Als je met de linker muisknop op een foto klikt, krijg je de foto op een apart scherm groter... Ga terug door op de onderbalk op blog te klikken!!!
Nog twee verkoopsters uit eigen stal..... nu in 1951. De etalage achter de twee had twee schuifdeuren met geslepen glas er in, erg apart voor die tijd !
De klimtoren is 23 meter hoog. Vanaf de bovenkant naar beneden is schuin een touw gespannen. Vanaf boven, staande op een platvormpje moet je op het touw gaan liggen. één been achter je kont en één been laten hangen, dit been dient als contragewicht. Als je het been achter je kont intrekt ga je hard naar beneden. Als je het been strekt krijg je meer druk op het touw en rem je af. De armen worden zijwaarts gehouden als een vogel voor het evenwicht. De commando op de foto ligt verkeerd op het touw, hij gaat nu achteruit naar beneden. Dat is bij training ed. niet toegestaan.
Ik vind het leuk dat je even komt kijken. Ook mijn ervaringen lezen natuurlijk. Ik begin met het werk dat ik in mijn jeugd heb gedaan, en als laatste mijn diensttijd bij het Korps Commandotroepen in Roosendaal. Als je dat allemaal gelezen hebt.. reageer dan in mijn gastenboek (in de rechter kolom!) druk maar op 'toevoegen' de rest gaat vanzelf. Bedankt hé.. Theo peters. P.S. het blog watersnood staat nu op zich zelf onder:
Ik kwam deze mogelijkheid om een eigen site te maken tegen bij mijn bezoek aan het seniorennet. Och als het gaat?? dan lijkt het me wel wat! Kijken of het leuk is en of het werkt! Ik had er uiteraard geen benul van waar en hoe ik moest beginnen. Ik nam mij voorlopig voor om als onderwerp te kiezen; mijn werk en mijn jeugd. Later is daar mijn diensttijd bijgekomen en later kan er wellicht nog iets aan de hobby's en/of het opsporen van bepaalde personen aan toegevoegd worden. Als je zou willen reageren (dan zou ik dit erg leuk vinden!) je kan dit doen in mijn gastenboek. Dat vind je in de rechterkolom hiernaast. je klikt maar op toevoegen en je zit er in. gewoon doen jo, kleine moeite toch!!
Op deze foto is Theo 17 jaartjes jong, gemaakt bij een echte fotograaf op de nieuwe Binnenweg. Er zijn thans nog maar weinig mensen die hem zo zullen herinneren immers... Hij is thans 78 jaar en zit peentjes te zweten bij het maken van deze site. Nu ik hem zo zie... zeker niet lelijk.. of . . . AANVULLING: het is thans 2011. Theo is geboren op 14 november 1932.
Deze foto is gemaakt in 1925! Waarom? Het ging zo goed in deze zaak dat mijn opa de voorpui van de winkel helemaal liet betegelen met een blauwgevlamde tegel. Vlak onder het raam van de bovenverdieping stond met gouden letters "ELEC. BROODBAKKERIJ JAC. L. PETERS". tevens.... Hij was de eerst ondernemer in Delfshaven die electrisch licht in zijn winkel liet aanbrengen. 's avonds liet hij het branden en kwamen alle mensen kijken naar deze mooi verlicht winkel!! Hij was ook de eerste bakker die melkbrood ging verkopen. Hij was gewoon een verschrikkelijke goeie ondernemer en een vakman, zeker voor die tijd!! In de deur van de winkel mijn opa (1881) en mijn vader (1906).
Op deze foto staan mijn broer Henk en ik (Theo) met een gewone schaar brood te knippen, juist ja: knipbrood. Dit deden wij als de pan volgerezen was en vlak voordat dit de oven in ging Wij maakten ook nog Plaatbrood, Vloerbrood, Casinobrood, Rotterdamse snijders (met een papje er op ), krentenbrood met en zonder spijs, Zoutloos voor de dieeten, puntbroodjes, bollen, luxe broodjes, krenten-bollen, en heel in het begin ook nog eigengemaakte beschuit.
