e herfst verstuurt telegrammen. Het nieuws dat de zomer voorbij is, bracht een klein oranje blaadje me, zachtjes kloppend op het frame.
De wind werd een tijdje een postbode. Haast zich om iedereen een brief te bezorgen, Verspreidt heldere herfstbladeren onder de voeten van geliefden. De zon giet royaal kleuren, Een nocturne klonk zacht in de kruinen, De wereld wordt getransformeerd als in een sprookje, Na ontvangen outfits "haute couture". De herfst brokkelt af tot schubben, De wind wervelt in een ondeugende dans. Een paar blaadjes, als hoogtepunt van het programma, krijg ik van de roodharige postbode. De herfst stuurt telegrammen Helder , vrolijk, levendig...
De herfstregen klopt irritant, Haalt al onze plannen tegelijk door elkaar,
Soms kun je Hem niet eens begrijpen Wat hij dacht, alles in een sluier wikkelen...
Oncontroleerbaar slaat op de stoep, Haast zich om weer ergens te komen, Swift, maakt kennis met de bladeren, Opdringerig en zelfs brutaal.
Vrij recent viel er een bladval, Nu is de melodie compleet anders, En je zult niet begrijpen waar de regen de schuld van is, Omdat het gewoon zo'n lot is...
De regen is eenzaam en dit is zijn ongeluk, Hij huilt, spaart geen moeite voor tranen, Wast de kleuren van de herfst van het doek, Koestert zijn ervaringen...
Weet je hoe je zoveel kunt liefhebben Dat angst niet loslaat, Als je bang bent om te verliezen Waar ben je al zo lang naar op zoek?
De lucht inademen met een volle borstkas Om het hart te laten kloppen, En elke minuut van het leven Om er maar één te missen?
Om op afstand te voelen Wanneer je elkaar ontmoet - in de draaikolk met je hoofd, En zodat de woorden niet vervagen Voor altijd ben je van mij, je bent van mij!
De bomen roesten in het zieke licht langs somber in zichzelf gekeerde grachten. In wilde, stormdoorvlaagde regennachten vertoont de maan een bleek, behuild gezicht
Het is vrijwel weer het hoogtepunt van de zomer Erna tellen de dagen heel langzaam weer af Nauwelijks nog voor te stellen: volop dicht groen gebladerte dat het overal en nergens wel gaf...
Volop rijp zijn er de specifieke hoogseizoen vruchten; je kunt je er naar je wilt en lust tegoed aan doen Bijna al zijn alle corona maatregelen verdwenen
Veel reden tot vreugde en dankbaarheid; je haalt die met liefde van stal! Zouden we die narigheid ooit nog eens over willen doen? Geen enkele omhelzing, laat staan een zoen!
Die brandende zomerzon die je soms háát... en jouw incasseringsvermogen ver te boven gaat Weinig mensen op straat, behalve soms een auto die passeert, hoewel rustig rijdend, snel verlaat
Zelfs binnen is het niet echt naar wens... Je neemt je vlot opnieuw een koel glas water, wel zó gewenst! Vandaag licht maar eten: niet meer dan wat groente en fruit niet te vergeten
De radio speelt zachtjes menig opwekkend lied Graag wil je later nog wel opgemaakte bedden... en verder eigenlijk niet.
Negen knoppen tel ik al, nog wel uit te komen... Drie paarse Orchideeën stralen al volop Ik gaf hun met alle plezier een uitstekende stek!
Sinds vorig jaar is deze gekregen plant in mijn bezit; de toenmalige bloei was ook heel niet gek! Ik heb nu zelfs een schattig mini-exemplaar
op een bijzettafeltje staan Op zich ook geen lastige klant! Buiten en binnen voelen qua bloeiends geheel in evenwicht en zomaar succesvol bij mij beland.
Het zomert S’morgens kijk ik soms naar buiten met verlangende ogen. Als de zon dan schijnt ben ik door die schoonheid bevlogen. Dan proef ik weer en ben ik weer die dromer. Diep van binnen in mijn hartje, verlang ik dan weer , naar die dagen dat het zomert.
Ze pakt haar koffers ZOMER: Het is heet, ze stopt bloemen in zakken, En in een stapel plat na het drogen - Paardebloem kussens. Voorzichtig in een zak stoppen: kikkers, vlinders, insecten, kevers en een nachtvlinder...
Porie! Ik denk dat ik er klaar voor ben! In de bijkeuken zijn er sappen en augurken, en bessenjam... Mijn trein zal stipt om acht uur zijn, En vergeet niet te ontmoeten...
"Zonsondergang in bloed... Bloed stroomt uit het hart... Huilen, hart, huilen..." (A.A. Blok).
Soms ben ik gelukkiger dan al het levende, Hou van poëzie en muziek, Maar soms voel ik me als een nachtegaal die in doornen zingt...
... Groeiend in de schaduw, tussen de stammen, Altijd onbegaanbaar en dicht, Doornige doornstruiken In het voorjaar zijn ze bedekt met witte bloemen.
Hun aroma is koel en fris, verleidelijk. Ik ben ver weg van de drukke menigte, maar ondanks de scherpe doornen wil ik mijn toevlucht zoeken in dit struikgewas.
Hier, in het dik van de takken, zwart en doornig, Voorzichtigheid vergetend, zing ik in stilte een lied over mijn lente, Niet de brandende pijn van geluk voelen.
Tussen de bloemen, mysterieus mooi, zijn er veel doornen in de donkere diepten. Een van hen doorboorde mijn hart, En bloed stroomt op de grond in een stroom van rood.
En het lied stroomt naar de hemel, steeds wonderbaarlijker... Het leven gaat voorbij, en ik weet dat ik nu voor de laatste keer over de lente zing - mijn bloed gaat tenslotte weg met het lied.
Zoals de regen stroomt in de herfststorm, Zo stroomt het bloed uit mijn hart, - Nu begrijp ik waarom Zonder acute pijn is geluk onmogelijk.
Hetzelfde geldt voor gedichten - schrijf ze elke keer, alsof dit je laatste uur is...
... En de zingende nachtegaal viel stil tussen de dikke takken In de doornen.