
DE WINTER
De winter waait door tuin en hart. Wat groeid'en en groen was laait in ' t vuur dat opvlamt, vlug,verward... en vals verwarmt en dat mij likkend leert; ik ga, ik sta,ik lig verarmd, verdroogd,verdord en alles word zo kort; mijn wervels en mijn geest. Zo is het nooit geweest. Door winter word'k bewoond, zo durig, vurig werd ik nooit gehoond, reeds voor de dood,door overmacht tot stof,tot as gebracht.
Jos.Monballyu
|