Santiago de Compostela 1997

Foto

Reisverslag van pelgrim Willy!

Inhoud blog
  • Calvi del Umbria - Rome 106 km
  • San Damiano - Calvi del Umbria 72 km
  • Assisi - San Damiano 59km
  • Pieve S. Stefano - Assisi 110km
  • Celleta - Pieve S. Stefano 97km
  • Ferrara - Celletta 135 km
  • Oriago ( Venetië ) - Ferrara 129 km
  • Bezoek aan Venetië
  • Campolongo sul Brenta - Oriago (Venetië) 89 km
  • Lavis - Campolongo sul Brenta 103 km
  • Laces - Lavis 117 km
  • Prutz - Laces 104 km
  • Nenzing - Prutz 93 km
  • Roggenbeuren - Nenzing 129 km
  • Tübingen - Roggenbeuren 150 km
  • Bruchsal - Tübingen 114 km
  • Selzen - Bruchsal 140 km
  • Remagen - Selzen 158 km
  • Susteren - Remagen 147 km
  • Essen - Susteren (Nederlands Limburg) 141 km
  • Inleiding

    Rome  2009
    Verslag van broer Herman
    Foto

    Santiago de Compostela 2007
    Verslag van broer Herman

    Foto
    Op spaken naar Rome

    24-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prutz - Laces 104 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Allebei een goede nacht achter de rug. Gisteravond laat nog wat gesputter van een paar tieners waarvan de ouders waarschijnlijk dachten dat ze nog niet rijp waren voor het bed.
    Om 7u waren we gepakt en gezakt en na het vullen van de drinkbussen waren we om 7.10u op weg naar het centrum van Prutz. We vonden een bakker die op dit uur al open was en namen ons ontbijt op het rustige pleintje in het kleine centrum.
    Vandaag staat de Rechenpas op het programma, niet zo zwaar als de Arlbergpas, maar we moesten toch een hoogte overbruggen van iets meer da 600m!
    Pfunds is het laatste dorpje in Oostenrijk, daarna gaan we voor een uurtje de grens over om een stukje door Zwitserland te rijden, om dan de klim naar Nauders in Oostenrijk aan te vatten. Tot aan de klim naar Nauders volgen we de onstuimige Inn. We fietsten al klimmend de Zwitsers-Oostenrijkse grens over. Het is echt een beklimming die zigzaggend naar de 1454m hoge Norbertshöhe gaat en de rit gaat door bosrijk gebied. Af en toe steken een paar mountenbikers de weg over die de afdaling aangevat hebben door de bochten af te snijden… zeer steil overigens!
    Na deze beklimming die toch nog wat krachten vergde, kwamen we in Nauders het laatste stadje voor de Italiaanse grens. Oorspronkelijk hadden we hier een overnachting, maar we wisten dat we er voor de middag zouden aankomen en dat we zouden doorfietsen. Waar we de nacht gaan doorbrengen bepalen we rond de klok van 16u, het zal ook afhangen van de temperatuur en van de conditie.
    Vanaf Nauders moeten we het laatste stukje van de Rechenpas nog voor onze rekening nemen, ongeveer 150m hoogteverschil moesten we nog overwinnen. De Rechenpas is voor auto’s 1504m en voor de fietsroute 1520m. We fietsen parallel met de hoofdweg, maar zien hem praktisch niet. De Rechenpas heeft hier een zeer kleine moeilijkheidsgraad, maar in de andere richting fietsend is het zeer steil met hellingen die gaan van 8 tot 10% in het begin en even voor Burgeis van 15 tot 18%! Daarna nog even tot 14%. Wij hebben geluk dat we in de goede richting rijden. Voor we het weten rijden we al terug bergaf, richting Rechensee. Het zijn hier machtige panorama’s, veel groen en er staan nog veel weidebloemen in de bloei.
    Rechen, Resia in het Italiaans, is samen met een groot deel van Graun, in 1950 onder water gezet door de bouw van een stuwmeer. Alleen de Romaanse kerktoren steekt nog boven het water uit.
    Aan de Rechensee maken we gebruik van de stralende zon om onze tenten te drogen en een hapje te eten, we hebben tijd in overvloed want al een paar dagen lopen we vooruit op het schema.
    Daarom neem ik tijdens deze pauze even de tijd om wat te vertellen over Zuid-Tirol, want dat is de naam van dit gedeelte van Noord-Italië.
    Zuid-Tirol en Trentino maakten tot de eerste wereldoorlog deel uit van Oostenrijk. De provincie Trento is echt Italiaans, maar Bolzano of Bozen ligt in Zuid-Tirol. De overgrote meerderheid in Zuid-Tirol spreekt Duits en voelt nog nauwe samenhang met Tirol in Oostenrijk. Onder Mussolini echter, kwam de Duitstalige bevolking onder druk en werd er propaganda gemaakt om Italianen naar Bolzano te laten emigreren. De meerderheid in Bolzano spreekt daardoor Italiaans. Het platteland is Duitstalig gebleven.
    De talrijke schuttersverenigingen die zowat elk dorp rijk is in Tirol en Zuid-Tirol hebben nog lang na de tweede wereldoorlog, bij hun feesten en bijeenkomsten verwezen naar de terugkeer bij Oostenrijk. Allerlei verdragen en afspraken hebben ervoor gezorgd dat de Duitse taal weer werd toegelaten, en dat Zuid-Tirol een zekere onafhankelijkheid heeft gekregen ten aanzien van het Italiaanse staatsbestel.
    Onze tentjes waren in een mum van tijd droog en werden netjes terug ingepakt. De Rechensee is een enorme plas water waarlangs een rustig fietspad is aangelegd, regelmatig stopten we om een paar mooie foto’s te maken. Heel waarschijnlijk teveel, maar thuis zal ik het koren wel van het kaf scheiden.
    Na Burgeis, een klein boerendorpje, ligt Mals. Het uitzicht van dit kleine stadje wordt bepaald door drie romaanse en één gotische toren en een grote verdedigingstoren. In de Sankt Benediktkirche zijn Karolingische fresco’s uit de 9de eeuw te bewonderen.
    Glurns wordt nog steeds omringd door een stadsmuur met torens en poorten uit de 15de eeuw. Het is een klein en rustig stadje waar nog echt de sfeer van vroegere tijden hangt.
    We hebben al een tijdje het gezelschap gekregen van de Adige, een snelstromende rivier die tot in de buurt van Venetië, Noord-Italië beheerst. Vanaf nu fietsen we ook door de fruitschuur van Italië, ik had al gehoord en ook gezien in documentaires op TV, dat veel fruit uit Noord-Italië kwam.
