Toertocht van de basisschool Le Bon Départ (15-25-35-42-50-65 km) te Mont-Saint-Guibert op zondag 23 maart 2014.
Mont-Saint-Guibert is een dorp in Waals-Brabant, nabij Nijvel, ergens halverwege tussen Brussel en Namen. Omdat er de vorige jaren twee toertochten waren vanuit deze gemeente, met slechts een week verschil en omdat er nogal wat andere tochten zijn vanuit naburige gemeenten, werd de tocht van de basisschool Le Bon Départ verplaatst van mei naar maart. Het nadeel ervan is dat de bossen nog in wintertooi zijn, terwijl in april de witte bosanemonen in bloei staan (hier en daar staken ze hun kopjes al op) en in mei de bossen blauw kleuren door de wilde hyacinten. Ik was vroeg op, maar toen ik wilde vertrekken bleek de voorband van m’n fiets leeggelopen. Met het enkel oppompen van de notubes-banden heeft m’n fiets het gelukkig de hele rit uitgehouden. Stress dreef me dan opnieuw naar de wc, waardoor ik weer m’n fietskleren diende uit te doen! Alsof dat niet genoeg was, bleek de afrit van de Antwerpse ring richting Brussel afgesloten zodat ik nog een ommetje diende te maken via Wilrijk. Eens op de snelweg kwam er een wagen met bike voorbij en die man zette zijn dubbele pinkers aan. Een bekende? Er stond maar één bike op de wagen, ik gok op SilverFokske! Enfin, het was weer bijna negen uur toen ik in Mont-Saint-Guibert arriveerde. Ik had vorig jaar de naam van de straat genoteerd waar ik kon parkeren en heb daar nog een plekje gevonden, ook al was ik er niet de enige! Thuis ontbijten had niet nodig geweest, want bij de inschrijving werd me gewezen naar een ontbijtbuffet met allerlei lekkers waar iedereen naar hartelust mocht van eten! Geproefd van een soort mattentaartje en een kleine rozijnenkoek. De koffie gelaten voor wat hij was uit schrik voor oprispingen tijdens het rijden. Me voor vijf euro ingeschreven voor de 65 km met twee bevoorradingen met het vermoeden dat ik uiteindelijk voor een kleinere afstand zou kiezen. Na de winter was dit namelijk mijn eerste rit over meer heuvelachtig terrein en dat zou ik geweten hebben!
Om 9.15 u was ik op pad en ik merkte al snel dat de toer was uitgezet in de richting, tegengesteld aan deze van vorig jaar. Het ging klimmend over asfaltstraatjes het dorp uit om nadien verder te rijden over zacht klimmende veldwegen in een open landschap. Rechts in de diepte zag ik het Institut Notre Dame liggen, de vertrekplaats van de andere tocht, de VTT des Hayeffes. Na 4,50 km diende zich de splitsing aan tussen de rit van 15 km en de ritten van 25-35-42-50-65 km. Twee mannen waren er aan het overleggen met een kleine jongen over de te kiezen afstand. De kleine moest beslissen of het de 15 km werden, dan wel een grotere afstand. Het zal een grotere geworden zijn, want ik meen dat ik het drietal daarna nog achter mij heb zien rijden, net voor we een steile servitude in moesten slaan tussen tuinen en gevels. Op de veldwegels kreeg ik even het gezelschap van een groep jonge kerels met een Leuvens accent. Op 5 km doken we dan voor het eerst echt bos in, lekker naar beneden en dan stevig weer naar boven. Het moet hier de vorige dagen meer geregend hebben dan bij ons, want de ondergrond was vrij glad omwille van een laagje modder! Het naar boven kruipen eindigde op 6 km met de intocht van een stukje bewoonde wereld van Sart-Messire-Guillaume, een gehucht van Court-Saint-Etienne en waarvan het aantal inwoners vermoedelijk omgekeerd evenredig is met de lengte van de naam! Ik vorderde traag maar zeker. Dat eerste zou zo blijven, dat tweede helaas niet!
