Sneeuwxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Momenteel hebben we dit jaar te maken met uitzonderlijk veel sneeuw
Sneeuw is een vorm van neerslag die bestaat uit ijskristallen. Sneeuw komt in Nederland en Vlaanderen niet zo vaak voor. Er valt gemiddeld op ongeveer 30 dagen per jaar sneeuw, maar heel wat jaren gaan voorbij zonder sneeuw van betekenis.
De hoeveelheden zijn bovendien klein vanwege het ontbreken van stuwingsneerslag.
Anders is dit bijvoorbeeld in een gebied als het Kleinwalsertal in Oostenrijk of Oregon in het noordwesten van de Verenigde Staten waar sneeuwhoogtes van 5 meter geen uitzondering zijn.
Ontstaan :
Bij temperaturen onder het vriespunt vormt sneeuw zich wanneer waterdampmoleculen tot ijskristallen verrijpen. Dit proces vindt vooral plaats tussen -5 en -20 °C en optimaal bij een temperatuur rond -12 °C. Bij deze waarde is het verschil in de dampdruk t.o.v. water en ijs het grootst en vinden er transporten van waterdampmoleculen van onderkoelde waterdruppels naar vrieskernen plaats. Deze vrieskernen dienen als katalysator en brengen de bevriezing versneld op gang. Door botsingen onderling en op de weg naar beneden groeien deze ijsdeeltjes geleidelijk aan tot sneeuwkristallen
Sneeuw veroorzaakt de grootste problemen wanneer de neerslag valt bij vorst, vooral bij matige tot strenge vorst. Als het dan ook hard waait, gaat de sneeuw stuiven en ontstaan sneeuwduinen.
Dichtheid
De dichtheid van verse sneeuw bedraagt ca. 100 kg/m3; dit hangt sterk af van de lucht die tussen de ijskristallen aanwezig is oftewel de mate waarin de sneeuw samengedrukt is. Wanneer de sneeuw platgetrapt of platgereden is, is de dichtheid veel hoger (mogelijk oplopend tot ruim 900 kg/m3). Een vuistregel is dat 1 eenheid regen gelijk is aan 8 eenheden sneeuw, d.w.z. dat er voor 1 centimeter sneeuw ongeveer 1,2 mm regen nodig is. Sneeuw heeft tevens een dempende werking. Nadat er een redelijk pak is gevallen is merkbaar hoe relatief rustig het is in de omgeving. Deze rust kan voor sommige mensen in een drukke omgeving als erg aangenaam worden ervaren
Soorten
Er zijn vele soorten en varianten van sneeuw.
Wat betreft de soort sneeuwval en het soort sneeuwdek:
Sneeuwval
Natte sneeuw - sneeuw gemengd met regen of half gesmolten sneeuwvlokken
Droge sneeuw - sneeuw bij een luchttemperatuur van beneden 0 graden Celsius
Motsneeuw - sneeuw in natte korreltjes van hooguit 5 mm groot
Poedersneeuw - sneeuw in fijne droge korreltjes van hooguit 5 mm groot
Korrelsneeuw - sneeuw in onregelmatig gevormde korrels (zacht en samendrukbaar) tot 5 mm groot
Driftsneeuw - sneeuw die reeds gevallen is en door een krachtige wind wordt opgewaaid
Poolsneeuw - sneeuw in min of meer losse kristallen bij vrij lage temperaturen
Sneeuw als bouwmateriaal
In koude gebieden met veel sneeuw wordt sneeuw toegepast als bouwmateriaal.
Er kunnen kleine iglo's of sneeuwhutten van gemaakt worden, maar ook grote sneeuwhotels.
In deze toepassing wordt compacte sneeuw vaak in uitgezaagde of gecomprimeerde blokken verwerkt, maar ook als opgespoten berg die dan uitgehold wordt.
Sneeuw wordt ook middels sneeuwkanonnen op een gewenste plek aangebracht, waardoor bijvoorbeeld een skipiste kan worden gebouwd op plekken waar door weersomstandigheden wellicht te weinig sneeuw voorhanden is.
Door de sneeuw nat te maken ontstaat een harde sterke substantie, die eigenschappen heeft die tussen vast ijs en sneeuw in liggen. Kinderen bouwen vaak sneeuwmuren of hutten door emmertjes met sneeuw te vullen, dit aan te drukken en vervolgens te storten.
DE SOORTEN SNEEUWKRISTALLEN

|