Ik zou een vlinder willen zijn... Dan kon ik gaan naar waar ik wou. Vliegen in de lucht van blauw. Dan zou ik landen op je schouder. Want ook al ben ik maar heel klein... Ik wil voor altijd bij je zijn!
Vlinder Je hebt de vrijheid Te vliegen waarheen je Maar wilt; Je vleugels, zo teder, Zijn sterk genoeg om jou te dragen. Jouw mooie kleuren Glinsteren in de zachte lentelucht En ieder die je ziet Wordt meteen vrolijker. Kleine vlinder, blijf vliegen En neem mij mee Op je kleurrijke reis
Een kind,geboren met een wijze ziel staat voor een poort van goud Zwicht ze ooit voor schittering geeft ze op van wie ze houdt? Kiest ze voor eigen gewin of denkt ze aan de smart die ze brengt aan anderen Volgt ze alleen haar eigen hart? De oude wijze ziel in haar geeft raad maar ZELF neemt ze het besluit De poort van goud gaat ze niet door een ziel gaat haar lichaam uit... Veel later sterft een oude vrouw geboren wordt een kind... Ooit vraagt hij raad om WAT te doen? als hij zich voor een poort van goud bevindt Een wijze ziel geeft raad... met de wind mee laat mij maar waaien de wind neemt me wel mee over land en over water op zijn lijnen door de lucht gewichtsloos tevreden in vogelvlucht gelukzalige eenzaamheid dromen herinneringen een beeld voor mijn gezicht gedachtes flarden alles aan het licht beloftes die mij zijn beloofd waarin ik vroeger heb geloofd ruzies situaties gesprekken in mijn hoofd filosofische gedachtes die mij hebben verblijd gelukzalige eenzaamheid Blind Zonder ogen maar toch alles kunnen zien zuiver vanuit zijn ziel levend met heel zijn hart Zo'n mens met gevoel voor alles wat er leeft blind is voor hem geen handicap maar een gave Door te voelen beleeft hij het leven door zijn muziek geeft hij het door En kunnen wij meegenieten van de puurheid en de reinheid zoals het leven bedoeld is en moet zijn Geef je over net als hij sluit je ogen en beleef het leven zoals hij dat doet en dan zal het rustig worden in je hart.
Van hart tot hart
Wanneer we onze hand uitsteken om iemand te helpen om in Liefde voor elkaar klaar te staan Is dat niet het grootste goed? Als ons hart vervuld is van mededogen kunnen we de ander tegemoet treden zonder oordeel Er onvoorwaardelijk voor iemand zijn. We mogen daar zelf van groeien Niet uit trots om wat we hebben gedaan maar innerlijke groei De vreugde die de ander voelt te mogen delen. Zo gaat ons hart steeds verder open mag het Licht binnen stromen vreugde schenken aan heel ons Zijn Als een vogel zo vrij Als een vogel zo vrij overstijg ik al mijn zorgen Vanaf vandaag zet ik alles opzij kijk uit naar de dag van morgen Als een vogel zo vrij zweef ik op de wind Over bergtop en vallei waar ik rust en vrede vind Als een vogel zo vrij spreid ik mijn beide vleugels uit Vergeet al mijn tobberij voel de frisse wind op mijn huid Als een vogel zo vrij vlieg ik de horizon tegemoet Het oude leven ligt ver achter mij de toekomst is al wat er toe doet Open vraag Wat als ik deze nu nog lege regel niet geschreven had? Die open woorden zonder antwoord jou slechts toegedacht? Zou je dan weten het gedachte, voor ik zenden kon? Daar waar door zwijgen der gedichten nimmer iets tot daglicht bracht? En wat verandert dan nu ik deze volle regel wel geschreven heb? Mijn gedachten zacht omschreven jou heb toegedicht Zal je weer de woorden sluiten die de stilte steeds heeft toegebracht? Of zal je dan de zinnen zeggen waar ik al zo lang op wacht?
ZEE. Ik wil alleen zijn met de zee, ik wil alleen zijn met het strand, ik wil mijn ziel wat laten varen, niet mijn lijf en mijn verstand. Ik wil gewoon een beetje dromen rond de dingen die ik voel en de zee, ik weet het zeker, dat ze weet wat ik bedoel. Ik wil alleen zijn met de golven, 'k wil alleen zijn met de lucht, ik wil luist'ren naar mijn adem, ik wil luisteren naar mijn zucht. Ik wil luist'ren naar mijn zwijgen, daarna zal ik verder gaan en de zee, ik weet het zeker, zal mijn zwijgen wel verstaan.
Wat als ik deze nu nog lege regel niet geschreven had?
Die open woorden zonder antwoord jou slechts toegedacht?
Zou je dan weten het gedachte, voor ik zenden kon?
Daar waar door zwijgen der gedichten nimmer iets tot daglicht bracht?
En wat verandert dan nu ik deze volle regel wel geschreven heb?
Mijn gedachten zacht omschreven jou heb toegedicht
Zal je weer de woorden sluiten die de stilte steeds heeft toegebracht?
Of zal je dan de zinnen zeggen waar ik al zo lang op wacht?
gelukzalige eenzaamheid dromen herinneringen een beeld voor mijn gezicht
gedachtes flarden alles aan het licht
beloftes die mij zijn beloofd waarin ik vroeger heb geloofd
ruzies situaties gesprekken in mijn hoofd
filosofische gedachtes die mij hebben verblijd gelukzalige eenzaamheid
De andere kant De grens is hier. Tot hier, daarachter dreigt gevaar. Een andere wereld achter de berg. Nooit gezien, Want ik ben nooit over de top geweest.
Dit keer ben ik vast besloten. Verliezen doe ik niet meer. Hoe uitgeput ik ook zal zijn. Al branden mijn benen nog zo erg. Ik heb de kracht, ik heb de wil. Het vuur brandt in mijn hart. Ik ga naar de andere kant van de berg.
'n Stofje op de wind Zoals een stofje Op de wind Zo zou ik willen zweven Geheel en al Gedachteloos Tevreden met het leven
Respect Respecteer mijn gevoelens, mijn leven, mijn doen. Respecteer hoe ik ben, wie ik mag, wie ik zoen. Respecteer wat ik vind, wat ik denk, wat ik zeg. Hoe ik me kleed, waar ik werk, waar ik voor sta en voor vecht. Respecteer wat ik kies, al kies jij dat niet. Respecteer mijn verschijning, wat je ook ziet. Ik draag wat ik mooi vind, dat is wie ik ben. Ik verander voor niemand, geen seconde, geen haar. Dat vind je vast vreemd, heel dom en ook raar. maar ik ben wie ik zijn wil en waar ik ook van hou, Respecteer hoe ik ben, dan doe ik dat ook voor jou!
Spiegelbeeld
Ze zei: Het kan niet bestaan dat God liefde is. Ze dacht aan het leed in deze wereld.
Ik aarzelde en zei: Liefde is God.
Winter Je ziet weer bomen door het bos, en dit licht is geen licht maar inzicht: er is niets nieuws zonder de zon.
En toch is ook de nacht niet uitzichtloos, zolang er sneeuw ligt is het nooit volledig duister, nee, er is de klaarte van een soort geloof dat het nooit helemaal donker wordt. Zolang er sneeuw is is er hoop.
