Voor één keer ziet het er niet slecht uit. In de valleien van de ‘Creuse’ hangt nog wel een dikke mistlaag maar je kan de zon al zien. Deze nacht was er lokaal wat nachtvorst aan de grond. Er zat dus niets anders op dan te wachten tot de nevel op z’n minst wat was opgetrokken en de temperatuur rijdbaar aanvoelde.
Het moet na tien uur geweest zijn toen we de remmen losten. Het is mooi rijden en vooral ‘de temperatuur stijgt met de minuut’.
Glooiend is het wel, de hoge hagen langs de straatkant zijn verdwenen zodat we een ruimtelijker gevoel krijgen. Na goed een uurtje rijden we door ‘Souterraine’. Tussen de hoofdkerk en de ‘Porte St Jean’, een middeleeuwse stadspoort, heerst een waarschijnlijk ongeziene drukte, vandaag is het communiefeest en vele ouders en kinderen in paterspijen staan in groepjes te praten. Toch wagen we het om in onze opvallende fietstenue de kerk binnen te glippen en een stempel te zoeken wat in eerste instantie mislukt. Maar de aanhouder wint! Thierry vindt nog een beschikbare stempeldame die ons verlost van onze dagelijkse queeste.
De weg gaat nu resoluut de hoogte in. Eerst met een kwaaie knik tot ‘Le Grand-Bourg’ en wat later naar ‘Bénévant l’Abbaye’. Je kan het uitzicht niet beter vergelijken dan met de Ardennen. De open vlaktes, met overwegend bruine koeien, worden schaarser. De bossen dichter en talrijker. De dorpjes lijken uitgestorven en buiten en enkele toeschouwer is alles doods. In de boskant bemerken we een schuchtere ree.
Na 50 km rollen we in ‘Bénévant l’Abbaye’ en besluiten te stoppen in het eerste beste café…. Tot daar onze ijdele hoop. Buiten een indrukwekkende abdij is er niks, maar dan ook niks te zien. We besluiten dan maar te picknicken op de parking van een grootwarenhuis…
Tot ‘Châtelus-le-Marcheix’ nemen we de alternatieve route over ‘Marsac’. Deze is een pak steiler en met wat geluk zouden we de ‘Puy-de-Dôme’ kunnen zien.
Tussen ‘Arrènes’ en ‘St Goussaud’ liggen 250 hoogtemeters te wachten, met momenten tussen de 8 à 10%. Het weer werkt deze keer in ons voordeel, niet te warm, niet te koud. De zon speelt wat verstoppertje achter de opgekomen wolkenplukken en van wind is helemaal geen sprake. Tijdens de lange afdaling naar de overnachtingsplaats komen we plots Jef en de dames tegen die aan een lange wandeling waren begonnen.
Na enkele minuutjes laten we ons uitbollen naar de camperplaats in ‘Châtelus’. De dag zit er op en zijn nu ter hoogte van ‘Lyon’ en ‘Clermont-Ferrand’.
Het heeft vannacht weer het klokje rond geregend. We moeten het vertrek met een kwartiertje uitstellen maar rond 10u kunnen we eindelijk van start gaan, droog, voor hoelang is maar de vraag. Het donkergrijze wolkendek hangt laag en je kan er haast zeker van zijn dat het hier en daar gaat openscheuren.
Van de Super-U parking tot het centrum van ‘La Châtre’ is het amper een kilometertje en dan nog bergaf. Het is markt, het centrum is een kluwen van smalle straatjes maar we vinden uiteindelijk de toeristische dienst voor onze dagstempel. De winkeldames hebben eens te meer medelijden met die arme fietsers maar veel kopen we daar niet mee. Morgen en overmorgen zou het droger moeten worden maar daarna gaat het weer de slechte kant op. In België zou de 24e mei de koudste geweest zijn sinds het begin van de opmetingen? Ik vrees dat het in Frankrijk niet veel beter is geweest…
Voor de verandering gaat het eens niet boenk omhoog maar heb ik al de tijd om op’t gemak warm te draaien. Hoe slecht het gisteren ging, des te beter gaat het vandaag. Gezien mijn beperkte klimcapaciteiten moet ik gewoon rekening houden met enkele ‘Off-days’ en, zeer belangrijk, me zeker niet van in het begin opblazen.
Goed 7 km van ‘La Châtre’ ligt het kasteel van ‘Sarzay’. Deze 14e eeuwse burcht oogt als uit een sprookje. De toegangsprijs is dat iets minder. We nemen snel enkele foto’s vanop de binnenplaats en zetten onze weg verder. Vandaag zou een overgangsrit moeten worden. Eerst nog wat kort geknik, maar naarmate de rit vordert zouden we in de eerste uitlopers van het Centraal Massief moeten terechtkomen.
Tot ‘Neuvy-St. Sépulchre’ is het verder rustig rijden. Het landschap biedt weinig nieuws hoewel de witte koeien verdwenen lijken te zijn en vervangen door bruine, en het kan moeilijk door de zon komen…
In ‘Neuvy’ bezoeken we kort de centrale kerk die qua architectuur nogal speciaal te noemen is, er zijn 11 onder-, 14 bovenpilaren en 8 bovenvensters. De koepel is hiermee vrij uitzonderlijk vooral omdat er een rechthoekig schip tegenaan plakt.
Eénmaal voorbij de D927 verandert het landschap. Het krijgt zelfs aardige Ardennen-trekjes. De klimmetjes zijn minder nijdig maar liggen lang uitgesmeerd tussen de plooien van het akkerland. De eerste regenbui is een feit, niet lang en de hoeveelheid valt ook wel mee, maar we zijn nat en het voelt koud aan. Qua temperatuur zitten we amper boven de 10°C.
Thierry en ik leuteren weer over koetjes en kalfjes, ik voel me eigenlijk goed, hoewel we een pak meer hoogtemeters te verwerken krijgen. Van ‘Cluis’ gaat het tot ‘Orsennes’ waar we een tweede bui te verwerken krijgen.
Het valt ons af en toe op dat we op wel zeer specifieke punten andere collega’s pelgrims tegenkomen en op andere punten helemaal niet. We hebben het donkerbruine vermoeden dat andere fietsers nogal eens resoluut kiezen voor de recht-toe-recht-aan wegen en niet voor de alternatieve, rustigere wegen zoals beschreven door Cl. Sweerman!
Het valt echt op dat we op de lussen nooit andere fietsers tegenkomen, maar wel op de kruispunten. Toch zijn die routes net speciaal uitgezocht omdat ze rustig en redelijk veilig zijn. Thierry en ik hebben er alleszins enkele kilometers en vooral een pak hoogtemeters voor over.
We komen voor de derde maal een Fransman tegen, deze keer in ‘Neuvy’. Hij rijdt met pak en zak op de fiets en achteraan de tweewieler hangen 2 crocks, net of hij zit op iemand, wat ons wel eens heeft doen lachen.
Achter ons ziet het weer donkergrijs, nog een 8-tal kilometer tot ons einddoel voor vandaag: ‘Crozant’. Vanaf ‘St Jallet’ duikt de weg richting de brug over de ‘Creuze’. Er volgt een pittige klim tot het vrij toeristische ‘Crozant’, dat boven op een indrukwekkende kloof ligt. Als we de camping opdraaien begint het te druppelen, net op tijd.
Wat later brengen we de fietsen terug in orde. Je houdt het niet voor mogelijk wat een rotzooi er allemaal tussen de derailleurs hangt.
Ik laat nog enkele hectoliters douchewater over me heen storten en in de late namiddag voorzien we onze carnet nog van de nodige stempel.
De pizza, die we gisterenavond met z’n allen hebben gegeten in het dorp, was best lekker. De dames hadden nog tot laat in de middag liggen wassen en plassen.
Het begint eigenlijk wat afgezaagd te geraken, maar tegen wil en dank moet ik ‘weeral’ schrijven dat het grijs en regenachtig is. Na het ochtendritueel staan we nog even bij Nederlanders die enkele dagen voor ons vertrokken zijn met de fiets/tent en die al 2 maal 2 rustdagen hebben genomen om alles te wassen en drogen. Normaal zou het in deze regio tegen de 25°C moeten zijn met uitschieters naar de 30°C. Als we opstaan is het amper 6°C.
Ik besluit nog een derde shirt aan te trekken, plus de regenjas. Enerzijds heb ik wat bang om te ontploffen op de eerste helling, anderzijds speelt de combinatie wind/temperatuur niet echt in ons voordeel. Liever te warm dan te koud dan maar.
