Een coureur is pas een coureur als hij een koersklakske draagt. Een waarheid als een koe voor elke actieve wielrenner, doorwinterde wielertoerist of fervente wielerfan.
Dit belangrijk onderdeel van de koerskledij maakt een rennersoutfit niet alleen kompleet, maar vergemakkelijkt de sportman in het uitoefenen van zijn sport, verhoging van comfort dus. Vroeger, voor de invoering van de helm, bood het bescherming van je haardos tegen vuil tijdens regen en slecht weer en tevens tegen al te felle zonnestralen. Hoe dikwijls zag je niet tijdens wedstrijden in grote hitte, dat een bidon werd leeggegoten over het petje heen; reken erop dat het een verkoelende werking had.
Praktisch was het ook om het petje over de valhelm te dragen. Daardoor ontstond er een luchtlaag tussen hoofdhuid en petje, waardoor deze luchtlaag ook verkoelend kon werken. Het vormde als het ware een isolerende laag, en omgekeerd, met koude, bleef het hoofd bovenop een beetje warmer.
Het was ook gebruikelijk het petje achterstevoren te dragen. Na verloop van tijd ging de klep soms voorover klappen op een moment dat men het niet verwachte en kon ze voor de ogen vallen. De klep van achteren geeft een extra bescherming voor de nek want een zonnesteek ontstaat immers aan de achterkant van de nek. Petje achterstevoren en over de valhelm heen, dat was jaren lang de meest gevolgde toepassing van het koerspetje.
Het koerspetje is uitgegroeid tot een bekend stijlicoon binnen de wielersport. Toen de helm nog niet verplicht was droeg iedere coureur een wielerpetje met de naam van de sponsor erop. Een extra mogelijkheid van de rijdende reclamezuilen die door de sponsors optimaal werd benut.
Koerspetjes zijn al zo oud als het fietsen zelf maar sinds de helm definitief zijn plaats heeft verworven in de standaard uitrusting van een wielrenner zie je ze minder. Maar ook onder je helm kan je ze prima dragen, helemaal als het weer slechter wordt. En dat kan ook met stijl!
De koerspet is er niet altijd geweest. In den beginne gingen coureurs de boer op met baretten en wollen mutsen. Zeg nog eens dat Roger De Vlaeminck uit zijn nek kletst, als hij fulmineert dat het er vroeger zwaarder aan toe ging.
Later kwam de koerspet. Bij de Fransen beter bekend als de ‘casquette’. Het koerspetje kende haar hoogtepunt tussen de jaren ’60 en ’80. Een beetje wielrenner verliet het huis niet zonder het karakteristieke hoofddeksel.
De doodsmak van Andrej Kivilev in de tweede etappe van Parijs-Nice – de Kazachstaanse renner droeg geen helm op die fatale 11 maart 2003 – betekende een flinke opdoffer voor het koerspetje. Prompt dwong de UCI de helmplicht in alle wielerwedstrijden af.
Veiligheid is een goede zaak. Ongewild verzeilde het koerspetje daardoor wat in de vergetelheid. Daar had ook de ongeziene hegemonie van Lance Armstrong een aandeel. De Texaan bracht niet alleen zijn halve apotheek mee naar het Tourpodium, maar ook de oer-Amerikaanse baseball cap.
Anno 2014 heeft dit lompe Amerikaans geval in het profwielrennen duidelijk het pleit gewonnen van zijn verfijnde, stijlvolle Europese voorganger. Een droevige evolutie.
Wij blijven halsstarrig bij ons koerspetje zweren. Het hebbeding heeft dan ook talrijke voordelen, ongeacht het seizoen. Bij drasjhonden zoals Rigoberto Urán houdt het de weerbarstige manen uit de ogen.
Bij renners uit de school van Bradley-ééntjen is geentje – Wiggins houdt het het alcoholzweet van de avond tevoren uit de ogen. En wie over een biljartbal zoals de aimabele Ludo Dierckxsens en wijlen Marco Pantani beschikt, kan er zijn kletskop mee warm houden. Al zweerde die laatste bij zijn bandana.
En wat te denken van de ‘inverted flip’? Philippe Gilbert kennen we als de man die in 2011 zowat alles won wat er te winnen viel. Nadien werd hij ontvoerd door buitenaardse wezens die hem vervingen door een inferieure dubbelganger. De ‘inverted flip’ is zeer handig in de regen. Zowat elke wedstrijd dus, in de ondergelopen postzegel die aardrijkskundigen België noemen.