Een moment voor jou alleen
Duinen, zon, strand en zee Ga wandelen en neem mooie momenten mee
Met je blote voeten door het zand zoek je een plekje op het strand
Een moment ... voor jou alleen Prachtige uitzicht en even niemand om je heen
Lekker wegdromen seconden,minuten .. nee uren! zodat dit moment nog lang genoeg kan duren
in de diepte van de spelonken zijn de duisternis nabij zij fluisteren namen maar al wat ik hoor is de zee die naderbij komt en in de diepte van de spelonken zoek ik de angst die ik verborgen hield onder de stenen van de zeespiegel ik zoek maar ben alles kwijt en achter mij hoogt de zee zich op de angst om te vluchten is er niet meer ik overwin mezelf ik ben mezelf ik blijf mezelf want als ik de angst van de spelonken kan overwinnen is deze waterangst mij onbekend en zwemmende langs de rotsen zoek ik de uitgang naar de zee om met een gelukkig gevoel te zwemmen naar de rand van de zee het strand ik zie het en de angst heeft het verloren de donkere spoken in mijn hoofd zijn in de spelonken van de zee gebleven daar waar ze horen ik ben vrij.
MOED Moed is een kostbare gave. Je kunt veel verliezen zonder echt ongelukkig te zijn. Als je de moed verliest, verlies je alles. Moed heeft alles te maken met je kijk op dat kleine stukje leven, dat je eigen leven is, heel even tussen de wieg en het graf, zo kwetsbaar en zo kort. Als je ogen zuiver zijn en je hart vrij van die vele "zuchten" zoals hebzucht, zelfzucht, geldzucht, genotzucht, ga je je eigen leven veel klaarder zien. Je gaat positief kijken en dan zie je weer licht. Dan zie je toekomst. Wie de moed verliest, is als een vogel die zijn vleugels verliest. Er zijn geen open luchten meer. Er is geen zon meer en geen toekomst. Met de moed in je schoenen kom je niet vooruit. De moed in je schoenen is de dood in je hart. Moedeloosheid weegt op je hart, ligt op je maag en zit in je benen. Moedeloosheid is een loodzwaar blok dat je moet meeslepen. Moedeloosheid is de totale verlamming van je geestelijke en lichamelijke krachten. Zonder moed kun je niet leven, niet lachen, niet bidden. Moed is een wonderlijke kracht. Moed houden en anderen moed geven is het allerbeste wat een mens kan doen, in alle omstandigheden, in elke situatie. Met moed geraak je overal door en doe je de zon schijnen, door alle wolken heen.
Zie de wolken verdwijnen zomaar in de wind Voel me volwassen maar van binnen nog een kind Hoe zou het wezen, alles het verbeelding was Keek ik dan nog steeds door dit venster glas? Blijft het hetzelfde, zijn de kleuren nog wel van kleur? Zullen we zo blijven, en veranderd alles van geur? Het blijven maar spinsels, malend in mijn hoofd En dat zal altijd zo blijven, dat is me beloofd En ik wil het ook niet anders want ze horen bij mij Ook al maken ze me soms gek, ze maken me ook blij Ik kan er alles in, Niets raakt er uitgeblust Als ik boos ben, verdriet heb, Stelt het me gerust Ik schrijf ze, om niet te vergeten, dat blijft een feit Want degene die geen fantasie heeft, vlucht in realiteit
Tranen Tranen van pijn langs je gezicht onbegrepen in je eigen wereld alles wat je zo graag wilde is afgesloten en niet meer bereikbaar en het sleept je mee de dag door van het ene verplichte punt naar het ander met een masker dat erg mooi gemaakt is en waar niemand doorheen kijkt behalve jijzelf op weg naar het verleden het verleden dat je niet los wilt-en kunt- loslaten, het liever dicht bij je houdt de vermoeidheid die je lichaam doordringt wat je zelf probeert te vernietigen om er niet aan toe te geven want jij bent niet klein jij stond altijd klaar voor de ander maar jijzelf, jij wilt niet je verkampt door anderen een woord, een dag, een uur, een leven Alles wat je bedacht en droomde ging weg vanuit jouw blikveld en zorgde voor zoveel pijn moe aan het begin van de dag verwijtend aan het eind van de dag en daartussen een masker zo mooi gemaakt maar niet functioneel meer tranen, langs je wangen, niet begrijpend Vernietigd, kapotgemaakt klinkt het in jouw hoofd onbegrepen door mensen die niet zeiden wat ze bedoelden doorgingen als een vlieger aan de hemel die opgaat, en zo weer valt alsof het gewoon was maar jij bleef zitten met alles wat er was en laat je kapotmaken door het verleden Laat het los en ga opnieuw leven voor Iemand die jou altijd de moeite waard vind jou eerlijk vertelt door Zijn woord dat je geen dingen achter kunt houden en in Hem kracht zult vinden Tranen langs je gezicht.. Tranen langs Zijn gezicht..
Bidder: Wil je me alsjeblieft niet storen! Ik bid. God: Maar je riep Me.
Bidder: Riep ik U? Ik riep U helemaal niet.
Ik was aan het bidden.
Onze Vader die in de hemelen zijt... God: Zie je wel, je deed het weer. Bidder: Wat deed ik? God: Je riep Mij. Je zei: "Onze Vader die in de hemelen zijt". Hier ben Ik. Wat is er? Bidder: Maar ik bedoelde daar helemaal niets mee. Ik heb het toch al gezegd: ik deed gewoon mijn gebed. Ik bid altijd het Onze Vader. Ik voel me daar goed bij; ik vind het mijn plicht om mijn gebed te doen. God: Goed zo. Ga verder. Bidder: ...uw naam worde geheiligd... God: Wat bedoel je daarmee? Bidder: Wat bedoel ik waarmee? God: Met "uw naam worde geheiligd"? Bidder: Het betekent... wel euh... Hemeltje zeg! Hoe moet ik nu weten wat dat betekent? Het is gewoon een deel van dat gebed.
(Pauze) Ja, wat betekent het eingelijk? God: Het betekent eervol, heilig, wonderlijk. Bidder Oh ja, dat lijkt me zinvol. Ik heb me vroeger nooit afgevraagd wat geheiligd eigenlijk betekende. Uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. God: Meen je dat werkelijk? Bidder: Natuurlijk! Waarom zou ik dat niet menen? God: Wat ga je daar dan mee doen? Bidder: Doen? Niets denk ik. Ik denk alleen dat het goed zou zijn als U echt alles onder controle had; als mensen hier op de wereld zouden leven volgens Uw wil. God: Leef jij volgens mijn wil? Bidder: Wel... ik ga naar de kerk. God: Dat was mijn vraag niet. Ik heb het bijvoorbeeld over je opvliegend karakter; je hebt daar echt problemen mee, weet je? Bidder: Waarom begint U nu op mij te vitten? Ik ben zeker niet slechter dan heel wat van die hypocrieten in de kerk, weet U dat wel! God: Verontschuldig Me... maar ik dacht dat je bad dat Mijn wil zou geschieden? Als dat moet gebeuren, dan moet het beginnen in het leven van diegenen die ervoor bidden. Zoals jij, bijvoorbeeld.