Thierry is ook goed ingeduffeld. We zijn nog maar net op weg, wacht ons daar toch weeral een puist van jewelste. Tussen ‘Orval’ (u leest het goed) en ‘Bouzais’ knikt de baan angstvallig richting hemel en even denk ik het topje van de toren van Babel te zien… Waar ik voor vreesde is een feit. Ik verschiet een serieuze cartouche om het monster bij de nek te nemen, eentje dat ik maar moeilijk te boven zal komen…
Na de brug over de autostrade weer een klimmetje van 5 à 6% en zo gaat het eigenlijk de hele dag door. De lange grashalmen staan met de topjes in onze richting gedraaid, de kruinen buigen zelfs diep door in dezelfde richting. We zijn nog geen 10 km onderweg als de eerste regen- en hagelbui ons ongenadig op het hoofd klettert. ‘Schuilen’ roept Thierry ‘Wat is dat!’ Het zware bladerdak van een oude Eik in ‘Arcomps’ biedt enige bescherming. Lang duurt het allemaal niet en tijdens het ergste stonden we te schuilen maar toch, plezant is anders. De weg duikt constant tussen de bomen door waarna grote steile S-bochten de helling inluiden. In ‘Les Archers’ stoppen we even. Thierry heeft in een ooghoek een kunstenaar zien boetseren en dat willen we van dichtbij bekijken. Het dorp is sinds mensenheugenis bekend vanwege de keramiek en heeft zijn ontstaan ergens in de periode dat de Kelten handel dreven in wijnkruiken. Het is warm in het atelier, en even komt het in mij op om te vragen of ik er mijn boterhammekes mag opeten, ik durf niet… Na een kwartiertje zitten we amper terug op de fiets als de hemelsluizen voor de zoveelste maal open gaan. De wind waait loeiend hard, regen en fijne hagel kletst ons rond de oren. Thierry neemt ongewild afstand, ik kan gewoon niet volgen. Of het nu de opeenvolging van de heuvels is, of de weersomstandigheden, of gewoon slechte benen of ik weet het niet, in ieder geval draait het voor geen meter meer. Ik ben blij als we even later door ‘Châteaumeillant’ rijden. Even kunnen genieten van de beschutting. Het is nog een eind tot de eindbestemming. We draaien terug de rust en de hoogtes van de velden in. Hopla, weer patat, nog maar eens regen! Mijn fysieke capaciteiten ebben verder en verder weg, het gaat van kwaad naar erger. Het is zelfs te veel gevraagd om te praten, alles doet zeer, ik heb echt geen zin meer, ben het beu… De kilometers tellen langzaam af, getergd door wind en hoogtemeters. In de verte zie ik de donjon van ‘La Châtre’, we zijn er, eindelijk! We hebben afgesproken met de motorhomes ter hoogte van de Super-U, er is een camperplaats. Ik ben stikkapot, hopelijk gaat het morgen beter en niet alleen met het weer???
Ik geraak maar niet uit bed, ’t is al na achten en ik lig nog lekker te soezelen. Het begint te druppelen. Ik weet al wat mij te wachten staat, het druppelt harder, het giet, het komt er met bakken uit en ik weet nog altijd wat mij te wachten staat!
Ik draai me nog een laatste keer om als Jef op de deur klopt en een verse baguette en knapperige croissant langsbrengt. Dat verandert de zaak natuurlijk. Ik kijk naar boven door het dakluik en zie niets anders dan snel passerende wolken en regendruppels die kapotspatten op het plastieken venster, pfff, het belooft weeral een fijne rit te worden.
Een kwartiertje en twee koffies later is het opgehouden met regenen, zou het dan toch?
Neen, het is ons niet gegund, 1 dag mooi weer en we zijn weer klaar om er een week nat tegenaan te gooien, ik voel me soms als een dweil, nat en uitgewrongen.
Thierry en Malvina zijn ‘nog’ later opgestaan, ik was niet alleen die het weer als excuus gebruikte.
Halvelings aangekleed voor wat we op onze weg zouden kunnen tegenkomen vertrekken we rond half 10. Er waait een serieuze wind, en hoe kan het ook anders, pal op de neus. Het tarmac ligt nat, maar momenteel regent het niet.
We verlaten ‘Sancoins’ langs de zuidwest zijde en rijden parallel met de D951 langs het ‘Canal de Berry’. Het is al meteen klimmen, een vast gegeven de laatste dagen, ze leggen hier ook al wat dorp heet in een put…
Voor de rest is het rustig rijden, we halen een eenzame fietser, met pak en zak beladen, in. De man blijkt uit de Maaskant afkomstig te zijn en hij vertelt ons wat moeilijk aanneembare verhalen. Ach, ieder zijn waarheid. Thierry en ik kijken elkaar aan en rijden verder ons tempo, op en neer, kilometer na kilometer. De wind zit aardig in het nadeel. Veel tijd om rustig naar de koetjes en kalfjes te kijken hebben we niet. Ik wijs rechtvoor, ‘Zie jij wat ik zie?’
Thierry knikt: ‘En we rijden er boenk in!’
Nog 25 km voor de boeg. ‘Dat lukt niet meer, we houden het niet droog’.
Ik sluit heel even de ogen als de eerste druppel op mijn brilglazen ploft: ‘Shit’
Als een gordijn voor ons uit, met de hevigheid van een Car-wash worden we gewaterstraald. In enkele seconden tijd loopt het nat in mijn schoenen, de winterbroek die tot nu toe redelijk haar dienst had vervuld, geeft er blijkbaar de brui aan. Alles is tot op de draad doorweekt. Fijne stofhagel teistert minutenlang ons, in een grimas trekkend, aangezicht. ‘Niet stoppen’ roept Thierry ‘Alles uit de kast halen, anders koel je af’. Alles plakt tegen mijn lijf, ik pruttel blaasjes als ik probeer te ademen…
Het zal al bij al een tiental minuten echt lelijk gedaan hebben, gevolgd door nog wat naweeën. Ik ben bang om te verkrampen. We willen niet nog zo’n bui op ons dak krijgen. In ‘Charenton-du-Cher’draaien we de hoofdbaan op, het kan ons niet meer schelen, gewoon vollen bak, verkeer of geen verkeer. Recht voor ons uit ligt ‘St Amand-Montrond’, 14 km, rechts van ons sluipt een donker gordijn van vocht stilaan naar ons toe…
Op de D951 is het druk, de wind stevig op de snoet. Thierry en ik wisselen af met het kopwerk en draaien tegen een redelijk tempo over het golvend asfalt. We hebben geluk, we draaien weg van het onweer en halen, enigszins opgedroogd door de stevige frontwind, de voorstad.
We passeren een officieel uitziend, barok huis met een Franse vlag ervoor. Stempeltijd?
We bellen schuchter aan terwijl we de deur openen. Een aardige dame helpt ons verder en bezorgt ons een stadsstempel. Voila, da’s ook al gebeurd.
Enkele minuten later zijn we op de camping waar de motorhomes naast het sanitaire blok zijn opgesteld. We hebben het weeral gehad, ijskoud, wind, regen, hagel. De sneeuwgrens is gedaald tot 600m en die hoogte is voorzien binnen 2 dagen…
Eerst de douche in, minutenlang, Maartse buien eind Mei, een echte schande!
Een mens is snel tevreden, het regent niet. Nog even de fiets onderhanden nemen, water tanken voor de motorhome en goed half tien zijn we weg.
Ik durf nog geen lichtere outfit aantrekken. Boven de heuvels hangen lage muisgrijze wolken, de wegen zijn nog nat. Beekjes zijn kolkende rivieren die zich kriskras over het asfalt een weg banen naar lager gelegen oorden. Er is wat uitgekomen ook de laatste week. 9°C toont de thermometer, lente is anders, maar we mogen niet klagen, ’t is droog.
Net voorbij ‘Prémery’ gaat het steil omhoog. Ik ben het al gewoon, ttz ik geraak het maar niet gewoon om met ijskoude spieren de heuvels op te knallen. Mijn hart giert dan telkens door mijn keel en mijn spieren staan op ontploffen. Thierry heeft er alleszins geen last van en peddelt vrolijk met een redelijk tempo over de hoogtelijnen. ‘De eerste is altijd de lastigste’ roept hij! Toch zijn we beiden blij dat de etappe van gisteren een dertigtal kilometer was ingekort, die halen we wel in! De klimmetjes zijn telkens één, twee à drie, soms een viertal kilometer lang, niet eens zo steil, maar op het einde van de rit beginnen ze wél door te wegen. Aan de bosrand rijden we op een plateau, een enkel huis en voor de rest de oneindigheid van akkerbouw en koolzaadbloemetjes. Links in het bos wijst Thierry naar een opvliegende buizerd. We zijn zo goed als alleen onder weg. Gisteren zagen we 2 wandelende pelgrims met een soort karretje achter zich aan. In ‘Vézelay’ stonden wat oude, opgekalefaterde tweewielers beladen met pak en zak. Meestal houden we even halt en vragen naar de bestemming maar zelden is die tot ‘Compostela’.
