Troje brandt
Ik vind het niet leuk om te zeggen dat Troje brandt, dat Europa inmiddels een provincie, of beter gezegd een kolonie van de islam is, met Brussel als voorpost van die provincie en steunpunt van die kolonie. In elke stad bevindt zich een tweede stad. Een schaduwstad, die identiek is aan de stad die de Palestijnen in de jaren zestig in Beiroet stichtten door een staat binnen een staat en een regering binnen een regering te vormen. Een moslimstad, een stad die bestuurd wordt volgens de koran. Een merksteen van het islamitisch imperialisme. Een imperialisme dat niemand ooit heeft kunnen overtreffen. Niemand. Zelfs de Perzen van Cyrus de Grote niet. Zelfs de Macedoniërs van Alexander de Grote niet. Zelfs de Romeinen van Julius Caesar niet. Zelfs de Fransen van Napoleon niet. Want de enige kunst waarin de zonen van Allah altijd hebben uitgeblonken, is de kunst van het binnenvallen, het veroveren en het onderwerpen. En Europa, de christelijke wereld, is altijd al hun felbegeerde buit geweest. En als reactie waren er de kruistochten. Tegenwoordig is het mode geworden om berouw te tonen over de kruistochten, om het Westen voor de kruistochten te veroordelen en om de kruistochten te zien als een onrechtvaardigheid tegenover die arme, onschuldige moslims. Maar meer nog dan een reeks krijgsondernemingen om het Heilige Graf te heroveren, waren de kruistochten het antwoord op vier eeuwen van invasie, bezetting, tirannie en slachtpartijen. Ze waren een tegenoffensief om het islamitisch imperialisme in Europa een halt toe te roepen en om de moslims naar het Oosten uit te laten wijken (mors tua vita mea). In de richting van India, Indonesië, China, het Afrikaanse continent en ook naar Rusland en Siberië, waar de tot de islam bekeerde Tartaren de koran al hadden geïntroduceerd. En ja hoor, toen de kruistochten voorbij waren, begonnen de zonen van Allah ons weer, net als vroeger, of eigenlijk meer nog dan vroeger, lastig te vallen. Deze keer waren het de Turken die voorbereidingen troffen om het Ottomaanse Rijk te stichten. Een rijk dat Europa tot de achttiende eeuw zou overspoelen met zijn hebzucht en gulzigheid, en dat van Europa zijn favoriete slagveld zou maken.
|