Rotterdammers... geen huis meer, en geen kleding... niets meer
Duitse watervliegtuigen landen op de Maas in Rotterdam
Op 14 mei 1940 brachten drie Duitse militairen, beschermt door een witte vlag het ultimatum over de Willemsbrug.
Rotterdam vernietigd haar olie- voorraden om het niet in handen van de Duitsers te laten vallen.
De Nederlandse kolonel Scharroo op weg om de reactie van Nederland aan de Duitsers te overhandigen
deze foto stond op de Duitse propagandamachine "SIEG HEIL" Zegen de overwinning
Duitse soldaten aan de zuidkant van de Willemsbrug
brandende Jonker Fransstraat
Nederlandse soldaten worden als krijgsgevangenen afgevoerd.
Timmerman Damsteeg aan het woord Om 10 uur toen wij maar net op bed lagen hoorde wij weer een vliegtuig erg laag vliegen en zagen wij plotseling een grote zuil vuur. Wij hoorden een groot gekraak en geraas. De ruiten vlogen eruit de kamer in, en doordat de wind naar ons toe was werd ons hele huis gevuld met kruitdamp. Dochter Inge, die boven sliep, riep; "vader, Gas, vader....gas. Hij maakte gelijk doeken nat, die hij voor zijn mond hield. Terwijl ik de gasmeter afzette. Het was een scherf van een bom die. 'zonder aan te bellen..'bij ons binnengekomen was. En niet alleen bij ons want wij hoorden verschillende mensen gillen.....
DEKKEN DEKKEN SCHREEUWT IEMAND!!
Ik zat tijdens het bombardement in de kelder van het krantengebouw. Na korte tijd besloot ik op de fiets terug te gaan naar mijn ouderlijk huis in Terbregge, dwars door de chaos van de getroffen en in lichte laaie brandende panden. Op de Plantageweg dragen twee mariniers een gewonde weg. De Oostzeedijk is één stroom vluchtelingen. Zo heb ik nog nooit iets zien branden. Ik vlieg de passage in. "Dekken. dekken", schreeuwt iemand als de vliegtuigen weer overkomen. Ik ga door, mijn tong is droog. Ik stik van de dorst. Onder de bomen hollen de mensen. Met kinderwagens, koffers, huisraad, schreeuwende kinderen. Verbrand papier dwarreld omlaag. Stikkend heet is de lucht. De Lusthofstraat is één vlammenzee.... Op de Plaslaan kijk ik even om. Auto's vliegen me voorbij, volgestouwd met mensen. Boven de stad hangt een verduisterde zon als een vurige bol. -"Dekken"- roept men weer. Een man gaat over een kind liggen, bommen fluiten over ons heen, onder de bomen jakker ik verder. Ik haal vluchtende soldaten in. De gezichten zwart van stof en zweet. Ik vlucht verder. Ik kan haast niet meer. maar ik moet verder..... Het laatste stuk. De Terbregseweg. Daar staan de huizen. Eindelijk thuis!! Langer kan ik mij niet goed houden. Wat zijn ze kalm hier. Water, water moet ik hebben. Dan val ik op de divan.... hier is niets gebeurd,,,, Later die dag stroomde Terbregge vol met gevluchtte Rotterdammers. Ons huis raakt er vol mee, zoveel zelfs dat ik 's nachts op stroo in de garage moest slapen..
PLOTSELING SCHUDDEN DE MUREN....
Dramatisch is ook het verslag van deze onderwijzeres die het later gebruikte bij haar leerpakket over bombardementen van 14 mei 1940, destijds 14 jaar oud. Zij woonde met haar ouders en twee zusjes in een ruim bovenhuis boven de groothandel in electrische artikelen, haar vader was daar de filiaalhouder. Zij hadden zich juist aan de lunch gezet, toen de sirenes weer eens loeiden; luchtalarm, met meenemen van jassen snelde men naar bneden naar het magazijn waar haar vader een schuilplaats had gemaakt door een grote muurkast onder de trap te ontruimen. Om op alles voorbereid te zijn had men ook enige koffers en tassen ingepakt en daar neergezet. Pikdonker was het in die kast, we kunnen er met z'n vijven in. Mijn zusje van 10 jaar huilt.... plotseling schudden de muren en trilt de grond. Een oorverdovend lawaai doet ons de oren dichtstoppen. De deur van de kast valt open..... wolken stof vliegen naar binnen. Mijn moeder hoor ik hardop bidden. De deur valt weer dicht. Dan een herhaling van dreunen. : "bommen", zegt mijn vader, "vlakbij".. Wij houdenelkaar omarmd bij wijze van bescherming. Naast ons horen wij de buren gillen en schreeuwen. Dan valt er een stilte. Mijn vader kijkt even om de deure; "eruit", zegt hij. De ravage is enorm. Is dat de zaak? De achtergevel is ingestort. Mijn moeder ziet het bovenaan de trap branden. De voordeur gaat gelukkig nog open. Wat we buiten zien is haast niet te geloven. De hel lijkt losgebarsten. Naar rechts kunnen we niet meer weg.... de voorgevel van onze buren verspert de weg. Ik zie uit de huizen overal vlammen slaan en alle wapperende gordijnen brandden. Naar links is moeilijk, een grote krater is in de weg geslagen door een bom. Het hoedje van mijn zusje valt in de krater; ze wil het pakken, maar moeder sleurt haar mee. We schuivelen langs kapotte puien verder, we stikken haast van de rook en het gas. Een huilende politieagent roept ons toe dat we een zakdoek voor onze mond moeten houden. als we de hoek van de Markt bereikt hebben horen we de vliegtuigen weer aankomen. We zien meer mesnen hun huizen verlaten. Vader trekt ons een donker gangetje van een huis in. Het geluk is met ons. Het huis wordt niet geraakt. We vluchten verder. Een man loopt met een zwaar gewond kind, beentje is eraf. Hij zal niet ver komen.... In deze rustpauze bereiken we het spoorwegviaduct van de Binnenrotte. Daar moeten we plat op de grond gaan liggen als er weer een regen van bommen komt. Mensen gillen. Dan zie ik mijn vader huilen... Gek als je vader huilt.... Ik houd mijn kffertje als een kostbaar bezit dicht tegen mij aan. Mijn vader wil zijn tas weggooien. maar mijn moeder pakt hem over. Ik zie dat mijn kouzen kapot zijn en dat mijn knieen bloeden. Vreemd dat je zoiets nog opvalt. We moeten verder. Weg uit deze hel van vuur en verwoesting.