    In werkelijkheid tart het elke verbeelding! Ik som de fruitsoorten even voor jullie op: appelen, peren, pruimen, druiven, granaatappels, cavayons en veel kwekerijen met gecultiveerde braambessen. Onnodig te vermelden dat we ons af en toe bezondigden met het plukken van een appel of een peer!Maar wat dit alles nog indrukwekkender maakt is dat de fietspaden kris kras door de plantages lopen. En omdat het allemaal laagstamfruit is konden we vanop de fiets over de fruitboompjes heen kijken en hadden we een ongelooflijk panorama met op de achtergrond de bergen.
    Sinds de Bodensee heb ik een beetje last van een gezwollen rechterenkel, eerst dacht ik aan een ontsteking in de buurt van de achillespees. Maar al een hele tijd begint het te jeuken, waarschijnlijk heb ik een beet gehad van een of ander beestje. De zwelling is ook aan het wegtrekken, des te beter.
    Tussen Glurns en Lasa zien we wegwijzers naar de Passo di Stelvio (2757m), in Prato allo Stelvio begint de klim naar deze reus al gestaag, wij laten hem rechts liggen. Alhoewel de sportievelingen dit ommetje meepikken op hun trip naar Rome!
    De vroegromaanse St Sisiniuskirchlein in Lasa is één van de oudste kerkjes in het dal. Laas of Lasa is ook bekend om zijn marmerwinning, vanop een hoogte van 1600 tot 2300m worden deze blokken naar beneden gehaald. Het marmer uit Laas bezit een hoge kwaliteit en was al bij de Romeinen bekend.
    Het dal waar we doorfietsen is het Vinschgaudal en meteen het droogste dal van de oostelijke alpen. Al heel lang transporteren de boeren het water uit het hooggebergte via kanalen en goten naar de landerijen en dit volgens strikte afspraken. Die kanalen en goten worden de “Waale” genoemd, van dit systeem van bevloeien zijn er nu nog een vijftigtal in gebruik en het bereikte zijn hoogtepunt tussen de 12de en 15de eeuw. Langs de Waale lopen paden die erg in trek zijn bij wandelaars.
    Schlanders is de hoofdplaats van het Mittelvinschgau, de toren van Pfarrkirche is al van ver te zien, want met zijn hoogte van 92m is het de hoogste van Zuid-Tirol! De gotische Spitalkirche is versierd met fresco’s uit de 13de en 16de eeuw.
    Inmiddels is het 5uur in de namiddag en het zoeken naar een slaapplaats dringt zich op, het wordt een camping in Laces, even buiten het stadje.
    Het is weer bloedheet als we de tenten opzetten, maar we hebben geluk! Er zijn een paar restaurants en een hotel vlak aan de ingang van de camping. Toen ik ons liet inschrijven zag ik in de hall van het hotel een PC staan, op de vraag of er een mogelijkheid was om op het internet te gaan kreeg een positief antwoord, goed nieuws voor Herman. Een nieuwe lading foto’s voor de thuisbasis? Na het eten gaat hij bekijken of het kan.
    Op de menukaart stond een menu voor 12euro, het leek ons wel wat. Gedaan met het zoeken welke antipasti, minestre, de primo piatto, de secondo piatto, de contorni enz…
    Zo’n menu is all in. Soms slaat het tegen, maar in de meeste gevallen heb je het buikje vol! “Het buikje vol” was ook nu van toepassing, samen met een liter Vino Rosso de la Casa (wijn van het huis) voor 7euro? Als het eten niet gesmaakt heeft? Met een liter wijn, dat is dus een halve liter de man, trek je je daar niets meer van aan!
    Broer gaat na het eten proberen om foto’s op z’n blog te plaatsen. Ik blijf nog wat zitten en schrijf mijn nota’s bij voor m’n dagboek. Dat deed ik elke avond zeer nauwkeurig, ook tijdens de rit in de pauze. De ervaring heeft mij geleerd dat je, eens terug thuis, alles weer perfect weet te herinneren.
    Na het aanvullen van mijn dagboek was Herman nog altijd bezig met zijn foto’s! Het plaatsen op zijn blog lukte, maar… oh zo traag!
    Het was pikdonker, toen we om 22u onze slaapzak opzochten.


    >> Reageer (0)
    23-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nenzing - Prutz 93 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zalig geslapen vannacht, een goed bed doet wonderen. We waren de enige gasten, het toeristisch seizoen is zo goed als voorbij, zeker wat Oostenrijk betreft! Het ontbijt was van het klassieke soort, verschillende soorten confituur, honing, kaas en hesp en wat oudbakken broodjes maar ja, op zondag zijn de bakkers waarschijnlijk gesloten. We tilden daar trouwens niet zwaar aan en het smaakte goed.
    We zaten om 7.20u op de fiets. Het weer was nevelig en bewolkt maar de bazin beloofde ons dat het een schitterende dag ging worden. Ik trok m’n windjackje aan, het voelde fris aan en dat waren we niet meer gewend!
    De rit begon weer over een prachtig fietspad. Ongelooflijk mooi, we vroegen ons af wanneer we wat meer moeite moesten gaan doen dan alleen maar vrolijk trappen. Uiteindelijk was de Arlberg niet veraf! Het duurde niet lang tot we voelden dat het vals plat eraan begon te komen.
    Vanaf Nenzing moesten we 1300m naar omhoog! Geen kleinigheid. Diegenen onder jullie die al bergen beklommen hebben weten wat ik bedoel. Boven op de top van de Arlberg;, in St Christoph am Arlberg, is de hoogte ongeveer 1800m.
    In Bludenz begint de beklimming pas echt, de route gaat door het smalle Klösterdal dieper de bergen in. We fietsen over de oude hoofdweg, door mooie dorpjes als: Stallehr, Bings, Braz en Garatz. Bij Garatz nemen we noodgedwongen een tunneltje en het achterlicht wordt voor de veiligheid ingeschakeld.
    In Dalaas voel je dat het menens wordt. De hellingen gaan van 5 tot 10 procent en het wordt nog steiler! Het wordt zweten en zwoegen, want de voorspelling van de bazin van ons pension in Nenzing kwam uit, heldere blauwe lucht en het zonnetje klaar aan de hemel. Voor mij begon de marteling, het zou vandaag meer dan 30° worden!!!
    In Klösterle kwamen we een beetje op adem, het was er een 500tal meter minder steil. Maar dan was het afgelopen, voor de eigenlijke klim over de col begon, gingen we in Stuben am Arlberg, op een terras in het zonnetje even genieten van een goede tas koffie met een stuk kwarktaart en werd het moreel wat opgekrikt, althans bij mij toch.
    Het was tamelijk druk op de weg, blijkbaar maken veel mensen gebruik van het mooie weer om een dagje uit te plannen.
