Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Hey ,
Heb je paardenvragen ? Vraag ze dan maar elke vraag kan ik beantwoorden stuur deze vraag dan naar lauramaeske@hotmail.com Doei , groetjes Laura
Over mijzelf
Ik ben Laura Maes, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Paardenweetjes.
Ik ben een vrouw en woon in Hoboken (Antwerpen) (België) en mijn beroep is zit nog op school.
Ik ben geboren op 17/06/1994 en ben nu dus 30 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: paarden en Paardrijden.
Een interessant adres?
Een interessant adres?
06-03-2006
Foto van de maand
Januari : Fjordpony
Schofthoogte: 1,35 tot 1,50 m (13.1 - 14.3 hh).
Kleur: er zijn 5 geaccepteerde kleuren: vaal bruin (isabel), vaal grijs (blauw), vaal rood, vaal geel en vaal wit.
Tekeningen: een ster is enkel bij de merrie geaccepteerd, een ruin of een hengst dienen geen tekening(en) te hebben.
Haar: zijn manen (pony) bedekken bij een volwassen paard de helft tot tweederde van het hoofd. Traditie bepaalt dat de manen staand zijn, en zo geknipt dat de lijn van de nek geaccentueerd wordt.
Hoofd: goed geproportioneerd, klein en goed gedefinieerd met een breed en vlak voorhoofd. Korte afstand van de ogen tot aan de mond. Grote, donkere en heldere ogen met een rustige uitdrukking. Neusgaten groot, en qua proportie dusdanig dat de mond een "vierkant" voorkomen krijgt. Oren moeten relatief kort zijn, parallel, met een pluisje op de uiteinden en niet te dicht bij elkaar gezet.
Hij heeft korte, snelle gangen.
Gebruik: Recreatie, tuig- en trekpony, buitenritten, voltigeren.
De haflinger is een raspaard. Hij komt van oorsprong uit Zuid-Tirol en omdat ze qua ras vrij sober zijn, werden ze veelal gebruikt als trek- en lastpaarden in de bergen. Ze worden daar ook vaak ingezet voor de arreslee.
De haflinger bestaat alleen in voskleur met lichte staart en manen. Het is een werklustige pony met veel kracht, uithoudingsvermogen, intelligentie en vaak 'koel in de kop'. Een haflinger is sober in onderhoud, dat wil zeggen, ze kunnen winter en zomer buiten blijven en hebben minder voer nodig dan een pony die 'hoog in het bloed staat'.
Door het toevoegen van Arabisch bloed heeft de haflinger adellijke kenmerken gekregen. In 1961 is de eerste haflinger naar Nederland gebracht, waarna het ras zich heeft bewezen als zeer veelzijdig. Tegenwoordig (2004) vind je de haflinger terug onder het zadel (zowel dressuur- als westernrijden, aangespannen, vrijheidsdressuur, e.d.) Kortom, de haflinger is een pony die op veel onderdelen binnen de paardensport ingezet kan worden.
De Shire is het grootste paardenras ter wereld, afkomstig uit Engeland, met een schofthoogte van gemiddeld 2 meter.
De Shire behoort tot de koudbloeden. De kleuren licht- en donkerbruin komen het meest voor, en er zijn vrijwel altijd witte aftekeningen merkbaar. Een zwarte shire en een schimmel zijn zeer zeldzaam. Qua karakter is de shire een rustig, vriendelijk en toch leergierig. De Shire is zelfs zo vriendelijk dat het met veel gemak aan een kind kan worden toevertrouwd. Een Shire is ook zeer levendig en actief, met veel en gemakkelijk aanpassend uithoudingsvermogen. De Shire heeft een droog hoofd, vriendelijk oog, breed voorhoofd en lange oren. Hij heeft een lange, gebogen hals die goed geplaatst is op z'n sterke, schuine schouder met diep front. Hij heeft een brede rug met sterke lenden, de achterhand is gespierd en hij heeft een afhangend, rond kruis. Hij heeft ook uitstekende, lange benen, wat opvalt bij zo een zwaar paard. Verder heeft hij een goed skelet. De beharing is overvloedig, fijn en zijdeachtig. Zijn populariteit heeft hij te danken aan zijn functie als brouwerspaard, gespannen voor de monumentale bierbrouwerwagens. Maar ook in de Showring trekt de Shire veel aandacht. Het is een ras dat zuiver fokt, en dat zeer prettig is om mee te werken, want zijn kracht, al moet het nog maar zelden, is overal welkom: hij is immers in staat 5 ton te trekken.
Zeer nauw verwante familie van paarden die volwassen een schofthoogte van minder dan 156,7 cm hebben. Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld de paardenrassen IJslanders en Fjorden. Deze blijven doorgaans onder de 156,7 cm, maar zijn wel paardenrassen.
Omdat het paard als "edel" dier wordt beschouwd, worden vaak de termen "hoofd" "mond" en "benen" gebruikt in plaats van "kop" "bek" en "poten".
Een jong van een paard dat nog geen 1 jaar oud is noemt men een veulen.