de resten van station Hofplein in 1940
kinderen hebben een sneeuwpop van Hitler gemaakt.
DE VERWOESTE STAD !! Het beeld dat Zadkine (1890-1967) voor Rotterdam heeft gemaakt staat sinds 14 mei 2007 fierder en prominenter dan sinds lange tijd, sterker nog 'de verwoeste stad" (1951) van Ossip Zadkine is terug gegeven aan de stad. Burgemeester Opstelten onthulde tijdens de herdenking van het bombardement op 14 mei 1940 het opgeknapte, en het symbool van de verwoeste stad op een opgekalefaterd plein tussen Blaak en de haven. Toen Zakine in 1947 per trein een bezoek aan Rotterdam bracht, reed hij langs het puin van de binnenstad.en zei; "ik zag een krater in het lichaam van een stad"! De liefde van de huidige Rotterdammers voor het beeld overspoelen alle commentaren die er in het verleden door - prominenten!- zijn geweest. (zie ook de foto in het midden van het blog)
In de meidagen van 1940, toen Rotterdam kennismaakte met de terreurbom- bardementen van de Duitsers, had G. de V. een al jarenlaang bekende kapperszaak op de Schiedamsedijk. Tijdens de bezetting zouden zijn zoons deel gaan uitmaken van de ondergrondse verzetsbeweging waarover hij eind 1945 een boek publiceerde onder de titel "Achter de schermen". Daarin vertelde hij onder meer dat hij onder het Duitse bommengeweld allereerst de Schotse kerk aan het Vaste land uiteen zag barsten, waarna hij vervolgde: een volgende bom trof op de dijk de dancing "Cosmopoliet". welk gebouw ten gevolge van de lichte construtie dadelijk één vuurzee was. Daarna sloegen andere bommen in mijn onmiddelijke omgeving in bij de Hollandnse Asbestmaatschappij, tegelijk gingen ook de voor- en achtergevel van mijn zaak er aan ! Ik wilde vluchten... doch daar verscheen reeds de tweede eskader vliegtuigen boven ons en ik moest langs de straat gaan liggen om dekking te zoeken. Toen deze aanval voorbij was, hoorde en zag ik heel veel ellende, want er waren talloze mensen en vooral kinderen verminkt. Ook zag ik een vrouw liggen, wie het hoofd was afgelagen. Het was daar op de Dijk gewoon een hel van verschrikking.
Rotterdam in 5 dagen oorlog Rotterdam brandt mei 1940
07-05-2007
het centrum van Rotterdam brandt..
Dit blog wordt op veler verzoek (ik denk van scholieren die met een werkstuk bezig zijn) gemaakt van het bombardement op Rotterdam door de Duitsers op 14 mei 1940 bij het begin van de tweede wereldoorlog. Omdat Nederland zich naar de zin van Hitler niet snel genoeg overgaf, liet hij, op zijn bevel, het centrum van Rotterdam met hoofdzakelijk brandbommen bombarderen. Dit had verschrikkelijke gevolgen temeer omdat Nederland in al zijn naiviteit dacht neutraal te kunnen blijven. Het gevolg hiervan was dat Nederland op een aanval van zijn oosterburen absoluut niet was voorbereid. Niemand maar dan ook niemand wist wat hij of zij moest doen, het was ene grote chaos. De Duitse overvallers waren al, met watervliegtuigen op de Maas vlak voor de Maasbruggen geland, deze wilde zij onbeschadigd in handen krijgen. Ook bij vliegveld Waalhaven werd toen al flink gebombardeerd en geschoten. De Duitsers wilde daar landen met gewone vliegtuigen. Aan Engeland werd gevraagd om vliegveld Waalhaven te bombarderen om daarmee te voorkomen dat de Duitse troepen daar zouden kunnen landen.
Onder Hitlers (geboren in Braunau am Inn op 20-4-1886 in Oostenrijk) Fascistische regime voerde Duitsland een provocerende militaire en buitenlandse politiek, en streefde een zuiver arisch ras na. Hij haatte het Joodse volk en was door het verloop en het einde van wereldoorlog 1 (1914-1918) een fanatieke gefrusteerde Duitser.(hij pleegde, samen met zijn vriendin 'Eva Braun' zelfmoord in een bunker in Berlijn op 30 april 1945, hij was toen 59 jaar oud, zijn lichaam is door fanatieke SSers verbrand en nooit teruggevonden!!) Het Duitse volk droomde er van een machtig rijk te worden, een droom die Hitler op griezelige wijze gestalte wilde geven. Steeds vaker liet zich de kreet "wir brauche lebensraum" horen. In mei 1940 viel Hitler Nederland binnen en leerde wij wat een terreurbombardement inhoud. Rotterdam zou in deze oorlog niet alleen het zwaarst, maar ook de meest gebombardeerde stad in Nederland worden. In het totaal was er in Rotterdam 147 keer luchtalarm met gevaar voor bombardementen. Ook hadden wij te maken met nog andere rampen zoals: de deportatie van Joodse Rotterdammers naar de concentratiekampen waar zij vergast werden, de novenber razzia waarbij in één klap 50.000 mannen als dwangarbeiders naar Duitsland getransporteerd werden, De hongerwinter in 1943-'44, en aan het einde van de oorlog het opblazen van het hele havengebied, er stond geen kraan meer overeind en alle kades waren weg!!