    Mijn broer maakte de kloof tussen ons geleidelijk aan groter en op een bepaald moment fietste ik weer alleen, op mijn tempo. Het landschap werd kaler en ook ruiger, als je hier in het voorjaar bent is de kans groot dat je tussen de sneeuw naar boven fietst. Ik weet het van m’n vorige compagnon Leon, die met mij de tweede maal naar Santiago de Compostela fietste. Hij is in het voorjaar van 2006 alleen per fiets naar Assisi geweest. Hij heeft me verteld dat hij de Arlberg was afgedaald zonder handschoenen en onderweg moest stoppen om zijn verkleumde ledematen op te warmen in een hotel in Sankt Anton!
    Ik ben tijdens de beklimming verschillende malen afgestapt, de helling ging namelijk tot 12%, al fietsend haalde ik 5km/u, te voet was het 4km/u. Het was telkens een opluchting om eens een keer andere spieren te gebruiken. Boven op de top in St Christoph, op een hoogte van 1793m, stond broer Herman al te wachten. Hij was al zo’n 15 minuten boven! Ik was er om 13.15u.
    De helmen werden opgezet en de windjacks aangetrokken, afdalen gingen we veilig doen en liefst zonder kou te lijden.
    Nooit geziene decors en panorama’s… en de stilte, want we namen de afdaling soms langs binnenwegen, het is allemaal moeilijk te omschrijven. Ik heb de Arlberg tweemaal gedaan met de auto en, geloof me, met de fiets ervaar je de schoonheid van het landschap en de natuur pas echt! Je hoort alleen het zachtjes suizen van de wind en het klateren van het water in een bergbeekje, zeker als je de tunneltjes van de hoofdweg omzeild door de kleine wegjes te nemen, die alleen voor wandelaars en fietsers bestemd zijn.
    De eerste, wat grotere plaats, is St Anton am Arlberg. Het is de bakermat van het alpine skiën, er is trouwens een ski- en heimat museum gevestigd.
    In de zomer zijn er twee bergbanen in gebruik. Een stoeltjeslift naar Gampen (1850m) en een gondel naar Galzig (2185m), de Vallugagrat (2642m) met de top van de Valluga (2811m) is zeer de moeite waard, dat kan niet anders.
    We dalen nog steeds en we fietsten door het Stanzertal. Pettneu was de halte voor vandaag, het is nog vroeg en we nemen het besluit om door te fietsen naar Prutz, in het Inntal.
    Na Pettneu passeren we Schnann, Flirsch, Strengen en Pians. In Pians doen we ons tegoed aan een heerlijke pizza, het is inmiddels twee uur en er moest bijgetankt worden.
    In Landeck fietsen we even door het centrum om de richting Italië te volgen. Buiten Landeck genoten we weer van een afzonderlijk fietspad.
    Ten oosten van Landeck gaat de Venetbahn naar de Krahberg (2208m). Als we een paar kilometer op Inntalradweg rijden kan je naar de Zammer Lochputz. Door tunnels, trappen en een brug kan je bij een woeste bergrivier komen, die zich door een kloof naar beneden stort. We volgden de Inn op de rechteroever en in Urgen hadden we nog een venijnig klimmetje en gingen we over een planken brug naar de andere oever. Het was ook hier fietsen in een prachtige natuur.
    Om 16.30u arriveerden we op een verzorgde camping in Prutz. Alle nutsvoorzieningen waren er ruim aanwezig. We kregen een plaatsje dicht in de buurt van het sanitair blok, voor 23euro/2 personen konden we met een gerust gemoed de nacht ingaan!
    Na het douchen en omkleden wandelden we naar het dorpje en in Gasthof Rose konden we weer eens deftig eten, met een goed glas wijn en een ijsje als toetje.
    Zo’n twintig jaar geleden hebben we in Prutz een paar jaar na mekaar onze vakantie doorgebracht met de kinderen. Het boerderijtje aan de rand van het dorp staat er nog steeds en is nog niets veranderd. Ik herinner me nog levendig dat je vanuit Prutz naar het hoger gelegen Ladis, ten westen van het dorp, kon wandelen.
    Ladis is iets speciaals, de kern van het dorpje is in een cirkel rond een natuurlijk meertje gelegen en het biedt een ongelooflijk schilderachtige aanblik!
    De avond valt snel en eens dat de zon achter de bergen is verdwenen valt ook de warmte en wordt het zelfs frisser. Tijd om ons tentje op te zoeken, morgen rijden we Italië binnen!


    >> Reageer (0)
    22-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roggenbeuren - Nenzing 129 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik ben vannacht wakker geworden van de regen en van broer Herman die met krampen het bed uit moest, vervelend.
    We kregen een stevig Duits ontbijt, de voormiddag zouden we zonder problemen doorkomen. De koffie smaakte uitstekend en in een klein half uurtje zat alles wat op de tafel stond achter de kiezen.
    We vertrokken om 7.30u, in de gietende regen. Deze keer had ik een doodgewoon regenzeiltje meegebracht en ook Herman gokte op het gewone regenzeil. Geen slechte keuze vonden we. Je blijft droog en omdat de wind onder het zeiltje vrij spel heeft krijgt het zweet geen kans.
    De kapotte spaak is een ander paar mouwen, ik heb besloten om een fietsenmaker te bezoeken als de gelegenheid zich voordoet. In afwachting van… hoop ik dat er geen tweede spaak de geest geeft, wellicht is er aan de Bodensee een fietsenmaker.
    Het landschap was groen en zeer afwisselend, het traject bracht ons van dorpje naar dorpje over rustige landelijke wegen en ook weer langs met steenslag verharde fietspaden.
    Aan een jogger vroeg ik of er in de buurt een fietsenmaker was. Ik had geluk, hij vertelde me dat er in Kressbron, een redelijk groot dorp naast de Bodensee en nog wel op onze route, een grote fietsenzaak was met goede techniekers. Meer goed nieuws moest ik niet hebben, de wetenschap dat m’n spaak waarschijnlijk vervangen kon worden deed wonderen.
    In Langenargen fietsten we over de oudste kabelhangbrug van Duitsland, met een spanwijdte van 72m overbrugt ze de Argen die haar loop beëindigt in de Bodensee.
    Kressbron is al een wat groter dorp, en enkele minuten na het binnenrijden ervan kreeg ik de fietsenzaak al in het vizier. Spaak stuk? Geen probleem mijnheer, langs de andere kant is de werkplaats en u wordt dadelijk geholpen. Goede en vriendelijke bediening, de andere spaken werden ook gecontroleerd, want rijden met een spaak die stuk is geeft overbelasting op de anderen en we mogen niets aan het toeval overlaten! Omdat het wiel uit de kader moest en de pion ook gedemonteerd moest worden was het algauw een half uur werk. De banden van beide fietsen werden nog eens op de juiste spanning gezet, ik kreeg nog wat spaaknippeltjes toegeschoven en voor 31 euro waren mijn problemen opgelost. Wel veel geld, maar met een zwadderend wiel een berg afdalen is levensgevaarlijk. Uiteindelijk was het toch een half uur werk en ik fietste een stuk geruster dus… niet morren.
