Wat geschiedenis : "Het Sinaï schiereiland "
(Sharm-el-Sheikh ligt in de Sinaï- woestijn)
In 1945 richtte Egypte met zes andere Arabische landen de Arabische Liga op. Voornaamste doel was het verhinderen van de oprichting van een Joodse staat. Die staat kwam er toch, in 1948. Daarop verklaarden de Arabische landen Israël de oorlog, maar ze werden met zware verliezen teruggedreven.

In 1952 pleegden Egyptische legerofficieren een staatsgreep. Koning Faroek werd van de troon gestoten en Egypte werd een republiek, onder leiding van Mohammed Nagib.
Die werd twee jaar later vervangen door de feitelijke militaire machthebber, Gamal Abdal Nasser. Deze nationaliseerde het Suezkanaal.
Pogingen van Frankrijk en Groot-Brittannië om de kanaalzone te bezetten mislukten, onder druk van de VN en de VS.
Egypte "fuseerde" met Syrië in 1958; de twee landen gingen verder onder de naam Verenigde Arabische Republiek met Nasser als president.
Dat was geen succes. Syrië vond dat Egypte te veel de baas speelde en verliet het verbond drie jaar later. Egypte handhaafde de naam Verenigde Arabische Republiek tot 1971.

Tijdens de Zesdaagse Oorlog in 1967 bezette Israël het hele schiereiland Sinaï. Het Egyptische leger werd daarbij vrijwel vernietigd. Nasser wilde aftreden, maar dat was tegen de zin van het volk.
Duidelijk was wel dat het prestige van Egypte een forse deuk had opgelopen. Nasser overleed in 1970.
Zijn opvolger Anwar Sadat begon in 1973 een oorlog tegen Israël, waarbij delen van het verloren gebied werden terugveroverd.
De Verenigde Naties kwamen tussenbeide en Sadat deed Israël een vredesaanbod. Onder leiding van de Amerikaanse president Jimmy Carter resulteerde dat in een vredesakkoord
Het zogeheten "Camp David Akkoord" van 17 september 1978 voorzag in de geleidelijke terugtrekking van Israël uit de Sinaï.
Sadat werd door het Westen gezien als vredesduif, maar de Arabische landen waren woedend.
Egypte werd geschorst als lid van de Arabische Liga en kwam in een isolement terecht.
Ook in Egypte zelf was er verzet tegen de politiek van Sadat. De president werd in 1981 vermoord door radicaal-islamitische militairen.
Zijn opvolger, Hosni Moebarak, is er langzaam maar zeker in geslaagd de betrekkingen met de Arabische landen te verbeteren.
In 1987 hadden de meeste Arabische landen hun contacten met Egypte hersteld. Twee jaar later werd het land weer toegelaten tot de Arabische Liga Sterker, het hoofdkantoor van de Liga verhuisde terug naar Caïro.
Radicale islamieten zetten hun campagne voort om van Egypte een fundamentalistische staat te maken. De groep al-Gama`a al-Islamîyya pleegde verscheidene aanslagen, onder andere gericht tegen toeristen.
|