Ik realiseerde me de eerste seconden niet dat het maandag was, ik was ervan overtuigd dat ik ontwaakte op zondag. Het kostte wat denkwerk en nagaan wat die zondag bracht om te beseffen dat die dag echt wel voorbij was.
Een droom vannacht, zo levensecht. Ze waren in het huis van mijn ouders, mijn moeder kwam niet voor in mijn droom, mijn papa wel, althans het denken aan hem, het vertellen over hem, ik voelde (en voel) de liefde in mijn hart voor hem, nog altijd, ook al is hij al meer dan twintig jaar dood.
Fier en met een gevoel dat hij erbij was alleen al door over hem te vertellen en te wijzen op zijn hobby. Ik voelde me verwonderd toen ik het grote beeldhouwwerk zag, dat had ik nooit gezien toen hij nog leefde. Het was niet af en toch vond ik het mooi, het raakte me.
Misschien omdat ik op een of andere manier mijn gevoel er in zag.
Een groot, hoog ovaalachtig beeld, lichtgrijs waar de gepolijste delen zich bevonden, met witte poederachtige vlekken her en der en op verschillende plaatsen afgehakte stukken waardoor wat wellicht ervoor ook gladde, afgewerkte delen waren nu grof oogden.
Beschadigd. Door verwoestende gebeurtenissen. Door de stroom vernietigende ervaringen.
Net zoals mijn vader ook beschadigd was door alvast één verwoestende gebeurtenis... .
In mijn droom voelde ik niet de pijn die ik sinds afgelopen zomer heviger voel, de toegenomen depressie, en het verlies van de sprankel levensvreugde.
Het weerzien van mensen in mijn ouderlijk huis, de mensen die ik voor corona begon wekelijks zag, verwarmde me... de man ook die me zo vaak aan mijn papa deed denken, door de vrolijkheid, door de lach, door zijn levensvreugde, door zijn manier van doen.
Ik probeer net als vanouds te schrijven, in de hoop dat daardoor de pijn in me minder ondraaglijk voelt, het verlammende gevoel me niet de hele dag saboteert, mijn geest terug meer helder wordt.
Angst om wat mogelijk definitief verdwijnt, een angst, een pijn die telkens het in mijn gedachten komt, zo snel als mogelijk uit mijn gedachten wordt gebannen, omdat het als een hel, een afschuwelijke, eeuwige nachtmerrie.
Niet slechts corona haalde een deel van de bodem weg, het komplete weggeslagen worden uit het leven, was dat andere, dat andere.
|