Inhoud blog
  • Na weken met rugpijn...
  • OSCAR IN DE LAPPENMAND...
  • Maïs anders...
  • Maïs trukjes...
  • Eindelijk...
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Wedstrijdvissen
    Verslaafd aan de brasemvisserij...
    17-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitloden _ deel-2
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Over balans…

    Het ultieme doel van gelijk welke lijn is dat elke aanbeet in vis wordt omgezet. Extreem zouden we het zo kunnen stellen: we weten allemaal dat een dunnere onderlijn meer aanbeten oplevert, maar als er niet met een aangepaste elastiek mag gevist worden, dan wordt men onherroepelijk geconfronteerd met lijnbreuk. Mag men wel met elastiek vissen, dan moet de diameter van de elastiek(en bijhorende rekfactor) in balans liggen met de trekkracht van de onderlijn. Een elastiek nummer 16 in combinatie met 12 honderdste onderlijn, is om problemen vragen. Een nummer 8 is er wel een geschikte partner voor. Het is kwestie dat  er een honderd procent balans is tussen al de onderdelen die we gebruiken om een mijn samen te stellen. Aan de waterkant moeten we keuzes maken die gedicteerd worden door: weersomstandigheden, toestand van het viswater, visplaats, waar moet de vis gevangen worden, hoe moet de vis gevangen worden, welke vissoort primeert, wat is het favoriete aas… hoe koppelen aan dat alles nu een perfecte lijn?

     

    Uitloden… mijn drie basispatronen…

    De tekening geeft een duidelijk beeld van mijn drie manieren van uitloden (die gekoppeld zijn aan mijn pennenselectie. Geen ingewikkeld gedoe, maar ik weet wel het hoe, wat en waarom van het eerste tot het laatste loodje en wat er aan de aasaanbieding verandert als ik tijdens het vissen deze loodzetting verander. Het uitgangspunt van deze 3 basispatronen is dat ik aan de waterkant bijvoorbeeld an patroon-1, probleemloos patroon-2 maak en omgekeerd. Het idee verscholen achter deze drie basispatronen is “een soepele, zo natuurlijk mogelijke aasaanbieding”.

    Voor pennen tot 0,5 gram gebruik ik Styllood en voor pennen van 0,5 gram tot 1 gram verkies ik hagellood. Vanaf plus 1 gram zal ik een druppelloodje in de loodzetting verweren. Druppellood dat maximaal 1/3 van het totale loodgewicht uitmaakt (pen van 1,5 gram = druppellood van 0,5 gram).

    Ik gebruik graag kleine maten lood, met als nadeel dat ik wel vrij veel loodjes op de lijn moet zetten. Dat beduidt extra werk. Nog belangrijker is de kwaliteit van de lood. De kwaliteit van het originele Styllood is een gekende parameter. Wat hagellood betreft, is het aanbod enorm groot, maar spijtig genoeg is de kwaliteit soms ver te zoeken. Vermits tijdens het vissen het aanpassen van de loodzetting mede de kern van de zaak uitmaakt, moet het lood makkelijk verschuifbaar zijn zonder de lijn te beschadigen en zonder dat het van de lijn springt.

    Patroon-1

    Hier spreken we van een evenredig gespreide loodzetting. Het benodigde lood wordt op de lijn gezet met telkens 1,5 cm afstand tussen elke loodje. Het eerste loodje (of laatste loodje… ’t is maar hoe je het bekijkt) zit op een afstand van 44 cm van de haak. De regel die ik hiervoor hanteer, is vrij eenvoudig. Ik vis met onderlijnen van 22 cm dus het eerste loodje wordt op een afstand van tweemaal de lengte van de onderlijn op de lijn geknepen. Deze loodzetting wordt gebruikt voor een kantvisserij gericht op karper en is geschikt voor pennen van 0,3 tot 0,8 gram. Wordt best gevist met de haak staand op de bodem of tegen de kant van een glooiing (talud). Dit is trouwens mijn favoriet startpatroon voor een moeilijke visserij.