De afdalingen zijn zalig. Amper mee peddelend storten we ons telkens in het onbekende. Voor één keer is het gewicht in mijn voordeel en heeft Thierry al de moeite van de wereld om me te volgen, het mag ook wel eens, gewoonlijk is het omgekeerd.
Kleine gaten lichtblauw verschijnen tussen de grijze wolken als we de zoveelste helling opklefferen. De wegen zijn echt goed uitgekozen door Mhr Sweerman, daar hebben we het elke dag over, niet te druk en degelijk. Boven ‘Nevers’ hangt een gigantische blauwe opening. Stempeltijd als we de in de steigers omhulde kathedraal eindelijk vinden…dat dachten we toch. Het is weeral middag en lunchtijd, dus niemand te vinden. Eerder werden we gestopt door 2 politieagenten in de wagen die ons betrapt hadden in de ‘Sens Unique’… in de verkeerde richting. Op een kordate manier werden we aangemaand om ‘te voet’ verder te gaan! Enfin, ‘Nevers’ is geen succes, veel enkelrichtingstraten, politie, kasseien, veel kerken maar geen stempels. We eten er in zeven haasten ons belegd Frans brood op en ik gebruik het achterportaal van een van de kerken om een droge outfit aan te trekken.
We houden halt bij de brug over de Loire. De anders zo kalme rivier beukt nu onophoudelijk tegen de zijwanden van zijn bedding. De stroming is best indrukwekkend te noemen. Het verkeer is dat trouwens ook. We haasten ons weg uit de drukte en volgen kilometers een kalme vaart. De smalle pekstrook is dringend aan vervanging toe.
In ‘La Grenouille’ steken we de Allier over, een al even brede rivier als de Loire die enkele kilometer verder samen verder stromen, nog meer water met nog meer stroming dus!
De hemel is helemaal opengetrokken, het is zelfs warm. We rijden over de ‘Pont Canal’, een waterweg over een waterweg! In ‘Apremont-sur-Allier’, een historische site van gerestaureerde middeleeuwse woningen gaan we nog maar eens op zoek naar de dagstempel en vinden die eerder toevallig bij een gemeentewerker. Het is nog een 15-tal kilometer tot ‘Sancoins’, de plaats waar de motorhomes op een camperplaats staan. We maken er een uitstapje van, cruisen wat door de velden, nemen meer foto’s dan de laatste week bij elkaar en genieten bijna buitensporig van het mooie weer!
Ondertussen is het eerste van de drie Sweerman-reisboekjes uit, tijd om misschien even met wat cijfers te gooien. Vandaag hebben we er een dikke 68 km opzitten, in het totaal bijna 860 km, hebben we 2 dagen geen regen gehad en dus 10 wel. De motorhomes hebben er al 915 km opzitten, die zijn ‘by the way’ vandaag het ‘Pont Canal’ gaan bezoeken.
Op de Camperplaats heeft Malvina een Baileyskoffie klaargemaakt en trakteert Ria met ijs, ja, pelgrim zijn heeft ook nog goeie kanten!
We zitten de hele namiddag lekker in de zon, languit te genieten van het ‘niets doen’. Malvina gaat wat later een stukje joggen maar dat had ze beter alleen gedaan. Haar begeleidende echtgenoot kon de 5cm opstap van het trottoir niet ontwijken met de mountainbike en lag pardoes languit in de graspartij. Buiten een schaafwondeke is er weinig aan de hand en kunnen we’r allemaal mee lachen…
Morgen een kort ritje naar ‘St Amand-Montrond’ en misschien blijft het mooie weer aan onze kant, maar daar heeft iedereen hier zo z’n twijfels over….Let’s hope
Gezien de barre weersvoorspellingen hebben we beslist om de volgende 2 dagetappes op 3 dagen te rijden.
Over voorspellingen gesproken; men verwacht lichte nachtvorst en nog 7 dagen regen… En wij die dachten dat we alles al gehad hadden. Zelfs Thierry begint het weer te vervloeken en dat wil al wat zeggen…
Nochtans begon de dag uitzonderlijk droog.
De fietsen werden van stal gehaald, afgespoten en deftig ingeölied. Door de regen van gisteren was het er nog niet van gekomen maar het moet. Na enkele uren had mijn ketting al een verdacht roodbruine kleur en dat was absoluut niet de bedoeling! Half tien, de tweewielers staan blinkend in het portaal van de sanitaire blok. Het begint te druppelen…Godver….
Het is gisteren, alweer door het weer, niet meer gelukt om onze stempel te halen in de kathedraal, dus dat moeten we eerst proberen goedmaken. Jef en de dames willen ons best vergezellen en vertrekken een kwartiertje voor ons. Te voet is het al een heel karwij. Thierry en ik, op de fiets uiteraard, komen bijna gelijktijdig met onze eega’s aan bij de ingang van de Ste Madeleine.
De stempelmadam kijkt bits over haar hoornen montuur, leest aandachtig alle informatie in het stempelboekje en vraagt plots: ‘Waar hebben jullie gisteren gezeten?’ Eu………. ‘Comment?.....’
‘Ah, oui,…..Een hele uitleg om aan te tonen dat we gisteren niemand vonden om af te stempelen…’
Ze vraagt: ‘Belge?’
‘Oui, madame…..’ (Ze had de frontpagina in het boekje toch aandachtig bekeken)
Ze neemt een groot register en noteert onze namen.
‘Bon voyage’
‘Merci bien’
Jef en de dames blijven achter bij de kerk als wij al naar beneden zoeven. Ze hebben nog al de tijd van de wereld om nog wat rond te kuieren alvorens de motorhomes op te halen en te vertrekken naar ‘Prémery’, onze volgende halteplaats.
Van ‘Vézelay’ tot ‘St Père’ ligt een snelle afdaling van enkele kilometers. Het water spat op en maakt onze benen binnen enkele minuten al kletsnat. De weg gaat nu constant op en af, lange afdalingen, lange klimmen. In ‘Bazoche’ gaat het flink omhoog, 4 km aan 5 à 6%. De D958 is best een drukke baan te noemen. Vrachtwagens en auto’s passeren ons nauwelijks op enkele centimeter en vernevelen een gordijn van waterdruppels over ons heen.
Wind en water zijn zowat de ergste vijanden van een fietsende mens, en daar kunnen we ondertussen wel over meespreken. Tijdens de afdalingen koel je onherroepelijk af terwijl het zweet uit je poriën geperst wordt als je aan het klimmen bent.
In ‘Corbigny’, halverwege, houden we even halt en ik stel aan Thierry voor om even iets te gaan drinken. Het is dodelijk voor de spieren maar ik ben versteven van de koude en mijn schoenen lopen, ondanks de overtrekjes, bijna over.
Het is zalig om nu droge kleren aan te trekken. Ik giet mijn schoenen leeg en wring de kousen uit.
We bestellen grote mokken koffie en eten onze sandwiches op. Pffff, kl…weer!
Op elf dagen hebben we het nu slechts één keer min of meer droog gehouden, voor de rest regen, regen, regen…
We hebben echt te weinig tijd en goesting om te genieten en rond te zien. Neem nu vandaag, prachtig glooiende akkers, omzoomd met hagen, soms een eenzame bomenrij. Het valt je niet op, aan de horizon een dik bos met daarvoor een gele pluk koolzaad. Zo mooi met een tikkeltje zon.
We rijden maar voor wat we waard zijn, vechtend tegen wind en koude!
Af en toe hoor je een vogel kwetteren, maar meer dan een auto die je voorbij scheert zie je niet.
In ‘Sancenay’ houdt Thierry halt. In het kleine portaal van een huis staat een echt ‘manneke pis’. We nemen een foto, één van de weinige vandaag…
Het blijft op en neer gaan. Ik zit er weeral door, gekraakt door het weer. Ik ben blij dat we de etappes korter hebben gemaakt.
De kuisbeurt van de fiets is kort, de douche zoveel langer.
Morgen gaat het door Nevers, tegen het weekend zou het beginnen vriezen, wat een calvarie, de koudste en natste meimaand in 40 jaar, moet je mij vertellen…
De ochtend belooft weer weinig goeds. Het is deze nacht beginnen regenen en dat doet het nog steeds. Vandaag staat een eerder korte rit op het programma langs de vallei van de ‘Yonne’ en het ‘Canal du Nivernais’.
