We hebben er geen idee van wanneer de naam Spriet voor het eerst vermeld werd. Architect Vanassche (ook een afstammeling van onze Bartholomeus) vond een boek waaronder op blz. 350 te lezen is Recherche des Antiquitez de 1302 Hierin wordt Josse Vander Spriete vermeld.
- In het Rijksarchief te Kortrijk vond ik onder: Akten en contracten Meulebeke voor het jaar 1530 folio 130 V Louis Spriet geboren rond 1490 zoon van Pierre geboren rond 1460 Akten en contracten voor het jaar 1482 folio 109 V Piérart Spriet geboren rond 1450 zoon van Joannes geboren rond 1420 te Spierre
- In zijn studie van de persoonsnamen in de kasselrij Kortrijk 1350 1400 uitgave 1970 vermeldt Dr. Frans Debrabandere KOR: 1396 Janne den Hond die men seid Spried, SR5 f6v. Stadsrekening 06 jan 1395 tot 06 jan 1396 Misschien familie?
In die zelfde uitgave zien we als uitleg voor de naam Spriet stang, staak, timmerhout, hout van een boog, schacht van een lans of werpspies, gaffel, vork (MW VII 1819) BerBn
Volgens de dikke Van Dale vinden we als betekenis: - Dunne en rechte spruit van een plant, - Voelhoren bij insecten en andere dieren, - Lang en schraal meisje, - Klein bosje, stug en uitstekend hoofdhaar, - Lang en puntig versiersel, - Op sommige binnenschepen: rond stuk hout, dat draaibaar onder aan de mast is bevestigd en schuin naar boven gericht is, zie http://www.vaartips.nl/extra/spriet.htm
- Boegspriet, streng (houten verlengstuk van een mast - Licht anker voor een jacht, - Houten gaffel voor landbouwwerk, - gevorkt deel van menselijk of dierlijk lichaam of kledingstuk, - broekspleet,, - spiritus of spriet.
Vroeger noemde men de kwartelkoning ook spriet. Het is een verwant van de meerkoet en het waterhoentje. De kwartelkoning kan vliegen, maar wordt zelden vliegend gezien. De mannetjes onderscheiden zich door een donkere rand om het oog. De doordringende roep "rerp rerp" heeft hem zijn Latijnse naam Crex crex bezorgd" Op deze website vind U er meer over http://www.kwartelkoning.nl/content.aspx?cid=10
Karel de Flou vermeldt in zijn woordenboek der Toponymie van Westelijk Vlaanderen sporen van een hele reeks Spriets namelijk te Jonkershove, Langemark, Poelkapelle, Tielt-Buiten,Tiegem, Westrozebeke, Wingene, Woumen.
Hij vond er nog meer in samenstellingen zoals sprietakker, -bilck, - bos, - duiker, -straat, -hoek, -dreef, - meers, -molen, - stuk, - vijver, - weg, - wegel enz
Bij De Bo in zijn West-Vlaams Idioticon vinden we nog andere betekenissen dan gaffel en deel van het lichaam waar de dijen zich aan het onderlichaam voegen
Een wilde spriet = een loshoofdig meisje, Een rakel en een spriet is altijd iet, maar twee sprieten zijn twee nieten Sprietoorm, sprietworm (oorworm)
Stallaerts Glossarium voortgezet en bewerkt door dr. Frans Debrabandere geeft voor spriet een soort brandewijn als eerste distillatieproduct.
Guido Gezelle vermeld sprietjespap gemaakt van blomme zoete melk en overgoten met gebruinde boter welke dan met een sprietje geroerd diende te worden.
Tijdens de oorlog kon men spriet kopen dit was een soort bruinkool met veel stof in maar die maar matig warmte gaf.
Spriet: Rondhout van de mast diagonaal naar de nokhoek van een sprietzeil, om die uit te houden. De spriet werd op zeer eenvoudige wijze met een greelband aan de mast bevestigd.
Spriettuig: Bij dit tuig wordt het zeil bediend door de schoot en twee gaarden, die aan de nok van de spriet zijn bevestigd. Het zeil is permanent aan het uiteinde van de spriet bevestigd en kan niet worden afgenomen zonder de spriet weg te nemen.
Sprietzeil: Rechthoekig zeil dat met rakbanden aan de mast is verbonden. Deze zeilvorm kent geen gaffel of giek. De tophoek van het zeil wordt hier door een lang rondhout (de spriet) uitgehouden. Hierdoor staat het zeil slechts over één boeg goed.
Je hebt ook nog dit versje: In mei leggen alle vogels een ei behalve de kwartel en de spriet die leggen in de meimaand niet"
Dan hadden we natuurlijk ook de marktkramers en charlatans. Van het ras van de charlatans die met radde tong en veel show kleur gaven aan het markt - gebeuren is niet veel meer overgebleven dan de naam. In onze streek was het o.a Tamboer
In Dendermond klonk het zo Ik ben Spriet van Dendermonde Ik ben een slimme vent Ik maak overal mijn ronde En ben overal bekend. Die met de tandpijn aangedaan zijn, lijden hard, Laat ze trekken Uit uw bekken op de markt! Is dat geen wonder, ik trek ze zonder pijn of Smart
In de Biekorf werd volgende van de volkse verteller G.P Baert gepubliceerd. De ouderwetse molen van Spriet, de oude paarden van Spriet; Spriet waarvan we droomden toen we kind waren, Spriet die aan de Pletseput stond, naast het hekken van de herberg t Sprietje, tussen de barak van de dikke Bertha de dikste vrouw ter wereld een ongezien schouwspel voor arm en rijk, oud en jong, in t bereik van ieders beurs
30-04-2005, 00:00 geschreven door Christiane
|