De eerste oorlogsdag.... Rotterdammers die in de vroege morgen van de 10de mei wakker werden van zwaar ronkende vliegtuigen en de harde knallen van afweergeschut, waren verbijsterd, velen waren angstig en andere weer nieuwschierig, klommen op de daken of gingen naar buiten. De oorlog was niet langer iets dat in het buitenland gebeurde maar was nu de harde realiteit geworden. Van de 7000 militairen die in Rotterdam gelegerd waren, en er niet meer dan 1150 getraind waren voor een gevecht, hieronder 700 mariniers die vlakbij de maasbruggen op de rechtermaasoever in een kazerne gelegerd waren.
De toestand was spoedig voor de Nederlanders hopeloos. De commandant van vliegveld Waalhaven gaf zich over. Van de 1000 verdedigers van het vliegveld waren er 51 gesneuveld of ernstig gewond. 400 waren er krijgsgevangen gemaakt en de rest was uitgeweken (gevlucht!) Het hart van Rotterdam was toen ook al een strijdtoneel. De met watervliegtuigen gelandde Duitsers kregen de Wi;;emsbrug ongeschonden in handen. Ook bij het Maasstation waren Duitsers aan wal gezet. Deze rukte op naar de Boompjes waar de grote bruggen over de Maas lagen. Intussen waren de Duitse troepen versterkt door Duitse parachutisten, die bij Feyenoord neergelaten waren. In de middag van 10 mei hadden de Duitsers Rotterdam-Zuid stevig in handen. De aanwezige Nederlandse militairen waren niet gewaarschuwd voor de ophanden zijnde aanval. Ze werde er volledig door verrast!! Omstreeks 7 uur ontstond er tegenover de Maasbruggen een hevig vuurgevecht tussen Nederlandse mariniers en Duitse troepen. Om 9 uur waren de Nederlanders doorgedrongen tot het "Witte huis". De mariniers instaleerde bovenop het witte huis (toen het hoogste gebouw van Rotterdam) twee mitrialleurs. Vanaf deze positie beheersten de mariniers de toegang van de westel;ijke kant van de Maasbruggen.
Intussen kwamen de Duitsers, die het noordelijke hoofd van de Willemsbrug hadden bezet, danig in de knel omdat ze door de oprukkende mariniers van twee kanten werden aangepakt.
MARINIERS RUKKEN OP
Langzaam maakte de Nederlandse troepen vorderingen. De Duitsers werden uit het Maashotel verdreven. Ze werden van de oprit en uit de onderdoorgang onder de oprit van de Willemsbrug weggemaaid. Verbeten vochten zich daar de mariniers voorwaarts. Tenslotte zaten de Duitsers alleen nog in het gebouw van de Nationale Levensverzekerings Bank. Het geknetter van machinegeweren van beide kanten gaven een oorverdovend lawaai en af en toe klonk een doffe dreun van een geworpen handgranaat De Duitsers gebruikten de zogenaamde 'steelhandgranaat' In de steel zat een koordtje, als daar aan getrokken werd, duurde het nog 10 seconden voor dat de granaat ontplofte. Het verhaal gaat dat een marinier die zag dat een Duitse soldaat een handgranaat gooide, deze opving en terug gooide. De Duitser werd toen door zijn eigen handgranaat gedood! Toen werd het Maashotel door een mortiergranaat van de Duitsers getroffen. Even later sloegen de vlammen uit het gebouw. De brand sloeg over naar de andere huizen en gebouwen. Bewoners zochten in doodangst naar een uitweg, terwijl de kogels om hun oren vlogen. Intussen was de Nederlandse militaire kracht in Rotterdam aangegroeid met 1400 militairen die overigens slechts 24 lichte en 9 zware machinegeweren tot hun beschikking hadden.
Op de Statendam; het grootste pasagiersschip van de Holland Amerika Lijn dat aan de Wilhelminakade aan de andere kant van de Maas afgemeerd lag, brachten de Duitsers machinegeweren in stelling om de rechter Maasoever onder vuur te nemen. Kort nadat zij de eerste vuurstoten hadden afgegeven , kregen ze tegenvuur. Het voorschip raakte daardoor in brand. In de avond stond het 30.000 ton metende schip, de trots van de vloot van voor tot achter in vuur en vlammen. De bevolking op het Noordereiland (strook land tussen twee bruggen in )kreeg het nog moeilijker. De gas en electriciteit voorzieningen waren uitgevallen. Op 11 mei brandde alle huizen op de westpunt van het Noordereiland af........
Op Pinksterzondag, 12 mei 1940 werden 's middags door Duits kanonvuur vanaf het Noordereiland het Maasstation, het station Delfse Poort, de Marinierskazerne aan het Oostplein, het Beursgebouw, het Ooglijdersinstituut aan het Haringvliet en veel woonhuizen in brand geschoten. Honderden mensen vluchtten in paniek de stad uit.
