De eerste Commodore kwam in 1968 op de markt en was leverbaar met diverse 6-cilinder motoren, waarbij de sportieve GS versies met dubbele carburateurs (bij C type Berlina genoemd) veel extra opties hadden, zoals houtafwerking in het interieur en een toerenteller. Beroemd en berucht (bij de concurrentie) waren ook het GS/E model dat voor zijn tijd en prijs ongehoord snel was en in plaats van de dubbele carburateurs een electronisch brandstofinjectiesysteem hadden van Bosch, wat extra vermogen opleverde. Het onderstel werd hieraan aangepast door o.m. gasgevulde schokbrekers, schijfremmen achter en een extra lagering van de cardanas. De Commodore A was leverbaar als sedan met twee- en vier deuren, als Coupé en (vrij zeldzaam) als stationwagon.
In 1972 volgde het B type de Commodore A op. Dit model was op dezelfde bodemgroep gebaseerd, maar had een heel andere, modernere carrosserie gekregen. Het B model was leverbaar met de uit het A model bekende 2,5 liter zescilinder met 115 pk en als GS met dezelfde motor met twee carburateurs en 135 pk. In september 1972 werd de 2,8 liter GS/E (voor Einspritz) met electronische brandstofinjectie en 165 pk als het topmodel geïntroduceerd. De Commodore B was leverbaar als vierdeurs sedan en als coupé met alle motorvarianten. De stationwagon was slechts kort leverbaar.
De Opel Ascona is een gezinswagen van de autofabrikant Opel uit de jaren zeventig. De auto is genoemd naar de Zwitserse plaats Ascona.
In de herfst van 1970 presenteerde Adam Opel AG en Rüsselsheim een compleet nieuw voertuigprogramma (interne project code 1450). De Opel Manta op 9 september, en op 28 oktober de Opel Ascona. Deze modellen werden gepositioneerd tussen de bestaande Opel Kadett en de Opel Rekord. De Opel Ascona was ontwikkeld om het concurrent Ford moeilijk te maken met hun pas geïntroduceerde Ford Taunus. De Opel Ascona A (latere typen kregen als toevoeging B en C) bleef in productie tot de herfst van 1975. In totaal werden er bijna 692.000 voertuigen van de eerste serie geproduceerd.
De eerste Opel Kadett was er vooral gekomen om de Volkswagen Kever te beconcurreren en slaagde daar heel goed in. In drie jaar tijd van 1962 tot en met 1965 - verkocht Opel er bijna 650.000 van, en dat was een record. Opel had de smaak dan ook goed te pakken en besloot in lijn met de Rekord al in 1965 met een opvolger voor de Kadett te komen. Het werd de Kadett B, die op de autotentoonstelling van Frankfurt in september dat jaar onthuld werd. De auto was qua uiterlijk stukken moderner dan zijn voorganger en nam volledig afscheid van het tijdperk van chroom en vinnen, waarvan op de Kadett A nog wel wat was terug te vinden. Hij was bovendien naar alle kanten gegroeid, wat vooral de binnenruimte ten goede kwam. Tel daarbij op dat hij nu ook met vier deuren leverbaar was en het succes kon niet uitblijven. In 1969 kostte een Kadett 6.999 gulden en dat was dan wel een slordige duizend gulden meer dan wat een Kever kostte, maar de compacte Opel bood meer en was veel moderner. Onder de motorkap vond je viercilinders die qua inhoud varieerden van 1.078 tot en met 1.897 cc (45-90 pk). Die laatste haalde een top van 160 km/h. De Kadett B werd dan ook een nog groter succes dan de Kadett A, al bleef de B ook veel langer in productie. Tussen 1965 en 1973 werden er 2.191.691 gebouwd. En dan hebben we de Caravan (de stationwagon) en de Coupé nog niet eens meegerekend (respectievelijk goed voor 418.959 en 103.633 stuks). De meest tot de verbeelding sprekende Kadett B was zonder twijfel de Coupé Rallye. Net zoals de gewone Coupé een erg mooi gelijnd wagentje met sterk aflopende achterkant, maar nu met opvallende strepen en matzwarte motorkap, schijfremmen vooraan en dubbele carburateur. Met 90 pk bovendien snel genoeg om goed te kunnen scoren in de autosport.
Opvallende uiterlijke verschillen met 1969 zijn de vierkante knipperlichten voor en de iets anders gevormde spatbordranden. Deze waren onderaan iets breder om te voorkomen dat de banden de carrosserie te veel beschadigden bij het opwerpen van straat rommel. De openingen in de voorspatborden kregen een roostervorm i.p.v. de vier verticale gleuven in 1968 en 1969. Omdat de productie pas in januari 1970 begon werden er van het bouwjaar 1970 "slechts" 17.316 stuks verkocht (10.668 coupés en 6.648 cabrio's) Normaal begint de productie van een bouwjaar in september van het jaar eraan voorafgaand en eindigt in juli. 1970 was het eerste jaar van de LT1 motoroptie. Een 370 pk sterke 350/V8. De big block werd ook bigger door een cilinderinhoud van 454 kubieke inch. Een 7,4 liter geweldenaar goed voor 390 pk.
Er is nu 1 bezoeker op dit blog. Record tot nu toe: 9
Over mijzelf
Ik ben guy, en gebruik soms ook wel de schuilnaam skodaman.
Ik ben een man en woon in Duffel (belgie) en mijn beroep is ( geen ) invalide.
Ik ben geboren op 30/01/1962 en ben nu dus 63 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: alles over autos.