Voor één keer ziet het er niet slecht uit. In de valleien van de ‘Creuse’ hangt nog wel een dikke mistlaag maar je kan de zon al zien. Deze nacht was er lokaal wat nachtvorst aan de grond. Er zat dus niets anders op dan te wachten tot de nevel op z’n minst wat was opgetrokken en de temperatuur rijdbaar aanvoelde.
Het moet na tien uur geweest zijn toen we de remmen losten. Het is mooi rijden en vooral ‘de temperatuur stijgt met de minuut’.
Glooiend is het wel, de hoge hagen langs de straatkant zijn verdwenen zodat we een ruimtelijker gevoel krijgen. Na goed een uurtje rijden we door ‘Souterraine’. Tussen de hoofdkerk en de ‘Porte St Jean’, een middeleeuwse stadspoort, heerst een waarschijnlijk ongeziene drukte, vandaag is het communiefeest en vele ouders en kinderen in paterspijen staan in groepjes te praten. Toch wagen we het om in onze opvallende fietstenue de kerk binnen te glippen en een stempel te zoeken wat in eerste instantie mislukt. Maar de aanhouder wint! Thierry vindt nog een beschikbare stempeldame die ons verlost van onze dagelijkse queeste.
De weg gaat nu resoluut de hoogte in. Eerst met een kwaaie knik tot ‘Le Grand-Bourg’ en wat later naar ‘Bénévant l’Abbaye’. Je kan het uitzicht niet beter vergelijken dan met de Ardennen. De open vlaktes, met overwegend bruine koeien, worden schaarser. De bossen dichter en talrijker. De dorpjes lijken uitgestorven en buiten en enkele toeschouwer is alles doods. In de boskant bemerken we een schuchtere ree.
Na 50 km rollen we in ‘Bénévant l’Abbaye’ en besluiten te stoppen in het eerste beste café…. Tot daar onze ijdele hoop. Buiten een indrukwekkende abdij is er niks, maar dan ook niks te zien. We besluiten dan maar te picknicken op de parking van een grootwarenhuis…
Tot ‘Châtelus-le-Marcheix’ nemen we de alternatieve route over ‘Marsac’. Deze is een pak steiler en met wat geluk zouden we de ‘Puy-de-Dôme’ kunnen zien.
Tussen ‘Arrènes’ en ‘St Goussaud’ liggen 250 hoogtemeters te wachten, met momenten tussen de 8 à 10%. Het weer werkt deze keer in ons voordeel, niet te warm, niet te koud. De zon speelt wat verstoppertje achter de opgekomen wolkenplukken en van wind is helemaal geen sprake. Tijdens de lange afdaling naar de overnachtingsplaats komen we plots Jef en de dames tegen die aan een lange wandeling waren begonnen.
Na enkele minuutjes laten we ons uitbollen naar de camperplaats in ‘Châtelus’. De dag zit er op en zijn nu ter hoogte van ‘Lyon’ en ‘Clermont-Ferrand’.
|