Bidder: Oh... OK dan! Ik weet dat ik nog wel een paar gebreken heb. Ik kan er zeker nog een paar opnoemen. God: Ik ook. Bidder: Ik heb daar vroeger nooit zo over nagedacht, maar ik zou echt wel een paar dingen in mijn leven willen veranderen. Ik zou echt wel van sommige dingen willen bevrijd zijn. God: Goed zo! Zo gaan we er nog komen! We kunnen samenwerken, jij en Ik. We kunnen een paar echte overwinningen behalen. Ik ben fier op je! Bidder: Ja maar, Heer, ik moet nu echt ophouden hoor. Het duurt nu al veel langer dan gewoonlijk! Geef ons heden ons dagelijks brood... God: Het is misschien beter dat je wat minder eet; je bent nu al te zwaar! Bidder: He... wacht nu eens even! Wat betekent dit allemaal? Ik wil gewoon mijn godsdienstige plichten doen en dan begint U me te onderbreken en mij op mijn gebreken te wijzen! God: Bidden is inderdaad gevaarlijk. Het kan je veranderen, weet je. Dat is wat Ik je probeer duidelijk te maken. Je riep Me, en hier ben Ik. Het is nu te laat om nog te stoppen. Blijf verder bidden. Ik ben echt benieuwd naar het vervolg van je gebed. (Pauze) Wel... ga verder! Bidder: Ik durf niet... God: Waarom durf je niet? Bidder: Omdat ik weet wat U gaat zeggen! God: Probeer het dan. Bidder: ...en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. God: En Peter dan? Bidder: Zie je nu wel! Ik wist dat U daarover zou beginnen! Waarom, Heer? Waarom vertelt Peter altijd leugens over mij? En hij is me nog geld schuldig ook! Reken er maar op dat ik met hem ga afrekenen. God: En je gebed dan? Hoe kun je dit dan bidden? Bidder: Ik meende het niet. God: Nu ben je tenminste eerlijk! Maar het valt niet mee om heel de tijd met zoveel bitterheid te moeten verder leven, is het niet? Bidder: Neen. Maar ik zal me beter voelen als ik met hem heb afgerekend. Ik weet al hoe ik Peter kan te pakken krijgen! God: Dan zul je je niet beter voelen. Je zult je zelfs nog slechter voelen. Wraak is nooit zoet. Denk eens na hoe ongelukkig je je nu wel voelt. Maar Ik kan dat veranderen. Bidder: Kunt U dat? Hoe? God: Vergeef Peter. Dan zal Ik jou vergeven. Dan zullen de haat en de schuld Peter's probleem zijn en niet langer jouw probleem. Je zult er misschien wel wat geld aan verspelen, maar je zult je hart sparen. Bidder: Het lijkt me wel niet gemakkelijk, maar ik geef toe dat het de moeite waard is. Dank U, Heer, omdat U me daar doorheen wilt helpen. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.
Op een dag vroeg een lerares aan haar leerlingen de namen van alle klasgenoten op een papier te schrijven en naast de naam enige ruimte te laten. Daarna zei ze tegen deze leerlingen dat ze het beste wat ze over deze klasgenoten zouden kunnen vertellen achter de naam moesten schrijven en dat ze achter iedere naam iets moesten schrijven. De opdracht duurde het gehele lesuur. En aan het einde van de les moest de opdracht ingeleverd worden bij de lerares. In het weekeinde nam de lerares van iedere leerling een blad en schreef per leerling al deze positieve en opbouwende opmerkingen op zijn of haar blad. Op maandag gaf ze tijdens haar les aan deze klas aan alle leerlingen hun lijst. Na slechts korte tijd begon iedereen te lezen en te lachen. 'Is dat echt zo?', kon je horen fluisteren, 'Ik wist niet dat ik voor iemand anders waarde had!' en 'Ik wist niet dat anderen mij zo leuk vinden', waren de over het algemeen gehoorde commentaren. Na enige tijd werd er over deze lijsten niet meer gesproken. Ook wist de leerkracht niet of de leerlingen onderling of met hun ouders hierover gesproken hadden, maar dat was ook niet het belangrijkste. Die oefening had zijn effect gehad. De leerlingen waren gelukkig met zichzelf en met de anderen.
Enkele jaren later was een van haar leerlingen omgekomen in een oorlogsgebied en de lerares werd uitgenodigd voor de begrafenis en ze ging. De kerk was overvol met vele vrienden. Een voor een gingen de mensen die van hem gehouden hadden of hem gekend hadden bij zijn graf voorbij en bewezen hem zijn laatste eer. Marks vroegere klasgenoten, ook aanwezig, waren bij elkaar gaan staan De lerares ging als een van de laatste naar zijn graf en bad voor hem. Nadat zij daarmee klaar was vroeg een collega soldaat van Mark aan haar: 'Bent u Marks wiskunde lerares?' Zij knikte bedroeft en zei zachtjes; 'ja'. Toen zei hij; 'Mark heeft zeer vaak over u gesproken'. Na de begrafenis was er gelegenheid tot condoleren en de meeste zitten. Marks ouders waren blij haar te zien en spraken haar aan. 'We willen u iets laten zien', zei Marks vader en haalde een portefeuille uit zijn broek. 'Dit vonden we toen we door Marks spullen gingen kijken nadat hij gesneuveld was en we dachten dat u het zou herkennen'. Uit de portefeuille trok hij een sterk verouderd, veelgebruikt, bij elkaar geplakt blad, welke duidelijk zichtbaar vaak opengevouwen en weer dichtgevouwen was. De lerares wist zonder verder te kijken dat dit het blad was waarop alle goede, opbeurende en positieve dingen stonden die zijn medeklasgenoten opgeschreven hadden en zij bijeen geschreven had.'Wij willen u hiervoor zeer bedanken, dat u dit gedaan heeft', zei Marks moeder. 'Zoals u kunt zien heeft Mark dit enorm gewaardeerd.' Hierna verzamelden alle voormalige leerlingen rondom de lerares. Charlie lachte een beetje en bekende: 'Ik heb mijn lijst ook nog. Deze ligt in de bovenste lade van mijn bureau'. Heleen, de vrouw van Joost, zei: ' Joost heeft me gevraagd of ik uw lijst in ons trouwalbum wilde plakken'. Ik heb mijn lijst ook nog zei Marylin. 'Ik heb hem in mijn dagboek geplakt'. Toen deed Vicky, een van de andere leerlingen, haar handtas open en haalde haar agenda hieruit en toonde haar lijst aan de anderen. Helemaal bijeen geplakt en duidelijk veel gebruikt. 'Ik neem hem overal mee naar toe' zei Vicky en voegde er aan toe 'Volgens mij heeft iedereen die lijst nog, en onder handbereik'. De lerares was totaal ontroerd, zo dat ze begon te huilen en moest gaan zitten. Ze huilde om Mark en al deze vrienden die hij nooit meer zou zien. In het samenzijn met onze medemensen vergeten wij vaak, dat ieder leven eens eindigt en dat we niet weten wanneer dit zal zijn.
Daarom is het zo belangrijk dat we de mensen die we liefhebben, die ons dierbaar zijn, zeggen dat ze speciaal, bijzonder en belangrijk zijn. Zeg het ze voordat het te laat is. Je kunt het op verschillende manieren doen, bijvoorbeeld door deze boodschap naar hen te sturen. Doe je dit niet dan heb je weer een geweldige mogelijkheid laten gaan om iets moois en goeds te doen voor deze mensen. Als je deze brief ontvangt dan is het daarom, omdat de afzender om je geeft en aan je gedacht heeft. Het betekent dus dat er tenminste één persoon is voor wie je iets betekent. Wanneer je te druk bent of het te druk hebt om een paar minuten op te offeren om iemand dit bericht te sturen dan is dit mogelijk en hopelijk de eerste keer, dat je niets gedaan hebt om een ander te bemoedigen.