    Na Wasserburg rijden we Lindau binnen, eerst nog aan een kraampje het eten voor vanmiddag kopen. De vriendelijke mevrouw die ons bediende, vroeg vol verwondering waar we vandaan kwamen en waar de reis naartoe ging. Haar mond viel open van verbazing toen we haar vertelden dat we bijna twee weken onderweg waren en dat het einddoel Rome was.
    Ze wenste ons een voorspoedige reis en keek ons ongelovig aan toen we weer op onze fiets stapten.
    Lindau is een druk bezochte stad door een niet aflatende stroom toeristen, toen wij er waren was het seizoen zo goed als gedaan, maar in volle zomer is het hier een drukte van jewelste. Een stuk van de stad ligt op een eiland dat door bruggen met de rest van de stad is verbonden. Vanuit de stad heb je prachtige zichten op de Bodensee en als het heel helder is zie je de Zwitserse alpen schitteren. Aan de haven staat de Mangturm, een verdedigingstoren uit de 13de eeuw die ook dienst deed als vuurtoren.
    Voor het vertrek hadden we al beslist om aan de Bodensee geen overnachtingsplaats uit te kiezen, wegens te druk maar vooral wegens te duur! Tot een eind van de Bodensee vandaan worden er prijzen gehanteerd om u tegen te zeggen.
    We fietsten verder naar de laatste stad aan de Bodensee: Bregenz. Het is tevens het eindpunt van het eerste deel van onze route, boekje nr1 kan dus opgeborgen worden.
    Bregenz wordt opgesplitst in twee delen: de klein historische binnenstad of de Oberstadt en de Unterstadt. In de Oberstadt staat het Altes Rathaus, een prachtig gebouw in vakwerk uit 1662. De grotere en later gebouwde Unterstadt is het drukkere gedeelte, waar ook de Bodensee promenade is.
    Maar Bregenz is vooral bekend om zijn jaarlijks terugkerende “Bregenzer Festspiele” een spektakel van muziek en toneel.
    We merken het nauwelijks maar met Bregenz rijden we Oostenrijk binnen, het is de hoofdstad van Vorarlberg of de provincie voor de Arlberg.
    In Bregenz hadden we wat moeite om op de route te komen, we reden zelfs een eind terug om dan opnieuw de draad op te nemen. Deze keer lukte het en in de striemende regen fietsten we verder, we moesten zelfs schuilen omdat het te gortig werd.
    Na Hard, de eerste grotere plaats na Bregenz, reden we over de Bodensee-Radweg, een mooi fietspad langs de Nue Rhein. We keken al tegen de komende alpen aan!
    Het traject loopt door een prachtige natuur, veel bloemen en groene vegetatie langs de waterkant, het dwingt ons meerdere malen tot stoppen en een paar foto’s te nemen. We fietsten langs de Rijn op Oostenrijks grondgebied, aan de andere oever was het Zwitserland.
    De halte voor vandaag is Feldkirch, maar het is alweer te vroeg en we besluiten om er een twaalftal kilometer bij te doen en hier eerst een hapje te eten, het is 13.30u en onze maag begon te knorren. Een warm broodje met een dikke plak spek, njam,njam lekker! Nog een frisse cola en we konden er weer een hele tijd tegen. Vanaf Feldkirch werd de Rijn gewisseld met de Ill, een onstuimige en snelstromende rivier.
    En zo zijn we na enige tijd in Nenzing aangeland, een dorpje op de route. Het eerste adres, een B&B gaf geen resultaat, niemand kwam opendoen. Aan het station vonden we “Gasthof Gamperdona” met zimmer frei en ook een restaurant. De gastvrouw was een Belgische, uit Brussel. Ze was in haar 3de levensjaar met haar ouders naar Oostenrijk verhuisd en is er gebleven, maar ieder jaar brengt ze nog een bezoek aan België.
    Voor 30euro per persoon, inclusief ontbijt, konden we het wel uithouden tot morgenvroeg. Aan het station was een telefooncel en we maakten er allebei gebruik van om nog eens met het thuisfront te bellen, alles was onder controle… niets speciaals te melden. Alleen, m’n schoonzus had haar handen vol met het verzorgen van de vogels!
    Morgen fietsen we normaal naar Pettneu, maar nu al is duidelijk dat het dan maar 50 kilometer zullen zijn, de kans is groot dat we verder fietsen, alhoewel, de beklimming van de Arlberg… we zullen morgen wel zien!


    >> Reageer (0)
    21-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tübingen - Roggenbeuren 150 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Om 5.50u waren we uit de veren. Het plan was om 7u vertrekken, maar daar kwam deze keer niets van in huis. Een lekke achterband verhinderde het vroege vertrek, spijtig we wilden de hitte voor zijn.
    Omdat ik op mijn achterwiel geen snelkoppeling had om het te demonteren moest er een sleutel aan te pas komen, maar die brak! Een ongeluk komt dus wel degelijk nooit alleen.
    Een vriendelijke Nederlander, ook onderweg naar Rome per fiets, hielp me uit de nood. Hij leende me een sleuteltje nr15 zodat ik aan de werkzaamheden kon beginnen. De herstelling was vlug gebeurd en om 7.25u zaten we op de fiets.
    Gisteravond had ik er voor de eerste keer last van, venijnige steekvliegen. Eerst dachten we aan muggen, maar bij het maken van een lijk zagen we dat het kleine vliegjes waren, mijn armen en benen stonden onder de rode pukkels! Ook mijn broer had er last van.
    Het weer was wat veranderd nog geen zon, en dat zou tot de middag duren. Voor ons geen probleem. Klimmen zonder gezelschap van de zon was mooi meegenomen
    De bedoeling was om vandaag een negentig kilometer te bollen. Met de beklimming van de Schwabische alp erbij, leek dat een mooie afstand.
    Het was echt zoeken deze morgen om de juiste route te pakken te krijgen, echt hulp van voorbijgangers was er niet en degenen die wel wilden helpen wisten het zelf niet, want als we naar de postbode geluisterd hadden zouden we misschien al terug thuis geweest zijn.
    Maar… niet zeuren, uiteindelijk lukte het toch en fietsten we richting Schwabische alp, onze eerste beklimming op onze tocht naar Rome! Na een tiental kilometer vonden we een bakker. De heuvels die we tot nog toe achter de kiezen hadden waren een voorproefje. Niet dat de Schwabische alp een enorme klimpartij wordt, maar we moeten deze keer een hoogteverschil opvangen van 400m. Vanaf Tübbingen begint eigenlijk al een vals plat dat duurt tot ongeveer in Nehren, daarmee overbruggen we toch al een 100m hoogteverschil. De overige 300m worden genomen met steigingspercentages van 4 tot 7%.