Op maandag 13 mei deden de mariniers vroeg in de morgen opnieuw een verwoede aanval op het Noorderhoofd van de Maasbruggen. Een detachement wist ter plaatse de Boompjes (straatnaam) te bereiken. De mariniers brachten op de oprit van de Willemsbrug machinegeweren in stellng. toen werden zij vanuit het gebouw van de Nationale Levensverzekrings Bank en vanaf het Noordereiland zwaar onder vuur genomen. Er vielen veel doden en gewonden. Een aantal moest terugtrekken, anderen wisten de hele dag stand te houden. De mariniers waren de helden van Nederland, zij wisten niet van wijken en waren heel erg moedig.
11-05-2007 Van de opperbevelhebber der Nederlandse strijdkrachten, Generaal Winkelman, was intussen de opdracht gekomen om ten kostte van alles de Duitsers bij de willemsbrug tegen te houden. Van Duitse zijde was een eis tot overgave gekomen. Kolonel Scharroo wees deze eis af. De Duitse orde luidde alsvolgt; "Verzet in Rotterdam moet met alle middelen worden gebroken, Desnoods moet met -vernietiging van de stad worden gedreigd-.... en moet dat dreigement ook worden uitgevoerd. Op 14 mei schreef Generaal Schmidt, de Duitse commandant van de troepen, zowel aan de Nederlandse legercommandant als aan de burgemeester Oud van Rotterdam een ultimatum. Met een witte vlag brachtten drie Duitse militairen het ultimatum over de Willemsbrug. "Als Rotterdam zich niet overgaf, zouden de Duitsers op twee punten de Maas oversteken. Om 1 uur in de middag zou een artilleriebeschietng op Rotterdam beginnen. Twintig minuten later gevolgd door een bombardement vanuit de lucht. De drie Duitsers werden naar het hoofdkwartier van Kolonel Scharroo gebracht.
Om 10.30 uur werd het Duitse ultimatum aan kolonel Scharroo en burgemeester oud overhandigd. De Duitsers gaven hen twee uur bedenktijd, Maar kolonel Scharroo zag geen enkele aanleiding om de stad aan de Duitsers prijs te geven. Na een telfoongesprek met Generaal Winkelman besloot de kolonel niet te capituleren.
geen overgave zegt burgemeester oud
Burgemeester Oud van Rotterdam was niet in de gelegenheid gesteld met Generaal Winkelman te spreken. Hij belde de commissaris van de koningin op en zei "dat hij zich bij de verwoesting van Rotterdam wilde neerleggen als dat in militair en/of in het landsbelang zou zijn". In alle andere gevallen wilde hij de stad liever voor een ondergang sparen. De commissaris gaf hem in overweging om Generaal Winkelman te bellen, deze zei tegen hem: dat hij er over na zou denken en hem zo snel mogelijk zou inlichten.
Op 14 mei 1940 om 11.45 uur kreeg Kolonel Scharroo de Rotterdamse commandant, bericht van Generaal Winkelman, dat alleen een ondertekend ultimatum met de functie van de ondertekenaar erbij in overweging kon worden genomen. Even na 12 uur 's middags vertrok kapitein Backer naar de Duitsers met het antwoord. Om 12.15 was dit in Duitse handen, één kwartier voor het aflopen van het ultimatum.
In Rijsoord had de Duitse commandant Generaal Schmidt in afwachting van het antwoord op zijn ultimatum, opdracht gegeven het artilliriebombardement uit te stellen. Per radio seinde hij naar de Duitse luchtmachtstaf: "Bombardement op Rotterdam wegens overgave-onderhandelingen uitgesteld. Nieuwe startgelegenheid melden.
Het was 12 uur.......De eerste groepen Duitse bommenwerpers rolden al over de startbaan bij Bremen in Westfalen. Ze zouden anderhalf uur nodig hebben om Rotterdam te bereiken. De vliegtuig commandanten wisten dat als het bombardement niet door zou gaan er vanaf Rijsoord rode lichtkogeles zouden worden afgeschoten. Het bericht bereikte Generaal Schmidt om 12.35 uur. Kapitein Backer kreeg twee Duitse officirieren mee en begon de terugtocht naar Rotterdam. Enkele minuten later zagen zij vanuit het zuiden en het oosten Duitse bommenwerpers aankomen. Rode lichtkogels gingen de lucht in . Een groep bommenwerpers zwenkte af. De anderen, de grootste groep vloog echter door. Het was een vooropgezt plan. De Duitse legerleiding wilde gewoon Rotterdam platgooien omdat de oorlog volgens hen te lang duurde.
In heel Rotterdam was luchtalarm gegeven (huilende sirenes).Naargeestig jankte het geluid van de sirenes over de stad. Er onstond paniek. Velen vluchtten een schuilkelder in of gingen plat op straat liggen. Anderen drukte zich tegen de gevels van grote gebouwen. De straten raakten snel leeg, Rotterdam leek in korte tijd uitgestorven. Opeens klonk het doffe gedreun van inslaande bommen. Velen vielen in dichtbewoonde wijken. Krakend stortte de huizen in elkaar. Grote wolken stof vlogen omhoog. Telkens weer zwenkten de Duitse bommenwerpers boven de niet verdedigde stad. Telkens weer dat huilende geluid van neerdalende bommen, gevolgd door zware ontploffingen. Het bombardement duurde nog geen kwartier!! De aangerichte schade was echter enorm. Alle telefoonverbindingen waren uitgevallen. Er was geen druk meer op de waterleidingen. Intussen begonnen verschillende huizen en gebouwen te branden en door een harde wind breidde de branden snel uit. Op deze stralende dag verduisterde zwarte rookwolken de blauwe hemel. Overal loeide met grote vurige vlammen die uit de huizen kwamen. de branden. De straten waren door puinhopen van ingestorte huizen versperd. In de oude stadskern was het een grote vuurzee. Dol van angst vlogen de mensen alle kanten op, soms dwars door een gordijn van vlammen. Mensen struikelde over de electrische draden van de tram. Er waren er die niet eens zover kwamen! Ze waren onder het puin bedolven en zover ze niet onmiddeliojk dood waren maakte de vuurzee het werk van de Duitsers af....... Het duurde tot 15 augustus eer alle brandden geblust waren. Rotterdam had 10 weken gebrandt.