Vanaf Sart-Messire-Guillaume voerden veldwegen me doorheen een mooi landschap met knappe vergezichten. Een grasspoor voerde me naar de bossen op de grens tussen Court-Saint-Etienne en Villers-La-Ville. Ik ben hier in de streek nog al komen rijden en kan bepaalde plekken al min of meer situeren. Daar stond de splitsing waar de 25 km zich losmaakte van de 35-42-50-65 km op 7,50 km van het vertrek. Een klim in het bos leidde me tot in de open velden op de hoogvlakte waar een enorm grote zendmast nabij een knappe oude witte gesloten hoeve staat. 9 km. Op deze plek staat de bevoorrading van de andere tocht. We reden naast de indrukwekkende hoeve opnieuw het bos in. Diverse boswegen en paadjes, soms steil en stevig klimmend, dan weer goed voorzien van slijk, brachten me tot aan een smal spoor dat eindigde aan de tuin van een stokoud huis waar je zo goed als door den hof rijdt! Vorig jaar speelden hier kinderen tussen het opgehangen wasgoed, maar daar was het nu nog te koud voor. Een steile neerwaartse servitude leidde naar het dorp. Hier ging het weer eventjes doorheen de bewoonde wereld in de Rue de Masbourg te La Roche (Court-Saint-Etienne). La Roche ligt aan de andere kant van de spoorweg tegenover Tangissart (Court-Saint-Etienne). Beide plaatsen liggen op de hellingen die in de loop van de geschiedenis zijn uitgesneden door het riviertje Le Ry d’Hez. Tangissart is de vertrekplaats van de jaarlijkse La Trace d’Hez, een kleinschalige, niet te versmaden toertocht na dewelke ik deze streek leerde kennen en appreciëren. Een klimmetje van circa een kilometer leidde me naar de bossen in de richting van Villers-La-Ville.
Na 13 km trof ik opnieuw een splitsing tussen de ritten van 25 km en de grotere afstanden. Een smal paadje door het bos eindigde aan een eenzaam huis boven op de helling en dan ging het lekker door het gras naar beneden. De Trace d’Hez kruipt hier naar boven en dat is andere koek! Eens op een asfaltbaantje kruiste ik de spoorweg om beneden uit te komen op de grote baan die naar Villers-La-Ville voert. Aan de overkant ging het na 13,50 km Tangissart in. Direct linksaf om een knoert van een steile helling voor de wielen te krijgen. Dan nog eentje over kasseitjes! Met links en rechts oude rijhuizen! Bizar! Uw geparkeerde wagen heeft er best een goede handrem! Gezegend de bejaarde bewoner die beneden om boodschappen moet gaan! De goot was breed genoeg om aan de kinderkopjes te kunnen ontsnappen! De klim duurde tot dik 15 km en boven stonden nieuwere huizen. Aan het einde van de Trace d’Hez dokker je hier lekker naar beneden! De straat ging over in een bospad dat neerwaarts via de achterzijde van een eenzame villa uitkwam op dezelfde grote baan ter hoogte van het kruispunt van enkele grote wegen in Villers-La-Ville op de grens met Court-Saint-Etienne en Baisy-Thy (Genappe). In de zomer wordt deze plek druk bezocht door motorrijders. Het terras van de taverne zit er dan stampvol.
