Rond 10 uur vertrekken we in Askizu, door de prachtige natuur in het binnenland naar Zumaia, het dal van Deba. Voorbij een openbare rustplaats kunnen we kiezen, we laten de gele pijlen voor wat ze zijn en volgen de roodwitte markeringen van de GR 121 langs de kust. Door de weiden klimmen we naar boven richting zee, kronkelen op smalle paadjes op de bergen met een krachtige zeewind, beneden supermooi zeezicht, we komen op een betonbaan, steken over en volgen het GR pad door de bossen tot in Itziar. Hier is het terug zoeken naar de camino, gelukkig een bar in de omtrek, die ons weer op het goede spoor brengen, na een lekkere koffie vertrekken we, deze korte etappe is een lange dag geworden, maar zeer mooi. In Deba eerst naar het infobureau, het hostal is volgeboekt, dan maar naar de alberque, met de liften omhoog, waar het ook reeds goed vol is.
De haven van Deba was de bestemming van talloze pelgrims die hier ontscheepten
om verder over land naar Compostela te reizen.
Gisterenavond kregen we gezelschap van 2 Spaanse, moeder met dochter hier voor examen klarinet. Rond 8,30 uur beginnen we onze tweede tocht met een flinke klim, krijgen prachtige panorama's, iets voor Orio ontmoeten we een westvlaams gepens. koppel uit Bredene hier in vakantie, reeds geruime tijd horen we de autostrade, welke we nu ook voorbij lopen. Orio komen we binnen langs een smal steegje dat uitkomt bij het voorportaal van de San Nicoláskerk, een karakteristiek voorbeeld van een vestingkerk die een belangrijk onderdeel was van de verdedigingswerken van de stad en waarvan de loopgang rondom nog intact is, in het ruime voorportaal sliepen vermoedelijk vroeger de pelgrims. Na klimmen en dalen zien we beneden Zarautz, zoeken naar de alberque municipal, die gaat pas open om 16 uur. We beslissen verder te stappen, een mooi vlak stuk langs de zee tot in Getaria, hier beginnen de boeredorpjes, lopen linksaf tot in Askizu, naast de San Martínkerk, een privé alberque (boerderij) TABERNA met mooie kamers, stoppen we. Om 19,30uur avond eten, na 3 dagen menu del dià, eens iets anders, dikke gemixte groentensoep, een gepaneerde diepvriesvis en een appel voor dessert. Vandaag was het aangenaam wandelweer, licht bewolkt 22º, waardoor het aangenaam wandelen was.
In Ondaretta, een jeugdherberg, ook voor pelgrims, is het vandaag rustig ontwaken, alleen op een kamer van 4, van niemand last. Na gisterenavond een hevig onweer, is het weer niet hetzelfde als gisteren, miezerig en regenachtig. San Sebastián met ongeveer 180.000 inwoners is gebouwd rond de baai van la Concha, is een van de meest dichtbevolkte en aangenaamste steden van Baskenland. We nemen de bus naar het centrum, en genieten van deze mooie stad, de mooie gebouwen, o.a. de basillica de Santa Maria, we bezoeken het aquarium, meer dan 5000 vissen bevinden zich er, welke je kan bewonderen via een tunnel van 360 graden. Reeds eeuwen trekken pelgrims door San Sebastián op weg naar Compostela. Morgen beginnen we onze tweede etappe.
Rond 9 uur nemen we afscheid van de vriendelijke hospitalero, het is reeds behoorlijk warm, de eerste gele pijl van onze onderneming bevindt zich op een symbolische plaats: de brug over de rivier de Bidasoa, die de grens vormt tussen Frankrijk en Spanje en die niet zomaar de Santiagobrug heet. Onze eerste etappe begint direct zwaar, beneden zien we afwisselend de zee, mooie dorpen met achterop de bergen, in Pasajes de San Jean, vlak aan de zee, onze eerste rustpost. De pijl wijst naar een klein veerbootje, hierna nemen we richting trappen, een zeer lastige beklimming, vooral door de warmte meer dan 30 graden, is het zweten en zwoegen. Boven worden we beloond met prachtige panorama's, door de natuur, terug naar beneden komen we in San Sebastián, het is er heel druk, de standen liggen vol. We zoeken de Alberque ONDARRETA, waar we 2 overnachtingen boeken, uitgeput maar tevreden, we hebben het overleefd en morgen is het rustdag.
In Charleroi, rond 9,00 uur nemen we de bus naar de luchthaven, bestemming Biarritz, rond 10,45 uur de bus naar St Jean de Luz, vervolgens naar Hendaye, hier de trein naar Irún. Het valt op, we zijn niet de enige pelgrims, sommige vertrekken al in Biarritz. Rond 14,30 uur zitten we reeds op terras in de zon voor onze menú del dia. De oorsprong van Irún gaat terug naar de romeinse tijd, er zijn resten gevonden van een tempel van de eerst eeuw, de O.L.V. kerk in barrokstijl is een Nationaal Historisch Monument. Onze Credencial del Peregrino halen we in de Alberque de Peregrinos, waar we ook blijven slapen. Na onze wandeling in Irún, terug in de alberque, tussen de pelgrims horen we west-vlaams, twee jongens, twintegers zijn reeds hun voeten aan het verzorgen, moeten nog beginnen. We slapen met ons tweetjes in een kamer van 4. De eerste dag is vlot verlopen.
We gebruiken de wandelgids; Guía práctica del Camino del Norte 2011 (Costa y Primitivo), te bestellen op de site; http://www.jacobeo.net/. In het Spaans geschreven door Carlos Mencos, pelgrim en ook journalist. Hij heeft deze camino gelopen, en in deze blog alles prachtig beschreven; http://www.caminodelnorte.es/p/la-guia.html, volledig te vertalen in het Nederlands.
Na lang twijfelen; rugklachten, andere kleine kwaaltjes, zijn we weer fysiek paraat voor deze uitdaging. Aan een voordelige prijs (135,98 - 2 pers.) boeken we half maart onze vlucht van Charleroi naar Biarritz (Frankrijk) bij ryanair. Op 7 april boeken we ook onze terugvlucht ditmaal bij vueling, van Santiago (via Barcelona) naar Brussel (369,12 + verhoging luchthavenbelasting in Spanje).
De camino del Norte strekt zich uit langs de Noord Spaanse kust. Van Irún naar Compostela zijn er 37 stap- en rustdagen voorzien.
In de Brugse Sint Salvatorskathedraal bevindt zich de Sint-Jacobskapel, (stichter Wouter de Hondt 1360). De kapel deed oorspronkelijk dienst als onthaal en gebedsruimte voor de pelgrims naar Santiago de Compostela (1576). Muurschilderingen herinneren zich hier aan, o.a. de pelgrimsstaf en de schelpen, die bij restauratie in 1990, opnieuw werden ontdekt. Het 16de eeuwse wijwatervat, wordt nu gebruikt als doopvont.