    Klimmen is voor mij echt een opgave, maar ik draai op de goede versnelling en het lukt wonderwel, tijdens de beklimming begon het lichtjes te regenen. Mijn broer volg ik niet, hij trapt een tandje groter. Ieder op zijn eigen tempo, dan breekt het lijntje niet zeggen ze bij ons!
    Je staat er toch van versteld dat een hoogteverschil van 400m snel uitgesproken is, maar de realiteit is enigszins anders, het vergt nogal wat kilometers vooraleer de top bereikt wordt. Juist voor Melchingen krijgt de beklimming zelfs col-allures! Eenmaal boven kom je op een hoogvlakte, in een agrarisch landschap met ook wel bossen en nog landelijke dorpjes.
    Vanaf Gammertingen volgt de route de Lauchert en bij Sigmaringen wordt dit riviertje opgeslokt door de Donau.
    Sigmaringen was de vroegere hoofdstad van het vorstendom van de Zwabische tak van het vorstenhuis Hohenzollern.. Het overgebleven slot, boven de Donau in Sigmaringen, is hier zowat de belangrijkste bezienswaardigheid, we legden dit fraaie beeld trouwens vast op de gevoelige plaat.
    We zouden in Rulfingen overnachten, maar het was nog vroeg. De beklimming van de Swabische alp was meegevallen en de conditie was zeer goed. Het besluit om er een 40-tal kilometer bij te doen was vlug genomen.
    Onze tocht ging dus gewoon verder, over de Oberschwaben. Met een heuvelachtig panorama van velden, weiden en bossen.
    Na Sigmaringen kwamen we in Mengen, in de binnenstad staan een aantal zeer mooie vakwerkhuizen. In het Römermuseum kan je zien hoe het dagelijkse leven van de Romeinen eruit zag.
    Ook Pfullendorf straalt met zijn ontelbare vakwerkhuizen, de middeleeuwse sfeer uit. De Obertor, een poort uit de 14de en 15de eeuw doet menigeen zijn gedachten verhuizen naar deze vroegere tijden. Het Schroberhaus, een vakwerkhuis uit het jaar 1317 is een van de oudste woonhuizen uit Zuid-Duitsland. Verder zijn in Pfullendorf ook nog te bewonderen: het 16de eeuwse raadhuis, de gotische St Jacobskirche en het 19de eeuwse Heiliggeist Spital met een interessante laat-gotische kapel.
    Na de middag kwam het zonnetje erdoor en een uur later werd het zelfs warm! Van Sigmaringen tot Mengen fietsten we vandaag een stuk naast de Donau, in de luwte van de loofbomen. Op zo’n 5 kilometer van het einddoel hoorde ik een droge tik, het kwam van mijn achterwiel en m’n vrees was gegrond: een gesprongen spaak! Nu is een kapotte spaak op zich geen probleem, het is alleen afwachten wanneer de volgende het begeeft. Als een spaak breekt heeft dat zijn reden, waarschijnlijk zal het gewicht dat ik meesleur wel de uiteindelijke oorzaak zijn. Ik zal vanavond eens bekijken of ik ze zelf kan vervangen.
    In Obersiggingen hadden we op de kaart een onderkomen ontdekt, een B&B. Na een paar keer vruchteloos aanbellen moesten we afdruipen, het was anders wel prachtig gelegen.
    De volgende gelegenheden om te overnachten stonden ons niet aan, te chick oordeelden we.
    Een bord met “Zimmer” stuurde ons naar rechts. In het dorpje Roggenbeuren, een tweetal kilometer van de weg was een gasthof, je weet wel, de combinatie van een boerderij, restaurant en kamers.
    In gasthaus Ochsen waren we voor 32euro de man onder de pannen, inclusief een ruim ontbijt. Een kamer met douche en een goed bed, we knikten instemmend want het zijn vandaag toch nog 150km geworden.
    In het restaurant deed ik me tegoed aan een varkenshammetje met een slaatje en fritten, een wijntje van het huis en achteraf een goede tas koffie.
    Bij nazicht van mijn spaak had ik tegenslag, ze was afgebroken aan de kant van de velg, dus het nippeltje moest ook vervangen worden want in het oude zat nog een stukje spaak dat je er met geen mogelijkheid uitkrijgt. Ik wist zeker dat ik nieuwe nippeltjes had meegenomen, maar ze waren nergens meer te vinden!
    We laten er een nachtje overgaan en morgen zien we wel verder. Eerst nog een wasje doen zodat het deze nacht al wat kan drogen en daarna genieten van een welverdiende nachtrust!


    >> Reageer (0)
    20-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bruchsal - Tübingen 114 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het was de voorbije nacht verschrikkelijk warm in de tent, ik lag op m’n slaapzak in plaats van erin. Ik heb zelfs overwogen om buiten te gaan liggen, maar de muggen zouden waarschijnlijk spelbrekers geworden zijn!
    We zaten vanmorgen op de fiets om 7.15u en we begonnen aan de rit zonder ontbijt, dus spraken we onze voorraad aan. Die mueslikoeken zijn een bijna volwaardig alternatief voor het ontbijt, mits je niet te lang wacht om bij te tanken.
    Vanaf de camping was het gewoon de weg op en zaten we al op de route. Na een paar kilometer gingen we van het fietspad naast de weg af om alweer een rustig fietspaadje aan te doen tussen hoge rietbegroeiïng. Zalig fietsen, we maakten hier ook menig foto omdat de natuur prachtig was.
    In Grötsingen, het eerste dorp dat we tegenkwamen na een tiental kilometer, vonden we een bakker. Twee krentenkoeken, croissants en een paar belegde broodjes. Om de voormiddag door te komen moest dit voldoende zijn, samen met een frisse cola om de suikers aan te vullen.
    De rit van vandaag verliep normaal langs de Nagold en de Würm. Tot in Pforzheim volgden we de Nagold, vanaf Pforzheim besloten we om de alternatieve route te volgen omdat het vandaag weer warm beloofde te worden. Een foute beslissing bleek achteraf, want het was misschien iets korter maar we hadden meer beklimmingen, geen grote maar in de hitte kan je de minste beklimming beter vermijden. De gewone route liep langs de Wurm, weliswaar kronkelend maar in de luwte van de bomen en… over een aangelegd fietspad!
    De stad Pforzheim is het Duitse centrum van de sieraad- en de uurwerknijverheid, de stad heeft een grote goudsmidschool en het Schmuckmuseum herbert sieraden van Grieken, Etrusken en Romeinen. De Schlosskirche is een van de weinige monumenten die de stad rijk is.
