Als je met de linker muisknop op een foto klikt, krijg je de foto op een apart scherm groter... Ga terug door op de onderbalk op blog te klikken!!!
Nog twee verkoopsters uit eigen stal..... nu in 1951. De etalage achter de twee had twee schuifdeuren met geslepen glas er in, erg apart voor die tijd !
De klimtoren is 23 meter hoog. Vanaf de bovenkant naar beneden is schuin een touw gespannen. Vanaf boven, staande op een platvormpje moet je op het touw gaan liggen. één been achter je kont en één been laten hangen, dit been dient als contragewicht. Als je het been achter je kont intrekt ga je hard naar beneden. Als je het been strekt krijg je meer druk op het touw en rem je af. De armen worden zijwaarts gehouden als een vogel voor het evenwicht. De commando op de foto ligt verkeerd op het touw, hij gaat nu achteruit naar beneden. Dat is bij training ed. niet toegestaan.
Op deze foto is theo 17 jaar en had hij geen handwagen maar deze trapfiets met een grote bak er voor. Hiermee heb ik 18 jaar mijn broodwijk gereden en mijn klanten bediend. 6 dagen per week door weer en wind... nooit èèn dag, voor wat voor reden dan ook thuis gebleven. Als je wel eens ziek was, was de reactie.. "prima, als je je wijk maar rijd "! Ik herinner mij het volgende: mijn vader had eens een keer zo zwaar asthma dat hij werkleijk niet meer op of neer kon. Toen mijn opa 'smorgens in de bakkerij kwam om te werken ging hij naar boven waar mijn vader op bed lag en zei tegen hem "thijs je komt er toch zeker wel uit om je wijk te rijden !" dat was het enige belangrijke voor hem. Ik mocht hem toen niet meer !! In mijn broodwijk kwam ik door de Bruijnstraat. Daar woonde Truus Romein (ij), zij was mijn 1ste grote liefde.(1949) Om redenen die ik hier niet wil opschrijven raakte ik haar kwijt! Ik zou haar graag nog eens ontmoeten. Als er iemand is die haar gekent heeft wilt u dan rageren naar e-mailadres; theopeters@hetnet.nl.
op de foto van l. naar r. mijn vader, miep en mijn persoontje en mijn moeder. Die kwamen gezamelijk op ouderdag in de kazerne Op mijn 19de jaar werd ik opgeroepen voor het vervullen van mijn dienstplicht. Ik kwam op in Roermond bij de Limburgse jagers en werd gelegerd in de Ernst Casimirkazerne. Tijdens de recrutentijd (eerste zes weken waarin je niet naar huis mocht!) werd er reclame gemaakt om dienst te nemen bij het Korps Commandotroepen in Roosendaal. Ik had toen al een grote mond dus de "boys"zeiden tegen mij: "das wat voor jou jo, als je durft!" "Voor een pakje sigaretten en een knaak ben ik weg"zei ik! En zo kwam ik bij het Korps Commandotroepen in Roosendaal terecht nog niet uit overtuiging maar wel 100 km dichter bij huis. Ik meldde mij vol spanning......
Op de volgende foto zie je de klimtoren van 23 meter hoog. Wij leerde hier diverse afdalingen, op foto; met tockle rope naar beneden Touw in een lus om het schuine touw heen. Over de gesloten kant moesten wij via klosjes naar boven klimmen. Je kon weer naar beneden in de steile rots afdalingsmethode.(zie het 2de volgende blokje) of Met de .... "dodenrit" Je moet dan met je buik op het touw gaan liggen, èèn been opgetrokken achter je kont op het touw leggen en het andere been als contragewicht naar beneden laten hangen. Met je armen zijwaarts vloog je over het touw naar beneden. Je kon remmen door je been achter je kont te strekken dan kreeg je meer druk op het touw. Van de wrijving kreeg je een rode striem op je buik. Als je van het touw afviel kwam je in een sloot terecht die onder het hele touw door liep, je eindigde wel in het ziekenhuis!! Als je dit alles niet deed of niet kon kreeg je geen groene baret !!