Daar is het altijd even uitkijken bij het oversteken van de grote wegen die, jammer genoeg, dwars doorheen de ruines van de abdij van Villers lopen! Die ruines beslaan een grote oppervlakte. Bovendien passeert daar de spoorweg en naast het al even merkwaardige als stokoude gemeentehuis, of wat door ooit voor gediend heeft, stond, omzeggens onder de spoorwegbrug, de bevoorrading opgesteld. Op 17 km van het vertrek. De keuze was ruim genoeg met bananen, appelsien, wafels, chocolade, alles weliswaar redelijk gemillimeterd, verpakte granenkoeken en de typische felgekleurde drankjes die men op de tochten in Waals-Brabant gewend is voor te zetten. Er stond een joviale bende achter de tafels en een fietsenmaker was present voor eventuele herstellingen, terwijl hij twee pronkstukken tentoon stelde uit zijn winkel. Aan de stop was meteen een splitsing tussen de 35 km en de langere ritten. Voor de langere ritten diende je op je stappen terug te keren. Vermits er nogal wat binken de richting van de 35 km uit gingen vermoedde ik dat we hier een tweede keer zouden passeren, want zo’n kerels kunnen meer aan. Een groepje jonge Franstaligen met in hun midden een meisje en een donkergetaand type, Aziaat of Zuid-Amerikaan, en die een hele tijd in mijn nabijheid hadden gereden, gingen de richting van de 35 km uit. De splitsing had hier misschien iets beter aangegeven kunnen worden, want blijkbaar hebben sommigen zich hier vergist en daardoor een groot deel van de rit gemist!
Aan het grote kruispunt aan de ruines van Villers ging het de bossen in op het grondgebied van Baisy-Thy (Genappe). Het in het bos klimmende keienpad dat we voorgeschoteld kregen heb ik ooit in de gietende regen gereden tijdens de toer vanuit Baisy-Thy! Om nooit nog te vergeten hoe het water er naar beneden stroomde. Ik kreeg nog een biker te zien en dan zou het lang duren eer ik nog mensen te zien kreeg, buiten te paard en op wandel en een vijftal bikers tegenliggers die er een vaste route reden. Eens boven volgde een vrij modderige singletrack en een kort klimmetje waar het voor mij even te voet was. Op 19 km passeerde ik de kleine “kloof” op een paadje met wortels, deze keer naar beneden toe. Andersom is een ander paar mouwen! Alhoewel de wortels zorgen voor grote hoogteverschillen. Spijtig genoeg had een onverlaat twee bergjes zavelgrond in de kloof gestort. Misschien om er met zijn fiets te spelen? Een mooie plek midden de bossen! We raakten eventjes de bewoonde wereld om over een kasseibaantje en een smal spoor doorheen de weiden te klimmen. Aan het einde ervan trof ik de splitsing tussen de 42 km en 50-65 km op 20 km van het vertrek. 11.25 u. Even getwijfeld wat ik zou doen, vermits ik al een hele tijd onderweg was! Links van mij zag ik op het pad verderop twee bikers die de lange lus achter de rug hadden. Toch maar gekozen voor rechts en de richting van de 50-65 km met de zekerheid dat ik dood zou aankomen!
Via een halfholle veldweg kwam ik toe op een bekend plekje op de grens van Fosty en Baisy-Thy. De tocht dook er in holle wegen weer een woest bos in over een natte singletrack en een slijkerige afdaling tot de splitsing tussen de ritten van 50 km en van 65 km. Deze bevond zich op een kruispunt van knappe holle wegen. Ik herkende de plek van vorig jaar toen we er uit de andere richting kwamen. Er kwamen nog twee bikers toe die de extra lus van de 65 km achter zich hadden. Het leek me verstandiger te kiezen voor de 50 km, net zoals vorig jaar. Vanaf een bospad ging het tegenover een eenzaam huisje een bruggetje over om tot 23,50 km een mooi paadje te treffen dat er doorheen het bos naast het beekje La Falize loopt. Er lag nu wel meer modder dan gewoonlijk. Een voor mij onmogelijke klim, dus even te voet, leidde tot enkele huizen in Baisy-Thy. Een veldweg over een open hoogvlakte kwam vlak naast een enorm grote hoeve uit op een betonbaantje. Een oude, gerenoveerde witte hoeve met binnenkoer en daarachter grote nieuwe schuren. Op 25 km van de start ging het linksaf de betonweg op en daar kreeg ik dan toch nog een groepje van vijf bikers te zien! Er waren er dus nog steeds onderweg!