    Patroon-2

    Dit is opgebouwd uit tweemaal een bulklood. Geschikt voor elke visserij waarbij de vis op de voerplek steek en positief aast. Perfect voor een klassieke brasemvisserij. Het bovenste bulklood komt op 50 cm van de haak en tussen de loodjes die dit bovenste bulklood vormen zit een halve centimeter ruimte. Het onderste bulklood staat op 22 cm van de haak, zijnde de lengte van de onderlijn. Het onderste bulklood moet voldoende gewicht in de schaal werpen om gelijk welke aanbeet positief door te seinen. Meestal is 3 x loodhagel nr. 8 een goede keuze voor dit onderste bulklood. We peilen de lijn zo uit dat het onderste bulklood juist de bodem niet raakt. Dit bulklood mag maximaal 5 cm van de bodem hangen. De onderlijn rust in volle lengte op de bodem. Het is de bedoeling het aas vrij snel bij de vis te krijgen en positieve aanbeten te noteren. Geschikt voor pennen van 0,5 tot 1,5 gram.

    Patroon-3

    Is de combinatie van een bulklood en drie valloodjes (droppers). Het is de all-rounder van de drie. Het onderste valloodjes staat op 22 cm, zijnde de lengte van de onderlijn, van de haak. Op 6 cm boven het eerste valloodje komt het tweede, het tweede zit op 6 cm van het eerste en het derde op 6 cm van het tweede. Met het bulklood wordt gestart op een afstand van 15 cm van het derde valloodje. De loodjes die het bulklood uitmaken, staan op een afstand van 0,5 cm van mekaar. Dit patroon is dank zij de drie valloodjes een vrij positieve loodverdeling en ideaal voor het vissen met maden en/of casters. Staat er wind en moeten we het aas zo stil mogelijk aanbieden, dan kunnen we tot de drie droppers op de bodem leggen om het aas af te remmen.


    >> Reageer (0)
    13-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een nieuwe vaste hengel...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Jarenlang waren ik en mijn Arca Unlimited Gold onafscheidelijk. Ik was er mee vergroeid en we waren zo goed als onafscheidelijk. Enkele maanden geleden heb ik via het internet nog een spiksplinternieuw exemplaar gekocht.
    Er zijn geen onderdelen meer verkrijgbaar en in de verste verte kon ik nog geen afscheid nemen van deze trouwe metgezel.
    Na een geviste wedstrijd in maart laatstleden zagen mijn handen zo zwart als roet en ik besloot van mijn hart een steen te maken en de Unlimited werd uit het foedraal gehaald en opgeborgen.

    Mijn keuze is gevallen op een Arca Match 7010. Deze oversteekhengel wordt verkocht als een pack met een extra topset, een power topset, een cupping kit en een mini verlengdeel. Alles mooi verpakt in een foedraal. Aangevuld met wat extra topsets (voor het ombouwen met elastiek) en power topsets (voor een visserij met 14 honderdste) heb ik terug een vaste hengel bij de hand die me na enkele testvissingen mijn Unlimited heeft doen vergeten. Voor mij een ideale brasemhengel voor de klassieke vijvervisserij.

    Bijlagen:
    match7010.jpg (26.7 KB)   


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitloden _ deel-1

    Indien ik alle loodzettingen die her en der te vinden zijn, zou verzamelen, dan kan er alleen al over dit onderwerp een boek worden geschreven. En iedere kampioen, groot of klein heeft er een eigen mening over. Ook hier is het dus kwestie van keuzes maken. We kiezen voor een loodzetting die aanleunt bij de gekozen visserij (in dit geval een vijvervisserij op brasem & karper) die bovendien de nodige variaties toelaat zodat we het aas kunnen aanbieden zoals de vis het op dat moment dicteert. Want in heel dit gebeuren mogen we het volgende nooit vergeten: ”het is en blijft de vis die de touwtjes in handen heeft en baas over de situatie is”. Hagellood of Styls op de lijn zetten tot de pen perfect is uitgelood is absoluut noodzakelijk. Een welbepaalde gedachtegang in de loodzetting verwerken zodat men aan de waterkant het gedrag van de lijn, zijnde in eerste instantie de aasaanbieding, in gelijk welke situatie aan het aasgedrag van de vis kan aanpassen… is eveneens een noodzaak.