Zo goed als mogelijk beschermd tegen de regen vertrekken we om 10u uit ‘Auxerre’. Amper voorbij de buitenstad rijden we al naast de mooie, brede ‘Yonne’-rivier. Eerst nog langs de D163 en wat later op een vrij recent aangelegd ‘jaagpad’ dat hier en daar onderbroken is door enkele tientallen meter grind. Het rijden zelf is comfortabel. Aan de talloze sluizen gaat een klein, pittig klimmetje vooraf, gevolgd door grind en zand ter hoogte van de sluiswoning. Meestal heeft dat niet zoveel te betekenen maar met dit regenweer is het altijd even opletten. Wat op papier één van de mooiste ritten moest worden is zo goed als bijna letterlijk in het water gevallen. Een tikje zon, geen wind…
Het zijn met momenten echte plensbuien die op onze donder vallen. We houden even halt voor een broedende zwaan en steken net na ‘Cravant’ de splitsende waterweg over. Van hieraf volgen we het ‘Canal du Nivernais’ dat begin de 19e eeuw werd aangelegd en de verbinding betekende tussen de ‘Loire’ en de ‘Seine’. De wind is ondertussen nijdig op komen zetten.
Mijn beentjes doen het relatief goed. Het is echt prachtig fietsen. We passeren de ‘Rochers du Saussois’, steile kalkformaties als een steile wand langs de route lopen. In ‘Châtel-Censoir’ verlaten we het vlakke pad en volgen de borden ‘Vézelay’. Het is nog 16 km klimmen, eerst een wat zwakke aanloop van 7 km en vanaf ‘Asnières’ gaat het steeds steiler tot een kilometertje voor de drukke D951.
Het blijft nu regenen, alles is doorweekt, we hebben nauwelijks gestopt en meer dan een reepje krachtvoer hebben we nog niet gegeten. In de verte ligt ‘Vézelay’, nog even!
Een haarspeld of drie en we zijn aan de wortels van de stad. Er volgt een steile knik tot aan de Ste Madeleine, een romaanse kathedraal uit de 12e eeuw. De smalle hoofdstraat gaat echt enorm steil omhoog waardoor zwaarbepakte fietsers en wandelaars hun ballast beter eerst op de camping of B&B kunnen achterlaten.
Ik schakel op het grootste tandwiel achter en duw me tot op het kerkplein, zwoegend, zwetend en oppassend voor de horde toeristen die dat gefiets maar niets vinden en je scheelogend aanstaren. Thierry is er net voor mij en we beginnen, voor de koude toeslaat, te zoeken naar de stempelmadam, niks natuurlijk, middagpauze…
We dalen af als de besten en hebben al de moeite van de wereld om de toeristen niet weg te maaien. De camping ligt een kilometertje verder. De 3 motorhomes hebben zich op de harde grindweggetjes gezet, bang om vast te rijden op de graspercelen. Het is pompen of verzuipen op de camping! De ene na de andere camper rijdt onherroepelijk vast bij het betreden van het grasland. Jef en onze dames waren een beetje te geslepen om zich te laten ringeloren.
Bij de douches zijn een 200-tal jongeren verzameld na een sportweekend en duiken het water in….voor ons rest …koud water natuurlijk.
We hebben tijd genoeg! Na het middageten smijt ik mij in de bedstee en heb ongelofelijke deugd van een gigantische uil.
Het is nu 19u, het is nog altijd aan’t regenen, straks de koppen bijeen want voor morgen ziet het er slecht uit en er staat een ritje van bijna 100 km gepland.
Het heeft de hele Godganse nacht geregend. Ik ben er zelfs enkele keren van wakker geworden en dat wil al wat zeggen. Rond 6u is het opgehouden. Een laag wolkendek hangt nu dreigend over ‘Troyes’.
Gezien de lengte van het traject tot ‘Auxerre’ vertrekken we om 9.30u en nemen afscheid van Marina, Monique, Philip en Dirk.
‘Troyes’-stad is mooi, authentiek en verlaten op een zondagmorgen. In de binnenstad kronkelen smalle straatjes langs houten met leem opgevulde, schots en scheve huizen. We stoppen aan de St Pierre kathedraal voor een stempel maar staan voor een gesloten deur. De tijd dat het hier een toeloop was op God’s dag is lang vervlogen tijd. In het verlengde van de kathedraal liggen nog 3 kerken, allemaal gesloten…
De stad op zich is des te mooier. We cruisen langs de honderden etalages en café’s. Alles is nog dicht, op een eenzame voetganger na geen levende ziel.
De weg volgt overwegend rustige wegen en lichte hellingen. De eerste 35 km gaat het bijna permanent omhoog, bijna onzichtbaar behalve op de Garmin. Het landschap biedt weinig afwisseling en verveelt zelfs. Af en toe worden we getrakteerd op een paar druppels, maar we houden het voor de rest droog.
In ‘Ervy-le-Châtel’ hebben we, gezien de mogelijke regenbuien, afgesproken met de motorhomes. Het is altijd meegenomen om de boterhammen op te eten in het comfort van de camper.
We zijn halfweg. De hellingen zijn soms lang, niet overdreven zwaar, maar de hoeveelheid ‘bergop’ begint weer door te wegen. Mijn benen voelen als fietspompen, leeg, de spieren op, niet voldoende hersteld.
Het is al zwaar geweest. Mijn schrik om zonder hoogtemeters aan dit avontuur te beginnen komt uit. Ook het feit dat we de laatste dagen wat langere etappes met flink wat htm’s voorgeschoteld kregen maakt het er niet eenvoudiger op. Bij de minste helling moet ik passen, kom nog moeilijk in het ritme en kan niets anders dan duwend en harkend de top bereiken.
Het ergste van de dagrit zit achteraan en moet nog komen. Thierry zet me enkele kilometers uit de wind, die nu pal op de kop zit. De ‘Bourgogne’ zit er aan te komen, nog even doorbijten!
‘Ligny-le-Châtel’, poort van de Chablis-wijnen. Van de akker- naar de wijnbouw. We beginnen aan de laatste klim die in 4 etages is opgesplitst. Aan de kant van de weg staan reclameborden van ‘Caves’. Hoe aantrekkelijk het ook is, ons doel is ‘Auxerre’ dat nu minder dan 20 km voor ons uit ligt. Het is fameus klimmen. Mijn bilspieren kraken en piepen. Voorbij ‘Lignorelles’ gaat het ietsje bergaf, gevolgd door een korte knik bergop. Het lijkt iets beter te gaan. Ik kan 2 versnellingen omhoog schakelen. Nog 4 km klimmen tot ‘Egriselles’, de brug over de autostrade, het eindpunt van onze calvarie. Eindelijk, het is gelukt!
We duiken de vallei in van de ‘Yonne’ en zien recht voor ons uit, op de tegenhelling, Auxerre liggen, indrukwekkend. We suizen de stad in…
Jef en de vrouwen zijn ondertussen al geïnstalleerd op de lokale Municipal en zijn naar het centrum van ‘Auxerre’ gewandeld. We spreken af aan de kathedraal St Etienne. We halen de stempel bij een wel hele rare koster. Volgens Thierry vliegt ze bij volle maan door de straten van de binnenstad, op haar bezem, ik zou hem nog geloven ook. Ria mag het stempelen in ieder geval niet fotograferen.
We rijden langs de ‘Tour d’Horloge’ en trakteren onszelf op een ‘grote’ café au lait. Het is nog 3 km tot de camping. Het was zeker geen superdag, nog vanwege het terrein waar we door reden, nog vanwege de fysieke conditie.
Wat een zalig gevoel, zon, fluitende vogels, opgewekt, hoe anders is het toch met die enkele graden verschil.
Gezien de lengte van de rit hebben we besloten redelijk op tijd te vertrekken. Hoe anders zou het zijn om droog te vertrekken en misschien wel droog aan te komen, een luxe die we tot nu nog niet gehad hebben!
Onze pas toegekomen vrienden besluiten om met Jef en de vrouwen richting Troyes te rijden, vandaar de fiets op te springen en ons tegemoet te rijden…
Bij het buitenrijden van ‘Châlons-en Champagne’ wacht ons een golvend landschap. Als een lappendeken met vooral gele en groene tinten. We rijden vlotjes en babbelen uren aan één stuk, over de meest uiteenlopende onderwerpen. Het is plezant rijden, we profiteren er beiden van. Thierry heeft wat last van de drukpunten op z’n achterwerk terwijl ik een licht geknaag voel aan de kruisbanden van de rechterknie. Er ligt een pittig klimmetje in ‘Soudé’ waarna we door ‘Poivres’ en het militaire kamp van ‘Mailly’ rijden.
We zijn halfweg. Het is nog steeds zonnig met overwegend de wind schuins achter. Als we iets tegenkomen om de boterhammetjes op te eten, dat zou van pas komen…
Tot daar onze vurige wens…
Niets, niets en nog minder ook!
In ‘Lhuître’ stoppen we dan maar in de schaduw van de kerk. We hebben nog geluk, er staat een aftandse bank waar we ons lunchpakketje kunnen opeten. Ik doe andere kleren aan en een kwartiertje later zijn we alweer op weg.
In ‘St Nabord’ steken we de ‘Aube’ over. Het weer is plakkerig geworden, we houden het niet droog vrees ik. In de verte is van de azuurblauwe hemel geen sprake meer.