Het brood dat wij 'snachts bakten moest natuurlijk ook nog verkocht worden. dit deden wij in de winkel aan de Havenstraat, hierin stonden tantes van mij, en in 6 broodwijken met de wagens die op de foto staan. Om 10 uur 'smorgens mocht je gaan beginnen met het verkopen van 'vers' brood. Ieder had in Rotterdam een wijk, en er was 1 wijk die kwam helemaal in Schiedam en Vlaardingen. Om 10 uur gingen wij weg en we waren allemaal rond 3 uur in de middag weer terug. Mijn vader had een trekhond onder zijn wagen omdat hij door zijn asthma de wagen niet alleen vooruit kon krijgen! Een werkdag duurde bij ons van 'snachts 5 uur (vrijdags 2 uur) tot 'smiddags 3 uur. Per week werkten wij dus zo'n 64 uur. Daarnaast deed mijn vader 'smiddags ook nog de boekhouding en het na rekenen van de uitbrengwijken.
Alle foto's in deze site zijn gemaakt in onze bakkerij aan de Havenstraat 138 in Delfshaven, dit is een oude wijk in Rotterdam. Als je het trapje op gaat kom je op de 'bloemzolder' zo noemde wij dat. Hier lagen de balen tarwemeel en patentbloem van elk 50 kg, per stuk. Rechts is de werkbank waar wij het deeg bewerkten tot broden en/of broodjes en krentenbollen enz. Het ronde ding is een PATRIJN. Dit is een ronde kuip die in de rondte draaide met een meng-arm erboven die door een electromotor werd aangedreven. Hier werd het deeg in gemaakt. Het apparaat op poten is een verdeelmachine. Hierin werden plakken deeg van 1700 gram gedaan. Je trok de stang naar beneden en zo drukte je het stuk deeg plat. Je schoot dan door en dan kwamen er 30 kleine stukjes deeg uit waarvan wij de broodjes en de krentenbollen maakten. Links is de heteluchtoven met 2 bakruimten boven elkaar van ieder 90 broden de productie van 1 baal meel. In onze drukste tijd(1946) zette wij per week 72 balen bloem om. Een drukke zaak dus met veel werk!!
Zoals je kunt zien is het maken van deze site toch wel een beetje aan het lukken. Uiteindelijk kom je overal achter. (ook, dat je er nog niet veel van begrijpt!). Het onderwerp hier was de tijd uit mijn jeugd en mijn werk toen. Ik kijk hier met veel voldoening en plezier op terug. Ik heb altijd met mijn vader samengewerkt, van mijn 12de tot mijn 30ste jaar! Ik heb veel respect voor mijn vader. Hij had enorme wilskracht en een goede instelling, ga maar na... Hij had zwaar asthma en heeft hiermee zijn hele leven gewerkt in een warme , stoffige ruimte. s'Nachts in de bakkerij en overdag in een broodwijk. Ik heb hem dikwijls uit de trog overeind moeten trekken omdat hij er op eigen kracht niet meer uit kwam. Hij nam dan weer een half evedrinetabletje en na 10 minuten werkte hij weer volop! (hij moest van zijn vader bakker worden!). Toen ik 8 jaar was ging ik al met hem mee de broodwijk in om te duwen. Hij was in tegenstelling tot zijn vader niet een èchte vakman maar wel een doordouwer!
Op de foto zie je mijn opa (1886) in de patrijn aan het deeg maken. De patrijn is een ronde kuip die met een eletromotor in de rondte draait. Met daarboven een bewegende arm die het deeg aanmaakt.
met deze opa en mijn vader en 2 knechts heb ik in mijn jeugd gewerkt. Toen ik 8 jaar was liep ik al in de bakkerij. "die is er al vroeg bij, dat wordt een goeie bakker" zei mijn opa! Ik hielp op mijn manier al zo'n beetje. Toen er een blik (broodpan) van de schieter viel! (schieter is een lange houten stok waaraan een platte houten schep waar de blikken mee de oven in en uit werden gedaan !).. toen dat blik dus viel raapte ik dit gelijk op ... ik verbrandde mijn beide handen 2de graads. Wekenlang in het verband gezeten ! d a t d e e d i k d u s n o o i t m e e r !!