Wij werden gelegerd in een tentenkamp op het terrein van boer Bakx op de Ruckvense heide, die lag 4 km achter Roosendaal, er was ook een eigen schietbaan. Ik zat in de 4de opleidingscompagnie, bij elkaar 120 man verdeeld over 4 pelotons van ieder dus 30 man. Er werd ons op niet mis te verstane wijze duidelijk gemaakt dat er veel van ons verwacht werd en dat velen het niet zouden halen. . Bij afwijzing.. terug naar het onderdeel waar je vandaan kwam! Alleen de allerbeste onder jullie krijgen over 13 weken een groene baret! Wij beginnen hier met een opleiding van 12 weken en we eindigen met een afmattingsweek....... Op de foto de klimtoren, een spannend ding. Op de gesloten kant via klosjes naar boven klimmen. Over het touw dat je ziet moest je de "dodenrit"doen. Je ging er opliggen.. èèn been opgetrokken achter je kont op het touw en je andere been liet je als contra-gewicht hangen. Armen zijwaarts en dan vloog je naar beneden. Met je been achter je kont remde je door je been een stukje te strekken, dan kreeg je meer druk op het touw Er zat dan een rode striem op je buik van de wrijving. Onder het touw liep een sloot!!! als je van het touw afviel belandde je in de sloot!!! Ook leerde je hier de steile rots afdalingen in het volgende stukje lees je dit. Je moest dit allemaal doen anders kreeg je geen groene baret!!
Er werd het uiterste van je lichamelijke en je geestelijke conditie gevraagd. Men trachtte je altijd door intimidatie en boosheid uit je evenwicht te krijgen. Afknijpen heet dat. Voorbeeld: je schoenen moesten altijd glimmen, zeker bij het appèl! Als je voor het appèl klaar stond (in het zand!) haalde je nog even vlug de borstel over je schoenen, die borstel had ik altijd in mijn patroontas zitten. De pelotoscommandant riep geeeeef acht!! (linkervoet omhoog en met een tik die volkomen gelijk met de anderen moest zijn bij de rechtervoet zetten !). Vervolgens kreeg je controle op je uitrusting! "er zit stof op je schoenen "je ziet er niet uit man!". En omdat al snel bleek dat iedereen dat had (door het geef acht commando!)was de straf een nachtoefening die de hele nacht duurde dus niet naar bed! Of die nachtoefening nu wel of niet gepland was.. zo brachtte zij het!!
Steeds weer werd je door nieuwe uitdagingen op de proef gesteld of je er wel bij hoorde! Deze rotsafdalingen werden beoefend in Limburg bij de mergelafgravingen. 60 meter afdalen, als eenmaal aan het touw hing en je werd niet bang of zo iets dan lukte het wel Het ergste was altijd het moment van aan het touw over de rand kruipen en dan gaan hangen. Je moest eigenlijk achteruitlopend de rots af. De instructeurs probeerde je "er af te praten "met "kom op jo, je wilde toch zo graag een groene baret ? en kom op je kan het, niet naar beneden kijken ">
Deze afdalingen waren moeilijk en vroegen veel van je concentratie. De klimmethode was niet beveiligd, dat kenden wij in die tijd nog niet. Bij het minst geringe foutje kon je naar beneden vallen. Je zette met je voeten af tegen de wand en liet je dan zakken. De kunst was dat, als weer terug tegen de wand kwam dat je dan ook weer stil hing, en als het even kan met de voeten eerst en niet met je rug......
De landingsboot, Haal op gelijk, haal op gelijk, was het ritme waarin gepeddeld werd. Het Hollandsdiep oversteken voor een droge of natte oefening!! Bij het commando "boeg" moest iedereen de boot verlaten, let wel: gekleed en met wapen !!" Ze wisten precies waar ze dat konden doen, we konden net aan staan en moesten naar het strandtje lopen. De rest van de dag was je dus nat. 's Nachts met kanvasboten de Amer over naar de Biesbos.Je kreeg 2 luchtzakken terwijl er 6 vakken waren waar deze in moestendus je zonk zowat, met vier man in èèn boot. peddelend en het moest geruisloos. Een "stille"landing noemde ze dat. Aangekomen, 3 dagen in de Biesbossen gebivakkeerd, "overleven", geen eten en drinken meegehad. We hadden wel pillen om water te zuiveren , we hebben brandnetels gekookt en een konijn gejat bij de enige rietkweker van de Biesbos, en zo deden wij dat.
Als verkenner moest je ook leren om je met alles te kunnen verplaatsen zo ook met een kano. "Zien zonder gezien te worden" was het parool dus vooral 'snachts, en maar hopen dat alles goed zou gaan. Door de stroom was je elkaar al gauw kwijt en moest je in je eentje maar zien dat je de opdracht goed uitvoerde... maar het moeilijkste moest nog komen ......
13de week was de afmattingsweek. Met de trein werden wij naar Nijmegen gebracht. Daar in de omgeving moesten wij ons, in 5 dagen 180 km verplaatsen. Op de foto zie je hoe er blaren geprikt werden. Na 150 km ging bij mij letterlijk het licht uit, het bloed stond in mijn schoenen en ik raakte buiten bewustzijn. Van de arts mocht ik niet meer lopen maar: "als ik nog kans zag om via een touwbrug die over een riviertje was gespannen naar de overkant te komen liep mijn baret geen gevaar en zouden ze mij per auto naar Roosendaal vervoeren. Ik heb het voor elkaar gekregen, vraag niet hoe, ik heb een half jaar vrij gekregen van het dragen van hoge schoenen.... het was echt heel erg! De
Ik werd met een jeep, vanuit de ziekenboeg naar de grote Markt in Roosendaal gebracht want lopen kon ik nog niet.... Op de Markt werd op 27 maart 1952 aan alle mannen die het gehaald hadden uit handen van de korpscommandant de groene baret uitgereikt. Met de aanvalskreet "NUNC AUT NUNCUAM" (nu of nooit) konden de 72 overgebleven manschappen de felbegeerde groene baret opzetten.
