Mijn lief klein pluizig bolleke jij kwam binnen in mijn leven je was méér dan ik verwachtte je werd het zonnetje in mijn bestaan méér dan ik voor mogelijk achtte al ben je hier nog maar pas 'k kan me geen dag inbeelden zonder jou alles wat je doet is een wonder weet dat ik nu al heel veel van je hou je blijft waarschijnlijk niet voor eeuwig maar weet dat niemand je ooit vervangt ik wil van elk moment genieten
We leven in een huisje, een huisje in de boom, dat deuren heeft noch ramen, het is als een droom. We zien de blauwe lucht niet, maar voelen wel de zon; we waren klein en witjes, toen het leven hier begon. Nu groeien we en kleuren, ons huisje groeit ook heel hard; en als het huisje groot is, dan zien we bijna zwart. Ons huisje wordt meestal opgegeten, maar wij worden door de mens vergeten; en vallen we op de aarde neer, dan verbreken we onze boeien, om verder in de grond te groeien en komen dan als bomen weer. Ik ben het leven van de appel of de peer.