In de orlogstijd (1943) kregen wij geen meel meer en ook geen kolen, wij konden dus geen brood meer bakken dat betekende: geen inkomen, geen eten. en in de kou want de oven verwarmde ons hele huis!! Tot overmaat van ramp werd mijn vader, samen met vele anderen door de Duitsers op transport naar Duitsland gezet. Dit was om te werken. Mijn moeder bleef achter met 9 kinderen waarvan de oudste van 13 in Heemstede op het seminari zat. Wij slieipen vanwege het gevaar van bombardementen in de bakkerij, dit was veiliger omdat dit de kelder was. Na de oorlog toen alles weer een beetje normaal was, giingen wij weer bakken. Het brood was nog wel op de bon. Per persoon kreeg je 400 gram brood dit waren 12 boterhammen, daar moest je een week mee doen. In je broodwijk moest je oppassen dat je geen vals bonnetjes aannam. De mensen deden alles om je te bedriegen met die bonnetjes. Elke 14 dagen was er een ander bonnetje met een ander nummer aan de beurt, dit vervalste ze en als je het niet zag dan zwaaide er thuis wat. Je moest onderweg ook oppassen voor plunderaars, die probeerde je wagen open te breken (die zat op slot!) om je brood te stelen. Dit is mij 2 keer overkomen, de hele wagen leeg want eenmaal open vloog iedereen er op af!! Toen kreeg ik een tijdje een politieagent mee! (voor een halfje brood per dag!) Er werd mij wel F.100,= voor èèn brood geboden.. men noemde dit "zwarte handel". Ik heb dit nooit gedaan.
Dit is het einde van deze site over mijn werk, ik ga door met mijn diensttijd bij de commando's in Roosendaal.
Op deze foto is theo 17 jaar en had hij geen handwagen maar deze trapfiets met een grote bak er voor. Hiermee heb ik 18 jaar mijn broodwijk gereden en mijn klanten bediend. 6 dagen per week door weer en wind... nooit èèn dag, voor wat voor reden dan ook thuis gebleven. Als je wel eens ziek was, was de reactie.. "prima, als je je wijk maar rijd "! Ik herinner mij het volgende: mijn vader had eens een keer zo zwaar asthma dat hij werkleijk niet meer op of neer kon. Toen mijn opa 'smorgens in de bakkerij kwam om te werken ging hij naar boven waar mijn vader op bed lag en zei tegen hem "thijs je komt er toch zeker wel uit om je wijk te rijden !" dat was het enige belangrijke voor hem. Ik mocht hem toen niet meer !! In mijn broodwijk kwam ik door de Bruijnstraat. Daar woonde Truus Romein (ij), zij was mijn 1ste grote liefde.(1949) Om redenen die ik hier niet wil opschrijven raakte ik haar kwijt! Ik zou haar graag nog eens ontmoeten. Als er iemand is die haar gekent heeft wilt u dan rageren naar e-mailadres; theopeters@hetnet.nl.
op de foto van l. naar r. mijn vader, miep en mijn persoontje en mijn moeder. Die kwamen gezamelijk op ouderdag in de kazerne Op mijn 19de jaar werd ik opgeroepen voor het vervullen van mijn dienstplicht. Ik kwam op in Roermond bij de Limburgse jagers en werd gelegerd in de Ernst Casimirkazerne. Tijdens de recrutentijd (eerste zes weken waarin je niet naar huis mocht!) werd er reclame gemaakt om dienst te nemen bij het Korps Commandotroepen in Roosendaal. Ik had toen al een grote mond dus de "boys"zeiden tegen mij: "das wat voor jou jo, als je durft!" "Voor een pakje sigaretten en een knaak ben ik weg"zei ik! En zo kwam ik bij het Korps Commandotroepen in Roosendaal terecht nog niet uit overtuiging maar wel 100 km dichter bij huis. Ik meldde mij vol spanning......