    Hoe natuurlijker die aasaanbieding hoe beter, dat is een regel die we steeds en altijd voor ogen moeten houden en die niemand zal betwisten. Bovendien moeten we rekening houden met de snelheid waarmee we het aas naar de azende vis willen brengen. Als de vis strak tegen de bodem aast, dan heeft het bijvoorbeeld geen zin dat het aas traag naar beneden dwarrelt. Voor mij zijn de voornaamste loodjes in gelijk welke manier van uitloden de valloodjes en het verklikloodje. Onze Engelse vrienden noemen het “dropper-shots” en “tell-tale shot”.

    Laat het ons in eerste instantie over deze loodjes hebben.

    “Dropper-shots” en “tell-tale shot”…

    Om te beginnen, verwacht van mij in dit verband geen revolutionaire zaken of uitzonderlijke nieuwigheden, nee, gewoon de naakte feiten want er is naar mijn weten ook niet meer dan dat. De valloodjes op de lijn, zullen voor honderd procent bepalen hoe die lijn uiteindelijk vist. Het verklikloodje is en blijft het eerste contact met de vis. Zijn de dropper-shots te zwaar, dan hebben ze een negatieve invloed op de natuurlijke aanbieding van gelijk welk aas en op de gedragingen van de lijn. Is het verklikloodje bijvoorbeeld te licht, dan worden voorzichtige aanbeten niet positief doorgeseind. Wanneer we over het gewicht van zowel de valloodjes als het verklikloodje praten, dan hebben we het over hagellood in de nummers 8 (0,06 gram), 9 (0,05 gram) en 10 (0,04 gram).
    Waarbij mijn persoonlijke voorkeur voor de brasemvisserij op vijvers uitgaat naar hagellood nummer 9. Voor de liefhebbers van Stylood komt dat overeen met een
    Styl nr.12, een Styl nr.11 en een Styl nr.10. Styllood gebruik ik enkel en alleen voor mijn peuterlijnen.

    Het is zo dat in de praktijk het gewicht en de plaatsing van deze loodjes de snelheid en de boog zullen bepalen waarmee het aas uiteindelijk door het water valt en bij de azende vis belandt. Tijdens het vissen zal het verklikloodje steeds het eerste loodje zijn dat verschoven wordt. In feite kunnen we de plaats van het verklikloodje samenvatten als volgt: zien we aan het aas dat we een beet hebben gehad en dat onze pen niets heeft laten zien of we vangen vis die het aas diep heeft geslikt, dan schuiven we het verklikloodje dichter bij de haak. Bijt de vis voorzichtig en slaan we regelmatig mis, dan plaatsen we het verklikloodje verder van de haak. Het is een beetje het zoeken naar en het vinden van de gulden middenweg die op dat moment de vangsten bepaalt. Bij een peuterlijn kan het goed zijn dat ik tijdens het vissen een extra loodhagel nummer 10 op de onderlijn zet en dit op een afstand van 5 cm van de haak om een minuscule aanbeet toch in vis om te zetten.

    Ik wil dit bericht eindigen met de volgende gevleugelde uitspraak:
    “Echte kampioenen geloven nooit in mirakels.”


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.With a little help from my friends...

    Jo en Oscar in volle actie tijdens een koppelwedstrijd op "Ons Genoegen"


     

    Mijn visvrienden...
    ik zou ze voor geen geld van de wereld willen missen, Peter, Toine, Geert, Jo, Acke...


    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 06/09-12/09 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!