dan 2000 mg/ etmaal.
Volwassen mannen hebben een iets hoger urinezuur gehalte in het bloed dan volwassen vrouwen. Na de menopauze is er bij de vrouw een stijging tot het zelfde niveau als bij de man. Bij kinderen is er voor de puberteit geen verschil tussen de geslachten. Het gemiddelde gehalte is bij hen weinig verschillend van die van de volwassen vrouw.
Mensentaal
Urinezuur is een product van metabolisme (stofwisseling) , een afbraakproduct van DNA , dat normaal met de urine wordt uitgescheiden (vandaar de naam). Bij een hogere dan normale productie of een slechtere dan normale uitscheiding ontstaan hiervan hoge concentraties in het bloed.
Het witte gedeelte van de ontlasting van vogels en reptielen bestaat uit vrijwel zuiver urinezuur. Zij kunnen namelijk hun andere stikstofafvalproducten actief in urinezuur omzetten en dit lozen, vrijwel zonder waterverlies. (Bij zoogdieren vervult ureum deze functie, maar daarbij wordt veel meer water geloosd.)
Urinezuur lost slecht op in koud, maar goed in warm water. Het slaat daarom wel eens neer in perifere gewrichten, bij voorkeur het basisgewricht (metatarso-falangeale gewricht) van de grote teen.
Dit geeft aanleiding tot een hevig pijnlijke ontsteking, die jicht wordt genoemd.
Over jicht gaan we het andere keer nog eens hebben
Hieronder wat nog mag en niet mag bij verhoogd urinezuurgehalte
1. ZWAARLIJVIGHEID VERMIJDEN
Het !s aangeraden de calorie-aanvoer te beperken.
Zwaarlijvige personen kunnen hun urinezuurgehalte doen dalen door hun gewicht te doen dalen.
2. ALCOHOLHOUDENDE DRANKEN VERMIJDEN
3. PURINE-RIJKE VOEDINGSMIDDELEN ZIJN VERBODEN
Als voornaamste purine-rijke voedingsmiddelen kunnen we vernoemen: - vleesextract
- orgaanvlees: lever, nieren, zwezerik en hersenen - kuit van vis
- gist
- eigeel
- vleeswaren: de meeste worstsoorten, corned beef, charcuterie behalve filet d' Anvers, wild (haar- en pluimwild)
- vene vis: zalm, makreel, paling, heilbot, ansjovis, sardienen, haring, schaal- en schelpdieren
- peulvruchten.
Verder houdt men best de eiwinoevoer normaal en beperkt men de inname van venen, maar extreme vasten kuren zijn te mijden. Een koolhydraatrijke kost lijkt eerder aangewezen. Vraag hierover meer uitleg aan uw huisarts.
4. EEN RUIME VOCHTTOEVOER IS AANGEWEZEN.
Het gebruik van meer alkalische waters zoals Vichy, Apolinaris en Badoit zou hier betere resultaten geven dan de andere minerale waters, en dit omwille van hun hoog gehalte aan natriumkarbonaten.
|