Ik hou van nostalgie, ik hou van vroeger want dat doet mij herinneren aan mijn eerste kennismaking met de wielersport. Als kleine gast verzamelde ik Rizzla prentjes van renners en ik had een volledig Soloalbum met foto’s van Rik Van Looy. Uit de krant noteerde ik alle wieleruitslagen in een aparte schrift. Wanneer moeder me naar de kruidenier stuurde waar men TV had, bleef ik er kijken naar het beeldverslag van de Tour. De gazetjes van Het Volk met uitslagen waren ’s avonds op straat te koop bij luid roepende gastjes met hun gele klakskes.
Die dag met de klas op schoolreis stonden wij in Wimmertingen, in de buurt van Tongeren opgesteld langs het parcours van de Ronde van Frankrijk 1962. Het was die fameuze 2de rit van Spa naar Herentals waar mijn idool Rik Van Looy zich in zijn eigen stad onbegrijpelijk liet verrassen door André Darrigade. De lange doortocht van de tourkaravaan was een speciale belevenis en ik kon met mijn centjes een geel klakske bemachtigen van het Franse wielermagazine Miroir Sprint, samen met een paar magazines. Dat gele plastic klakske heb ik jaren gekoesterd als een relikwie. De Franse wielermagazines heb ik verslonden en maakte dat ik elke maand op mijn fiets naar de stad van mijn idool reed voor de nieuwste uitgave die daar te koop was.
Met wat kan je kinderen blijer maken dan met een koersklakske van hun favoriete renner, merkenploeg of sponsor? Ook gele en groene klakskes van de Tour, roze van de Giro en regenboogklakskes kunnen de ogen van jonge fietsertjes doen blinken van trots. Het geluk dat je als kind mocht ervaren blijkt bij vele wielerfans aanstekelijk te zijn. De verzamelaars van klakskes zijn waarschijnlijk niet te tellen. Je moet het als fietstoerist meegemaakt hebben op onze grote TC Nete tochten naar Avoriaz, of Alpe d’Huez wanneer ’s morgens aan het ontbijt iemand als wijlen Danny Landuyt ons elke dag kwam verblijden met nieuwe klakskes. De moraal in de groep werd ermee op zenit gezet en dat voor de ganse dag.
Om de ode aan het koersklakske netjes (?) af te sluiten komen we uit bij Kevin Seeldraeyers met een ongewone toepassing. Op 20 mei 2009 was Kevin in de Giro met een puike prestatie 20ste geëindigd op 1'34" van Di Luca. Hij pakte zelfs vijf seconden op zijn concurrent voor de witte trui, Thomas Lövkvist. “Maar er zat eigenlijk meer in”, mokte Seele achteraf. “Ik had last van diarree vandaag, en moest twee keer het bos in spurten. Toen ik een derde keer moest, ging het veel te snel in het peloton. Dus zat er maar één ding op: me laten afzakken naar de volgwagen, truitje uit en broek naar beneden. En dan kakken in een koersklakske, dat ze onder mij hielden”. (grinnikt) Comfortabel is anders!
Geen sport die zo onderhevig is aan modegrillen als de wielersport. Het volstond dat Johan Museeuw in Parijs-Roubaix een stofvod rond zijn haarimplantaten bond om de rage van de bandana te lanceren. Er dook in de Tour een renner op met zweetbandjes rond de pols en een week later zag je alle wielertoeristen rondrijden met zo’n belachelijke indianenlapjes.
Deze trend, overgewaaid uit de tenniswereld, was eind jaren 90 populair in het wielrennen en werd gedragen door onder andere Marco Pantani en Johan Museeuw. Toen men echter het dragen van een fietshelm verplichtte, verdween dit hoofddeksel van het toneel.
Een bandana is oorspronkelijk een grote zakdoek die om het hoofd of hals wordt gedragen. De zakdoek is vierkant van vorm. Het woord is afkomstig van het Hindi woord bandhana, dat “binden” betekend. Om de bandana als hoofddeksel te kunnen dragen, moet de zakdoek éénmaal diagonaal dubbelgevouwen worden. Uiteindelijk knoop je de punten aan de achterzijde van het hoofd. De bandana kan je hoofd warm houden, je haren uit je gezicht houden, je haren verborgen houden of zelfs haaruitval onzichtbaar doen lijken.
De oorsprong van de bandana is onmogelijk te achterhalen. Volgens het Hindi woord bandhana - ook bandannoe gespeld - is het de benaming voor een vrolijk en traditioneel gedessineerde Indiase halsdoek van katoen. Het was ook de geliefde halsbedekking van werkmannen in de 18e eeuw. Bandana’s zijn ook deel geworden van de folklore en mode van de Amerikaanse cowboys. En wat dan met de Hollandse boerenzakdoek of foulard? Van tijd tot tijd komt de bandana weer in de mode, meestal als bedekking van het hoofd.
