Wortelgroenten en vruchtgroenten : vergeet de kalium niet!xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Kalium behoort samen met stikstof, fosfor en magnesium tot de vier elementen die onze groenteplanten in grote hoeveelheden nodig hebben. Stikstof, Fosfor en Kalium worden meestal in de formule N-P-K op de meststofzakken aangeduid. Heel dikwijls vinden we bij deze formule ook + Mg, wat wijst op het feit dat deze meststof ook verrijkt werd met Magnesium. Alhoewel kalium op zich de plant niet sneller doet groeien (dat is eerder voorbehouden aan stikstof) is het toch een zeer belangrijk element voor de algemene kwaliteit van de plant. Bemerk dat telkens als er gesproken wordt van kaliumgebrek, we wel degelijk bedoelen kaliumgebrek in de plant. Want zelfs bij een voldoende hoge kaliumvoorraad in de bodem kan kaliumgebrek optreden. Waarom dit zo is wordt wat verderop in dit artikel besproken.
Nut van kalium
Een gebrek aan kalium in de plantkan heel wat onvermoede problemen in de groentetuin teweeg brengen. Om dit te begrijpen moet je weten dat kalium onder andere de waterhuishouding in de cel gunstig beïnvloedt. Het element zorgt ervoor dat de cel het water beter kan vasthouden, ook onder moeilijke omstandigheden. Indien er niet voldoende kalium aanwezig is in de cel zal deze bij vochttekort of vochtovermaat in de grond teveel krimpen of te sterk opzwellen. Daardoor kan de cel beschadigd worden. Eén beschadigde cel is niet erg natuurlijk, maar indien er tientallen beschadigd worden ontstaat er een probleem. Dan wordt de schade ook uiterlijk aan de plant merkbaar.
Symptomen van kaliumgebrek op de bladeren.
Eén van de symptomen is de "randjesziekte". De bladranden worden bruin en krullen in opwaartse richting. Daarmee gepaard zien we ook dikwijls een vergeling van het blad, met de grootste intensiteit aan de randen. Ook de nerven blijven langer groen. Nochtans is dit een vorm van gebrek die slechts voorkomt bij kaliumgebrek van vrij hoog niveau. Randjesziekte wordt dan ook niet zo heel veel waargenomen.
Symptomen van kaliumgebrek bij vruchtgroenten
Er zijn namelijk andere gebrekkenmerken die al vroeger optreden en meer schadelijke gevolgen hebben voor de oogst. De vruchtkwaliteit van vele vruchtgewassen wordt negatief beïnvloedt door kaliumgebrek.
Slechte kleuring
Tomaten zullen een slechte kleuring vertonen (wankleurigheid of gevlamde tomaten). Vele cellen en vaatbundels in de vrucht zijn beschadigd doordat de plant de vrucht gebruikt als waterbuffer. 's Nachts en op bewolkte dagen wordt de vrucht gebruikt als waterreservoir en is er een watertransport naar de vrucht. Bij zonnig en warm weer is er veel verdamping en zal de plant een gedeelte van de watervoorraad in de vrucht aanspreken. Deze voortdurende wisseling in watergehalte vereist een goed watervasthoudend vermogen van de cellen, wat bij kaliumgebrek niet het geval is. Daardoor raken op termijn vele cellen beschadigd. Deze cellen kunnen dan ook niet meer overgaan van de groene naar rode kleur.
Zachte vruchten
Kaliumgebrek bij vruchtgroenten veroorzaakt ook zachtere vruchten. Het is duidelijk dat ook hier een slechte waterhuishouding van de cellen aan de basis ligt. Er wordt teveel water in de cellen opgeslagen.
Minder goede smaak
Ook de smaak van vruchtgroenten wordt bij kaliumgebrek ongunstig beïnvloedt. Logisch, vruchten die meer water bevatten zijn niet alleen zachter, maar hebben ook een lagere concentratie aan zouten en suikers.
Bewaring
Voldoende kalium zal er ook voor zorgen dat de vruchten minder snel rotten bij de bewaring. Een rechtstreeks gevolg van de kleinere waterinhoud en de betere hardheid van de vruchten
Symptomen van kaliumgebrek bij wortelgroenten.
Knolselder, wortelen, witloof, pastinaak, knolvenkel, rode biet, ajuin, sjalot zijn alle tuk op een extra dosis kalium.
Vooisheid
Bij kaliumgebrek kunnen de ondergrondse bollen, knollen of wortels (of de bovengrondse verdikte stengel zoals bij knolvenkel) soms het water niet voldoende vasthouden met meer kans op vooisheid tot gevolg.
