De boom van deze maand zal iedereen wel herkennen, in het voorjaar wanneer de bomen vol staan met prachtige witte kaarsen en in de herfst als de bruine kastanjes in hun stekelige bolster van de bomen vallen. De paardekastanje werd door een Oostenrijkse diplomaat in de 16e eeuw, vanuit de Balkan, naar West Europa gebracht. De naam paardekastanje komt waarschijnlijk uit Turkije waar boeren dampigheid (een ziekte bij paarden) genazen door ze kastanjes te voeren. De kastanjes zijn niet te eten door de mens in verband met het hoge looizuurgehalte. Schapen en herten vinden het juist een lekkernij.
De boom kan een hoogte bereiken van 35 meter waarvan het hout onbruikbaar is als timmerhout. Buiten de witte paardekastanje is er ook nog de rode variƫteit, de Aesculus x carnea.Dit is een kruising van de witte paardekastanje en de rode Pavia uit Amerika ook wel de red buck-eye genoemd omdat de gladde bolster op de oogbal van een hertenbok lijkt.
De boom wordt minder hoog dan zijn witte soortgenoot en zijn bolsters zijn zonder stekels. Verder wil ik nog de tamme kastanje noemen de Castanea sativa.
Ook deze boom is in onze wijk te zien, o.a. aan de Prof. Poelslaan, maar de zomers zijn hier te koud om de vruchten te laten rijpen zodat ze eetbaar zijn. De kastanjes die hier te koop zijn komen meestal uit het zuiden van Frankrijk en Italiƫ. In de armere streken van die landen wordt er een soort pap van gemaakt, pollenta genoemd. Het hout van de tamme kastanje lijkt veel op eikenhout en wordt o.a. gebruikt voor lambriseringen.