Op de volgende foto zie je de klimtoren van 23 meter hoog. Wij leerde hier diverse afdalingen, op foto; met tockle rope naar beneden Touw in een lus om het schuine touw heen. Over de gesloten kant moesten wij via klosjes naar boven klimmen. Je kon weer naar beneden in de steile rots afdalingsmethode.(zie het 2de volgende blokje) of Met de .... "dodenrit" Je moet dan met je buik op het touw gaan liggen, èèn been opgetrokken achter je kont op het touw leggen en het andere been als contragewicht naar beneden laten hangen. Met je armen zijwaarts vloog je over het touw naar beneden. Je kon remmen door je been achter je kont te strekken dan kreeg je meer druk op het touw. Van de wrijving kreeg je een rode striem op je buik. Als je van het touw afviel kwam je in een sloot terecht die onder het hele touw door liep, je eindigde wel in het ziekenhuis!! Als je dit alles niet deed of niet kon kreeg je geen groene baret !!
Wij werden gelegerd in een tentenkamp op het terrein van boer Bakx op de Ruckvense heide, die lag 4 km achter Roosendaal, er was ook een eigen schietbaan. Ik zat in de 4de opleidingscompagnie, bij elkaar 120 man verdeeld over 4 pelotons van ieder dus 30 man. Er werd ons op niet mis te verstane wijze duidelijk gemaakt dat er veel van ons verwacht werd en dat velen het niet zouden halen. . Bij afwijzing.. terug naar het onderdeel waar je vandaan kwam! Alleen de allerbeste onder jullie krijgen over 13 weken een groene baret! Wij beginnen hier met een opleiding van 12 weken en we eindigen met een afmattingsweek....... Op de foto de klimtoren, een spannend ding. Op de gesloten kant via klosjes naar boven klimmen. Over het touw dat je ziet moest je de "dodenrit"doen. Je ging er opliggen.. èèn been opgetrokken achter je kont op het touw en je andere been liet je als contra-gewicht hangen. Armen zijwaarts en dan vloog je naar beneden. Met je been achter je kont remde je door je been een stukje te strekken, dan kreeg je meer druk op het touw Er zat dan een rode striem op je buik van de wrijving. Onder het touw liep een sloot!!! als je van het touw afviel belandde je in de sloot!!! Ook leerde je hier de steile rots afdalingen in het volgende stukje lees je dit. Je moest dit allemaal doen anders kreeg je geen groene baret!!
Er werd het uiterste van je lichamelijke en je geestelijke conditie gevraagd. Men trachtte je altijd door intimidatie en boosheid uit je evenwicht te krijgen. Afknijpen heet dat. Voorbeeld: je schoenen moesten altijd glimmen, zeker bij het appèl! Als je voor het appèl klaar stond (in het zand!) haalde je nog even vlug de borstel over je schoenen, die borstel had ik altijd in mijn patroontas zitten. De pelotoscommandant riep geeeeef acht!! (linkervoet omhoog en met een tik die volkomen gelijk met de anderen moest zijn bij de rechtervoet zetten !). Vervolgens kreeg je controle op je uitrusting! "er zit stof op je schoenen "je ziet er niet uit man!". En omdat al snel bleek dat iedereen dat had (door het geef acht commando!)was de straf een nachtoefening die de hele nacht duurde dus niet naar bed! Of die nachtoefening nu wel of niet gepland was.. zo brachtte zij het!!
Steeds weer werd je door nieuwe uitdagingen op de proef gesteld of je er wel bij hoorde! Deze rotsafdalingen werden beoefend in Limburg bij de mergelafgravingen. 60 meter afdalen, als eenmaal aan het touw hing en je werd niet bang of zo iets dan lukte het wel Het ergste was altijd het moment van aan het touw over de rand kruipen en dan gaan hangen. Je moest eigenlijk achteruitlopend de rots af. De instructeurs probeerde je "er af te praten "met "kom op jo, je wilde toch zo graag een groene baret ? en kom op je kan het, niet naar beneden kijken ">
Deze afdalingen waren moeilijk en vroegen veel van je concentratie. De klimmethode was niet beveiligd, dat kenden wij in die tijd nog niet. Bij het minst geringe foutje kon je naar beneden vallen. Je zette met je voeten af tegen de wand en liet je dan zakken. De kunst was dat, als weer terug tegen de wand kwam dat je dan ook weer stil hing, en als het even kan met de voeten eerst en niet met je rug......