De in de jaren 70 in de VS ontstane rivaliserende straatbendes, de Crips en de Bloods waren herkenbaar aan hun blauwe en rode bandana’s. Hulk Hogan, een van ‘s werelds grootste worstelaars, werd bekend met een gele bandana in zijn outfit. Wie kent hem niet Björn Borg, de tennisser die altijd een zweetband droeg? Voor hem was de zweetband bedoeld om zijn haren uit zijn gezicht te houden maar zeker ook om het zweet op te vangen. Tegenwoordig is Rafael Nadal degene die een bandana om zijn hoofd bindt om te presteren op een center court.
De Bandana is echt doorgebroken in het wielerpeloton dankzij wijlen "de piraat" Marco Pantani. Wielrenners en mountainbikers dragen een helm en deze is niet geheel gesloten aan de bovenzijde. Dit kan vervelend zijn omdat er wind, kou en neerslag doorheen komt of omdat je enorm zweet. Steeds vaker zie je dat deze sporters een bandana onder de helm dragen.
Roubaix 10 april 2000. “Eerst verkocht Johan Museeuw heel Roubaix een zoen met zijn twee vingers tegen de bestofte lippen. Dan volgde een dankgebaar met de ogen naar de hemel gewend. Maar vooral de beweging die de Leeuw van Vlaanderen nadien maakte, blijft de wereld bij als hét beeld van Parijs-Roubaix 2000. Wiegend op zijn fiets, rechtervuist gebald in de lucht, showde hij het publiek zijn linkerbeen”.
Alzo beschreef Hugo Coorevits in het “Nieuwsblad” de legendarische overwinning van de man die twee jaar door tegenslag tot op de bodem van uithouding en karakter moest gaan om een prestatie neer te zetten die de wereld met verstomming sloeg. De echte leeuw die zijn klauwen had laten zien op het blauwe vodje textiel, zat tussen stof en zweet strak vastgesnoerd op zijn hoofd.
Die beelden zitten nog op het netvlies van elke wielerliefhebber. De Leeuw, bandana op het hoofd en de ogen verstopt achter een te grote zonnebril, rijdt de vélodrome op en wijst net voor de finish ostentatief naar zijn gehavende linkerknie. “Dat deed ik om de mensen te bedanken die me tijdens die moeilijke momenten zijn blijven steunen” , aldus Johan. Het onwaarschijnlijke litteken op de linkerknie is een blijvende verwijzing naar die gitzwarte periode.
De kracht en de ambitie waarover de Leeuw die dag beschikte kon wel niet aan de bandana gelinkt worden, maar het was een ideale lancering voor het stukje stof dat prompt de wielerwereld had veroverd. Marco Pantani had in 1998 met overmacht zowel de Ronde vanFrankrijk als de Ronde van Italië gewonnen met in beide rondes twee etappezeges. Voor de Tour was het de eerste Italiaanse overwinning in meer dan dertig jaar. Hij droeg altijd een bandana en had een afbeelding van een piraat op zijn zadel. En wachtte Marco Pantani niet tot op de laatste klim om zijn bandana af te gooien en zijn verschroeiende rush naar de top in te zetten?
Op zaterdag 6 mei, een maand na Parijs-Roubaix, kon ik via een actie van “Het Nieuwsblad” een exclusieve Johan Museeuw bandana bestellen aan 500 frank. De opbrengst ging integraal naar het kinderkankerfonds. Meteen verkocht voor de bandana, vertoonde ik mij bescheiden en trots onder de wielertoeristen met mijn aanwinst. Ik kwam onder de indruk van de kwaliteiten van de originele Buff. De functionele colsjaal was gemaakt van elastische, naadloze, onderhoudsvriendelijke microvezels en kon heel gevarieerd als bijv. sjaal, hoofdband, muts en haarband worden gedragen. Dankzij het Thermal Insulation Level 1, geïntegreerde UV-filter, antibacteriële zilvervezels en ademende alsmede vochtregulerende eigenschappen, overtuigde de bijna gewichtsloze multifunctionele doek door een uitstekend draagcomfort en een merkbaar verfrissend effect bij elke activiteit.Vanaf de eerste dag maakte de bandana deel uit van mijn outfit en dat zou niet meer veranderen.
Eigenlijk heb ik het vroeger nooit gehad met koerspetjes. Buiten het feit dat ze nuttig en populair zijn voelde ik me er niet vertrouwd mee en had het gevoel dat ze niet pasten bij mijn look. Liefst van al fietste ik zonder hoofddeksel want ze belemmerden mijn spontaan en vrij fietsgevoel. Nog steeds kan ik slechts ten volle van een leuke fietstocht genieten wanneer ik onbevangen met mijn haardos in de wind aan het rijden ben. Voor het zweten en klimmen nam ik mijn toevlucht liever tot een zweetband, die mij nuttiger en leuker om dragen leek.
Het verklaart dan ook mijn spontane aanpassing aan de bandana.