Denk hierom: Wat je oogst is wat je zaait. De invloed die je in het leven van een ander hebt komt terug in je eigen leven. Deze dag zou een gezegende dag moeten zijn en ten minste even bijzonder als dat jij dat bent. Voel je vrij om deze bemoedigende brief aan iemand door te sturen. Stuur deze brief alleen aan mensen die van betekenis zijn voor jou en het resultaat zal je verbazen.
Een man vond een cocon van een vlinder en nam deze mee naar zijn huis. Op een dag verscheen er een kleine opening in de cocon. De man zat en keek een paar uur toe hoe de vlinder worstelde om zich door de kleine opening naar buiten te werken. Het leek erop dat het proces niet langer meer vooruit ging. Het zag er naar uit dat de vlinder zover gekomen was als hij kon en niet meer verder kwam. Dus besloot de man de vlinder te helpen. Hij nam een schaar en knipte de rest van de cocon open. De vlinder kon zich nu vrij eenvoudig losmaken. Maar de vlinder had een gezwollen lichaam en verfrommelde vleugels.
De man, die nog steeds naar de vlinder keek verwachtte dat de vlinder elk moment zijn vleugels zou uitslaan en het lichaam daarmee zou ondersteunen. Maar dat gebeurde niet, de vlinder besteedde de rest van zijn leven aan rondkruipen met een gezwollen lichaam en verfrommelde vleugels. De vlinder was nooit in staat te vliegen.
Wat de man in al zijn goedheid en haast niet begreep was, dat de krappe cocon en de worsteling die nodig was om door de opening te kruipen, Gods weg was om de lichaamsvloeistof van de vlinder in de vleugels te pompen zodat de vlinder klaar zou zijn te vliegen als het de vrijheid had bereikt uit de cocon. Soms zijn worstelingen exact wat we nodig hebben in het leven. Als God ons toe zou staan zonder obstakels door het leven te gaan, zouden we invalide zijn. We zouden nooit zo sterk worden als wat we kunnen zijn. We zouden nooit kunnen vliegen.
WIE GRAAG VLINDERS WIL ZIEN MOET VAN RUPSEN LEREN HOUDEN WIE GOD WIL ZIEN MOET VAN MENSEN LEREN HOUDEN
Een verhaal vertelt over twee vrienden die door de woestijn liepen. Op een moment tijdens de reis kregen ze ruzie, en de ene vriend sloeg de ander in het gezicht. Degene die geslagen werd was gekwetst, maar zonder iets te zeggen schreef hij in het zand:
'VANDAAG SLOEG MIJN BESTE VRIEND MIJ IN HET GEZICHT.'
Zij liepen verder totdat zij een oase vonden, waar zij besloten een bad te nemen. Degene die was geslagen, raakte vast in modder en dreigde te verdrinken, maar de vriend redde hem. Nadat hij was bijgekomen, schreef hij op een steen:
'VANDAAG REDDE MIJN BESTE VRIEND MIJN LEVEN.'
De vriend die had geslagen en zijn beste vriend had gered vroeg hem: 'Nadat ik je had geslagen, schreef je in het zand en nu schrijf je op een steen,waarom?' De andere vriend antwoordde: 'Als iemand ons pijn doet moeten we het in zand opschrijven waar de wind van vergeving het kan uitwissen. Maar als iemand iets goeds doet voor ons, moeten we het in steen graveren, waar geen wind het ooit kan uitwissen.'
LEER OM JE PIJN IN HET ZAND TE SCHRIJVEN EN OM JE GOEDE ERVARINGEN IN STEEN TE GRAVEREN.
Men zegt dat er een minuut nodig is om bijzondere mensen te vinden, een uur om hen te waarderen, een dag om van hen te houden, maar daarna een heel leven om hen te vergeten.
Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: "Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.
" God lachte breed. "Dat is waar!", zei God. "Jij bent ook het licht." "Wow," zei de Kleine Ziel, "Dit is toch echt gaaf."
Enige tijd later bleek dat weten wie ze was niet voldoende was. De Kleine Ziel voelde onrust van binnen en wilde ervaren wat het was om het licht te zijn. En zo ging de Kleine Ziel terug naar God (Wat geen slecht idee is voor alle zielen die willen weten wie ze werkelijk zijn.)
Hoi God! Nu weet ik wie ik ben. Is het goed als ik dat wil zijn?" God zei,"je bedoelt dat je wilt zijn wie je al bent?"
"Wel", antwoordde de Kleine Ziel, "Weten wie ik ben is één ding, maar helemaal écht zijn is iets anders. Ik wil ervaren wat het is om het licht te zijn!" "Maar je bent het licht al," herhaalde God weer lachend."Ja, maar ik wil voelen wat het is!" zei de Kleine Ziel. "Wel", God grinnikte, "Ik had het kunnen weten, jij bent altijd al de meest avontuurlijke."
Toen veranderde Gods houding. "Er is alleen één ding.... Er is niets anders dan het licht. Zie je, ik creëerde niets anders dan wat jij bent; en daarom is het niet makkelijk voor jou om jezelf te ervaren zoals je bent, omdat er niets is dat je niet bent." "Huh?" zei de Kleine Ziel, een beetje verbouwereerd. "Beschouw het op deze manier," zei God. "Je bent als een kaarsje in de zon. O, je bent daar met ontelbare andere kaarsjes die samen de zon zijn. En de zon zou anders zijn zonder jouw kaarsje. Hoe kun je weten dat je het licht bent wanneer er alleen maar licht is? Dat is de vraag." Weer lachte God. "Dat heb ik al gedaan." Zei God." Aangezien je jezelf niet kunt zien als het licht als je in het licht bent, zullen we je met duisternis omringen."
"Wat is duisternis?" vraagt de Kleine Ziel. God antwoordde, "dat is wat je niet bent." "Zal ik bang zijn in het donker?" vroeg de Kleine Ziel. "Alleen als je ervoor kiest om bang te zijn," antwoordde God. "Er is echt niets om bang voor te zijn, tenzij jij ervoor kiest om dat te zijn. Want weet je, we verzinnen het allemaal, we doen alsof." "Oh,'" zei de Kleine Ziel, en voelde zich al beter. Toen legde God uit dat, om maar iets te kunnen ervaren het tegenovergestelde er moet zijn. "Het is een groot cadeau," zei God, "want zonder het tegenovergestelde kun je niets weten. Je kunt geen warm weten zonder koud, geen boven zonder beneden, geen snel zonder langzaam.
Je kunt geen links zonder rechts weten, geen hier zonder daar, en geen nu zonder toen. "En zo," concludeerde God,"wanneer je omgeven bent door duisternis, bal je vuist niet, verhef niet je stem en vervloek de duisternis niet. Wees liever een licht in de duisternis en word er niet boos over. Dan weet je wie je echt bent en iedereen zal het weten. Laat je licht zo schijnen dat iedereen weet hoe speciaal je bent!" "Bedoel je dat het goed is anderen te laten zien hoe speciaal ik ben?" vroeg de Kleine Ziel.
