Voor de Romebezoeker vraagt het hectische verkeer wel een aanpassing. Ook hier heb ik ervaren dat je best doet " as the Romans do ".
Er is een niet aflatende stroom van auto's en vooral ook scooters en motors. Alles wat een sirene en/of zwaailicht heeft gebruikt dit constant, ook als het eigenlijk niet echt nodig is. Politie vindt ook dat het fluitje dat men kreeg dient om gebruikt te worden. Als voetganger voel je je in het begin een vogel voor de kat...maar...eenmaal je doorhebt hoe het daar werkt valt het best mee.
Het gemotoriseerd verkeer is zeer behendig in...veel gas geven én hard remmen. Men probeert op die manier de tijd te compenseren dat men stilstaat, en het verkeer staat veel stil in Rome. De ongeschreven regel is blijkbaar dat auto's wél stoppen voor een rood licht, scooters meestal stoppen, en voetgangers zelden stoppen. Als voetganger steek je dus bij voorkeur over bij een groen voetgangerslicht, als er een gaatje is ook bij een rood voetgangerslicht, en op plaatsen waar geen voetgangerslichten zijn steekt men zelfverzekerd over zodra er enige ruimte is. Iedereen zal in de remmen gaan hangen om je te laten oversteken. Twijfel niet want dan weet men niet wat je gaat doen. Ga ook niet terug want dan kun je onder een scooter lopen die jou ontwijkt. Het spreekt vanzelf dat je zelf ook de nodige alertheid aan de dag moet leggen en niet zomaar wat loopt te dromen.
Parkeren doet men in Rome niet waar het toegestaan is maar simpelweg waar men een gaatje vindt. Politie grijpt daar niet in. Het is dweilen met de kraan open.
Begin de dag met een cappucino en een paar croissants rechtstaand aan een van de vele barretjes. Voor 2 à 3 euro heeft u ontbeten als de Romeinen. Ga niet zitten aan een tafeltje !!! Want dan betaalt u het dubbele !
Hier haalden de grote renaissancekunstenaars zoals Michelangelo, Bernini, Bramante, Rafaël en vele anderen de mosterd.
" Waar men gaat en staat, vertoont zich het beeld van deze stad in al zijn afwisseling: paleizen en ruïnen, parken en wildernis, ruime pleinen en nauwe stadsgedeelten, kleine huisjes, stallen, triumfbogen en zuilen, vaak alles zo dicht opeengepakt, dat men het op één blad papier zou hebben kunnen brengen. Er zijn geen pennen genoeg in de wereld om het te beschrijven ! Wat moet ik dan met mijn ene armzalige pen beginnen ! En dan is men bovendien 's avonds nog moe en óp van het vele schoons dat men heeft gezien. "
Als u door Romes Centro Storico loopt, zal de grandeur van de gebouwen die in de smalle en bochtige straatjes staan u dikwijls versteld doen staan. Op andere momenten zult u worden getroffen door een prachtige fontein of gevel, die - hoewel duidelijk het werk van een groot kunstenaar - wordt genegeerd door het verkeer en de voorbijgangers. Er zijn uitzonderingen, maar een groot deel van deze architectonische parels dateert uit de periode tussen 1454 en 1670, toen, met dank aan een gevestigd pausdom, Rome een van de belangrijkste Europese steden was en een centrum van renaissance- en barokkunst en - architectuur.
Her en der in de stad liggen brokstukken van antieke gebouwen verspreid. Zo kun je ergens heel nonchalant een stukje van een Corinthische zuil tegenkomen.
" Toegegeven moet echter worden, dat het een moeilijke en verre van aangename bezigheid is, het oude Rome uit het nieuwe op te diepen, maar men moet het nu eenmaal doen in de hoop dat het ons ten slotte een grote bevrediging zal schenken. Men treft er sporen aan zowel van een verrukkelijke schoonheid als van een vandalisme, die beide ons begrip te boven gaan. Wat de barbaren lieten staan, hebben de bouwmeesters van het nieuwe Rome grondig bedorven. "
Romulus en Remus, de beroemde tweeling die werd opgevoed door een wolvin, zijn niet de enige kandidaten voor de titel ' stichter van Rome ' . Volgens een overlevering zou een Etruskische koning, een enthousiast ruiter, hebben opgemerkt dat in een dal tussen twee van Romes twaalf heuvels een mooie renbaan zou passen.
Uit reis naar Italië van Johann Wolfgang von Goethe.
" Nu ben ik een week hier en langzamerhand begin ik een algemene indruk van deze stad te krijgen. Wij doorkruisen haar ijverig, ik maak mij zoveel mogelijk vertrouwd met de plattegronden van het oude en het nieuwe Rome, bezichtig de ruïnen en de merkwaardige gebouwen, en bezoek ook af en toe een der buitenhuizen van de Patriciërs. Aan de voornaamste bezienswaardigheden besteed ik alle tijd, eerst neem ik ze slechts vluchtig in mij op, daarna ga ik verder en kom dan weer terug: want men kan zich slechts in Rome op Rome voorbereiden ".