Bewaring
Bij een tekort aan kalium zal de wateropname te groot zijn, met zachtere wortels of knollen tot gevolg. De bewaarbaaarheid van vele wortelgroenten zal dan te wensen over laten. De cellen zijn door hun grotere waterinhoud gevoeliger voor aantasting door schimmels of bacterieën.
Kleuring
De mooie oranje kleur bij wortelen zou wel eens wat bleker kunnen uitvallen bij een gebrek aan kalium in de wortel.
Dikkere wortels
Door de gebrekkige waterhuishouding en het te sterk wisselend vochtniveau in de ondergronds plantendelen zal uiteindelijk de omvang en het gewicht van de oogst ook lager uitvallen.
Oorzaken van kaliumgebrek
De grond
Op lichtere grondsoorten zal tijdens de winter meer uitspoeling optreden dan op zwaardere gronden. Op de zwaardere gronden wordt kalium beter vastgehouden in het klei-humuscomplex, waardoor de uitspoeling bijna te verwaarlozen is. Verder zal leem en kleigrond door de verwering van nature kalium produceren. Op zandgronden en zandleemgronden kan je dus best een extra hoeveelheid kalium toevoegen.
De pH
Calcium benadeelt de opname van kalium. Op gronden waar bekalkt werd of de pH vrij hoog is moeten we ook een extra hoeveelheid kalium voorzien.
Gebruik van de verkeerde meststoffen
Als je vrucht- of wortelgroenten teelt kies je best voor een meststof waar het gehalte aan kalium minstens het dubbele is van het gehalte aan stikstof. Voor lichtere grondsoorten of gronden met een hoge pH zal dit 2,5 maal het gehalte aan stikstof mogen zijn. Doordat dit niet altijd mogelijk is zullen we een andere oplossing moeten zoeken. Dit wordt verder besproken bij 'adviezen'.
Adviezen
Bij veel scheikundig samengestelde meststoffen is de hoeveelheid kalium verhoudingsgewijs eigenlijk te klein. De meeste organische samengestelde commerciële meststoffen lijden ook aan dit euvel. Een scheikundige meststof met samenstelling 12-12-17 (stikstof-fosfor-kalium) bevat verhoudingsgewijs te weinig kalium. Eveneens zo voor een organische meststof 6-7-9 waar ook een duidelijk tekort aan kalium is.
Moet je nu direct andere meststoffen aanschaffen? Nee, er bestaat een betere en goedkopere oplossing die geschikt is voor zowel de biologische als traditionele groenteteler. Patentkali is een delfstof uit de zoutmijnen die gebruikt wordt als meststof in beide teeltwijzen. Door zijn hoge gehalte aan kalium (30%) en zijn lage algemene zoutgehalte is deze meststof een aanrader voor de groentetuin.
Mooi meegenomen is dat Patentkali ook 10% magnesium bevat. Daar hoeven we ons dan ook geen zorgen meer over te maken, omdat dit meestal wel ongeveer in de juiste verhouding is.
Hoeveel patentkali moeten we dan eigenlijk toevoegen? Stel je strooit een meststof 12-12-18, wat dus eigenlijk 6% kalium per kg kalium te weinig is. Ideaal zou immers zijn 24% kalium in plaats van 18%. Als je van die meststof xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />1 kg strooit zal je nog 200 g (30%/5) extra patenkali moeten strooien. Voor lichtere gronden zullen we daar nog eens 200 g extra patentkali bovenop doen om de uitspoeling tijdens de winter te compenseren.
Een organische meststof van 6-7-9 strooien zal per kg meststof een tekort teweeg brengen van 3% kalium. ideaal is hier immers 12% kalium. Voor iedere kg die we van deze meststof strooien zullen we een extra hoeveelheid van 100g Patentkali strooien.
Nog eens apart de verhoudingen
- Bladgroenten : vragen ongeveer evenveel stikstof, fosfor en kalium.
Verhouding, bij benadering 1/1/1 (bv 8+8+8) of 6-6-7)
- Vruchtgroenten en aardappelen en kleinfruit : vragen veel stikstof en fosfor, maar ook extra kalium.
Verhouding bij benadering 1/1/2 (bv 8+8+16 of 6+5+12)
- Wortelgroenten (ajuin, sjalot, wortel) en peulgewassen : vragen heel weinig stikstof, maar wel extra kalium.
Verhouding 1/1/4 (bv 5+5+20 of 3+3+12). Op goed onderhouden en humusrijke gronden blijft de stikstof beter achterwege (bv 0+0+20)
- Koolgewassen : vragen veel stikstof en fosfor en iets meer kalium. Verhouding 2/2/3 (bv 8+8+12 of 12+12+17)
De Kompostmeester
|