GELIJK
Ik wil de mensen wat vertellen zomaar wat Van geluk en ongeluk dat ik afwisselend heb gehad Misschien dat zij zichzelf daarin herkennen nu en dan In het blije of in het boze of in het broze houwen van
Want hoezeer wij mensen onderling verschillen De vorm van hoofd en handen, benen, buik en billen Of we clever zijn of dom, of arm of rijk In de dingen waar t om gaat zijn we gelijk
Zij zullen andere ogen hebben dan de mijne n' ander huis misschien en andere gordijnen Ze eten ander brood ze drinken andere drankjes Er staan ook andere boeken op hun boekenplankjes
Ze hebben ander stoelen, tafels, andere bedjes Andere spelletjes en ruzietjes of pretjes Of ze luisteren naar andere orkesjes En ze doen was minder suiker op de besjes
Of zij houden zoveel meer dan ik van water Hebben bovendien ook meer dan ik een kater Kijken tien maal meer dan ik op hun horlosies Of beteugelen veel strenger hun emoties
Hebben met de paas meer eitjes in hun doppen Laten Sinnieklaas waarschijnlijk langer kloppen Hebben overal gereserveerde plaatsen Houden meer dan ik van winter en van schaatsen
Zijn luidruchtiger of ook misschien heel stilletjes Zo zijn er honderdduizend van die verschilletjes Maar of je clever bent of dom of arm of rijk In de dingen waar t om gaat zijn we gelijk.
Toon Hermans
|