Dit is een foto van een stukje van mijn certificaat waarop staat dat Th.A.M. Peters op grond van zijn prestaties en zijn karaktereigenschappen, gerechtigd is tot het dragen van de groene baret. Ik kreeg de groene baret omdat ik getoond had alles aan te kunnen en meer te doen dan dat er eigenlijk van mij verwacht kon worden. Dit werd mij door de korpscommandant gezegd. Daarna begon het eigenlijk allemaal pas goed! ik werd uitgekozen om de kaderklas te gaan volgen en deed ook dit met succes. Via commando 1ste klas en korporaal werd ik onderofficier in de rang van sergeant bij het Korps en werd instructeur en groepscommandant.daarna nog 2 keer op herhaling geweest.
Napraten: Theo met de groene baret. Ik heb hem nog steeds zoals je ziet, het is zelfs mijn tweede. De eerste is er nog wel maar die past niet meer. Te grote kop gekregen! Elke 5 jaar is er een reunie met alle mannen die een groene baret verdiend hebben. We verzamelen dan in de Engelbrecht van Nassau-kazerne in Roosendaal en na N A P R A T E N M E T B I E R en het zingen van ons lied: "wij zijn jongens een bonk schorem, we laten de moed nooit zakken enz." Lopen we 'smiddags een parade door het centrum van Roosendaal. De speaker op de markt vermeld dan : "Dit is de 4de commandocompanie, de jongens die zich ingezet hebben in de watersnood in 1953 en veel mensenlevens gered hebben". Er volgt dan een groot applaus van de mensen om ons heen op de markt. Ik krijg dan een brok in mijn keel en ben beretrots. Ik heb nooit spijt gehad van dat ik vrijwillig bij dit korps gediend heb. mijn kinderen zeiden alttijd: "pa, eens commando,, altijd commando!" Ik had dat ooit eens een keertje gezegd. Ik zou het zo weer doen.... maar dan komt eerst.... kon ik het nog maar.!! nunc out nuncuam.
Het Korps Commandotroepen: elite van de Nederlandse Krijgsmacht. Naar aanleiding van het 65-jarig bestaan van het Korps Commando Troepen (KCT) verscheen onlangs een fotoboek over de mannen, die overal ter wereld worden ingezet bij speciale operaties in vijandelijk gebied zoals nu in Afghanistan. NUNC OUT NUNQUAM : NU OF NOOIT ! Fotograaf N.de B. (57) heeft diepe bewondering voor de commando's. Hij volgde ze jarenlang tijdens de opleiding en oefeningen. "Die jongens springen in duikerpak van de Zeelandbrug of 's nachts op 10 km hoogte uit een Hercules. Geen Rambo's.... B. doet de ,eeste research zelf, zo ook bij de commando's. Na lange voor-gesprekken mocht hij dit tamelijk gesloten legeronderdeel van dichtbij volgen. Bladerend door zijn fotoboek, oorspronkelijk bedoeld als een geschenk bij een reunie, vertel B. over de KCT." Natuurlijk moeten commando's fysiek in topconditie verkeren, maar ze moeten ook geestelijk stabiel zijn. Onder bizarre onstandigheden moeten zij rustig blijven". Kapitein J. B., hoofd voorlichting van het KCT en zelf in het bezit van de groene baret bevestigt dit, " Mensen denken vaak dat wij ranbo's zijn maar niets is minder waar. De belangrijkste spier zit tussen de oren ! Tijden de Elementaire Commando Opleiding (ECO), die 8 tot 9 weken duurt , is het afzien. Droppings, marsen, isolatie: alles legde B. vast op film en dia. De ECO is een selectieprocedure, gemiddeld valt de helft af. Zij die deze basistraining doorstaan, maken een goede kans bij de verder gespecialiseerde opleidingen zoals; sniper of demolitiespecialist (springstoffen). Het duurt een goed jaar om klaar te zijn voor uitzending.
Tijdens de Elementaire Commando Opleiding (ECO) die acht tot negen weken duurt, is het afzien. Droppings, speedmarsen, isolatie; alles legde B. vast op foto's en dia's. De ECO is een selectieprocedure, gemiddeld valt de helft af. Zij die deze basistraining doorstaan maken een goede kans om bij de verdere gespecialiseerde opelidingen , zoals snipper of demolutie-spesialist te komen. Het duurt een goed jaar eer men klaar is voor uitzending.