"Natuurlijk!" God grinnikte. "Het is heel goed! Maar onthoud: 'speciaal' betekent niet 'beter'. Iedereen is speciaal, ieder op zijn of haar eigen manier! Alleen zijn velen dat vergeten. Zij zullen dan ook zien dat het goed is voor ze om speciaal te zijn wanneer jij ziet dat het goed voor jou is om speciaal te zijn." "Wow," zei de Kleine Ziel, lachend van vreugde. "Ik kan zo speciaal zijn als ik wil!""Ja, en je kunt nu beginnen," zei God, die mee lachte samen met de Kleine Ziel. "Welk deel van speciaal wil je zijn?" "Welk deel van speciaal?" herhaalde de Kleine Ziel, "Ik begrijp het niet" "Wel," legde God uit, "Het licht zijn is speciaal zijn, en speciaal zijn heeft heel veel kanten. Het is speciaal om aardig te zijn, of zachtmoedig, of creatief of om geduldig te zijn. Kun je nog meer bedenken waarin je speciaal kunt zijn?" De Kleine Ziel zat een moment stil. "Ik kan een heleboel manieren bedenken om speciaal te zijn!" riep de Kleine Ziel toen uit. "Het is speciaal om hulpvaardig te zijn, om te delen, om vriendelijk en zorgzaam te zijn voor anderen!"
"Ja!" bevestigde God, "en je kan al deze dingen zijn, of elk ander deel van speciaal dat je wilt zijn, op elk moment. Dat is wat het betekent om het licht te zijn." "Ik weet wat ik wil zijn, ik weet wat ik wil ervaren!" zei de Kleine Ziel met groot enthousiasme. "Ik wil dat deel van speciaal zijn dat vergevingsgezind zijn heet." "Het is toch speciaal om vergevingsgezind te zijn?" "O, jazeker," verzekerde God de Kleine Ziel. "Dat is heel speciaal.' "Oké," zei de Kleine Ziel, "Dat is wat ik wil zijn. Ik wil vergevingsgezind zijn. Ik wil mijzelf ervaren als vergevingsgezind." "Goed,"zei God, "Maar er is één ding dat je moet weten. "De Kleine Ziel werd nu een beetje ongeduldig. Het lijkt wel of er elke keer weer een complicatie is. "Wat is het?" zucht de Kleine Ziel. "Er is niemand om te vergeven." "Niemand?" De Kleine Ziel kon nauwelijks geloven wat er gezegd werd. "Niemand!" herhaalde God. "Alles wat ik heb gecreëerd, is perfect. Er is geen enkele ziel van alle creaties die minder perfect is dan jou. Kijk maar om je heen."
Toen realiseerde de Kleine Ziel zich dat zich een grote menigte had verzameld. Zielen kwamen van Heinde en Ver van overal van het koninkrijk. Want het was als een lopend vuurtje rond gegaan dat de Kleine Ziel een ongewoon gesprek met God had en iedereen wilde horen wat er gezegd werd. Rondkijkend naar de ontelbare andere Zielen die hier bijeen waren, moest de Kleine Ziel toegeven. Niemand leek minder prachtig, minder magnifiek of minder perfect dan de Kleine Ziel zelf. Dat was het wonder van de Zielen die om hem heen waren, en zó helder was hun licht. De Kleine Ziel staarde angstig naar hen.
"Wie is er dan te vergeven?" vroeg God. "Jonge, dit is helemaal niet grappig!" gromde de Kleine Ziel. "Ik wil mijzelf ervaren als vergevingsgezind. Ik wil weten hoe dat deel van speciaal voelt." En de Kleine Ziel leerde hoe het moet voelen om droevig te zijn. Maar toen stapte een vriendelijke ziel naar voren uit de menigte. "Maak je geen zorgen, Kleine ziel," zei de Vriendelijke Ziel, "Ik zal je helpen." "Wil je dat?" De Kleine Ziel klaarde op. "Maar wat kan je dan doen?" "Wel, ik kan je iemand geven om te vergeven!" "Kan je dat?"
"Ja" zei de Vriendelijke Ziel. "Ik kan in je volgende aardse leven komen en iets doen wat jij kan vergeven. "Maar waarom? Waarom wil je dat doen?" vroeg de Kleine Ziel. "Jij, die van zo'n ongelooflijke perfectie bent! Jij die trilt van zo'n snelheid dat het zo'n helder licht creëert dat ik het niet kan evenaren! Wat kan je reden zijn dat jij je vibraties wil verlagen zodat jouw licht donker wordt? Wat kan de reden zijn voor iemand die zo licht is om in mijn leven te komen en jezelf zo zwaar te maken zodat je dit slechte kan doen?" "Simpel," zei de Vriendelijke Ziel."Ik zal het doen omdat ik van je hou." De Kleine Ziel leek verrast door het antwoord. "Wees niet zo verbaasd." Zei de Vriendelijke Ziel, "Je hebt hetzelfde gedaan voor mij. Herinner je het je niet meer? O, we hebben gedanst samen, jij en ik vele keren. J e herinnert je het alleen niet meer." "We zijn allebei alles geweest. We zijn het hoge en het lage geweest, het linker en het rechter. We zijn het hier en het daar geweest, het nu en het toen. We zijn het manlijke en het vrouwelijke geweest, het goede en het slechte - We zijn beide het slachtoffer en de dader geweest."
"Zo zijn we samen gekomen, jij en ik vele malen eerder; steeds de ander de exacte en perfecte gelegenheid te geven om te uiten en te ervaren wie we werkelijk zijn. En daarom," legde de Vriendelijke Ziel verder uit, "Kom ik in je volgende leven en zal 'de slechte' zijn dit keer. Ik zal iets heel slechts doen, en dan kan jij jezelf ervaren als degene die vergeeft." "Maar wat wil je dan doen? "vroeg de Kleine Ziel een beetje nerveus, wat wil er zo erg zijn?" "Oh," antwoordde de Vriendelijke Ziel met een glimlach, "We bedenken wel iets." Daarna leek de Vriendelijke ziel serieus te worden, en zei met rustige stem, "Je hebt over één ding gelijk, weet je. Wat is dat?" wilde de Kleine Ziel weten. "Ik zal mijn vibraties moeten verlagen, heel zwaar worden en deze niet zulke leuke dingen doen. Ik zal me anders moeten voordoen dan ik in werkelijkheid ben. En daarom wil ik je als dank om een gunst vragen." "Oh, wat je wilt, wat je wilt!" riep de Kleine Ziel, en begon te dansen en zingen, "Ik zal vergevingsgezind zijn!" Toen zag de Kleine Ziel dat de Vriendelijke Ziel erg stil bleef. "Wat is er?" vroeg de Kleine Ziel. "Wat kan ik voor jou doen? Je bent zo'n Engel dat je dit voor me wilt doen!".
"Natuurlijk is de Vriendelijke Ziel een Engel!" onderbrak God. "Iedereen is een Engel! Herinner altijd; Ik stuur je niets dan Engelen." Zo wilde de Kleine Ziel meer dan ooit het verzoek van de Vriendelijke Ziel inwilligen. "Wat kan ik voor je doen" vroeg de Kleine Ziel weer. "Op het moment dat ik je kwaad doe," antwoordde de Vriendelijke Ziel. "Op het moment dat ik jou het ergste aandoe dat je je kan voorstellen - op dat precieze moment... " "Ja?" onderbrak de Kleine Ziel, "Ja....?"De Vriendelijke Ziel werd nog stiller. "Herinner me als wie ik werkelijk ben." "O, dat doe ik!, dat beloof ik! Ik zal je altijd herinneren zoals ik je hier en nu zie!""Goed'" zei de Vriendelijke Ziel, "Want weet je, Ik zal zo hard bezig zijn met doen alsof, dat ik mijzelf zal vergeten. En als jij me niet herinnert zoals ik echt ben, kan ik het me misschien voor heel lang niet herinneren. En als ik vergeet wie ik ben, kan jij ook vergeten wie jij bent, en zullen wij beiden verloren zijn. Dan hebben we een andere ziel nodig om langs te komen en ons te helpen herinneren wie we zijn." "Nee, dat zullen we niet!" beloofde de Kleine Ziel weer. Ik zal je herinneren! En ik wil je bedanken dat je me dit cadeau wilt geven - De kans om mezelf te ervaren wie ik ben." Aldus was de afspraak gemaakt. En de Kleine Ziel ging verder in een nieuw aards leven. Vol verwachting om het licht te zijn, wat heel speciaal was en vol verwachting om dat deel van speciaal te zijn dat vergevingsgezindheid heet.