De landingsboot, Haal op gelijk, haal op gelijk, was het ritme waarin gepeddeld werd. Het Hollandsdiep oversteken voor een droge of natte oefening!! Bij het commando "boeg" moest iedereen de boot verlaten, let wel: gekleed en met wapen !!" Ze wisten precies waar ze dat konden doen, we konden net aan staan en moesten naar het strandtje lopen. De rest van de dag was je dus nat. 's Nachts met kanvasboten de Amer over naar de Biesbos.Je kreeg 2 luchtzakken terwijl er 6 vakken waren waar deze in moestendus je zonk zowat, met vier man in èèn boot. peddelend en het moest geruisloos. Een "stille"landing noemde ze dat. Aangekomen, 3 dagen in de Biesbossen gebivakkeerd, "overleven", geen eten en drinken meegehad. We hadden wel pillen om water te zuiveren , we hebben brandnetels gekookt en een konijn gejat bij de enige rietkweker van de Biesbos, en zo deden wij dat.
Als verkenner moest je ook leren om je met alles te kunnen verplaatsen zo ook met een kano. "Zien zonder gezien te worden" was het parool dus vooral 'snachts, en maar hopen dat alles goed zou gaan. Door de stroom was je elkaar al gauw kwijt en moest je in je eentje maar zien dat je de opdracht goed uitvoerde... maar het moeilijkste moest nog komen ......
13de week was de afmattingsweek. Met de trein werden wij naar Nijmegen gebracht. Daar in de omgeving moesten wij ons, in 5 dagen 180 km verplaatsen. Op de foto zie je hoe er blaren geprikt werden. Na 150 km ging bij mij letterlijk het licht uit, het bloed stond in mijn schoenen en ik raakte buiten bewustzijn. Van de arts mocht ik niet meer lopen maar: "als ik nog kans zag om via een touwbrug die over een riviertje was gespannen naar de overkant te komen liep mijn baret geen gevaar en zouden ze mij per auto naar Roosendaal vervoeren. Ik heb het voor elkaar gekregen, vraag niet hoe, ik heb een half jaar vrij gekregen van het dragen van hoge schoenen.... het was echt heel erg! De
Ik werd met een jeep, vanuit de ziekenboeg naar de grote Markt in Roosendaal gebracht want lopen kon ik nog niet.... Op de Markt werd op 27 maart 1952 aan alle mannen die het gehaald hadden uit handen van de korpscommandant de groene baret uitgereikt. Met de aanvalskreet "NUNC AUT NUNCUAM" (nu of nooit) konden de 72 overgebleven manschappen de felbegeerde groene baret opzetten.
Dit is een foto van een stukje van mijn certificaat waarop staat dat Th.A.M. Peters op grond van zijn prestaties en zijn karaktereigenschappen, gerechtigd is tot het dragen van de groene baret. Ik kreeg de groene baret omdat ik getoond had alles aan te kunnen en meer te doen dan dat er eigenlijk van mij verwacht kon worden. Dit werd mij door de korpscommandant gezegd. Daarna begon het eigenlijk allemaal pas goed! ik werd uitgekozen om de kaderklas te gaan volgen en deed ook dit met succes. Via commando 1ste klas en korporaal werd ik onderofficier in de rang van sergeant bij het Korps en werd instructeur en groepscommandant.daarna nog 2 keer op herhaling geweest.
