Ik werd zeventig, zit achter het blanco computerschermpje. Ik kijk buiten. Het weer is grijs, kil en t is erg duister. Ik leg mijn hoofd in de palm van mijn hand, zucht eens diep en denk na
Inderdaad, ik was blij in 70 lentes, lachte in 70 zomers, mijmerde in 70 herfsten en treurde in 70 winters. Je wordt gevierd, er wordt gefeest en het leven gaat verder: op naar de tachtig zegt men.
Zo gaat het leven. En dan vraag je je af: was het dat dan? Als ik nu eens dit en dat zo en zo zou gedaan hebben, was mijn leven dan beter geweest? Wel anders misschien, maar waarschijnlijk niet beter.
Je verschijnt op een mooie winterdag ongevraagd op deze wereld. Bij het begin kraai je van de pret, kijkt verwonderd om je heen, en groeit op. Een alles verwoestende oorlog trekt over je heen, en laat het huis waarin je als kleuter opgroeide in vlammen opgaan. In hun wanhoop staan je ouders met hun gezinnetje letterlijk op straat. Niet te lang getreurd, weldra loop je school in een andere gemeente, het leven lacht je weer toe en voor je het weet ben je een tiener, gaat studeren en ontmoet op een schone dag de vrouw van je leven. Je gaat werken, beleeft heuglijke maar ook teleurstellende dagen maar het leven gaat verder.
Op je vijfenzestigste wordt je bedankt voor bewezen diensten en je gaat op pensioen, op rust. In het Engels zegt men dat mooi: on retirement: men trekt zich terug!
Het is toch een ogenblik om even terug te blikken en met dankbaarheid te overdenken wat het leven je tot nog toe heeft geboden: liefde, vriendschap en wetenschap. Alhoewel: dit laatste is relatief. Toen de bekende franse akteur Jean Gabin zeventig werd zong hij een heel mooi lied dat ik U niet wil weerhouden. Het is een mooie samenvatting van wat achter je ligt.
Quand j'étais gosse, haut comme trois pommes, J'parlais bien fort pour être un homme J'disais, JE SAIS, JE SAIS, JE SAIS, JE SAIS
C'était l'début, c'était l'printemps Mais quand j'ai eu mes 18 ans J'ai dit, JE SAIS, ça y est, cette fois JE SAIS
Et aujourd'hui, les jours où je m'retourne J'regarde la terre où j'ai quand même fait les 100 pas Et je n'sais toujours pas comment elle tourne !
Vers 25 ans, j'savais tout : l'amour, les roses, la vie, les sous Tiens oui l'amour ! J'en avais fait tout le tour !
Et heureusement, comme les copains, j'avais pas mangé tout mon pain : Au milieu de ma vie, j'ai encore appris. C'que j'ai appris, ça tient en trois, quatre mots :
"Le jour où quelqu'un vous aime, il fait très beau, j'peux pas mieux dire, il fait très beau !
C'est encore ce qui m'étonne dans la vie, Moi qui suis à l'automne de ma vie On oublie tant de soirs de tristesse Mais jamais un matin de tendresse !
Toute ma jeunesse, j'ai voulu dire JE SAIS Seulement, plus je cherchais, et puis moins j' savais
Il y a 60 coups qui ont sonné à l'horloge Je suis encore à ma fenêtre, je regarde, et j'm'interroge ?
Maintenant JE SAIS, JE SAIS QU'ON NE SAIT JAMAIS !
La vie, l'amour, l'argent, les amis et les roses On ne sait jamais le bruit ni la couleur des choses C'est tout c'que j'sais ! Mais ça, j'le SAIS... !
Inderdaad, dat weet ik!
Tot gauw!
|