En de Kleine Ziel wachtte gespannen om de ervaring te hebben als vergevingsgezindheid en dankbaarheid aan welke Ziel dan ook die dit mogelijk maakt. En op elk moment in het nieuwe aardse leven wanneer er een nieuwe Ziel ten tonele verschijnt, ongeacht of deze nieuw ziel vreugde brengt of droefenis - Speciaal als ze droefenis brengen - dacht de Kleine Ziel aan wat God had gezegd: "Herinner je ALTIJD, Ik stuur je niets anders dan Engelen".
Kleuren in de bijbel Rood - Vergeving, reiniging van zonde - Genezing (bevrijding) - Bescherming - Gods liefde, Jezus offer - Vrede (met God - geestelijk) - Majesteit, Jezus is Koning en hogepriester - Gods beloften - Overwinning, redding - Vuur Wit - Reiniging en heiliging - Vergeving - God als alwetende raadgever - Vrede - overgave - Brood (geestelijk en natuurlijk) - Lichaam van Christus - de bruid Paars/purper - Jezus offer (onze redding), - Zijn lijden - offer - Macht en autoriteit (koningschap) - Priesterschap, dienstbaarheid Blauw - Strijd in de hemelse gewesten - De Heilige Geest, levend water - Kracht (geestelijke) Groen - (Nieuw) leven - Belofte - Aanbidding (smaragd) - Herstel - vernieuwing - Hoop - Lichamelijke en innerlijke genezing (bevrijding) - Genade Hosanna - Vruchtbaarheid Goud - Heiligheid - Gods aanwezigheid/tegenwoordigheid - Gods voorziening - Loutering/zuivering - Wijst op het komende/nieuwe Jeruzalem - Voorbede - lofprijzing Zilver - Gods voorziening (financieel) - Loutering/zuivering - Verlossing - Onze gaven aan Hem - Zijn gaven aan ons (talenten) Geel - Vreugde/blijdschap - Jezus als Licht der wereld (louter goedheid) - Gods Woord - In het licht brengen - Roeping - Kracht - Wapen in geestelijke strijd - Lofprijzing Koper/brons - Kracht - Schuldbelijdenis - Verootmoediging - Bekering - Reiniging - Vergeving Regenboog - Verbondsteken - Gods trouw - Gods zorg en beloften voor ons - In Gods nabijheid
Soms is het wat moeilijk, kleuren zijn zo leuk, fijn om in te zitten, en om in op te gaan. De ene kleur is de andere niet. Soms boeien ze nog zo. Al zovele jaren ken ik de duizenden kleuren. Al zovele jaren geloofde ik in hen. Ik luisterde naar rood. Ik genoot van geel. Ik zwijmelde weg in roze. Maar nu, soms, zie ik een geheel. Het is niet blauw, niet paars, geen groen. Het heeft geen enkele kleur. Een groot licht. Alles erin. Ieder, met zijn kleur. Wanneer ik mag zijn in het licht, dat zo kleurloos lijkt, zo saai en oninteressant. Is wat ik zie, Het grote spel. De waarde van rood, van bruin of oranje alle doen ze er niet meer toe. Ze spelen een spel. Niet altijd zie ik het zo, er zijn kleuren bij, zo gewend aan mij. Ze gaan niet makkelijk weg. Dan geloof ik nog zoveel in ze, dan ben ik er nog teveel aan gehecht. Maar wanneer ik alle kleuren zie, het gehele ene licht, doet geen kleur mij nog verdriet, ken ik blijdschap evenmin, dat zit er weer tussen in. Ik zie dat ik geen kleur meer ben, enkel en alleen nog maar herken, wat verschijnt en weer verdwijnt. Dan is er licht, een kleurloos licht maar zo kleurrijk
Kleur en Symboliek Beige: zandkleur, neutraal. Blauw: goddelijkheid, oneindigheid, onschuld: kleur van de hemel, kleur van trouw Mariakleur melancholie, oprechtheid. Bruin: armoede, nederigheid, aarde degelijkheid, saai. Geel: licht, luister, glorie, kleur van de zon, afgunst, verraad Pasen, lente. Goud: goddelijkheid, rijkdom macht. Groen: hoop, groei, leven, lente, toekomst. Grijs: wereldverzaking neutraal, geborgenheid, wijsheid, luxe, ouderdom. Koper: onwankelbaarheid, Magenta: vrolijk, opwindend, schokkend. Oranje: warmte, rijkdom, erotiek. Paars: rouw, boete, vasten, ingetogenheid, onderdanigheid. Purper: gezag, koninklijkheid sensualiteit, decadentie. Rood: liefde, lijden, offer strijd, liefde, feestvreugde, hartstocht, moed. Roze: licht dat doorbreekt,zachte tedere liefde, blijdschap. Wit: vreugde, feest, waarheid, reinheid, liturgische kleur voor grote feesten zoals Kerstmis, Epifanie, Pasen en de Paastijd, wordt gebruikt bij de doop, het huwelijk en soms bij de uitvaart. blijdschap, tederheid, liefde. Zilver: reinheid, zuiverheid: zilver kan wit vervangen vast vertrouwen, Zwart: duisternis, diepste rouw, dwaling, zonde
Zoals kleuren invloed hebben op ons uiterlijk, zo hebben kleuren ook enorm veel invloed op ons innerlijk. Kleur is vibratie, kleur glinstert, kleuren spreken ! Elke kleur van het spectrum heeft zijn eigen trilling en schoonheid. Ze geven informatie aan jezelf en anderen.
Kleuren geven ons informatie en ze zijn nog mooi ook. Kleur is een natuur verschijnsel. Hoe kleuren ontstaan is niet zo makkelijk uit te leggen. Wanneer licht ergens opvalt, wordt het gebroken en gedeeltelijk gereflecteerd. Wat naar ons oog wordt teruggekaatst, zien wij als kleur. Wanneer zonlicht bijvoorbeeld op een driehoekig prisma geslepen stuk glas valt, dan zien wij tegelijk alle kleuren die voor het menselijk oog zichtbaar zijn.
Hoewel de tarot leggingen zo veel mogelijk gebasseerd zijn op jouw eigen invloed, kan het voorkomen dat je het absoluut niet eens bent met een uitslag. Behoudt in dat geval je eigen mening en laat de uitslagen niet jouw leven leiden. Zie tarrot als een soort hulpmiddel om inzicht te krijgen op bepaalde problemen en/of mogelijkheden
En God vervolgde: 'Als teken van dit verbond tussen mij en de aarde, plaats ik mijn boog in de wolken. Steeds als ik boven de aarde de wolken samendrijf en de regenboog in de wolken zichtbaar wordt, zal ik denken aan het verbond met jullie en met alle andere levende wezens. Nooit zal er meer een watervloed komen die alles wat leeft, weg zal vagen. Als ik de boog in de wolken zie, zal ik denken aan het verbond dat voor altijd zal bestaan tussen mij en alle levende wezens op de aarde.