Napraten: Theo met de groene baret. Ik heb hem nog steeds zoals je ziet, het is zelfs mijn tweede. De eerste is er nog wel maar die past niet meer. Te grote kop gekregen! Elke 5 jaar is er een reunie met alle mannen die een groene baret verdiend hebben. We verzamelen dan in de Engelbrecht van Nassau-kazerne in Roosendaal en na N A P R A T E N M E T B I E R en het zingen van ons lied: "wij zijn jongens een bonk schorem, we laten de moed nooit zakken enz." Lopen we 'smiddags een parade door het centrum van Roosendaal. De speaker op de markt vermeld dan : "Dit is de 4de commandocompanie, de jongens die zich ingezet hebben in de watersnood in 1953 en veel mensenlevens gered hebben". Er volgt dan een groot applaus van de mensen om ons heen op de markt. Ik krijg dan een brok in mijn keel en ben beretrots. Ik heb nooit spijt gehad van dat ik vrijwillig bij dit korps gediend heb. mijn kinderen zeiden alttijd: "pa, eens commando,, altijd commando!" Ik had dat ooit eens een keertje gezegd. Ik zou het zo weer doen.... maar dan komt eerst.... kon ik het nog maar.!! nunc out nuncuam.
Het Korps Commandotroepen: elite van de Nederlandse Krijgsmacht. Naar aanleiding van het 65-jarig bestaan van het Korps Commando Troepen (KCT) verscheen onlangs een fotoboek over de mannen, die overal ter wereld worden ingezet bij speciale operaties in vijandelijk gebied zoals nu in Afghanistan. NUNC OUT NUNQUAM : NU OF NOOIT ! Fotograaf N.de B. (57) heeft diepe bewondering voor de commando's. Hij volgde ze jarenlang tijdens de opleiding en oefeningen. "Die jongens springen in duikerpak van de Zeelandbrug of 's nachts op 10 km hoogte uit een Hercules. Geen Rambo's.... B. doet de ,eeste research zelf, zo ook bij de commando's. Na lange voor-gesprekken mocht hij dit tamelijk gesloten legeronderdeel van dichtbij volgen. Bladerend door zijn fotoboek, oorspronkelijk bedoeld als een geschenk bij een reunie, vertel B. over de KCT." Natuurlijk moeten commando's fysiek in topconditie verkeren, maar ze moeten ook geestelijk stabiel zijn. Onder bizarre onstandigheden moeten zij rustig blijven". Kapitein J. B., hoofd voorlichting van het KCT en zelf in het bezit van de groene baret bevestigt dit, " Mensen denken vaak dat wij ranbo's zijn maar niets is minder waar. De belangrijkste spier zit tussen de oren ! Tijden de Elementaire Commando Opleiding (ECO), die 8 tot 9 weken duurt , is het afzien. Droppings, marsen, isolatie: alles legde B. vast op film en dia. De ECO is een selectieprocedure, gemiddeld valt de helft af. Zij die deze basistraining doorstaan, maken een goede kans bij de verder gespecialiseerde opleidingen zoals; sniper of demolitiespecialist (springstoffen). Het duurt een goed jaar om klaar te zijn voor uitzending.
Tijdens de Elementaire Commando Opleiding (ECO) die acht tot negen weken duurt, is het afzien. Droppings, speedmarsen, isolatie; alles legde B. vast op foto's en dia's. De ECO is een selectieprocedure, gemiddeld valt de helft af. Zij die deze basistraining doorstaan maken een goede kans om bij de verdere gespecialiseerde opelidingen , zoals snipper of demolutie-spesialist te komen. Het duurt een goed jaar eer men klaar is voor uitzending.
Door het keiharde werk ontstaat er teamspirit. ze gaan tot hun grenzen. er is geen competitie, haat of nijd. Straks zijn ze compleet afhankelijk van elkaar. Tijdens de traditionele afsluitng van de ECO, de nachtelijke commandantenmars van 25 km met volle bepakking, helpen de jongens elkaar. Een medecursist die op 'instorten' staat wordt aan de schouder meegetrokken. Nog niet opgeven joh, doorgaan!