Rotterdan kon de trieste balans opmaken. Het had door het bombardement ruim 800 inwoners verloren. Als gevolg van de brand waren er 24.000 huizen verloren gegaan en ongeveer 80.000 Rotterdammers waren dakloos. Er gingen meer dan 2500 winkels in vlammen op, evenals 1200 fabrieken en werkplaatsen en 500 café's, 70 scholen, 21 kerken, 20 grote bankgebouwen, 12 bioscopen en 2 schouwburgen. Onvervangbare kunstschatten gingen verloren. Het Rotterdamse stadshart was dood. De zegevierende Duitse troepen konden de geblakerde puinhopen binnentrekken.
PROCLAMATIE
AAN DE BURGERBEVOLKING VAN ROTTERDAM
In deze voor ons vaderland en onze stad zoo moeilijke dagen acht ik mij verplicht een persoonlijk en ernstig beroep te doen op de Burgerij van Rotterdam. DE VIJANDELIJKHEDEN MET DE DUITSE TROEPEN ZIJN THANS GESTAAKT, nu de stad zich heeft ovegegeven. Laat toch ieder dit goed begrijpen. Iedere daad van vijandigheid tegenover deze troepen is in strijd met de overeenkomst, die de commandant van Rotterdam met den Duitschen commandant heeft gesloten. Het is onze plicht deze overeenkomst in alle opzichten eerlijk na te komen. Handelingen in strijd met deze, door wie dan ook verricht, zullen de grootste ellende over onze stad kunnen brengen. Laat een ieder zo veel als mogelijk is aan zijn gewone werk gaan. Ik heb mij er met mijn leven borg voor gesteld, dat de burgerij van Rotterdam zich rustig zal gedragen.
Aan de Duitse troepn is door hun commandant bevel gegeven een welwillende houding tegenover de bevolking in te nemen. Van mijn kant zal ik voorts alles doen wat in mijn vermogen is om de rechtmatige belangen des bevolking bij het commando van het bezettingsleger te verdedigen en te bevorderen. IK REKEN OP UW ALLER MEDEWERKING
Veel militairen weigerden het capitulatiebericht te geloven. Dat was niet zo vremd want op 19 april had de commandant van de Nederlandse troepen nog bevestigd dat in geval van een vijandelijke inval de regering het verzet nooit en onder geen voorwaarde zou opgeven. Maar helaas, niet alleen Rotterdam maar heel Nederland had zich overgegeven. Er was onder de soldaten grote woede en wanhoop. Gelukkig konden zij zich bij het vernietigen vann hun wapens een beetje uitleven......
DE KOOPVAARDIJVLOOT...........
De Duitse generaal von Kuchler prees tegen generaal Winkelman de kwaliteit van de Nederlandse troepen. Winkelman Mompelde wat maar zei; "Wij zijn wel verslagen maar wij sluiten geen vrede! Wij zetten de oorlog door. Winkelman hield voet bij stuk. Het grootste deel van de Marine was weggevaren en 90 % van de Koopvaardijvloot (de zeeschepen) met een gezamenlijke tonnage van 2.500.0000 ton was buitengaats gebleven of weggevaren. Al op 10 mei hadden alle Nederlandse schepen een telegram gekregen dat zij niet terug moesten varen maar door moesten gaan naar Engeland.. Nee er viel niet veel over te dragen aan de Duitse onderhandelaars. Er werd geen woord gesproken, om 10 urr zette Winkelman zijn handtekening en de Duitse bezetting was begonnen.
Op de avond van 14 mei droegen de Duitsers burgemeester Oud op, direct een proclamatie te laten uitgaan, waarin de bevolking werd medegedeeld dat de strijd met de Duitse troepen was gestaakt en de mensen opgeroepen werden zich rustig en beheerst te gedragen. Ook moest er vermeld worden dat de Duitse troepen alleen maar vriendelijke bedoelingen hadden.... Maar dat laatste vond Oud te gortig; na zijn weigering dit te vermelden kreeg hij de opdracht er dan maar aan toe te voegen dat de Duitse troepen tegenover de bevolking een welwillende houding zouden aannnemen. De proclamatie werd nog in de nachtelijke uren met een handpers geproduceerd, waarna zij de volgende dag in de stad werden verspreid.
