DEATH VALLEY
Het dal kreeg zijn naam in 1849 tijdens de Gold rush. De naam werd gegeven door immigranten die de vallei wilden oversteken op weg naar het goud. Volgens het verhaal zou men proberen door de vallei te trekken met een grote groep om naar het goud te komen. Men raakte de weg kwijt en was bang dat men zou omkomen. Er werd besloten om in twee groepen verder te gaan. Eén groep zou daarbij geheel omgekomen zijn, de andere groep zal het gehaald hebben. Wanneer men de vallei uitliep, zou een vrouw zich hebben omgedraaid en hebben gezegd: "Goodbye, Death Valley". Hier zou de vallei zijn naam aan te danken hebben.
In de jaren 1850 werd er ook goud en zilver in Death Valley aangetroffen. In 1880 werd borax aangetroffen en gewonnen. Het werd uit het gebied vervoerd met wagens getrokken door muilezels. Al snel bleek deze manier van vervoer onrendabel en werd de boraxwinning beëindigd.
In Death Valley bevindt zich het laagste punt van de Verenigde Staten. Dit laagste punt bestaat uit een zoutmeer, Badwater genoemd, en ligt 86 m onder de zeespiegel. In de maanden juli en augustus worden extreem hoge temperaturen gemeten, oplopend tot 55 graden Celsius of hoger.
In Death Valley wonen de Timbisha-indianen.
HET ZOUTMEER
WAAR TIMBISHA INDIANEN NOG LEVEN
|