Klompenxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Geschiedenis
Sinds het eind van de middeleeuwen wordt de klomp gedragen in grote delen van Europa. Nu wordt hij nog voornamelijk gedragen in Nederland. Terwijl er al heel veel niet op lopen. Bij veel beroepen wordt de klomp nog gebruikt. Ook is het de bekende souvenir voor buitenlandse toeristen. Een groot deel van de drie miljoen klompen die jaarlijks worden gemaakt is daar dan ook voor bestemd.
Er waren duizenden 'klompenmakers' in Nederland en Belgie, een paar eeuwen geleden. Die 'klompenmakers' waren dan voornamelijk boeren die ze dan, ook weer voornamelijk, met gereedschappen vervaardigden die ze ook voor andere werkzaamheden gebruikten. Dit deden zij erg goed, in tegenstelling tot wat je zou kunnen denken.
Vroeger waren er altijd beroeps, vooral in de steden. In 1870 groeide het aantal beroeps veel sneller dan eerst, doordat de boeren er geen tijd meer voor hadden en doordat de bevolking snel groeide
Een klomp is een houten schoeisel dat reeds sinds de oudheid bestaat en tijdens de Middeleeuwen in grote delen van Europa gedragen werd door vooral arbeiders en boeren. Een andere oude benaming is holleblok of holsblok. Trippe en platijn zijn houten zolen met lederbanden die uit de Middeleeuwen stammen. De tripklomp is een laag uitgesneden klomp met een leertje over de wreef die vooral door vrouwen en kinderen werd gedragen.
Ongeverfde klompen werden met zand of schelpgruis schoongeschuurd en in sommige gebieden witten vrouwen daarna hun klompen meestal op de vrijdagen met krijtwit. Ze droegen deze gewitte klompen in huis en wanneer ze naar de kerk gingen.
Het lopen op klompen vereist een speciale techniek. Iemand die nog nooit op klompen heeft gelopen, kan er veel moeite mee hebben en al snel zijn of haar klompen verliezen. Door bij het optillen van de voet de tenen te krommen wordt de klomp vastgehouden. Mensen die vaak op klompen lopen doen dit onbewust. Het lopen op klompen doet aanvankelijk pijn aan de wreef, maar dat went snel.
Het maken
Het hout
Het hout wat wordt gebruikt voor het vervaardigen van klompen komt van de populier. Populierenhout heeft het voordeel dat het nogal slijtvast is, daardoor gaan de klompen langer mee. De klompenmaker bewerkt het hout als het nog niet gedroogd is, dan is het minder hard en dus soepeler (het verkleint zo ook de kans op scheuren in het hout). Als het hout dan gedroogd is, zijn de klompen hard, en zijn ze klaar voor de verkoop.
Handgemaakt
Eerst wordt de boomstam verdeelt, in verschillende blokken hout. Er kunnen 4 tot 8 blokken uit een stam worden gehaald. Als twee stukken gelijk zijn, is er het begin van een klompenpaar. Eerst wordt er wat hout afgehaald, zodat er een heel ruwe vorm van de klomp overblijft. Daarna snijdt hij kleine delen eraf, zodat sommige delen goed worden gevormd: de hak, de bovenkant, en de voorkant.
Daarna boort hij twee gaten in het voorste deel (waar je je voet indoet), en allerlei houten delen worden verwijdert. Zo zijn de twee gaten verbonden, en is het een lange gang geworden. Daarna hakt de maker nog meer hout weg, zodat de voet in de klomp kan.
Om de klomp mooi vlak en egaal te krijgen, gebruikt de maker een heel scherp mesje. Als hij daarmee klaar is, worden de klompen aan elkaar gebonden met een touwtje om het bijelkaar te houden, en dat maat 36 niet met maat 40 wordt verward. Dan moeten de klompen nog even drogen, voor de beste kwaliteit moet dit in de schaduw en het liefst waar de wind ook goed waait. En het beschilderen dan? Juist, dat gebeurt daarna. Als dat eindelijk is gedaan is het paar af. Dit hele proces duurde zo'n twee à drie uur.
Machinaal
Sinds ongeveer 1950 is het ook mogelijk om klompen machinaal te vervaardigen. Dat gaat als volgt.
Het meeste werk is overgenomen door machines, maar er komt nog wel veel bij kijken zoals dat vroeger was. Zoals natuurlijk de goede houtsoort, wat natuurlijk nodig is om een goede kwaliteit klomp te krijgen. De boom moet meteen worden gekapt, en naar de fabriek gebracht. Net zoals de klompenmaker dat doet, wordt de stam in blokken gezaagd. Dat wordt nog met de hand gedaan, maar daarna kan bijna alles door machines worden gedaan.
In speciale droogkamers worden de klompen gedroogd. Maar hier heeft men een extra probleem dan als men het met de hand maakt. Soms krimpt de ene klomp meer dan de ander van het paar. Na het krimpen wordt namelijk geschuurd, en dan kreeg je uiteindelijk een paar, waarvan ze allebei een andere maat hadden. De machines zijn tegenwoordig zo goed, dat de klompen allebei dezelfde maat krijgen.
Als alles aanwezig is in de fabriek, dan kan je met tien werknemers 20.000 paar klompen per maand maken, wat dus op 240.000 per jaar uitkomt.
In hoeve Den Eik in Veerle - Laakdal werd het vernieuwde klompenmuseum geopend. Het is een eerbetoon aan de vele klompenmakers uit Laakdal. De oudste klompenmaker van ons land, Sam Mondelaers (88) was in zijn nopjes. Hij heeft zowat gekampeerd in het museum om samen met andere vrijwilligers alles in orde te brengen. De klompenmakershut richtte hij zelf in.
Bezoekerscentrum Afspanning Den Eik
Grensstraat 45 2431
Laakdal (Veerle)
Tel: +32 (0)13 78 50 42

|