Die dag, 15 mei, vond de intocht van het Duitse bezettingsleger plaats, enige dagen later gevolgd door nog grotere troepenmassa's van de vijand. Tot verbijstering van de Roterdammers marcheerden de overweldigers luidkeels zingend door de straaten van de zieltogende stad, waarin nog met alle macht de branden werden bestreden. Iemand schreef: " in onafzienbare rijen heb ik de dagen na de capitulatie de vrachtwgens en tanks, de kanonnen en de met soldaten volgeladen vrachtauto's voorbij zien trekken. Een triomferend, tot de tanden toe bewapend volk, dat dwars door de stad reed, die het had gedood. Ik heb ze gezien en gedacht, dat ik me diep zou schamen, als ik behoorde tot een volk, dat dergelijke triomfen bevocht
Op 15 mei 1940 nam generaal Winkelman de beslissing tot algemene overgave van de Nederlandse troepen, omdat de Duitsers de bedreiging hadden geuit ook andere grote steden in ons land te zullen bombarderen als Nederland zich niet overgaf. Nog dezelfde dag bekrachtigde de generaal in een schoolgebouw te Rijsoord, -het Duiste hoofdkwartier-, de capitulatie-overeenkomst met een handtekening. Dit overigens met de wetenschap dat koningin Wilhelmina en de regeering intussen naar Engeland waren uitrgeweken, om van daaruit bij de strijd tegen de nazi's betrokken te kunnen blijven
Reeds enige dagen na het bombardement probeerden mensen weer naar hun huis in de binnenstad terug te keren. Mevr. ARW: " ik weet nog dat de ochtend na het bombardement bij de Kralingse plas al vrachtwgens verschenen die mensen wilden meenemen naar Gouda of Leiden en Delft. Maar dat wilde mijn moeder niet. Die wilde zo gauw als het kon terug naar de Goudenwagenstraat, want die dacht; misschien staat er nog wat van het huis. Toen realiseerde wij ons pas dat we niets meer hadden, geen schone onderbroek, geen tandenborstel, helemaal niets. Nu vonden wij, als kinderen dat niet zo erg maar mijn moeder zat er erg over in. Alleen.. die eerste dag na het bombardement konden wij de binnenstad nog niet in en dat deel waar je nog wel kon lopen, was een chaos van zoekende mensen. We zijn toen naar de Schieweg getrokken en daar bij een oom en tante van me, die zelf ook drie kinderen hadden, in huis gekomen, en mijn grootouders, die aan de Katshoek waren weggebombardeerd, trokken in bij een andere tante van me in Crooswijk.
Het beeld van "De verwoeste stad "gemaakt door de beeldende kunstenaar Zadkine staat weer, na een grondige restauratie te stralen aan de Leuvehaven. "Moet mijn stad verlamd worden door deze zes meter hoge bezetene ?" Vroeg de directeur gemeentewerken van Rotterdam zich in 1950 nog af....
Maar; 'jan gat' alias jan met de jatjes'' of ook 'Stad zonder hart' of ook; "hij is keihard, heeft geen hart en z'n poten staan verKeerd" zijn uitdrukkingen van de Rotterdammers die altijd voor iets bijzonders bij-namen verzinnen!
De bedoelde voorstelling van Zadkine was en is; Het gat in de tors - stad zonder hart-, de de in wanhoop omhooggeheven armen, in overgave gespreide vingers en de mond in angst en van pijn opengesperd. beelden de ellende van het bombardement van 14 mei 1940 uit.
Het beeld heeft tenslotte de Rotterdammers geleerd met een ander gezicht naar kunst te kijken. En geen Rotterdammer wil van zijn éigen 'stadzonderhartbeeld' meer af. Het hedendaagse commentaar is. "aan de opgeheven handen ken (typisch Rotterdams!) je zien dat wij er altijd weer bovenop zullen komen.
stadbouwmeester Willem Gerrit Witteveen (1891-1979) begon vrijdag 17 mei 1940 met zijn plan voor de wederopbouw van Rotterdam. Dat was drie dagen nadat de bommen uit Duitse Heinkels binnen een kwartier de Rotterdamse binnenstad en gedeelten van het Oude Noorden, Crooswijk en Kralingen hadden weggevaagd op een oppervlakte van 250 hectare.
Bijna negenhonderd mensen vonden de dood. Meer dan 25.000 woningen een 11.000 gebouwen werden vernietigd, waaronder winkels cafe's, restaurants, ziekenhuizen, bankgebouwen en een groot deel van de bioscopen. Van de belangrijke gebouwen bleef de Snt. Laurenskerk, stadhuis, postkantoor Coolsingel, hotel Atlanta, de Beurs, HBU-gebouw, Schielandshuis, modemagazijn Gerson en de Bijenkorf behouden, al waren sommigen zwaar tot zeer zwaar beschadigd. Sommige gebouwen die gerestaureerd hadden kunnen worden, werden alsnog gesloopt.
Het puin werd in hoog tempo geruimd, en zodoende werd Rotterdam gereed gemaakt voor de wederopbouw. Tot 1944 werkte Witteveen aan een stad die niet verder zou komen dan de tekentafel. Rotterdam werd uiteindelijk door zijn opvolger, ingenieur Cornelis van Traa (1899-1970), vormgegeven, Witteveen beschouwde zichzelf als kunstenaar en gaf de stad letterlijk vorm. In october 1941 was zijn wederopbouwplan in hoofdlijnen gereed en werd het in maquettevorm in museum Boymans aan het publiek getoond. De kritiek op zijn stadsplan was groot. Voorstanders van moderne stedenbouw vonden het ontwerp niet modern genoeg en maakten bezwaar tegen de architectuuropvattingen van Witteveen.
Gedroomde stad De bezetter voerde in Juni 1942 een bouwstop in en de wederopbouw kwam stil te staan. Witteveen werkte intussen gewoon door aan zijn papieren stad totdat hij in 1944 uitgeput met ziekteverlof ging. Zijn opvolger van Traa bepaalde uiteindelijk met een totaal ander stadsplan de vorm van Rotterdam. Van Traa's 'Basisplan Herbouw Binnenstad' Rotterdam werd in 1946 vastgesteld. Tot in de jaren 80 van de vorige eeuw vormde het de basis voor het nieuwe stadsplan van Rotterdam. Met de steun van de stichting Vrienden van het Historisch Museum is een maquette op schaal 1:1000 gemaakt van de papieren stad van Witteveen. Dit gedroomde Rotterdam is nu te zien in het Schielandshuis, samen met een maquette van het verwoeste stadshart. Een maquette op dezelfde schaal van voor het bombardement is te zien in de tentoonstelling "Stad van Rotterdammers".