‘Daar’ roept Thierry, ‘fietsers, met vieren…’ Malvina, Marina, Dirk en Philip bollen met een gezwind tempo in onze richting. Da’s tof. Er wordt wat gegrapt en gegrold als we allen richting ‘Troyes’ rijden. We vinden een groezelig café, de koffie slecht en koud, maar het kan geen kwaad, we hebben er verdomd goesting in! Een klein halfuurtje later beginnen we aan het laatste stukje tot de camping. De gaskraan wordt voor de verandering wat opengedraaid, het ziet er echt niet zo goed uit. Donkere wolken opeengepakt, klaar om open te barsten. Er wordt echt geknald om het droog te houden, de eerste drup, hopsa, te laat, we hebben er van!
Op de camping hangen vlaggen, Jef, Christiane, Monique en Ria hebben er hun werk van gemaakt. Wat een welkom, echt tof! Spijtig ‘weeral’ van het weer. Toch kunnen we na de douche nog wat buiten zitten en een lekker pintje drinken. Ondanks het feit dat het een relatief vlakke etappe was, hebben we toch weer 600 htm gehad, verspreid over 93 km. Het was lang, maar prettig, en daar zat het weer zeker voor iets tussen. Morgen nog zo’n klepper tot ‘Auxerre’!
‘Varennes’ ontwaakt, het is grijs buiten, hoe kan het ook anders. Tot nu toe is het droog. Jef gaat al vroeg naar de bakker en brengt ovenvers brood en croissants mee. Tenminste één schrale troost…Nauwelijks negen uur en we hebben er weer van; regen en nog niet zo’n klein beetje ook.
De moed zinkt alweer diep weg, ik haat dit. Voor de zevende dag op rij gaan we’t niet droog houden. Onze motorhome is een echte wasserette. Ria doet niets anders dan rijden en de was en plas doen. En, krijg al die kleren maar droog, alles is zo vochtig!
Nog enkele dagen dit weer en ik haak af, dat staat vast, deze morgen had ik al een serieuze snotter- en niesbui en dat zal er niet op beteren. De kilometers hebben me tot op dit moment weinig of niets gedaan maar het weer tackelt me elke dag opnieuw!
Alé, al de rommel aan en mee en wijle weg. We hebben afgesproken om de motorhomes te kruisen na ongeveer 30 km.
Gewoontegetrouw krijgen we meteen een muur voorgeschoteld na het vertrek en vandaag is dat niet anders. Een pittig begin gevolgd door een drietal kilometer tegen 5 à 6%. De regen pletst omhoog, mijn bril dampt weer aan, mijn half natte handschoenen worden nog natter. Van Thierry heb ik andere overlaarsjes gekregen.
We krijgen een tiental kilometer flauw bergaf en rijden door het ‘Bois de la Gruerie’, een bos met geschiedenis. We merken er weinig van.
Stilaan wordt het landschap opener, de regen is drup geworden. De motorhomes halen ons in en rijden naar het RV-punt bij ‘Somme-Boinne’. Als we er een half uurtje later aankomen is het eindelijk opgehouden met regenen.
Thierry en ik eten een hap en ik trek droge kleren aan. Een kwartiertje later vertrekken we terug, profiterend van die enkele opklaring. Het landschap is nu volledig open. In de verte ligt een plattelandsdorp, half verscholen achter hele velden met knalgele koolzaadbloemen contrasterend tegen het biljartgroen van de korenvelden. Schaduwen nestelen zich naast de fietsen, heel even, dan weer heel even. De weg gaat met de regelmaat van de klok op en neer over de eindeloze kleurvakken van de gigantische akkers. In de verte duiken de twee torenspitsen op van ‘L’Epine’. We zijn bijna in ‘Châlons-en-Champagne’.
We zoeken de kortste weg naar de gotische kerk van ‘Notre-Dame-en-Vaux’ en halen onze verdiende stempel. Eens op de camping is het echt zalig. De zon schijnt vollen bak en het is genieten. Alle zorgen verdwenen. Eindelijk kunnen enkele machines draaien en voldoende drogen.
Morgen wordt het weer een zware dobber tot ‘Troyes’. Wat later komen Philip, Monique, Dirk en Marina, allen motorhomevrienden, op de camping toe. Ze hebben speciaal een omweg gemaakt op de weg naar het Noorden om te supporteren, knap hé…
Om 6u ’s morgens is het beginnen regenen, onafgebroken, met momenten als één aanhoudende wolkbreuk. Eigenlijk zie ik het niet zitten om in die drash te vertrekken. Om 9u steken we de koppen bij elkaar. Ik pleit voor een snipperdag maar Thierry weet me te overtuigen, 10°C duidt de thermometer aan, net geen winter.
We stellen half elf voorop om te vertrekken en hopen tevergeefs op beter.
De moed zakt in m’n schoenen als ik de pedalen vastklik.
De laatste 5 km op Belgische bodem zijn er om snel te vergeten. Mijn bril, eigenlijk bedoelt tegen de zon, hangt in een mum van tijd vol met waterdruppels. Diepe plassen liggen verspreid over het wegdek, een stortvloed spettert omhoog, we zijn amper vertrokken en ik voel het water al zo langs mijn benen in m’n schoenen lopen, nog 70 km, we zijn er bijna… Net de Franse grens over wacht ons een fameuze klim. Thierry voelt zich goed en geeft er een lap op, ik haak wat af en moet de helling met nog koude beenspieren enkele versnellingen kleiner bedwingen, maar het lukt wel. De beentjes hebben de inspanningen van de laatste dagen wonderwel verteerd, eigenlijk voelen ze wat moe aan maar geen spatje pijn.
We duiken de vallei van de ‘Thonne’ in maar stoppen eerst aan de mooie kerk van ‘Avioth’. We hadden er afgesproken met de motorhomes. We plaatsen de fietsen tegen de gevel van het gemeentehuis en gaan al op zoek naar ‘de stempel’ van de dag. De bediende heeft echt medelijden met ons.
Het blijft gieten, dit is corvee, van genieten is in de verste verte geen sprake. De weg gaat constant op en neer, geen lange klimmen of afdalingen, maar pittig des te meer. We rijden door ‘Montmédy’, verlaten, geen levende ziel op de baan, alleen 2 zotten op een fiets. Het is nog 30 km tot ‘Dun s/Meuse’, we volgen de D110. Elke kilometer voel ik me minder en minder lekker. De constante regen en het ijskoude gevoel beginnen op het moreel te werken. In ‘Louppy s/Loison’ draai ik de ketting tussen de achterderailleur. Het materiaal heeft het hard te verduren. Alles is doorweekt. Weeral! Ik geraak niet opgewarmd, alles begint bij elke pedaalslag meer en meer pijn te doen, ik krijg honger. Ondanks het voornemen beslissen we om te stoppen in ‘Dun s/Meuse’. Een koffie, droge kleren, handschoenen uitwringen, en sokken, ik kan best mezelf eens uitwringen! Stilaan en na 2 grote ‘café au Lait’ begin ik wat te ontdooien. We kunnen weer een klapke doen tegen elkaar, iets wat de laatste uren nauwelijks kon. Nog een Cola en dan maar weer op weg. De regen is eindelijk overgegaan in gedruppel, na 50 km in dat geklets meer dan welkom. De boekjes van Sweerman beschrijven het landschap nogal door een roze bril. Als er staat ‘matig glooiend’, ga er dan maar van uit dat er pittige hobbels tussenzitten. De heuvelruggen staan vol met gele koolzaadbloemen. In ‘Romagne s/s Montfaucon’ ligt het grootste Amerikaanse kerkhof van Europa, wij rijden rechtdoor, maar Jef en de vrouwen hadden het eerder bezocht. Indrukwekkend, was hun oordeel en je kan er een heel parcours in afleggen met de auto, lees motorhome. In ‘Véry’ ligt weer zo’n hobbel, kort, enkele honderden meter, maar meer dan 15%. We zijn in ‘Varonnes-en-Argonne’. Alles is kletsnat, dan maar direkt onder de douche, minutenlang. We zijn er door, weer een dag dichter bij de zon, hopelijk, want da’s zonder meer het grootste gemis!
Gisteren waren er wat moeilijkheden met het internet en de telefonie. Er bestaan nog streken die uitgesloten zijn van elke vorm van moderne technologie, en een gedeelte van Zuid-België is daar het voorbeeld van.
15 mei, de laatste nacht van de ijsheiligen, als het al een magere troost kan zijn. De sneeuwgrens ligt momenteel op 900m en wij staan op 500m, m.a.w. het is berekoud deze morgen, amper 8°C. Het regent, alles is grijs.
Na het ontbijt wachten we tot na tienen, maar dan houdt het op, we moeten op weg. De etappe wordt beschreven als een overgangsetappe tussen de hoog-Ardennen en het land van de Gaume, zacht golvend, overwegend in dalende lijn, maar het blijft wel 85 km.