De Kleuren van de Regenboog "Er was eens een regenboog. Hij was verdrietig omdat hij geen kleuren had. Dus ging hij op reis, op zoek naar kleuren om zich mooi te maken.Hij kwam bij een sinaasappelboom. Hij at een paar sinaasappels. Lekker zeg! Nu had hij oranje als kleur.De regenboog vervolgde zijn weg. Hij kwam bij een appelboom vol rode appels en hij at er een paar. Nu had hij rood als kleur erbij.Toen vond de regenboog wat mooi groen gras en hij at ervan. Een groene boog kwam erbij. Nachts keek de regenboog omhoog en zag de gele maan. Hij dacht: daar is een kleur die ik ook niet heb en hij nam een hap.Hij ging weer op weg en zag wat glinsteren. Het was fris schoon water. Hij nam een slok en kreeg de kleur blauw erbij.De regenboog draaide zich om en zag een tafellaken met wat paarse druiven. Hij at ze en kreeg een paarse streep.Een paar kinderen kwamen door het park en zagen de regenboog. Ze waren zo verbaasd. Ze riepen ?Oh wat een mooie regenboog?! De regenboog was gelukkig."
Stralend weer was het toen donkere wolken zich boven het eenvoudige dorpje begonnen samen te pakken. Niet veel later vielen de eerste regendruppels, maar de zon bleef schijnen, met als gevolg dat zich tegen de grijze lucht een prachtige regenboog aftekende. Elke jongeling wist wat dit betekende en dus snelden we met z,n allen naar de grote hut van de dorpsoudste. Deze vertelde altijd, als er een regenboog verscheen, zijn verhaal aan de kinderen van het hele dorp. En wij luisterden elke keer weer geboeid naar zijn verhaal
Het is lang, heel lang geleden dat ik jullie leeftijd had, maar ook toen waren er al regenbogen. En over deze regenbogen deden zich de meest fantastische verhalen de ronde. Er zou namelijk aan het eind van de regenboog een pot met goud staan en als jonge jongen wilde ik die maar al te graag vinden. Toen ik dan ook oud genoeg was om zelfstandig de wijde wereld in te trekken pakte ik mijn rugzak en trok die wijde wereld in op het moment dat zich een regenboog tegen de lood grijze lucht afstak. Ik zou de pot met goud vinden. Ik wandelde over de paden en door de regen opweg naar het einde van de regenboog, daar een regenboog twee kanten heeft koos ik er een en richtte me op deze. Dagen achter elkaar wandelde ik door velden en bossen. Soms zag ik de regenboog en soms zag ik hem niet. Als ik hem niet zag dan bleef ik gewoon in de ingeslagen richting doorlopen net zo lang totdat ik hem weer zag, want elke keer kwam hij, na verdwijning, weer terug. Soms als ik de regenboog kwijt was dan werkte ik bij een boer en verdiende zo geld om eten en drinken te kunnen kopen, tevens had ik zo onderdak voor de nacht en als dan de regenboog weer kwam dan vertrok ik en vervolgde mijn weg. Tijdens mijn speurtocht, naar het einde van de regenboog, ontdekte ik dat hij die zoekt naar de pot met goud veel regen op zijn weg ontmoet en toen begreep ik ook waarom die pot met goud nooit gevonden was; er was teveel regen, maar ik zou niet opgeven. Ik zou hem vinden, ook al was ik regelmatig tot op de huid nat van de vele regen, ik ging door. Het geluk was met mij. Op een dag stond ik boven op een heuvel en keek over de vallei uit en ik zag een klein dorpje in de diepte liggen. De regenboog leek in het dorpje te eindigen en dus snelde ik de heuvel af en begon het dorpje grondig te doorzoeken. Gelukkig was het dorpje niet groot en had ik al snel gezien dat de pot met goud niet zomaar op straat was te vinden. Ik besloot dus maar op goed geluk bij de bewoners aan te kloppen. Een heer deed open. Goedendag meneer, hier in dit dorp eindigt de regenboog en nu ben ik opzoek naar de pot met goud. Kunt u mij ook zeggen waar ik die vinden kan? De heer barstte in lachen uit. Maar beste knul, als ik dat wist zou ik hem toch zelf zijn gaan halen, maar hier heb je een daalder, want dat heb je wel verdiend, en succes verder.
Vele keren kreeg ik geld in mijn handen geduwd, maar in totaal benaderden ze niet de goudpot en ook niemand kon mij zeggen waar hij was. Weer klopte ik aan en nu deed een vrouw de deur open. Dag mevrouw, hier in de buurt moet een pot met goud staan en daar ben ik naar opzoek. Kunt u mij helpen? Maaannn help!!! Er is hier iemand die ons geld wil stelen!!!! Maar, dat wil ik.... Verder kwam ik niet, want toen ik haar man zag besloot ik dat het waarschijnlijk verstandiger was als ik ergens anders naar een pot met goud ging zoeken. Ik rende zo hard ik kon en stopte niet eerder dan toen ik zeker wist dat hij me niet meer achtervolgde. Ik stopte en keek om me heen. Wat moest ik doen? In dit dorpje was hij waarschijnlijk niet, dus moest hij ergens anders zijn, maar waar? Toen schoot mij te binnen dat de regenboog ook nog een andere kant had, daar moest ik gaan zoeken. En dus vertrok ik opzoek naar het andere eind van de regenboog. Weer wandelde ik dagen door regen en door zonneschijn, weer betrad ik de sompige paden en zwierf ik door de bossen. Het hele land heb ik gezien en vele mensen heb ik ontmoet. Vaak heb ik gedacht aan opgeven om me gewoon ergens te vestigen, maar dan dacht ik aan de pot met goud en dan ging ik door. Ik zou hem vinden. Het was donker, regenachtig weer toen ik een groot bos naderde. Ik liep het bos in, daar ik hoopte dat het daar droger zou zijn. Het was er ook droger, maar het was een heel dicht en donker bos, zodat ik al spoedig verdwaalde. Ik wist niet of ik vooruit, achteruit, links- of rechtsaf moest. Ik kon wel al uren in het rond gelopen hebben zonder dat ik het had gemerkt. Langzaam begon de dag te verdwijnen en werd het aarde donker in het bos. Vele vreemde geluiden klonken in mijn oor en maakten me angstig. Ik wist niet meer wat te doen en welke kant op te gaan en dus besloot ik hier te blijven overnachten. Ik ging op de grond, tegen een boom, zitten en sloot mijn ogen. Gekraak in het struikgewas deed mij opschrikken uit mijn dommeling. Voor mij stond een in vele gewaden geklede vrouw. Haar rug was gekromd en haar gezicht vertoonde sporen van ouderdom; haar leeftijd was niet te raden. Eenzame doolaard, luistert naar mij. sprak zij met gebroken stem. Maar wie bent u ? Ze noemen me Elvira. Maar luister nu goed naar wat ik je zeggen ga. Jij zwerft nu al jaren rond op zoek naar de pot met goud en nog nooit heb je hem gezien. Laat staan gevonden. En als je naar de pot blijft zoeken zul je hem nooit vinden. Ook het goud zul je nooit vinden als je blijft zoeken. Stop met zoeken en je zult je goud vinden, niet de pot. Maar hoe kan ik het goud vinden als ik het niet zoek? Dat merk je vanzelf. Als je het