Door het keiharde werk ontstaat er teamspirit. ze gaan tot hun grenzen. er is geen competitie, haat of nijd. Straks zijn ze compleet afhankelijk van elkaar. Tijdens de traditionele afsluitng van de ECO, de nachtelijke commandantenmars van 25 km met volle bepakking, helpen de jongens elkaar. Een medecursist die op 'instorten' staat wordt aan de schouder meegetrokken. Nog niet opgeven joh, doorgaan!
BERUSTING Op B.'s foto's staan blikken die op oneindig staan, kurkdroge open monden en snot dat vermengd met zeweet over de kin druipt. Onderweg worden ze door het kader getreiterd. Watjes worden ze genoemd, " je wou toch een groene baret... werk er dan ook voor!! Toch zijn commando's zelden chagrijnig, weet B. die zelf kilometers mars meeliep. Er worden zelfs grapjes gemaakt. Ze weten dat ze dit door moeten maken en berusten daarin. Amgst bij de commando's heeft B. nooit gezien. |Ook niet bij het parachute-springen van grote hoogte waar je niet zonder zuurstofmasker kan. Je gaat bij rood licht in de deuropening staan en bij groen licht spring je.. Ik herinner mij een jongen die voor de eerste keer sprong. Zijn ogen waren leeg, er was niets meer, een gelukzaligheid bijna.
B. is al vanaf 1989 bezig met het Korps Commando Troepen. Wat begon als een foto-opdracht voor Panorama is uitgegroeid tot een bescheiden obsessie. Verschillende publicaties en exposities volgden en B. werd bevorderd tot ere-lid van de commandostichting. Naast een kroon op het werk is het boek tegelijk een afsluitng: Een groot deel van het materiaal is uniek en niet meer te herhalen. Naast passieve waarnemings- en verkenningstaken voert het KCT sinds een tijdje directe aanvallen uit. Zogenoemde "kleinschalige offensieve acties". Vanuit veiligheidsoogpunt mogen commando,s niet herkenbaar in beeld gebracht worden. Hij of zij, die intresse heeft in het fotoboek kan dit bestellen via: www.onkenhout,org.gewoon doen "NUNC OUT NUNCUAM
(foto boven) Dit is de voorpui van onze broodwinkel aan de Havenstraat in Rotterdam / Delfshaven. In de deuropening mijn opa (1881) en mijn vader (1906)
(foto boven) Mijn opa staat aan de 'patrijn' voor het maken van deeg (50kg meel, 18 ltr water, 1 kg.gist en 1 kg.zout, maakt 92 broden van 800 gram.
(foto boven) een tante (Len) van mij stond als winkeljuffrouw rond 1935 in de winkel! (is 29 jaar geworden)
(foto boven) Hier tante van mij als winkeljuffrouw (tante Ria). Mijn vader had 5 zussen waarvan 1 in het klooster, de andere 4 kwamen allemaal als winkeljuffrouw aan de beurt.
Theo in zijn broodwijk op de nieuwe haven in Schiedam. ja.. zover kwam ik. ook nog een klant net over de gemeentegrens met Vlaardingen. Per dag onderweg van 10 uur tot 14.30 uur.
(foto boven) Nog een keer mijn opa, een beetje uitvergroot. Aan de deegmachine.
Mijn vader maakt Rotterdamse snijders met een scheermes !!
Opa (1881) staat met de 'schieter'voor de oven medio 1950
Vader Peters (1906) stookt het vuur van de oven op, dit was aan de achterkant van de oven!
reclame tekst:
ER IS NIETS BETERS DAN BROOD VAN PETERS
(RECLAME TEKST)
JA HEUS MEVROUW IK MEEN HET ECHT, WAT WIJ HIER BAKKEN IS NIET SLECHT. HET IS EEN PRODUKT VAN NEERLANDS GROND. ONS BROOD IS VOEDZAAM EN GEZOND!
Truus Romijn ??
Ik zou graag in contact komen met mijn eerste liefde! Niet om het aangaan van een relatie maar omdat ik heel nieuwschierig ben hoe het met haar in het leven is gegaan. Ik weet dat ziji is getrouwd met ene Schaeffer, geboren in of gewoont hebbende in Schiedam. Vermoedelijk zijn ze samen geèmigreerd naar New Sealand. Truus heeft gewoont in de Bruynstraat in Rotterdam-west. Ze had een zusje met de naam Sonja. Als iemand haar van dichtbij of in de verte gekent heeft wil je mij dit dan mailen of in mijn gastenboek reageren. met hartelijke dank Meer inlichtingen op de homepage van theo peters.