Aangegespt en redelijk beschut tegen alle winterse toevalligheden vertrekken we van op de camping richting ‘Bastogne’. Daar hebben we afgesproken met de mth’s.
Na een kilometertje plat staan we al meteen voor een serieuze muur tot in ‘Cetteru’. Koud ontploffen is voor mij echt niet weggelegd. Thierry heeft er weinig last van. Het moet zeker 15% of meer zijn geweest, een verschrikking.
Het is eindelijk opgehouden met regenen. Volgens de kaart rijden we overwegend op een 500 meter hoog plateau, maar het is constant ‘of’ ferm dalen ‘of’ steil klimmen. We doen meer dan een uur over de eerste 15 km. De wind komt pal uit het zuiden, ook dat nog.
Het is permanent zweten om te klimmen of rillen om af te dalen. We riskeren het zelfs niet om te stoppen om een foto te nemen!
Voorbij ‘Bourcy’ vertrekt een nagelnieuw fietspad tot ‘Bastogne’. De oude spoorwegbedding biedt enige beschutting tegen de elementen en we zijn maar wat blij dat we na 30 km, eindelijk in ‘Bastogne’ zijn. Het is er pokkedruk. We vinden vrij makkelijk de motorhomeparking waar onze vrouwtjes (en Jef) ons opwachten. Snel andere kleren aan en brandstof tanken.
Na een klein uurtje vertrekken we terug. Tot ‘Léglise’ zou het overwegend vals plat zijn, bengelend weeral rond de 500 htm.
Het is terug beginnen regenen. Ik rij halfbevroren rond. Dit is echt 'ver voorbij' het aangename. De weg duikt constant omlaag om dan weer in alle hevigheid te stijgen. Mijn beenspieren verkrampen, de rugspieren waar ik zo voor vreesde beginnen op te spelen. Ik probeer zo soepel mogelijk rond te trappen maar het vat geraakt leeg. De derde dag op rij dat we tegen de limiet rijden en dat begint zich zo nu en dan te manifesteren. De regen klettert naar beneden, ik geraak doorweekt. De gemoedstoestand bevindt zich ver onder het vriespunt. Mocht ik nu...
Ik wil er niet aan denken. Een zwak momentje, kort maar het is er wel! We zijn in ‘Léglise’. Thierry rijdt enkele meter voor mij uit. We praten niet, blik op oneindig, verstand op nul.
Het blijft op en neer gaan. We passeren terug het Nederlandse koppel, ze staan stil en schuilen in een aftands bushok. Wij durven niet, bang dat we daarna niet meer op de fiets kunnen.
We passeren de E411, nu zou het moeten dalen! Nope. Weer op en neer, een duik in de vallei en een fameuze klim, nu al tientallen keren na elkaar, om moedeloos van te worden. Het wordt donker, we rijden door het ‘Forêt de Neufchâteau’, enigszins beschut tegen regen en wind. Gaat dit nu nooit stoppen?
De kilometers op de Garmin tellen langzaam op!
Het begint langzaam de dalen, de hemel is wat opengetrokken, ik zie zelfs de zon, een mirakel. Het wordt met de minuut voelbaar warmer als we de hoogtelijnen overschrijden. Van ‘Rossignol’ tot ‘Les Bulles’, de laatste klim van de dag, venijn, alles doet pijn, de automatische piloot doet zijn werk, mijn hersenen al lang niet meer in de mogelijkheid om rationeel beslissingen te nemen, mijn wereld draait op adrenaline. We duiken een derderangsbaan op voorbij ‘Walansart’. Alle hens aan dek. Putten, grind en brokken asfalt door elkaar, zeker tegen 50/uur, de laatste kilometers worden onze schouders en armen danig op de proef gesteld. We bereiken de omwalling van de abdij, eindelijk, eindelijk, eindelijk,....
Er is net een bus gestopt met toeristen, ze kijken allen verdwaasd als twee uitgeputte fietsers hun vehikel tegen de muur plaatsen. Thierry blijft even bij de fietsen, ik ga op zoek naar de stempel en steek daarbij de hele meute busgangers, tot groot ongenoegen van, voorbij! Kan me niet schelen... We hijsen ons op de fiets en leggen de laatste meters tegen slakkengang af, weeral 1100 htm vandaag!
Deze avond overnachten we op de parking van het restaurant, net voorbij de abdij. We gaan er eten, voor mij een dikke steak, met frieten en een ‘Orval’...
Het is half acht als ik nog moe, de ogen open. Ria is al in de weer. Rond 1u had ik een tijdje wakker gelegen, maar al bij al toch redelijk geslapen. Het regent niet, da’s het enige positieve nieuws. Mijn benen voelen als 2 betonnen blokken, dat belooft voor vandaag, op papier één van de zwaarste ritten voor de komende weken.
De fietsen worden ingeölied en klokslag 10u vliegen we (nu ja vliegen) richting ‘La Reid’. De eerste 15 km staat er al meteen een hoogteverschil van 350m op het menu. In een ooghoek passeren we de ruïne van ‘Franchimont’. Ondanks de koude benen kan ik een redelijk tempo aanhouden. In ‘La Reid’ zoeken we tevergeefs een plaats om onze Carnet af te stempelen. De weg blijft stijgen tot ‘Haute Desnié’, het is puffen.
Heel af en toe duikt er wat schaduw op naast de fietsen maar meestal blijft het grijs en droog. We volgen de N606 richting ‘Stoumont’. Het is een pittige afzonk met een slecht wegdek. Na een haarspeld volgen we de N645 richting ‘Lierneux’. De 23 km door het dal van de ‘Lienne’ overbrugt een hoogteverschil van 250m. Soms rijdt je door dichte bossen, dan weer door een open heuvellandschap. Beroepsrenner Maxime Montfort kruist ons op de tijdritfiets. Net voor ‘Les Trous de Bra’ passeren we het Nederlandse koppel van gisteren. Madame trapt veel te groot en de ketting van Mijnheer moet dringend aan het olie-infuus. Alles tsjirpt en kraakt. Thierry raadt hen aan om dringend een fietsenmaker op te zoeken. De hele achter derailleur dreigt hopeloos in de soep te draaien.
De weg blijft langzaam oplopen, nooit echt stijl, maar door de vele kilometers begin je de hoogteverschillen te voelen. Nog een half uurtje en dan hopen we in ‘Lierneux’ een tas koffie te vinden. De N645 knikt omhoog en wordt steiler. Links en rechts in de verte wat verlaten huizen en grote boerderijen.
We zijn blij dat het enige café in ‘Lierneux’ open is, bestellen een koffie en eten onze sandwiches op. De televisie staat op RTL-TVi. Het regionaal nieuws gaat over een zwaar verkeersongeval in Spa. Een vrachtwagen was door de remmen gegaan en had enkele voetgangers weggemaaid. De camera zoemt in op de plaats van, en plots, uit het niets duikt een witgrijze Dethleffs op, euh, zie ik goed, ik kijk naar Thierry, ‘was dat nu Ria niet’? ‘Ja, volgens mij wel’. We sturen een sms en inderdaad, wat een toeval!
We bestellen nog een Cola en genieten van de pauze. Greg van Avermaet, ook profrenner, zoeft door de bocht voorafgegaan door een motorfiets.
Alles doet pijn nu, met momenten druppelt het. De weg blijft stijgen door de open velden. Op de kam staan wat bomen. Na drie gescheiden pittige klimmetjes komen we in ‘Langlire’ op het dak van de rit, 575 meter. De afdaling is meer dan welkom. We storten ons de diepte in. Rest ons nog een tiental km tot camping ‘Moulin de Bistain’ in ‘Gouvy’.
Jef staat ons op te wachten. De motorhomes staan weeral keurig op een rijtje naast de rivier. Hier is ‘rust’ troef. De douche is een balzaal en het heet stomend water verdrijft alle pijn en smart.
Na het eten wordt er nog wat gepetanqued, ik schrijf de blog. Internet is niet voorhanden, ook het GSM netwerk is onvindbaar. Weer een dag voorbij, het ergste hebben we gehad in de Ardennen, nu de staart nog, tot ‘Orval’…
De spieren voelen wat slapjes aan deze morgen. Vooral door de kou en de regen van gisteren! Ik heb nochtans reuze geslapen.