De bandana werd vlug onmisbaar bij iedere kleine of grote fietsuitstap. Op onze Compostelatocht in de zomer van 2000 fietsten wij met een verkoelend effect door de onherbergzame vlakte van de Tierra de Campos, gezwind op kop van het peloton, de bandana op ons hoofd, Pantani en Museeuw achterna.
Wanneer drie jaar later de helmplicht werd ingevoerd ook bij de fietstoeristen, bleef ik nog lang zweren bij mijn bandana. Een helm was nu helemaal niet comfortabel en hinderlijk op het hoofd. Met tegenzin, indien echt nodig en bij slecht weer, probeerde ik mij te vergenoegen met dit lompe hoofddeksel. Wanneer met de tijd dan toch bijna iedereen met een helm uitgedost was en ik als een der laatsten in de pelotons met vrije haardos bleef fietsen, maar wel goed de risico’s beseffend, heb ik er mij sinds een aantal jaren toch aan gewend gemaakt. Een helm biedt toch meer veiligheid. Gedragen onder de helm biedt de bandana bovendien bescherming tegen wind, koude, neerslag en zweet.
Vorige zomer met de Vriendenkringrit Berlaar-Postel hielden we middagpauze op de markt in Retie. Met vier besloten we onze boterhammen in het café te nuttigen, terwijl de overige leden op het zonnige terras hadden plaats genomen. Bij een volgende stop in Meerhout taste ik vergeefs naar mijn bandana die onder mijn helm moest zitten. Bij afname in Retie had ik mijn helm met bandana onder mijn stoel gelegd. De bandana moet er blijven liggen zijn. Met mijn reservefiets gestart, drie maal lek gereden en mijn “leeuw” kwijt, werd het een complete pechdag! Thuis gekomen ben ik onmiddellijk in de wagen gestapt om in Retie in het café mijn vertrouwde hoofdsjaal te gaan ophalen. Het zou een groot gemis geweest zijn met het oog op mijn geplande vakantiebergtrip.
Op de LM-Classic in Ertvelde, een rit met wat hellingen uit de Vlaamse Ardennen, stond ik startklaar toen het plots begon met regenen. Ik verkoos nog vlug om de bandana te wisselen voor een koerspetje onder mijn helm en spoedde mij naar de wagen. Een regenwerende klep is zeker geen luxe voor een brildrager. Het was zo een van die zeldzame dagen waar je voortdurend van de ene vlaag in de andere rijdt. Klein bier echter vergeleken bij het laatste exemplaar. Als je, eindelijk bijna droog geraakt, op 10km van het einde een wolkbreuk te verwerken krijgt, geen weg van een fietspad kunt onderscheiden en geen schuilplaats vindt, kun je niet anders dan je lot aanvaarden waardoor je er als het ware zelfs nog plezier aan beleeft. Thuis was dat plezier vlug over toen ik mijn bandana miste. Deze moet ik bijna zeker buiten de wagen laten vallen hebben. Na veertien jaren fietsplezier was ik mijn Vlaamse leeuw kwijtgeraakt, dit keer voor goed.
Een mens beseft soms hoe gewend hij is geraakt aan bepaalde kleine dingen als die er niet meer zijn en de waarde die hij eraan hecht. Waarom zou ik naar Retie gereden zijn om een vergeten stukje textiel? Er moest een kans bestaan om aan een andere leeuw te geraken, maar hoe? Veertien jaar na een actie in de krant was de kans onbestaande en Museeuw zelf zou ze wel aan zijn vrienden uitgedeeld hebben. Op het internet gesurfd en met succes want er kwam een aanbieding op een tweedehands site voor een gloednieuw exemplaar.
Voor 20 euro plus verzendkosten bood Nadine uit St. Martens Latem mij een nieuwe bandana aan. Ik schreef het bedrag over en kreeg mijn Buff thuisgestuurd. De originele verpakking met de Indiaan kende ik nog van toen. Het was voor mij een mooi verjaardagsgeschenk dat ik niet gauw zal vergeten. Het toeval wil dat we een controlestop hadden op het parcours in haar dorp aan de Leie de dag dat ik er mijn bandana verloor.
Toen ik haar het verhaal vertelde kreeg ik volgende E-mail: “Dag Rolf, eerst en vooral: gelukkige verjaardag! Wat een speciaal verhaal, gelukkig kent het uiteindelijk toch nog een goede afloop. Ik wens je veel prachtige fietstochten toe met de bandana! Vriendelijke groeten, Nadine”.
Ik neem me voor om haar deze zomer op een fietstocht met de bandana eens een bezoekje te brengen om haar te bedanken. Ik zal haar dan kunnen vertellen dat ik een week nadien mijn verloren Vlaamse Leeuw heb… teruggevonden tussen mijn bagage!
13-01-2015, 00:00 geschreven door rolf
|