Bomen in onze wijk.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
door Dolf Dijk.
Betula of berk
Bij ons in de wijk staan enkele berken in de tuinen die de Ruwe berk (Betula pendula) betreffen. Een paar prachtige berken heb ik zien staan op het volkstuincomplex Vreelust. (zie foto) Verder staan langs de Buislaan sinds een jaar een aantal Betula pendula Laciniata. Het blad van deze kweekvorm verschilt erg veel met de berk die wij doorgaans kennen. Is bij de Ruwe berk het blad driehoekig en dubbel gezaagd bij de Laciniata is het blad ook driehoekig maar is twee keer zo lang als breed en is gelobd wat wil zeggen dat het blad golvende insnijdingen heeft.
Er zijn zo'n zestig soorten berken over de wereld verspreid en omdat ze weinig verschillen in bladvorm, kleur en schors zijn ze moeilijk van elkaar te onderscheiden. Deze boom stelt weinig eisen aan de omgeving en dus komt zij eigenlijk in alle milieus en grondsoorten voor en zijn het meest winterhard van alle soorten loofbomen. In het voorjaar komen ook bij de berk de bloemen, ofwel de katjes, die zijn verdeeld in mannelijke en vrouwelijke. De mannetjes zijn langer dan de vrouwtjes en zitten aan de uiteinden van de twijgen. De vrouwelijke katjes zitten zij aan zij met de blaadjes aan de takjes en staan aanvankelijk rechtop. Pas later gaan ze net als de mannetjes hangen.
Een berk is een boom die zijn schoonheid in alle seizoenen laat zien. Bijvoorbeeld in de lente als hij vol hangt met sierlijke katjes en in de herfst als de bladeren verkleuren tot een lichtend goudgeel en de witte stam de boom nog extra helderheid geeft. In tuinen worden berken vaak in groepjes geplant om het effect van de witte schors nog beter te laten uitkomen. De meest bekende van onze Nederlandse berken is de Ruwe Berk (Betula pendula), ook wel Zilverberk genoemd. Dat komt doordat bij oude exemplaren de schors aan de onderzijde openbarst en afwisselend donkere en lichte plekken aan de stam laat zien. Naar boven toe wordt de boom steeds witter en gaver, waarbij de kroon eindigt in een zeer fijn vertakt stelsel van twijgjes, die aan de uiteinden naar beneden hangen. Vandaar de tweede naam 'pendula', dat hangend betekent. Toch is er beslist geen sprake van een treurig uiterlijk bij deze snel groeiende berk, zoals dat wel het geval kan zijn bij de treurwilg, die ook haar hele takken laat hangen. Dat geldt ook voor de andere inheemse berkensoort in Nederland, de Zachte Berk (Betula pubescens). Die is wat kleiner dan de Ruwe Berk en heeft op de takken en bladeren een fijne beharing die donsachtig aandoet. Vooral bij de oudere bomen is de schors meestal gaaf en heeft hij niet zoveel gegroefde plekken als de ruwe berk. In Siberië is versteend hout gevonden van duizenden jaren oud. De oorzaak dat dit zo oud kon worden ligt aan de conserverende stof betuline. Deze eigenschap maakt het ook mogelijk van de schors kano's, schoenen en dakspanen te maken. In Amerika en de Scandinavische landen is berkenschors als dakbedekking een geliefd materiaal omdat het licht is, waterafstotend en zeer duurzaam. En in Noorwegen geeft een laag bast op het dak bedekt met zo'n 30 cm grond een perfecte isolatie. De Lappen gebruiken de schors voor jassen en beenbekleding en de Zweden maken tasjes en mandjes van gevlochten repen berkenschors. Vooral de dunne schilfers zijn zeer brandbaar en in een drijfnat bos kunnen deze nog goed vlam vatten, omdat ze geen greintje water opnemen. Dat is een eigenschap die vroeger uitstekend van pas kwam als er kampvuurtjes gestookt moesten worden in de regen.
|