Het is midden juni en de oceaan is al behoorlijk opgewarmd. Het is de eerste keer dat wij zo laat op het seizoen op Tenerife zijn. Voor het eerst zien we de lokale bevolking tijdens de weekeindes naar de strandjes naast het stadje Las Galletas afzakken. In de voor ons, in de winter, zo verlaten kreekjes krioelt het nu van locals met tentjes, picknicktafels, bbq’s, kinderen en honden. Bijna nergens op de toeristische stranden van Los Cristianos of Playa, zag je ze, maar hier kan je er niet naast kijken. Het lijkt plots alsof de tijd hier een 3decennia heeft stilgestaan. De revival van de monokini-string !
Zo’n dertig jaar geleden moesten wij vrouwen op de zuiderse stranden allemaal met de billen bloot. Nu hadden wij eerst jaren besteed aan het bruinen van onze twee koplampen en nu kwam daar zo’n blote-gat-mode bij.
Alvorens wij onze eerste stappen met zo’n kontreepje op een zonnig strand zouden zetten, gingen er eerst maanden van voorbereiding aan vooraf. Er werd gedieet, vetverbranders, hongerstillers en waterafdrijvende pillen geslikt. Wij gingen naar de fitness en onder de zonnebank en tubes zelfbruinende crèmes en tonnen afslankzalven werden tevergeefs over striemen en cellulitis gewreven, om toch maar straks met dat strakke kontje langs de vloedlijn te kunnen lopen. Maar doordat onze vooruitstekende en achterste lichaamsdelen praktisch nooit voorheen aan de zon blootgesteld werden, bleven ze dan ook, al onze inspanningen ten spijt flauw roze afgietsels in plaats van een Cécémelk- kleurige borstpartij en een krokant chocoladebruin poepegatteke.
En dan was daar eindelijk het vakantiemoment, dat je op de allereerste dag in monokini met je allereerste reetveter en met je alsnog uiterst melkwitte toeters en je marmerwitte krentenbroden in de brandende zon richting zee kon schuifelen.
Als je na het zwemmen als een halfblote nimf uit de golven herrees en je de sexy, geile machoblikken van de mannelijke zonnebaders langs je lichaam voelde glijden, ging je heupwiegend terug richting strandhanddoek. De ellende begon maar pas als je je per ongeluk naast je badhanddoek in het warme zand liet neervallen. Nat zand schuurde van voor naar achter tussen je zwetende twee konthelften en maakte je doos en je plooirokje tot gloeiende vulkaanrandjes. Je kon aan die gatflosser trekken zoveel je wilde, met elke beweging striemde de binnenkant van je dijen van blaarroze tot ‘rauwrood’. Na een dagje zonnen kan ik jullie verzekeren dat de aftocht met je twee flashy voorbumpers en een duo knalrode krentenbollen richting douche een martelgang bleek te worden. Het leek alsof er een fietsketting tussen je twee halve manen op en neer ging. Al meteen na de eerste stranddag werd het stringmarteltuigje verbannen en kwam de oerdegelijke bikini terug uit de koffer.
En nu, op dit Tenerife strand, leek het alsof de modewereld eventjes 30 jaar had stilgestaan of dat deze Canarische dames de renaissance van de string een nieuw leven inbliezen. Een nieuwe tendens was gezet. Er waren geen bikini ensembles meer te zien, maar de boven- en onderkanten moesten minstens in twee totaal verschillende kleuren of diverse designs hebben.
Jong, oud, anorectisch, mager, perfect geproportioneerd, mollig, dik en moddervet, iedere vrouw met een tatoe op zijn gat had zich in een monoreepje gewurmd. Tatoeages van een scheelogend madonnahoofd, een Jezus of indianenkop, een christelijk kruisbeeld, Micky Mouse (die volgens mij eerder vooraan had moeten staan), een adelaar, hartjes met letters, allerlei bloemen en onleesbare tekens versierden de halve manen. Soms was de tatoeage-inkt zodanig uitgelopen, dat er alleen nog een handgrote blauwzwarte vlek op de kwabberkonten te zien was. Diegenen die zich nog niet aan het kontkoordje waagden, hadden tekens en teksten op hun armen, buiken of kousenbanden op hun benen staan. Het was onsmakelijk leuk als je zo’n vier prentenboek beschilderde stringelings naast elkaar met de voeten in de branding zag staan. Een beweeglijke cartoon. Een Canarische tableau vivant. Nog leuker werd het als ze zich naast elkaar in het water en daarna in het warme zwarte lavazand lieten zakken. Daarna was er altijd wel een Spaans machomannetje dat zich overgaf aan de plaatselijke sport, het naar elkaar gooien van zwarte lavamodder. Frunnikend aan het schurende konttouwtjes en met een pijnlijke grijns liepen ze over de vulkaanstenen terug naar hun strandplaatsjes.
Ik had meteen een binnenpretje. Ik wist al hoe hun dag zou eindigen..net als de mijne zo’n 30 jaar geleden, met woest ontstoken dijbinnenkanten…vanavond zou er niet gevogeld worden.
Sim, zonder string, terug uit Tenerife 8/7/2017
|