Het vijftal won al snel terrein op het lastige slijkerige paadje naast de bosrand tussen dode varens. Later op het jaar is alles hier dichtgegroeid tot boven uw hoofd. Ik ben er ooit bijna op een tegenligger gebotst! Een groepje van tien reed voorbij omstreeks 27 km om 12.10 u. Een weg door het bos en een modderpad leidden me naar de straat La Houlette waar enkele eenzame huizen uitkijken op een prachtig landschap en het domein van een lokale rijkaard achter de bomen verborgen ligt. Nog steeds in Baisy-Thy. Vanaf La Houlette volgde de overtocht van een smal grasspoor waar ik twee mensen te paard als tegenliggers trof. Na rechtsaf te zijn gegaan in een smalle halfdiepe holle weg ben ik dan toch uitgeschoven en tegen de wand gekwakt, zonder veel erg. 30 km om 12.30 u. Ik kwam uit op het grondgebied van Villers-La-Ville waar we een klim op gestuurd werden over een veldweg en holle weg naar een hoogvlakte toe. Een bordje verwees er naar “Les quatre chênes” waar ik even later op 32 km ook passeerde. Op elke hoek van een kruispunt van veldwegen staat daar een oude eik. Intussen scheen de zon al een tijdje, maar het bleef fris. Terwijl ik even halt hield kwam er nog een biker het paadje uit gereden.
Kort daarop volgde de vervelende singletrack aan de Sentier du Ry Saint-Bernard, aldus een bordje. Die track is op verschillende plaatsen uitgehold door water met diepe geulen tot gevolg. Het is er gevaarlijk rijden, alhoewel het deze keer al bij al nog meeviel. Ik heb er ooit gereden toen het pad volledig onder water stond zodat je die geulen niet kon zien liggen! Bij momenten stond ik er toen tot aan mijn knieën in het water! Ik kreeg er het gezelschap van twee bikers en twee wandelaars. Vanaf de singletrack ging het over een rotsachtig paadje waarbij we tot twee maal toe doorheen een beekje dienden te rijden. Na het tweede beekje maakten we rechtsomkeer en kregen we een steile helling voor de wielen. Te voet voor mij! De jonge kerel die achter me aan kwam slaagde er in van al rijdend tot boven te geraken! Op 34 km arriveerde ik voor de tweede keer aan de ruïnes van de abdij van Villers voor de bevoorrading. 13.00 u. Alles om te knabbelen was nog voorhanden, ook al zal ik één van de laatsten onderweg geweest zijn!
Na de stop ging het de richting van de 35 km uit en na onder de spoorwegbrug gereden te zijn dienden we rechtsaf een steile klim te nemen tot op de hoogte van de sporen. Daar was het in het zog van een andere deelnemer te voet. We reden door een bosrijke villawijk met huizen van rijke mensen waarna we een afdaling over een pad vol wortels voor de wielen kregen. Omstreeks 37 km dan weer een zware klim naar een oud dennenbos met imposante bomen toe nadat we nogmaals door een riviertje waren gereden. Ik kreeg er even het gezelschap van nog twee bikers. In dit knappe bos kregen we ook een leuke afdaling die er toch wat glibberig bij lag om uit te komen op een open plek in de omgeving van Tangissart. Een steile klim in een hol wegeltje bracht me weer tot op de hoogvlakte waar de grote zendmast staat, deze keer links van mij. Nog eens twee bikers staken me er voorbij. 39 km om 13.50 u.
