Kerst is een mooie dag. Dan heeft iedereen een grote glimlach. Deze dag is bij mij speciaal geprezen. Want iedereen mag erbij wezen. Kommaan, wat staan jullie hier nog te staan. Laten we feesten gaan
Soms lijkt ons lot op een fruitboom in de winter. Wie zou, kijkend naar de trieste aanblik ervan, denken dat deze stijve takken, deze grillige takken volgend voorjaar weer groen kunnen worden, kunnen bloeien en dan vrucht kunnen dragen, maar we hopen het, we weten het.
Tegenspoed brengt mensen bij elkaar waardoor harmonie en schoonheid ontstaat, zoals de koude van de winter ijsbloemen op de ramen laat ontstaan, die later door warmte verdwijnen. Søren Kierkegaard
Want zie, de winter is voorbij, de regen is over, verdwenen. De bloemen vertonen zich op het veld, de zangtijd is aangebroken, en ʼt gekir van de tortel wordt gehoord in ons land.
Ik heb van 't leven vrijwel niets verwacht, 't geluk is nu eenmaal niet te achterhalen. Wat geeft het? - In de koude voorjaarsnacht Zingen de onsterfelijke nachtegalen
De sterren wintertintelen en de maan doorschijnt de melkwegnacht. Het kraakt van sneeuw op de aarde waar ik ga, een nieteling, een adem wit, een ademdamp van liefde en poezie.
Trouw en vriendschap berusten op een zielsverwantschap als op aarde maar zelden te vinden is. Slechts tussen gelijkgerichte naturen kan vriendschap werkelijk waardevol en duurzaam zijn.
e herfst verstuurt telegrammen. Het nieuws dat de zomer voorbij is, bracht een klein oranje blaadje me, zachtjes kloppend op het frame.
De wind werd een tijdje een postbode. Haast zich om iedereen een brief te bezorgen, Verspreidt heldere herfstbladeren onder de voeten van geliefden. De zon giet royaal kleuren, Een nocturne klonk zacht in de kruinen, De wereld wordt getransformeerd als in een sprookje, Na ontvangen outfits "haute couture". De herfst brokkelt af tot schubben, De wind wervelt in een ondeugende dans. Een paar blaadjes, als hoogtepunt van het programma, krijg ik van de roodharige postbode. De herfst stuurt telegrammen Helder , vrolijk, levendig...
De herfstregen klopt irritant, Haalt al onze plannen tegelijk door elkaar,
Soms kun je Hem niet eens begrijpen Wat hij dacht, alles in een sluier wikkelen...
Oncontroleerbaar slaat op de stoep, Haast zich om weer ergens te komen, Swift, maakt kennis met de bladeren, Opdringerig en zelfs brutaal.
Vrij recent viel er een bladval, Nu is de melodie compleet anders, En je zult niet begrijpen waar de regen de schuld van is, Omdat het gewoon zo'n lot is...
De regen is eenzaam en dit is zijn ongeluk, Hij huilt, spaart geen moeite voor tranen, Wast de kleuren van de herfst van het doek, Koestert zijn ervaringen...
Weet je hoe je zoveel kunt liefhebben Dat angst niet loslaat, Als je bang bent om te verliezen Waar ben je al zo lang naar op zoek?
De lucht inademen met een volle borstkas Om het hart te laten kloppen, En elke minuut van het leven Om er maar één te missen?
Om op afstand te voelen Wanneer je elkaar ontmoet - in de draaikolk met je hoofd, En zodat de woorden niet vervagen Voor altijd ben je van mij, je bent van mij!
De bomen roesten in het zieke licht langs somber in zichzelf gekeerde grachten. In wilde, stormdoorvlaagde regennachten vertoont de maan een bleek, behuild gezicht