    Even voor Weil der Stadt in Merklingen, gaan we terug op de route en fietsen we weer naast de Wurm. Ik vond het Würmtal ongelooflijk mooi, prachtige uitzichten met een afwisselende vegetatie. In de alpengarten , bij het dorpje Würms, zijn zo’n 5000 verschillende soorten alpenvegetatie samengebracht.
    De rit van vandaag verloopt eigenlijk rustig, we nemen ruim de tijd om onze maag te vullen.
    Vanaf Hildrizhausen fietsen we door een natuurpark dat zijn gelijken niet kent. Twee hekken moesten we zelf opendoen en sluiten, waarschijnlijk om het wild dat hier zit, niet naar de bewoonde wereld te laten ontsnappen. We fietsen weer door oneindige dreven, onder loofbomen met een dik gebladerte dat onze tocht alweer lommerrijk maakte. Soms was het moeilijk afscheid nemen van zoveel natuurpracht!
    Bij het dorpje Bebenhausen komen we weer in de actieve wereld en ook in de hitte van de dag. Tübbingen komt in zicht, ons eindpunt voor vandaag.
    Tübbingen is met zijn kleine 100000 inwoners een vriendelijke en vooral schilderachtige stad, gelegen aan de Neckar. Heel mooie vakwerkhuizen sieren de gevels en her en der vind je er schilderachtige hoekjes. Wij hebben te weinig tijd om al dat moois te bezoeken maar ik doe de moeite om er een paar uit te pikken.
    Veel gevels zijn versierd met graffito (niet te verwarren met graffiti zoals wij dat kennen). Graffito is het bezetten van een donkere muur met een dun laagje kalk, daar worden dan figuren in geëtst zodanig, dat de donkere muur weer zichtbaar wordt. Het prachtige Rathaus aan de Marktplatz is hiervan een mooi voorbeeld. Ook de 15de eeuwse Stiftskirche aan de Holzmarkt is de moeite waard. Verder is Tübbingen een studentenstad.
    Aan de Tübinger universiteit studeren zo’n 25000 studenten, dat maakt van Tübbingen waarschijnlijk ook een stad met vele culturen. De astronoom Kepler onder andere, is een beroemdheid die in Tübbingen studeerde.
    De Stocherkahne is een soort punter waarmee de studenten op de Neckar spelevaren in hun vrije tijd. Vanaf een eilandje in de Neckar heb je naar het schijnt een prachtig uitzicht op de oude stad, al wandelend over de lommerrijke Platanenallee.
    Uiteindelijk bereiken we de camping. Druk, mooi en duur… maar kom alle voorzieningen zijn aanwezig en we kunnen er zelfs eenvoudig maar goed eten. Restaurants hebben op campings weinig succes, de meeste campingbezoekers koken hun potje zelf, vandaar…
    Om 19u. waren de tentjes opgesteld en na een verkwikkende douche konden we ook eens aan eten denken, Herman had vernomen dat er in Tübbingen een cybercafé was. Een gelegenheid voor hem om weer wat foto’s te plaatsen, ik bleef achter, dronk nog een glas en zocht daarna mijn slaapzak op. Ik moet redelijk vlug in slaap gevallen zijn, want ik werd wakker van m’n broer die terugkwam.
    Morgen wacht ons een tamelijk zware dag met de eerste beklimming tot nu toe!!!


    >> Reageer (0)
    19-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Selzen - Bruchsal 140 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Om 6u vanmorgen liep het wekkertje af en om 7u zaten we aan de ontbijttafel. Ongelooflijk ontbijt, 3 broodjes de man, 2 soorten confituur, een gekookt eitje, een koude schotel met: gerookte hesp, 2 soorten kaas, 2 soorten worst en gekookte ham. Een grote kan koffie, een glas druivensap en als toetje een yoghurt! Ik wil jullie laten meegenieten, vandaar de opsomming van de ingrediënten.
    Om 7.25u zaten we op de fiets, geen flies nodig deze keer! Het werd overdag steeds warmer met als gevolg dat ook de nachten weinig voor afkoeling zorgden. We besloten ook om voor het vertrek al in te smeren, dan ging het allemaal in een moeite door.
    Het landschap was glooiend maar niet zo mooi als gisteren, rivieren zorgen altijd voor mooie vegetatie langs de oevers. De rit begon in een overwegend agrarisch landschap maar ook wijngaarden vielen ons ten deel, althans in het begin.
    We fietsten door oneindige loofbossen, over alweer afzonderlijke fietspaden. Soms waren deze fietspaden in asfalt, maar er waren er ook in verharde steenslag. Je hebt de neiging om te denken dat steenslag minder goed fietst, maar niets is minder waar. Het zacht geroffel van de banden was zelfs een aangenaam geluid.
    Ik val in herhaling misschien, maar ik moet het toch weer melden: het was weer warm, volgens sommigen 35 graden. Wij houden het op een 30 graden en dat is warm! We hadden er nu nog geen erg in dat het, qua temperatuur, nog warmer ging worden.
    In Nierstein steken we de Rijn over met de overzet en af en toe vangen we nog eens een glimp op van deze machtige rivier. In de buurt van Bregenz zullen we hem terugzien, maar dan als een snelstromende bergrivier.
    Vanaf nu rijden we op de bovenrijnvlakte, met vooral weer een uitgebreid agrarisch landschap. De boeren rijden af en aan, de graanvelden zijn bijna allemaal stoppelvelden geworden. Hier en daar ontwaren we nog wat zonnebloemen en ook de mais moet nog geoogst worden. Het is wel duidelijk dat de oogst van het graan menig fazant in vreugde doet uitbarsten! De graanrestjes worden gretig opgepikt. Ook de bosduiven zijn hier, net als bij ons, van de partij.
    Lorsch is na Gernsheim het eerste dorpje waarover wat te vertellen valt. We fietsen langs de resten van een klooster dat hier in het jaar 774 gebouwd werd. In Lorsch is ook het befaamde “Museumszentrum Lorsch” ondergebracht. Het kloosterleven in de tijd van Karel de Grote wordt in dit museum uitvoerig in de verf gezet. Ik kan me voorstellen dat geschiedkundigen zich hier weer maar eens in een eldorado bevinden. Voor de grote lijnen van de geschiedenis kan ik zeer zeker interresse opbrengen, maar wanneer het gedetailleerd wordt ben ik geneigd om af te haken, waarschijnlijk zit de door en door technische opleiding die ik genoten heb daar voor iets tussen.
    We fietsen door Heppenheim en het marktplein geeft een gezellige indruk, mede door het in vakwerk gebouwde raadhuis uit 1551 en de neo-gotische kerk.
    In Weinheim gaan we nog eens op zoek naar wat eten, ook een frisse cola zorgt weer voor wat directe suikers. Weinheim bezit ook weer een gezellig marktplein waar we in de luwte van de bomen een kleine pauze nemen.