Vrouwelijke en mannelijke veulens lijken op elkaar; de verschillen komen wanneer de veulen ouder wordt. Het geslacht van een pasgeboren veulen is vast te stellen door onder de staart te kijken: de aanleg van de vrouwelijke geslachtsdelen is al zichtbaar.
De dracht van een merrie duurt 11 maanden. Het veulen wordt meestal 's nachts geboren. Wanneer hij geboren is zal hij nog niet kunnen lopen. Na enkele uren probeert hij zelf op te staan. Omdat zijn benen te ver uit elkaar staan, staat hij onhandig en wankelend op zijn benen. De merrie houdt hem goed in de gaten terwijl hij zijn eerste stappen in de grote wereld zet.
Hellup , hellup , mijn paard loopt de verkeerde kant uit ! Deze hulproep is meteen de kern van het probleem . Waarschijnlijk heb je een of meer aanwijzingen vergeten te geven aan je paard of messchien heb je zelfs de verkeerde gegeven . Zonder goede hulpen kun je niet communiceren met je paard . Als ruiter in het zadel geef jij met je lichaam signalen af aan het paard . Door deze signalen weet het paard wat hij doen of laten moet . In ruitertaal heten deze signalen : de hulpen . Goede ruiters communiceren zo vanzelfsprekend met hun paard dat het op toveren lijkt . Bij zulke ruiters kun je tijdens het rijden haast niet zien dat ze de hulpen geven . Dan moet je jezelf als doel stellen : een harmonische verstandhouding met je paard , waarbij eventuele hulpen door de toeschouwers amper zijn waar te nemen . Bij de hulpen horen ook zithulpen (of lichaamhulpen ) , en beenhulpen en teugelhulpen . Als extra hulpmiddelen kunnen de ademhaling en de stem worden ingezet . Heel gedoseerd mogen soms ook sporen en zweempje worden gebruikt . De hulpen en hulpmiddelen moeten in gebruik op elkaar zijn afgestemd , zodat het paard weet wat je ermee bedoelt . De juiste doseringen combinatie , dus hoe zacht of hoe hard je de hulpen geeft waneer , vraagt veel oefening om het goed te doen , maar is door iedereen te leren . Uiteindelijk is rijden dan een soort vraag/antwoordspel tussen jou en je paard . Natuurlijk moet je de vragen wel zo duidelijk stellen , dat ze meteen begrepen worden er met de snelheid van een pistoolschot antwoord aan wordt gegeven . Voor het paard is het leuker als je het een afwisselend programma biedt , zodat hij zich tijdens het zijden met jou niet gaat vervelen . Alleen maar rondjes draaien door de rijbaan vindt een paard net zo saai als jij . Voor de inzet van hulpen en hulpmiddelen bestaat er een vuistregel : je moet altijd heel fijn en behoedzaam beginnen , wanneer je het paard wat wilt meedelen . Snapt hij hetniet , dan geef je de hulpen duidelijker , net zolang tot hij wel doet wat jij wilt . Doet hij meteen wat jij vraagt , vraag dan niet verder en stop met de hulpen geven , anders weet hij niet dat hij zijn opdracht al vervult heeft . Een vriendelijk: goed zo of braaf en even strijken over de manenkam verhogen bij het paard duidelijk de vreugde in het werken voor jou .
Bij het voltigeren wordt het paard niet langer aan de hand geleid , maar loopt het in een grote cirkel aan de longeerlijn met de longeerder die de lijn vasthoudt in het midden van die cirkel . Aan de longeerlijn kan het paard ook draven en galopperen . Natuurlijk begint het uitvoeren van allerlei oefeningen in stap . Meestal stapt een paard aan de longeerlijn vlotter dan wanneer je alleen onderweg ben met je paard . Voltigeerpaarden zijn meestal heel goed afgericht en vertrouwen helemaal op de stemhulpen van de longeur , gelukkig ook in hachelijke situaties . Voltigeren is leuk om te doen en bevordert je handigheid . Door het dichte contact met de paarden rug zonder zadele , maar wel met de veiligheid van de longeerlijn , kun je super leren je aan te passen en mee te gaan in verschillende passen of gangen van je paard . Gelijktijdig verdwijnt je angst voor een onverwachte beweging van het dier .Er wordt geoefend op een ontspannen en gezellig manier , daardoor krijgen de voltigeerders meer vertrouwen in hun groepsgenoot en durven zij op elkaar te rekenen ; zo onstaat de echte teamgeest ! Nauw samenwerken en vetrouwen tussen de instructeur , de andere kinderen en het paard is voor het uitvoeren van de acrobatische oefeningen heel berangelijk . De rug van het paard wordt door een zachte deken , met daarom heen een voltigeersingen , goed beschermd . Hij draagt een hoofdstel zonder teugels . Deze kunnen tijdens het longeren dan niet tegen zijn hals klapperen . Het paard krijgt aan de longeerlijn de gelegenheid om op te warmen en zich uit te rekken . Daarna klikt de instructeur de bijzetteugels aan te bitringen . Deze bijzetteugels zijn bedoeld om het paard in een voor zijn gezondheid goede houding te laten lopen . Dan is de beurt aan jou om te laten zien over welke turnkwaliteit je bezit !