Het Schielandshuis is gevestigd aan de Korte Hoogstraat 31 in Rotterdam en is geopend van dinsdag tot en Zondag van 11.00 uur tot 17.00 uur. Voor info: www.historischmuseum-rotterdam.nl
De Schiedamse singel, in het centrum van Rotterdam gezien vanaf de Westzeedijk staat in brandt.
Duitse parachutisten worden boven Waalhaven afgeworpen.
tijdens de aanval vanaf de zuidkant bij de Maasbrug in Rotterdam
Over mijzelf
Ik ben Theo Peters, en gebruik soms ook wel de schuilnaam theet.
Ik ben een man en woon in Moordrecht (Nederland) en mijn beroep is gepensioeneerd.
Ik ben geboren op 14/11/1932 en ben nu dus 92 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: fotowerk, postzegels,antieke kledingkaarten,grote wipmolens maken .
inventariseer graag en duik met alle plezier het verleden in, ben tevens op zoek naar mijn 1ste liefde: Truus Romein (ij) uit Rotterdam in 1949 geboren 8 maart 1932.
Duitse troepen rijden via de Oude Binnenweg het westen van de stad in
De Hoogstraat in het centrum
Maasbruggen voor het bombardement
Gebruikte literatuur ------------------- DE BANGE MEIDAGEN IN 1940 LECTURAMA ROTTERDAM,
ROTTERDAM IN BARBAARSE JAREN VAN HERMAN ROMER
hET AANZIEN VAN 40-45
NATHAN KOEKOEK...........
Toen de vlammen vanaf het brandende Groenendaal de achterzijde van ons theater hadden bereikt, konden mijn collega's en ik vanaf de voorkant zien hoe de vuurzee zich met grote snelheid voortbewoog. We konden nog net een gedeelte van het plafond naar beneden zien komen. En toen gebeurde er iets wat ik mijn hele leven bij me zal houden. Plotseling drong een luguber geluid tot ons door en we keken elkaar ontsteld aan. Vermoedelijk waren de brokstukken van het plafond op het toestenbord van het orgel gevallen waardoor de accu van het orgel werd ingeschakeld. Maar we hoorden echt de wanhoopskreten van het orgel. Het orgel huilde, - Mijn collega's en ik konden onze tranen niet bedwingen toen we op een afstand het vuur uit het theater zagen komen. Het is nu 50 jaar geleden, maar soms hoor ik weer ploseling dat angstaanjagende geluid van het City-orgel. Het is een trauma waar ik niet meer vanaf kan komen.
Londense uitgave van Vrij Nederland d.d. 25 juli 1942
Voorbij rende alsmaar menschen, schreef een ooggetuige, die als millitair de oorlogsdagen in Rotterdam beleefd had. Het waren mannen, vrouwen, kinderen, menschen van iedere volksklasse, hoog, laag, ouden en jongeren. Ze liepen allemaal zo hard als ze konden. Met gezichten... afgrijselijk om te zien. Met verwilderde haren, sommige bebloed. sommige struikelend en dan weer voorthollend, verschrikkelijk! Toen dit menschen-gerén afnam, wat ongeveer een uur had geduurd, volgde een droeve stoet van heele families: vaders en moeders achter handkarren, volgeladen kinderwagens, fietsen ,bokkenwagens. In één woord; "als het maar een vervoermiddel was". De menschen hadden in d'r haast nog wat meegenomen, waar geen mensch met gezond verstand opgekomen was! bijvoorbeeld; een grote 'lege' papagaaienkooi en de meest onmogelijke andere dingen. Ik zag een heele familie op een handkar zitten, door de vader en een van de zonen geduwd. Terwijl als enig bezit meevervoerd werd.... een nachttafeltje. Een ander verteld; Langs de weg bij de Kralingse plas stonden emmers met water gevuld. De emmers werden bestormd, maar wij vroegen de meesten om uit een kommetje te drinken die erbij stonden. Ze konden de kommetjes eenvoudigweg niet aan hun mond brengen, hun tanden klapperden tegen de rand aan. Dan... na het drinken de reactie... ze zakten in elkaar of zette het ineens weer op een loopen... als verdwaasd. Heel dit schrikbeeld heeft zeker drie uur geduurd.
---- Als blokhoofd in Hillegersberg had F. de G. ook de taak vluchtelingen hulp te bieden. In de buurt van ons huis ving ik een man op met een verband om zijn hoofd. De verwonding had hij opgelopen toen hij van zijn werk naar huis snelde, omdat er bommen werden gegooid. Maar vlakbij gekomen stortte zijn huis in elkaar. Dat was op de hoek van de Meent en de Binnenrotte, en in dat huis zaten zijn vrouw en zijn kinderen.... Menschen als deze man kwamen met bosjes uit Rotterdam en die hebben wij zoveel mogelijk op wiilekeurige adressen in Hilgersberg ondergebracht. Bij ons overnachtte een dame met haar dienstbode... Menschen die geen plaats meer hadden moesten verder lopen naar Bergsehoek.