Tot bijna 40 km reed ik over een lang hobbelig grasspoor tot aan een betonbaantje waar ik schrok omdat ik een biker achter me opmerkte. Die zal wel gefoeterd hebben op deze traagrijder! Een mix van betonbaantjes, veldwegen, smalle sporen, een door werken gehavende holle kasseiweg en een gekasseid spoor leidden me doorheen een landelijke omgeving tot aan een wit kapelletje op de rand van de bewoonde wereld van Villeroux-Chastre. 43,50 km. Van daar ging het over betonbaantjes naar Hévillers (Mont-Saint-Guibert) en dienden we in een straat te klimmen naast een kerkhof. Twee jongere gasten staken me voorbij en dat waren de laatsten vandaag. De klim werd beloond met een leuke afdaling over een betonbaantje tot onder een bruggetje onder de spoorweg in de buurt van het riviertje Le Nil. De Nijl in Waals-Brabant! 47,50 km om 14.30 u. Een rotsachtige servitude leidde achter tuinen, door het bos over stenen en naast de overhangende muur van een gebouw, waar je uw hoofd diende in te trekken, tot aan een betonbaantje. Die muur maakte deel uit van een enorm grote hoeve in het gehuchtje Nil-Pierreux (Walhain). Even halt gehouden en genoten van deze schilderachtige plek in de zon. Een wagen die achter twee wielertoeristen reed was het enige teken van leven op deze godverlaten plek.
Na het oversteken van het riviertje de Orne werd ik vanaf een bedrijf naar boven gejaagd in een hol pad. Daarna volgde een afdaling op een bospad tot aan het betonbaantje. Rechts zag ik de ruïnes van een oude kasteeltoren staan. Toen ik even van het parcours afweek om er naartoe te rijden zag ik dat we op die plek het bos in waren gereden. De toren had ik toen niet opgemorken! Hij staat op het private eigendom van de camping d’Alvaux. Deze Tour d’Alvaux in Nil-Saint-Vincent-Saint-Martin (Walhain) dateert uit 1183. De lengte van de naam van de plek is omgekeerd evenredig met het aantal huizen dat er staat. De caravans staan tot aan de voet van de toren. Vogels vlogen in en uit de venstergaten. Een bord verwees naar de “Colline de Pénuel”, dat zou een soort retraite-oord zijn. Een mooi pad voerde me daarna onder de bomen vlak langs de Orne en via een lange smalle donkere tunnel onder de spoorweg bereikte ik opnieuw de kern van Mont-Saint-Guibert. Daar staan zelfs enkele gebouwen over straten gebouwd. Een laatste klim in een straat met nog vrij nieuwe huizen bracht me na 52 km weer tot aan de school Le Bon Départ.
Daar werden de laatste dranghekkens opgeruimd. Een van de mensen ter plekke waar ik vorig jaar na afloop nog mee had staan praten herkende me nog van toen. Ook nu was ik weer de laatste om te arriveren. De voorlaatste, want er kwam nog iemand toe. De watertoevoer van de bikewash werd terug aangezet zodat we het vuil nog van onze fiets konden spuiten. Op een bank tegenover het schooltje in de zon nog een energiereep verslonden. De terugreis naar huis verliep vlot. De Antwerpse ring gemeden uit schrik voor files tengevolge van de werken voor de aanleg van een spitsstrook op de E19 richting Breda, maar ik denk dat het niet nodig was geweest waardoor ik geen tijdwinst geboekt heb. Tegen dat de fiets gepoetst was, de kleren gewassen en de biker onder de douche had gestaan was de zondag alweer voorbij. Mooie rit in een knappe streek. Er zijn nog gelegenheden om er te rijden vanuit Tangissart (La Trace d’Hez, 20-04-2014), Wavre (Carrément VTT, 18-05-2014), Mont-Saint-Guibert (VTT des Hayeffes, 01-06-2014), Chaumont-Gistoux (Rando des Coquelicots, 22-06-2014), Baisy-Thy (VTT du Petit Godefroid, 29-06-2014), Genappe (Marathon VTT Chenappan, 28-09-2014) en Villers-La-Ville. Allen reeds gereden, behalve Chaumont-Gistoux, Genappe en Villers. Aanbevolen.
Het verslag van deze toertocht is al te lezen op mtb-you.be, op mountainbike.be en op mtbwijzer.be!


|