BERUSTING Op B.'s foto's staan blikken die op oneindig staan, kurkdroge open monden en snot dat vermengd met zeweet over de kin druipt. Onderweg worden ze door het kader getreiterd. Watjes worden ze genoemd, " je wou toch een groene baret... werk er dan ook voor!! Toch zijn commando's zelden chagrijnig, weet B. die zelf kilometers mars meeliep. Er worden zelfs grapjes gemaakt. Ze weten dat ze dit door moeten maken en berusten daarin. Amgst bij de commando's heeft B. nooit gezien. |Ook niet bij het parachute-springen van grote hoogte waar je niet zonder zuurstofmasker kan. Je gaat bij rood licht in de deuropening staan en bij groen licht spring je.. Ik herinner mij een jongen die voor de eerste keer sprong. Zijn ogen waren leeg, er was niets meer, een gelukzaligheid bijna.
B. is al vanaf 1989 bezig met het Korps Commando Troepen. Wat begon als een foto-opdracht voor Panorama is uitgegroeid tot een bescheiden obsessie. Verschillende publicaties en exposities volgden en B. werd bevorderd tot ere-lid van de commandostichting. Naast een kroon op het werk is het boek tegelijk een afsluitng: Een groot deel van het materiaal is uniek en niet meer te herhalen. Naast passieve waarnemings- en verkenningstaken voert het KCT sinds een tijdje directe aanvallen uit. Zogenoemde "kleinschalige offensieve acties". Vanuit veiligheidsoogpunt mogen commando,s niet herkenbaar in beeld gebracht worden. Hij of zij, die intresse heeft in het fotoboek kan dit bestellen via: www.onkenhout,org.gewoon doen "NUNC OUT NUNCUAM
(foto boven) Dit is de voorpui van onze broodwinkel aan de Havenstraat in Rotterdam / Delfshaven. In de deuropening mijn opa (1881) en mijn vader (1906)
(foto boven) Mijn opa staat aan de 'patrijn' voor het maken van deeg (50kg meel, 18 ltr water, 1 kg.gist en 1 kg.zout, maakt 92 broden van 800 gram.
(foto boven) een tante (Len) van mij stond als winkeljuffrouw rond 1935 in de winkel! (is 29 jaar geworden)
(foto boven) Hier tante van mij als winkeljuffrouw (tante Ria). Mijn vader had 5 zussen waarvan 1 in het klooster, de andere 4 kwamen allemaal als winkeljuffrouw aan de beurt.
Theo in zijn broodwijk op de nieuwe haven in Schiedam. ja.. zover kwam ik. ook nog een klant net over de gemeentegrens met Vlaardingen. Per dag onderweg van 10 uur tot 14.30 uur.
(foto boven) Nog een keer mijn opa, een beetje uitvergroot. Aan de deegmachine.
Mijn vader maakt Rotterdamse snijders met een scheermes !!
Opa (1881) staat met de 'schieter'voor de oven medio 1950
Vader Peters (1906) stookt het vuur van de oven op, dit was aan de achterkant van de oven!
reclame tekst:
ER IS NIETS BETERS DAN BROOD VAN PETERS
(RECLAME TEKST)
JA HEUS MEVROUW IK MEEN HET ECHT, WAT WIJ HIER BAKKEN IS NIET SLECHT. HET IS EEN PRODUKT VAN NEERLANDS GROND. ONS BROOD IS VOEDZAAM EN GEZOND!
Truus Romijn ??
Ik zou graag in contact komen met mijn eerste liefde! Niet om het aangaan van een relatie maar omdat ik heel nieuwschierig ben hoe het met haar in het leven is gegaan. Ik weet dat ziji is getrouwd met ene Schaeffer, geboren in of gewoont hebbende in Schiedam. Vermoedelijk zijn ze samen geèmigreerd naar New Sealand. Truus heeft gewoont in de Bruynstraat in Rotterdam-west. Ze had een zusje met de naam Sonja. Als iemand haar van dichtbij of in de verte gekent heeft wil je mij dit dan mailen of in mijn gastenboek reageren. met hartelijke dank Meer inlichtingen op de homepage van theo peters.