14-05-2007
TERUG NAAR DE HEL VAN ROTTERDAM
Een vrouw vertelt: Er was al een paar keer luchtalarm geweest en steeds gingen wij naar de kelder onder onze woning. Omdat wij nogal een grote kelder hadden zaten er meer mensen bij ons. Maar eerlijk gezegd had dat alarm niet zoveel indruk op mij gemaakt. Toen die sirene dus weer ging, zei mijn moeder; "Het kan wel even duren denk ik, laten we de boterhammen maar bij elkaar doen.". Ik geloof dat wij ze later in een trommel hebben meegenomen. Mijn moeder had mijn broertje op haar schoot, die begreep er natuurlijk niks van. Maar het werd steed erger.. dat hoorden wij wel en er kwamen ook militairen die aan de deur klopten en vroegen; "mogen we hier ook schuilen!" Na een enorme knal viel het licht uit. Nou er was heel wat paniek, er werd geschreeuwd en gegild waarop de militairen riepen. "rustig blijven, niks aan de hand!" Hoe lang dit geduurd heeft weet ik niet. voor mijn gevoel een paar uur. Ik weet wel dat wij op het allerlaatst gewaarschuwd zijn. Toen kwamen er weer militairen en die zeidem; 'allemaal eruit, allemaal weg, want het wordt hier te gevaarlijk!"Dus wij eruit en we wisten niet wat we zagen; overal waar je keek was het één grote rooie vuurgloed. We zijn toen boven het kinderwagentje van mijn broer gaan pakken. Nou dat kind schreeuwde als een mager varken toen we hem inlaadden. Die was ontzettend bang. Hij kreeg een Kwattareep chocolade van een van de soldaten en we gooide een dekentje over hem heen. Zelf deden we onze jas aan en mijn vader stopte een kistje met geld van zijn baas in het wagentje. En daarna weg, waar we maar heen konden. Maar links, naar de Hoogstraat konden we niet meer. Dus de Goudsewagenstraat uit naar de Goudsesingel. Die was heel breed en de huizen stonden te branden aan weerszijden. Maar in het midden kon je lopen daar liep een hele stoet vluchtelingen. We moesten rechtsaf want linksaf kon al niet meer. daar brandden de bomen ook al.
Brandweer blust in de Wijnstraat
Het Duitse leger paradeert in Rotterdam (september 1940)
Op zijn beurt wist F.de H. zich te herinneren dat hij die dinsdag nog naar de Maasbodekrant was geweest om te zien of er gewerkt kon worden. Maar dit was onmogelijk. Overal werd geschoten in de stad ook op burgers die zij niet vertrouwden! Nou, en toen kwam dat bombardement, we zaten met z'n allen op een trap, en zo zullen er wel meer gezeten hebben. Naast ons stortte drie panden in elkaar, die scheurde zo van ons pand af. Eerst konden we de deuren niet open krijgen, die waren helemaal ontzet, bovendien zag je op dat moment niets door het stof. Maar ineens hoorde ik roepen: "" Help eens . help eens, " Dat bleek een buurjongen te zijn die ze daarna uit het puin getrokken te hebben naar het ziekenhuis Eudokia gebracht hebben, dat was vlak bij. Daar kwamen ook de gevangenen van de Noordsingel, in Eudokia, met hun gevangenispakkie nog an ! Weet je, ik zie zo nog een man naar beneden glijden van die muur naast ons, die vloeren lagen ineens zo schuin hé! Nou die gleed van de bovenste verdieping naar de tweede, dan naar beneden en daarna liep-tie zo naar Eudokia toe. Die man woonde in het pand naast ons. Daar was één zwaar gewonden, een jongen. Die leeft nog, maar half verlamd. Hij had een bomscherf door zijn hoofd gekregen.
Een gescheiden man had zijn twee kinderen ter verzorging ondergebracht in het St.Lucia Gesticht aan de Linker Rottekade. Hij begaf zich na het bombardement ijlings naar hun onderkomen. Bij aankomst bleek tot zijn ontzetting zowel het gebouw als de aangrenzende Boschjeskerk al in brand te staan. Hoewel hij veronderstelde dat hij al te laat was ontdekte hij dat achter de gebarricadeerde deur van het souterrain van het gebouw nog een teken van leven was. Dat levensteken was een voortdurend gezoem... Naar later bleek het aanhoudend gebed van hen die zich in de kelder verscholen hadden. Nadat op zijn bonzen de deur was opgegaan kwam hij oog in oog te staan met 12 zusters en 71 schoolkinderen, onder wie zijn twee dochterjes. Snel bracht hij ze allemaal lnaar buiten waarbij hij zich gedwongen zag het gezelschap korte tijd op de binnenplaats achter te laten..Ik moest dat doen omdat ik dit aanzicht buiten, de kinderen voor een levendslange trauma van onherstelbare gruwelijke en verminkte kinderen. Het was een confrontatie met de hel wilde besparen!! Hij reed op zijn motorfiets terug naar de Coolsingel, rende een verlaten manifacturenzaak binnen en pakte een stapel lakens. Daarmee liep hij de weg terug naar het St. Lucia Gesticht, onderweg de verminkte lijken bedekken, die op het trottoirs voor de verwoeste panden lagen, Op de binnenplaats pakte hij zijn twee kinderen, zette deze voorop de stoet en nam alle kinderen en de zusters mee.Over de Coolsingel trok een lang stoet van huilende kinderen, die op dat moment allen, hun vader en moeder nodig hadden, de kinderen riepen om hun ouders vanachter de sjaals die zij voor hun mond moeste houden. De branden op de Coolsingel breidde zich steeds verder uit en hij begeleidde de kinderen naar de nwe Binnenweg, van daar naar de Breitnerstraat waar de bommen nog niet waren gevallen en een school een voorlopge veilig onderkomen werd.