    Al een tijdje dachten we de torens van Heidelberg te ontwaren in de verte, maar toen we korter bij kwamen zagen we dat de richting fout was. We fietsten richting Ladenburg, een zeer charmant stadje, vol gebouwd met oude vakwerkhuizen. Je waant je in de middeleeuwen, gezellige straatjes met de voor de ouderen onder ons, de zeer bekende kinderkopjes.
    De moeite waard zijn de St Galluskirche en de Bisschofshof. Het was de residentie van de bisschop van Worms. In Ladenburg stikt het van de leuke restaurantjes en winkeltjes. Ladenburg is ook oeroud! Het was een Keltische nederzetting en in het jaar 98 na Christus werd het een Romeinse handelsplaats.
    Het kompas werd ingesteld op Heidelberg, met een zeer mooie oude binnenstad. We krijgen het gezelschap van de Neckar, de rivier die hier mede het landschap siert. Soms is ze bruisend en dan weer kalm, maar ze zorgt ervoor dat we weer fietsen in een mooi decor!
    De middagzon was al een eindje gepasseerd toen we aan de rand van de stad aankwamen, we moesten nog wat te eten hebben en we bezondigden ons in een Mc Donalds aan een belegde sandwich waarvan ik de naam al lang vergeten ben, we lieten ons verleiden tot nog een tweede en ik moet eerlijk bekennen, het smaakte heerlijk.
    Een vrouw op jaren, maar waarschijnlijk niet veel ouder dan wij, aan de tafel naast ons vroeg belangstellend wat onze plannen waren. Toen we haar vertelden dat we vanuit België naar Rome fietsten gaf ze te kennen dat ze diep respect voor ons had. We zeiden dat het eindpunt voor vandaag Bruchsal was. Ze zei ons dat Bruchsal de grootste gevangenis van Duitsland herbergde, dus oppassen is de boodschap!
    De namiddag vorderde snel en ons einddoel kwam in zicht, eerst fietsten we nog door een eindeloos woud met niets anders de loofbomen, kilometerslange dreven in verharde steengruis vielen ons ten deel. De lommer van de bomen deed meer dan deugd want het was weer de hitte die ons al de hele dag vergezelde.
    Eerst hadden we Forst, een dorpje met een recreatiegebied in zijn omgeving. Dat zag je aan de vele eetgelegenheden en ook aan een meer waar, met deze temperatuur, vele dagjesmensen er een dagje uit van hadden gemaakt.
    In Bruchsal moesten we een lokale bewoner raadplegen om te vragen waar de camping van de natuurvrienden was ondergebracht en zoals nogal dikwijls het geval was op onze tocht, werd het aantal gereden kilometers opgedreven door het zoeken naar een onderkomen voor de nacht. Ook nu was dat weer het geval, er kwamen een zestal kilometer bij. Wij troostten ons dan door te zeggen dat ze er morgen afgetrokken werden!
    Maar eerst toch nog even wat wetenswaardigheden over Bruchsal vertellen. Met zijn kleine 40000 inwoners is het geen grote stad maar in het centrum staan toch een paar te vermelden gebouwen, o.a het Barockschloss, het werd in de 18de eeuw gebouwd als verblijfplaats voor de Bisschop van Speyer. Bruchsal herbergt ook een museum van mechanische instrumenten en het merkwaardigste instrument is het orgel, dat gebouwd werd voor de Titanic.
    Bruchsal werd in 1945 totaal verwoest bij een bombardement, waarbij zo’n duizend mensen omkwamen.
    Het had toch nog wat voeten in de aarde vooraleer we de camping hadden gevonden. Volgens de een vlakbij en volgens de ander nog 24 kilometer, uiteraard had de eerste gelijk!
    We kregen een onderkomen voor 13 euro voor twee personen, daar hadden we wel oren naar en de tenten waren spoedig opgezet. Na een zalige douche heb ik ervan geprofiteerd om een wasje te doen, alles was kort bij de hand en de hoge temperatuur zou een groot deel van m’n kleding drogen.
    Hier hadden we ook de mogelijkheid om een stevig maal te gebruiken aan zeer democratische prijzen, waar we dan gretig op ingegaan zijn. Een ontbijt was niet mogelijk maar dat is een probleem voor morgen.


    >> Reageer (0)
    18-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Remagen - Selzen 158 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het ontbijt van deze morgen was uitgebreid. Onze 81-jarige hospita had moeite gedaan om onze inwendige mens serieus te versterken. Verschillende confituren, beleg van hesp, kaas en gesneden worst vielen ons ten deel, ook het platte kaasje ontbrak niet… en het brood varieerde van wit naar heel donker grof.
    Ook de nacht heeft ons goed gedaan, goed geslapen allebei! Gisteravond, bij het terugwandelen naar de kamer hebben we nog een internetcafé gevonden. Het moment voor Herman om al wat foto’s op zijn blog te plaatsen, het viel zwaar tegen. Het programma die deze handeling moest ondersteunen ontbrak. We hebben wel van de gelegenheid gebruik gemaakt om het thuisfront te verrassen met een e-mailtje.
    Het was weer prachtig fietsweer! Het grootste gedeelte van de dag fietsen we langs de Rijn. Bad Breisig was het eerste stadje dat we aandeden deze morgen, en het dient gezegd; het was een mooiere promenade langs de Rijn dan in Remagen.
    Dit plaatsje heeft een poppenmuseum en een ikonenmuseum, met prachtige ikonen uit Rusland en de Balkanlanden.
    We steken ook de Vinxtbach over. Dit riviertje vormde ooit de grens tussen Neder- en Oppergermanië.
    Na een viertal kilometer weer een vloek met een hoop erachter; broerlief had ook een reden. Handschoenen vergeten! Hij beslistte om ze te laten liggen waar ze waren, ze zijn toch versleten en als ik ze nodig heb koop ik wel een paar nieuwe. Deze beslissing bespaarde hem in ieder geval een kilometer of tien.
    De Rijn lag er rustig bij en het fietsen erlangs gaf een rustig gevoel, ook omdat het ons geen moeite kostte. Maar het begon warm te worden en een digitale thermometer wees al tegen de dertig graden aan, weliswaar in de zon maar toch…
    We passeren Andernach, een stadje aan de Rijn dat een van de mooiste kerken van het Rijngebied bezit! Met de bouw van de Liebfrauenkirche werd begonnen iets voor het jaar 1200. De kerk bezit een rijke selectie barok houtsnijwerk, ook een 14de eeuws kruis is er in ondergebracht.
    Andernach is ook de trotse bezitter van een laat-gotisch Rathaus en sommige gedeelten van de huidige stadsmuur stammen nog uit de Romeinse tijd. We hebben te weinig tijd om al dat moois wat langer te bekijken, maar het loont de moeite om er een vakantie aan te spenderen om al die oude stadjes eens te bezoeken.
