Het is nog altijd dichtbij:
hoe hij als kind in de oorlog
als een witte uil op een tak
met zijn hoofd in de wolken leefde.
Op een nacht zag hij
een bom een veld doorboren
een jongen werd soldaat en bouwde
een schuilkelder in pocketformaat
zijn eerste meesterwerk van zand en lover
hij was amper negen
en versmolten met zijn tak
luisterde hij verstomd
naar het dreiglied van kanonnen
die hem gek draaiden
slapen was een helse droom
hij bleef liever wakker voortaan.
Nog steeds hoort hij ieder uur
in de nacht verdwijnen
nog altijd fluiten ze monotoon
door zijn hazenslaap
de oorlog duurt voort
in dat oude hoofd
waar de nacht en hij
tot op vandaag
samen straffe koffiedrinken
en verhalen weten.
Rita Jouck
|