Iedere dag naar de kerk... zo moest dat voor je 'plechtige communie' destijds.
En dat deed ik dus ook. Er was niet alleen die leuke jongen die me samen met zijn vriend telkens voor de catachese kwam halen.. maar er was ook een aardige oudere dame. Ze was steeds zo aardig voor me, zo vriendelijk. Ik zie haar nog steeds voor me. Een kleine dame, een brilletje, gekruld grijze haren en een hoedje. Hoe vaak heb ik gewenst dat zij mijn moeder zou geweest zijn.
Ze zou me vast niet voor ieder denkbeeldig foutje klappen hebben gegeven. Ze zou me vast niet als een razende achterna gezeten hebben als ik voor die harde klappen vluchtte... en van degene die ze uitdeelde.
Ik was het 'slechte' kind, de 'slechte' dochter. Dat kind dat ze niet moest.
Wat vertelde ze op een keer aan mensen terwijl ik erbij zat? Dat ze zo graag een jongen had gehad en hoe mijn grootmoeder had gezegd bij de komst van haar tweede kind, een zoon, dat ze nu had wat ze wou.
Oké, dat kan best. Maar was het daarom dat ze me hekelde? Alsof ze in feite niet wou dat ik bestond?
Het doet pijn als ik dit schrijf... maar het moet eruit, het hele verhaal. Ik ga eraan dood.
Na wat er onlangs is gebeurd. De onverholen haat, alsof ik een of ander vies beest was... zo had een lid van de familie me aangesproken. Wat zeg ik? Aangesproken. Ze spuugde de woorden eruit, ze sprak ze niet.
Nog steeds voel ik me ziek, doodziek... van die ene giftige slangenbeet die al die giftige slangenbeten vertegenwoordigd van mijn hele leven. Die ermee begonnen is... en mijn hele omgeving ermee besmet heeft.... . Zij, degene die me op de wereld zette... maakte dat ik door de hele familie enkele uitzonderingen eruit gelaten, me verafschuwt, negeert, met de vinger wijst, en zonder.... ooit... maar één vraag te stellen.... zonder ooit zich iets af te vragen... ze namen al de lelijkheid die ze me toedichtte zomaar over.
|