hebt gevonden weet je dat je het hebt gevonden. Snel verdween ze tussen de bomen. Ik stond op en probeerde haar te volgen, maar ze was te snel en wist te goed de weg. Ik zag haar niet meer en zette me op de grond en hoopte in de morgen haar sporen te kunnen volgen. De volgende ochtend werd ik wakker van de zonnestralen die door het bladerdek in mijn gezicht schenen. Ik stond op en doorzocht het stuk bos, waar ik was, op voetsporen maar kon niets vinden. Toen realiseerde ik mij pas dat ik was wakker geworden door de zonnestralen die door het bladerdek schenen. Dit betekende dat ik uit het donkere bos vandaan was en dat ik mij ergens aan de rand van het bos bevond. Ik liep naar het lichtste stuk en stond weldra aan de rand van het bos en ik keek uit over de akkers waar tussendoor een pad liep. Aan de horizon tekende zich een regenboog af. Ik besloot er, ondanks de woorden van Elvira, toch naar toe te gaan en zo volgde ik het pad op weg naar de regenboog. Het mooie weer dat ik had getroffen toen ik wakker werd, werd langzaam aan steeds slechter. Het ging waaien en regenen en ik werd koud tot op het bod. Met toegeknepen ogen keek ik tegen de regen in op zoek naar de regenboog, maar deze was verdwenen. Ik draaide me om en ook daar was geen regenboog meer te zien. Dit kon maar een ding betekenen, ik moest op de plaats van de regenboog zijn. Toen ik dit bedacht had zocht ik het hele terrein af opzoek naar de pot met goud. Niets was me te gek en elk grassprietje onderzocht ik. De hele dag zocht ik door, maar niets vond ik en aan het eind van de dag was ik nat, koud en dodelijk vermoeid. Ik ging aan de kant van de weg liggen en trok mijn benen dicht tegen me aan en zo viel ik in slaap. Bij het ontwaken bleek ik mij in een bed te bevinden. Ik lag daar in warme droge onderkleren tussen warme dekens. Door een halfrond raampje hoog boven mijn hoofd schenen zonnestralen naar binnen, het regende dus niet meer. Ik lag daar wakker te worden en te bedenken wat er zou kunnen zijn gebeurd toen de deur van de kamer werd geopend en een schoonheid van een vrouw kwam binnen lopen. je bent wakker zie ik, kan ik wat voor u doen?, sprak zij met zachte stem. Niet direct, maar zou u me kunnen vertellen waar ik ben en wie u bent?, bij mijn laatste woorden tekende zich een blos op haar wangen af. Mijn vader zag u slapend langs de kant van de weg en hij heeft u mee hier naar toe genomen en in bed gelegd en hij heeft mij gevraagd om voor u te zorgen. Dat is heel aardig van uw vader, maar wie bent u? Ik ben Karmel, sprak zij snel en ze liet er direct op volgen, Ik zal u wat te eten brengen, u zult wel honger hebben. Dat had ik zeker en ik liet mij het eten dat zij mij bracht goed smaken. De rest van de dag heb ik grotendeels geslapen en avonds heb ik kennis gemaakt met de heer des huizes. Deze bood mij onderdak zolang als ik dat wilde. Ik bleef en vertelde toen ik weer uitgerust was de familie mijn verhalen zoals ik ze nu aan jullie heb verteld en ze luisterden alle gespannen en toen ik uitgesproken was aplaudiseerden ze en dat vond ik leuk en ik begon in het dorp op de markt mijn verhalen te vertellen en mensen gaven me geld en ze vonden het prachtig en zo verdiende ik mijn geld en betaalde ik de heer geld voor kost en inwoning. En de meeste keren bracht Karmel me met de wagen naar de markt en haalde ze me ook weer op en ik ging van Karmel houden. En we trouwden en nog zijn wij getrouwd, alleen nu ga ik niet meer naar de markt voor mijn verhalen. Nu komen jullie naar mij en vertel ik jullie de verhalen over mijn zoektocht naar het einde van de regenboog en inderdaad heb ik het einde van de regenboog en mijn goud gevonden. En daarom vertel ik dit jullie; er is voor iedereen goud, maar je moet het niet zoeken en zeker niet aan het eind van de regenboog, want het goud zal jou vinden en jij niet het goud.
De oude man sloot vermoeid de ogen en met rode oortjes verlieten wij de hut. Het was droog buiten en de zon scheen. Zijn felle stralen kaatsten en blinkten in mijn ogen. Ik keek op om te zien wat het licht in mijn ogen deed kaatsen en ik zag het einde van de regenboog.
De regenboog is nooit echt weg.
Een jonge vrouw zat bovenop een heuvel te kijken hoe een regenboog de hemel vulde. Ze was verrukt over de schoonheid en de intensiteit hiervan. Na een tijdje begon de regenboog te vervagen, en de vrouw maakte zich gereed om terug te gaan naar huis. De vrouw stond op om te vertrekken. Er was niet langer vreugde in haar hart, of een glimlach op haar gezicht. Regenmaker vroeg: 'Waarom heeft de vreugde je verlaten?' De jonge vrouw was verbaasd dat Regenmaker voldoende om haar gaf om dit te vragen. Verlegen antwoordde ze: 'Het is prettig om je stem te horen, Regenmaker. Ik voel verdriet in me opkomen. De regenboog was schitterend, maar het was alleen maar een illusie. De kleuren vervaagden zodra de zon niet langer door de regendruppels scheen. En mijn geluk lijkt ook alleen maar op illusies gebaseerd te zijn. Ik word nu weer erg verdrietig.' Regenmaker luisterde. Hij sprenkelde nog een paar regendruppels rond en vroeg: 'Is er nog steeds water? Is er nog steeds een zon? Zo ja, dan is de regenboog er ook nog steeds. Hij is alleen maar verborgen in de plooien van de tijd, en je kunt hem uitsluitend zien als de zon en de regendruppels elkaar ontmoeten en de tijd en ruimte met elkaar delen.' De jonge vrouw dacht na over de woorden van Regenmaker. Toen vroeg ze: 'Als de regenboog weg is, Regenmaker, mist de hele natuur hem dan niet?' 'Nee antwoordde Regenmaker, 'want hij is nooit weg, hij is alleen uit het zicht verdwenen. Hij is nog steeds aanwezig in de herinnering van iedereen die hem gezien heeft, en in je gedachten kun je hem ogenblikkelijk terughalen. De herinnering aan het geluk is in je geest opgesloten. Je hoeft die herinnering alleen maar op te roepen om het geluk weer in je hart te voelen. Dit kun je op elk moment doen waarop je bedroefd bent.' De vrouw opende haar geest en riep de herinnering van de regenboog op. En haar hart zwol op door de schoonheid ervan, alsof de regenboog vlak voor haar gezicht aanwezig was. 'Het werkt, Regenmaker. De schoonheid van de regenboog is in mijn geheugen bewaard gebleven.' 'Ja, jonge vrouw, de herinnering aan alle schoonheid in je leven blijft in je geheugen bewaard. Je kunt je verdriet altijd verdrijven door jezelf in die herinneringen aan de vreugde te koesteren.' De jonge vrouw haastte zich om haar gevoelens over de schoonheid van de regenboog met anderen te delen. Tussen Hemel en Aarde.