Ik ben vannacht om middernacht opgestaan, ik dacht er plots aan dat mijn gewassen handdoeken nog buiten lagen en ik vermoedde dat de honden die daar losliepen hun best wel zouden gedaan hebben met mn wasje, wat waar bleek te zijn. Handdoeken en washandjes lagen her en der verspreid, een washandje vond ik in het donker niet terug, werk voor morgenvroeg! Het was 6.45u. toen we deze morgen al op de fiets zaten, het klimmetje van een paar kilometer naar Calvi zorgde ervoor dat we meteen goed wakker waren. Als ontbijt aten we een paar mueslikoeken om de eerste honger te stillen, in het volgende dorpje zullen we wel wat vinden om te eten. Het waren echter alweer de eeuwige koeken met créme. Vanaf Calvi del Umbria was het parcours een opeenvolging van klimmen en dalen, maar heel geleidelijk zakten we af naar zeespiegel niveau. Het was warme vochtige lucht, we dronken veel om het verloren vocht in ons lichaam op peil te houden. Onze ledematen blonken van het zweet! Tussen Nazzano en Fiano Romano kregen we een afdaling die varieerde van 2 tot 8% en dat vijf kilometer lang, het was zalig om het windje te voelen dat het zweet hielp drogen. In Fiano Romano ging ik in een mercado op zoek naar eten. Een paar flinke stukken pizza zou weleens kunnen smaken vond ik. We besloten om ze buiten het stadje op een bankje op te peuzelen, maar na een paar beten ondervond ik dat het eten mij niet smaakte. Ik had ook al sinds vanmorgen last van brandend maagzuur, voor mij is teveel zoetigheid niet goed. Het fietsen ging echter goed, klimmen kan ik echter zo wie zo niet, maar op mijn eigen tempo lukt het me aardig. We kregen steeds meer het gezelschap van de Tiber, soms staken we deze rivier over en soms hield hij ons gewoon gezelschap. De mooie natuur liet het beetje bij beetje afweten, het landschap was niet mooi en hier en daar zagen we enkele sobere, armtierige boerderijtjes om niet te spreken van krotjes. Opvallend waren de witte runderen, met horens van een halve meter lang, waren ze heel speciaal en ik maakte er enkele fotos van. In Capena hadden we nog een pukkeltje over een afstand van 600m te beklimmen met een steiging van 5 tot 7% en 900m met 5%!. Natuurlijk waren er telkens ook de afdalingen. Naar Morlupo en Sacrofano waren de laatste hellingen. Hier kwam ook de hoofdroute, die van Firenze kwam, samen met de onze. Heel geleidelijk voelden we dat de grote stad eraan kwam, het verkeer werd wat intenser en er kwam wat meer bebouwing. Prima Porta is de eerste voorstad van Rome, het was 15u en we besloten om een kleine stop te maken in een van de vele bars. Als we terug gingen fietsen was het een kwestie van een half uurtje en stonden we aan de poorten van het Vaticaan. We besloten om met een berichtje de vrouwtjes te verwittigen dat we om 16u. zouden arriveren. Na enig zoekwerk kwamen we op het fietspad naast de Tiber, dat ons tot op 300m van het Vaticaan voerde, eigenlijk niet te geloven! Het weerzien na drie weken, daar moeten we geen tekeningetje bijmaken. Ik voelde me echter niet zo goed, het brandend maagzuur speelde me nog steeds parten, en ik zei tegen mijn vrouw dat ik moest gaan zitten. Ik moest braken en ik verloor ook een moment het bewustzijn. Toen voelde ik iemand op mn wang tikken, een vriendelijke mevrouw vertelde me dat ze dokter was en dat het beter was om voor alle veiligheid even naar het ziekenhuis te gaan. In de ziekenwagen vroeg ik de dokter van dienst of er in het ziekenhuis de mogelijkheid was om mijn verzekering te verwittigen, dat was helemaal niet nodig vertelde ze mij. Als een buitenlander in Italië met de ziekenwagen naar het ziekenhuis wordt gevoerd is de hele behandeling gratis. Als je uit eigen beweging gaat val je onder de normale procedure. Het enige land in Europa, vertelde ze trots! Het is maar dat je het weet beste lezer. Om een lang verhaal kort te maken, er was niets ernstigs aan de hand maar de hitte van de laatste dagen had er voor gezorgd dat ik de prille verschijnselen van uitdroging had. Twee baxters met water, zout en de nodige mineralen
en anderhalf uur later bracht een taxi ons naar het hotel. Met ons vieren hebben we nog een paar dagen genoten van de prachtige stad en bezocht wat we de moeite vonden. Ik wil bij deze in de allereerste plaats mijn vrouw bedanken, voor de mogelijkheid die ik kreeg om deze tocht te maken. Mijn schoonzus, die samen met mijn vrouw naar Roosendaal fietste en die verslag gaf van het nieuws dat ze op haar gsm kreeg. Mijn broer Herman voor het goede gezelschap, nooit is er een zwaar meningsverschil geweest. Beste lezer, ik heb geprobeerd om dit reisverslag met mijn eigen woorden uit te leggen. Laat mij toe te zeggen dat een professioneel schrijver het naar alle waarschijnlijkheid beter zou doen. Ik wens jullie veel leesgenot!
Willy Beyers.
|