Het is droog maar voor hoelang. Rond half tien vertrekken Thierry en ik van de parking, voor alle zekerheid ingepakt in wintertenue! Van ‘Kortessem’ gaat het licht bergop richting ‘Tongeren’. Het zijn de eerste hoogtemeters en die voelen absoluut niet goed aan. 'Het betert wel' roept Thierry. 'Ja, dat zal wel' (maar wanneer)
We houden het momenteel droog. Af en toe komt er zelfs een schuchter zonnetje piepen, de wind staat rechts tot rechtsachter, dat is meegenomen. Na ‘Tongeren’ duiken we de Maasvallei in die we oversteken in ‘Visé’. Van daar af gaat het alleen maar bergop tot in ‘Polleur’. 'Het zal wel meevallen', hou ik mezelf voor! 'De eerste zijn de ergste'. Ik spreek mezelf constant moed in, het zal nodig zijn. Net voorbij de kruising met de N627 komen we op het traject dat we de volgende 36 dagen min of meer zullen volgen: 'Langs Oude Wegen' beschreven door Clemens Sweerman.
We hebben er de eerste 40 km opzitten als we de grote parking van de ‘Val-Dieu’ abdij oprijden.
We hadden er eerst nog geen erg in maar redelijk vooraan staan drie wel heel bekende motorhomes, de wereld is klein hé!
Het doet goed, Thierry en vooral ik kunnen droge kledij aantrekken en we eten een hap. Op het secretariaat halen we onze derde stempel, altijd spannend.
'Snel' roept Jef, 'als jullie nu vertrekken blijven jullie voor de rest van de namiddag droog' Dat moeten ze ons natuurlijk geen twee keer zeggen. De telefoonapplicatie had ons gisteren goed geholpen en bleek accuraat, dus waarom zou dat vandaag niet het geval zijn...
Na tien minuten is het beginnen druppelen en het is voor de rest van de dag niet meer gestopt met regenen, kl...ding. Thierry en ik besluiten Jef, met sigaar en al onder de 'koude' douche te houden, bij wijze van vergelding.
Het is met momenten serieus klimmen. In ‘Limbourg’ staan we voor een helse muur en als dat nog niet voldoende zou zijn begint het nu echt te stortregenen. De lol is er snel af. Het is stampen, duwen en trekken om de helling van meer dan 15% gedurende een dikke km te bedwingen. We hebben de wind nu pal op kop, de regen voelt als ijswater, alles is in een mum van tijd doorweekt. Ik weiger om af te stappen, hoeveel pijn het ook doet. Ondertussen zijn we de eerste pelgrims tegengekomen. Een Nederlands, ouder koppel uit ‘Drenthe’. Madame ziet het niet meer zitten. Na de eerste klim beslissen ze al om 'grote kuis' in hun bagage te houden en de rest terug te sturen...overgewicht. Ze houden halt op de top van een pittig klimmetje om wat te eten, ze zullen kou krijgen, zeker weten, ze zijn niet goed bezig...Hoor ons als echte 'oude rotten'
Het regent pijpenstelen, 'nog 10 km' roept Thierry. Nog een klim en nog één, het water staat in de schoenen, mijn handschoenen doorweekt!
In ‘Jehanster’ gaat het stilaan naar beneden, tot ‘Polleur’, het dorp door en dan naar de camping. Jef en de vrouwen hadden de campers al perfect geïnstalleerd. Voor hen was de rit ook best speciaal geweest met het bezoek aan de abdij van ‘Val-Dieu’ en het kerkhof van ‘Henri-Chapelle’.
Ik ben uitgeput, 'Flandrien-weer'. Als eerste rit in de Ardennen kon dit tellen, morgen nog zo één...
De wekker staat op 8u. Ik lig nog even te soezelen als het er met bakken uitvalt.
Malvina heeft ontbijt geregeld. Misschien wel voor de laatste keer in lange tijd ovenverse pistolekes met rijkelijk beleg, ja, ook dat zullen we moeten missen. Jef houdt ondertussen nauwlettend de IPhone in de gaten. De Online weersvoorspelling bezorgt iedereen een fronsend voorhoofd. Tja, tot de middag ziet het er niet goed uit, maar daarna?
Goed, we besluiten om het vertrek uit te stellen en houden angstvallig de buienradar in de gaten. Ronny heeft zich ondertussen tot de schare supporters gevoegd. Hij zou meefietsen, maar ja, het weer...
Om 12.30u klikken we de pedalen vast. We kunnen niet langer wachten, regent het, tja, dan is het maar zo! Het vertrek is best wat emotioneel, we kunnen er niet meer omheen, we vertrekken echt!
Eerst langs Frank, een collega. Tot ‘Westerlo’ is het amper 10 km, net tijd genoeg om warm te draaien. Frank staat al klaar en enkele minuten later bollen we met 3 tot de abdij van ‘Tongerlo’, tijd voor de eerste officiële stempel.
Alles lijkt verlaten, nu goed 't is zondag. Net als Thierry aan wil bellen gaat de deur open. Een jeugdige pater in crêmekleurige pij staat oog in oog met het zootje fietsers. Naar ‘Compostela’ mannen, maar jullie rijden verkeerd, ‘Santiago’ ligt daar. Hij wijst de richting van de bedevaartsstad aan. Ja, we weten het pater, maar we willen ook nog langs 'Orval'...
Ah, dat verandert de zaak.
De geestelijke blijkt trouwens op 100 meter van onze woning in ‘Schoten’ te zijn opgegroeid. Dat wil lukken. De pater geeft ons de enige echte stempel van de abdij en gaat gewillig mee op de foto. Morgen vormen we het onderwerp tijdens de misviering, je weet maar nooit.
Als we enkele kilometer verder de brug over het kanaal nemen rijden we regelrecht in een stortbui. Er zit niets anders op om te stoppen en regenkledij aan te trekken, dit loopt anders niet goed af.
We hebben wind mee en dat scheelt. Met de regelmaat van de klok worden we nat. De spieren geraken niet opgewarmd, het is zelfs met 9°C eerder koud.
60 km op de teller. Hasselt komt in zicht. We hadden afgesproken met de eega’s ter hoogte van de 'Grote markt'. Het is geen terrassenweer...dan maar binnen en 'een dikke mok koffie MET slagroom' om wat op te warmen. Na een half uurtje vertrekt Frank terug naar ‘Westel’, die zal ook goed slapen na 105 km. Thanks Frank voor de compagnie...
Malvina en Ria hebben de motorhomes keurig op de slaapplaats gezet horen we van Jef en Christiane. Ook voor hen is de eerste dag belangrijk. Onze madammen hadden zenuwen, begrijpelijk, maar nu begint voor hen ook de vakantie, nogal krakken hé onze dames!
Rest ons nog een tiental kilometer tot de camperplaats in ‘Kortessem’. Het eerste 'vals plat' meldt zich aan. We zijn er, 75 km, moe, wat verkrampte benen door de kou. Voor de volgende dagen voorspellen ze niet veel goeds wat het weer betreft, we zien wel, we hebben al geleerd om ons aan te passen aan de IPhone van Jef en het Online weerbericht...
Bij het opstaan was het al grijs en bewolkt en nu ziet het er nog altijd allesbehalve goed uit. Donkere wolken wisselen af met zonnige periodes, af en toe wat regendruppels en heel af en toe een fikse bui, dat zou het worden vandaag. Onze pa en dochter Nathalie komen afscheid nemen net voor 14u. Het is tijd, ik stuur nog een sms'je naar Thierry en hopla...de wijde wereld in...
Het dorp en de weg waar ik al zo dikwijls langs reed, wordt nu het begin van het verhaal.
Toch, kijk ik nu met andere ogen, ik kijk naar elk huis, elke voortuin. Niet dat er zoveel verandert is op korte tijd, maar de beleving is anders, je hebt al de tijd Filip, houd ik me voor, geniet er van, dat zou de boodschap zijn. In ‘Wijnegem’ draai ik op het breed geasfalteerde jaagpad langs het Albertkanaal. De westenwind geeft een extra duwtje. Het zal nodig zijn, in de verte hangen donkere regenwolken. Dat wordt kantje boord. Ik laat me alleszins niet opjutten en rij kilometers langs de waterweg. Na een kleine 15 km zie ik Thierry in de verte!
We zetten koers richting ‘Herentals’. Het zal nijpen, droog of doorweekt, er lijkt geen tussenoplossing. We zetten er iets meer vaart achter, tevergeefs. Een korte, hevige bui. Het gaat nog, we zijn niet door en door nat en besluiten om verder te rijden en geen regenkledij aan te trekken. De wind blaast in ons voordeel en da’s maar goed ook. De kilometers vliegen voorbij. Na de koekjesfabriek steken we het kanaal over en peddelen langs een oude treinbedding richting Noorderwijk. Het gaat trager, de wind bijna recht op de neus. Het is nog slechts enkele kilometer, de regen lijkt ons in te halen. Bijna...het begint nu redelijk hard te druppelen! We zijn er, net geen 35 km, nat, maar niet doorweekt.
De kop is er af. Wat een vakantiestart. Ze voorspellen al zeker tot en met dinsdag regenweer!
