Porsche 911 S 1965
Zeg Porsche en de meeste mensen denken onmiddellijk aan de 911. Al meer dan veertig jaar lang trouwens. Sinds in september 1963 het doek van het prototype van de auto is getrokken op de autosalon van Frankfurt, is de 911 waarschijnlijk het meest gewaardeerde model van de sportautobouwer uit Zuffenhaussen, Zuid-Duitsland. Eigenlijk had Porsche deze auto 901 willen noemen, maar toen Peugeot daar een stokje voor stak (zij hadden een patent op de nul in het midden), werd het 911. Het ontwerp is van Ferdinand Alexander Butzi Porsche, de oudste zoon van de baas Ferry Porsche. Hij had de neus van de 911 overigens al eerder aan een ander model toegekend, maar die auto haalde het productiestadium niet. De 911 gelukkig wel. De boxermotor van die auto ligt net als bij de 356 achterin en is nog altijd luchtgekoeld. Het is een teruggetunede versie van Porsches achtcilinder racemotor: hij moet het met twee cilinders minder doen. In september 1965 komt Porsche met een 911 Targa, een versie waarbij het dak als een paneel kan worden uitgenomen. De oorspronkelijke versie van de zescilinder heeft 1.991 cc en 130 pk, pas na 1967 verschijnen er versies met meer vermogen. Veel Porsche 356-klanten vinden de 911 overigens te duur. Reden voor de fabrikant om in 1965 met de 912 te komen: een versie met een 1.582 cc viercilinderversie van de boxermotor, goed voor 90 pk. In 1967 is de 911 trouwens ook leverbaar met Sportomatic halfautomaat, waarbij je niet hoefde te koppelen. Heel modern, maar het werkt niet altijd even goed en er worden dan ook niet gek veel 911s met dit systeem afgeleverd.
|