Wat reglementen betreft (hoe absurd ze soms ook mogen zijn) is het zo dat op de meeste Belgische brasemvijvers de hoeveelheid lokaas beperkt is (bijvoorbeeld 1 kg droog of 1,750 kg nat) en al dit lokaas moet bij het startsignaal ingesmeten worden. Dit vraagt om een lokaas dat specifieke eigenschappen heeft.
Naar mijn gevoel en ervaring zijn deze eigenschappen samen te vatten in de volgende drie punten.
1. Onmiddellijke aantrekkingskracht. Het lokaas moet voor een onmiddellijke aantrekkingskracht zorgen. De vis krijgt een duidelijk signaal dat er op onze stek voedsel aanwezig is. In feite zou je dit een beetje kunnen vergelijken met het "frituur"-fenomeen. Je hebt totaal geen honger, je komt voorbij een frituur, je snuift de geuren op en je krijgt het water in de mond. We mogen hierbij niet vergeten dat reuk- en smaakzin bij vissen sterk ontwikkeld is… ook bij vriend brasem. In principe moeten we dit eerste punt invullen via het “lekkers” dat we in het lokaas verwerken (bv. de geëxpandeerde pellets met aangepaste geur- en smaakstoffen).
2. Blijvende aantrekkingskracht.
Via die geëxpandeerde pellets komen de aanwezige geur- smaakstoffen slechts met mondjesmaat vrij zodat er op de stek een constante aantrekkingskracht van de flavour aanwezig is. Nadat het instinct van de vis, die in de omgeving van de stek rondzwemt, door de onmiddellijke aantrekkingskracht op scherp werd gezet (het is een utopie te denken dat wij de vis van de andere kant van de vijver naar onze stek zullen trekken) zal de blijvende aantrekkingskracht er voor zorgen dat de vis daadwerkelijk op de stek komt azen en naar het aangeboden aas zoekt.
3. De beetfactor
Als er stevig wat vis op de stek zit, dan is 1 kg lokaas geen lang leven beschoren, dus moeten we er voor zorgen dat er op de stek constant voldoende ander lekkers voorhanden is (maden, casters, maïs, pellets...). Deze moeten de vis op de stek te houden. De vis moet constant naar voedsel blijven zoeken. Ze azen op de stek en worden niet verzadigd. Wij moeten er op toezien dat het aas op de haak het meest aantrekkelijke stukje lekkers is dat op de stek te vinden is en dat het wordt aangeboden op de manier dat de vis het verkiest. Het is met andere woorden ook nodig dat we de vis op de stek bezig houden.
|