Voila, Ria gaat straks nog boodschappen doen en dan zal't zo wel een beetje genoeg zijn! De motorhome is tot de dakrand gevuld en maar goed dat ik met de fiets vertrek...want veel plaats is er niet meer over
Goed, maar eerst het beloofde woordje uitleg. De eerste dag is in twee gekapt. De +/- 35km korte etappe van morgennamiddag brengt mij, vooral via het Albertkanaal, van Schoten tot Noorderwijk.
Afhankelijk van de voorspelde regen wordt dat vertrek rond 14u gepland zodat ik ten laatste rond 16u bij Malvina voor de deur sta...Waarom niet bij Thierry?
Die heeft beslist om mij een stuk tegemoet te fietsen zodat we tussen Oelegem en Massenhoven elkaar rond de nek kunnen vliegen!
Rond 16u zullen Jef&Christiane ook in Noorderwijk aankomen. Tot daar deel 1...
Zondagmorgen staat dan deel 2 van de eerste etappe op't programma, van Noorderwijk tot Kortessem. Als alles goed gaat rijdt Frank (een collega) en Ronny met ons mee, maar da's nog verre toekomst, eerst vertrekken...
Het is lang stil buiten. Eigenlijk is het zondag. De zon schijnt. Toch is het best frisjes. Tot 's middags is het 13/14°C, de wind onaangenaam...
Rond 10u halen we de motorhome en een half uur later staat ie helemaal in de wax. Vooral de voorkant wordt minutieus opgeblonken. Hoe gladder, hoe minder insekten blijven hangen
Ria neemt nadien de hele binnenkant voor haar rekening terwijl ik alle peilen nakijk, alle zwarte strips terug zwart maak en alle chroom terug laat blinken. Mmmm, een echte beauty, als nieuw. Na de middag worden stelselmatig alle kasten ingeladen, echt vrouwenwerk waar mannen zich absoluut niet mee hoeven te bemoeien. Alle fietskledij zit in 3 Curver-bakken, alle fietswisselstukken en -gereedschap in 1.
Het is laat in de namiddag als alles in orde is.
Ria gaat nog op ziekenbezoek, zelfs een afscheid, emotioneel…
Zo is aftellen zo dubbelzijdig en liggen geluk en ongeluk toch zo dicht tegen elkaar
Grote bed
Ik zit nog even achter de pc, bijna klaar om voor de laatste keer in een lange periode in ons groot bed te duiken. We gaan het missen, ook misschien het comfort om languit in de brede fauteuil te hangen, of de grote TV, de zalig grote douche, de walk in closet, kortom thuis te zijn...
Ik kijk nog even rond terwijl de pc afsluit, kijk naar de prachtig witte orchideeën in de hoek van de woonkamer, je staat er niet bij stil dat je alles een beetje gaat missen..., maar dan is het weerzien nog zo intens!
De laatste werkdag is bijna een feit. Bureau nog wat aan de kant krijgen, de laatste post verwerken, mijn 'Out of Office' met veel plezier invullen, ...
'En, ben je'r klaar voor?' is zowat de meest gestelde vraag
'Ik weet het niet..., die vraag zal ik binnen enkele dagen wel beantwoorden!' Ik heb er geen flauw gedacht van of ik er klaar voor ben.Ik weet zelfs niet wat ik kan, mag of moet verwachten....
We zullen het wel over ons heen laten komen en...ik ben niet de eerste die er aan begint
Beat
Mijn tikker klopt bewust wat slagen meer dan normaal. We waren deze avond op een verjaardagsfeestje van de buurvrouw. Iedereen is begaan met je avontuur, net of je de andere kant van de wereld gaat bezoeken. In weze is dat ook wel zo, maar het is toch niet 'zo' uitzonderlijk! Mensen vragen en vragen vragen waar je geen antwoord op weet...
Het web-adres van de blog wordt gretig rondgedeeld. Iedereen is benieuwd, ik ook. Ook ik ben benieuwd! Het laatste Duvel-glas wordt geledigd...
Voila, deze namiddag de fiets in't bad gestoken. Alles er af wat er af kon, met wasbenzine schoon gemaakt, ingeölied en terug ineen. Thierry had verleden week de iets te krap bijgestelde achterschijfrem voor zijn rekening genomen, terwijl ik daarstraks de versnellingen optimaal heb gekregen. Niet dat het allemaal zo veel scheelde, maar het is logisch dat rekkende kabels en kettingen wat aanpassingen kunnen gebruiken.
Ria heeft ondertussen wat aanpassingen aan de fietsreiszak op zich genomen. Het ziet er netjes uit. Niet dat we onderweg opgemerkt willen worden, maar het duidt toch met wat we bezig zijn...
Toch een beetje blij
We zijn minder dan een week voor vertrek, de hoogste tijd om te zien hoe de conditie er voor staat. De Ridley staat zo goed als klaar dus kon ik nog eens met de koersfiets op pad. Tot Turnhout en terug langs het 'jaagpad', 70 km langs het kanaal Schoten-Dessel, met om de paar kilometer een kruispunt aan een 'verloren' brug. Mooi weer, wel wat wind die initieel schuin achter en na het keerpunt schuin op de kop zat. De laatste 10 km recht op de neus. Ideaal om te zien waar het schip zou stranden...
Fietsminnend Vlaanderen was er massaal op uit getrokken, koppeltjes, mountainbikers, koersgroepjes, elektrisch aangedreven tweewielers, kortom iedereen.
Ik weet nu dat mijn conditie in de mate van het mogelijke dik in orde is, dat mijn urenlang gepuf en gezweet op de spinningfiets er zeker toe bijgedragen heeft (wat anderen er ook van mogen denken) en dat mijn voorgeschreven trainingstabel voor basisconditie (EnergyLab) ideaal is geweest voor mijn doelstelling nl. 75 km kunnen fietsen zonder steendood te vallen. Al de rest is bonus en 'Nice to Have'. Er is natuurlijk een hemelsbreed verschil tussen de koers- en de Compostelabolide, laat dat duidelijk zijn.
Maar ook dat maakt niets uit. Vanaf volgende week draaien we de knop om. Vanaf dan is het 'relax', klaar zijn om te genieten onderweg in de wetenschap dat het OK is voor kop en benen...
Laatste keer
Het leuke aan aftellen naar iets is dat je veel 'laatste keren' tegenkomt. Het laatste weekend, de laatste grote fietstocht, de laatste volle week, de laatste dit en de laatste dat.
Iedereen zijne 'euro' begint zowat te vallen dat je binnenkort vertrekt en ze maken je daar ook graag attent op. Net nu je er even niet aan dacht
Ach, het is best plezant als collega's je er over aanspreken, of in de vriendenkring. Hoe dikwijls mocht ik de laatste tijd al niet horen 'Awel seh, da zou ik ook nog eens willen doen...'
Maar soms hoor ik deze zin ook in de verleden tijd! Van mensen die het altijd voor zich uit hebben geschoven! Ik ben nu niet de verpersoonlijking van een wereldfietser en het zou ook niet voor elk jaar zijn, maar 'Once in a lifetime'? Alleen de voorbereiding al. Neen, ik schuif het niet voor me uit. Die 2700 km gaan zich warmpjes nestelen in mijn bovenkamer en daar blijven ook, denk ik. Het zal zijn van 'voor' of 'na' Compostela!!!
Weeral een laatste
Deze avond voor de laatste keer dit schooljaar naar de les. Nu volgt een aangekondigde bros tot na de zomer. Ik wil hierbij de drie Musketiers met in eerste instantie Yen, gevolgd door Tinne en Inge bedanken voor de verrijkende input van dit schooljaar. Ik heb ondertussen geleerd dat schrijven en schrijven drie is en dat 'echt' iets op papier zetten best moeilijk zoniet onmogelijk is.... Maar daar dient avondschool voor!
Voor outsiders misschien even ter verduidelijking: Als vreemde eend in de bijt zit ik als enige man naast en over mijn gibberende medestudenten Tinne en Inge en worden stevig in het gareel gehouden door Yen, onze juf. Ja, jullie tellen goed, een vierkoppig klasje. Net genoeg voor een stevige discussie of een uitgelezen stukje proza. Het was best plezant en leerrijk, bij leven en welzijn tot volgend schooljaar! We'll keep in touch..........
Weg fiets
De fiets hangt letterlijk enkele dagen aan de haak. De laatste dagen zullen noodzakelijk zijn om alle zeer, vermoeidheid en kleine blessures op zijn plooi te laten komen! Misschien is het ook de moment om de rugspieren nog wat te ontspannen, je weet maar nooit...
Ria is de hele avond bezig geweest, alles ligt zowat klaar hetgeen geladen moet worden in de motorhome. Morgen laatste werkdag. Ik kijk er zo hard naar uit! In België gaat het wat beginnen regenen, in andere regionen is het al even bezig. In Italië gepaard gaande met tornado's en windhozen, en 't is amper 2 dagen schoon weer geweest...