    Een eind na de middag weer telefoon van Tom! Hij gaat ons weer een eindje vergezellen, weer zo’n tiental kilometer, daarna 350km terug naar huis.
    De landelijke wegen waar we altijd alleen fietsen zijn een unicum, maar fietsen langs de machtige Rijn is het summum! De fietspaden zijn soms wat verouderd en aan reparatie toe, maar het overgrote deel van goede kwaliteit. Soms reden we zonder moeite 27km/u, zo licht bolde het asfalt.
    Ik heb het nog niet gehad over de vele burchten en kastelen langs de Rijn, die we vandaag al hebben gezien, ik som er enkelen voor jullie op: de Festung Ehrenbreitstein bij Koblenz, de burcht Stolzenfels dicht bij het dorpje met dezelfde naam, de Marksburg in Braubach aan de overkant van de Rijn en de burcht Rheinfels, hoog boven St Goar gelegen.
    Allemaal pareltjes die aan onze tocht een onvergetelijke belevenis bezorgden.
    De stad Koblenz viel wat tegen, overal bouwactiviteiten langs de Rijn, met de onherroepelijke bouwkranen op de achtergrond bij elke foto die we maakten. Toch is er ook hier gezorgd voor de fietser, eens de drukte van de stad voorbij fietsten we weer over uitstekende fietspaden.
    In Boppard bouwden de Romeinen in de 4de eeuw een kasteel van waaruit de Rijn als nieuwe grens werd verdedigd. De muren van dit kasteel zijn te zien in de Angerstrasse. Onder de St Severuskirche werden de grondvesten van dit kasteel ontdekt, verder zijn in de St Severuskiche diverse wandschilderingen te bewonderen.
    We fietsen nu richting St Goar, sommigen onder jullie kennen waarschijnlijk dit plaatsje omdat in de binnenbocht van de Rijn de legendarische Lorelei opdoemt. Het bekende Lorelei-verhaal, waar een schipper op de rotsen loopt omdat hij slechts aandacht had voor een zingende schoonheid die haar gouden haar kamde.
    Aan de Lorelei is het klassiek druk, zo ook vandaag. Een grote groep fietsers kwam uit de tegengestelde richting, aan de Lorelei piepten hun remmen en in een voor ons bekend Antwerps dialect hoorden we roepen: “Pas oep teigeliggers”!! Zulke momenten sierden de dag, alhoewel deze mensen niet beseften hoe gevaarlijk ze waren. Ze stopten op de rijweg en ook op het fietspad, auto’s moesten gegarandeerd op de remmen staan!
    Bingen was het laatste stadje dat we aandeden aan de Rijn, de bekendste dochter van dit actieve stadje was Hildegard van Bingen. Ze componeerde muziek, schreef futuristische boeken, maar ook boeken over natuur- en geneeskunde. Ze leefde van 1098 tot 1179.
    Aan de overkant ligt het bekende Rüdesheim, het is een paradijs voor wijnliefhebbers en ik twijfel er niet aan dat velen onder jullie beste lezers, dit stadje al bezocht hebben.
    Het parcours veranderde van pas, de vlakte naast de Rijn werd geruild voor een ietwat heuvelachtiger traject. Voor ons was dat niet vreemd, we wisten dat schone liedjes niet lang zouden duren.
    Uiteindelijk bereikten we rond 17u Niederolm. In een schappelijk Italiaans restaurantje met als toepasselijke naam: “Dass kleine Venedig” (Venetië) deden we ons tegoed aan een slaatje als voorgerecht en een risoto met kip-curry samen met wat groenten als hoofdgerecht. Voor de eerste keer op onze tocht hebben we alles door kunnen spoelen met een goed glas rode wijn.
    Het eindpunt voor vandaag was Selzen, om 19u kwamen we in dit godvergeten dorpje aan. Het adres in onze gids voor een onderkomen was bezet, maar de vriendelijke mevrouw deed de moeite om enkelen van haar collega’s te polsen of zij nog plaats hadden. Nog twee adressen deden we aan, telkens zonder resultaat. Uiteindelijk vonden we een onderkomen bij een wijnboer, tevens ook een gasthof en een B&B! Het was er een gezellige bedoening, eten hadden we al gedaan in Niederolm! Hier had het waarschijnlijk ook gesmaakt.
    De kamer was ruim, met een afzonderlijke douche en toilet, wat wil je nog meer. We namen er een frisse pint want het was weer warm vandaag en ook ’s avonds voelde het nog steeds warm aan.
    Morgen gaat onze tocht naar Bruchsal, volgens onze tellingen een tocht van 126 kilometer. We zijn het afgeleerd om ons daar op vast te pinnen, morgenavond weten we de juiste afstand!
    Slaapwel!


    >> Reageer (0)
    17-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Susteren - Remagen 147 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ongelooflijk goed geslapen vannacht. Een van de nadelen van een tent als de zomer op z’n einde loopt zijn de vochtige nachten, het koelt ’s nachts flink af met als resultaat dat de tent ’s morgens nat is. Het noopt de kampeerder om, als de gelegenheid zich voor doet, zijn tent te drogen te leggen. Wij maken gewoonlijk gebruik van de middagpauze om dit klusje te klaren.
    Om 7.25u zaten we al op de fiets. Het zonnetje staat deze morgen al helder aan de hemel en het dwingt ons om ons velletje te voorzien van een zonnefilter, verbranden geeft teveel hinder als de dag voorbij is en het is overigens heel ongezond. Ik kies voor factor nr20, je hoeft dan maar twee keer per dag te smeren.
    Als we Susteren achter ons laten hebben we plots de Duitse grens, of datgene wat ervan over blijft. Het Europa van vandaag heeft ervoor gezorgd dat grenzen letterlijk vervagen!
    Het landschap wordt glooiend en ik besef dat het vlakke land voor drie weken verleden tijd is of toch zo goed als. Om 10u bereikten we de route die we vanaf nu gaan volgen.
    Gisteren was het een aanlooproute en vanaf nu maken we gebruik van de fietsroute die klaar en duidelijk beschreven is. Het is even wennen, want ook vanaf nu moeten we nauwgezet de beschrijving volgen. Doe je dat niet dan wordt het moeilijk om de draad weer op te nemen.
    Het gerinkel van de GSM van Herman doet vermoeden dat “den Tom” weer aan de lijn is, later op de dag spreken we verder af dan kunnen we een betere schatting maken waar we ongeveer zullen zijn. Even na de middag hebben we onze tenten te drogen gelegd op een stoppelveld.
    In het kleine stadje Zülpich houden we een kleine stop, meestal voornamelijk bedoeld om wat drinken in te slaan. Maar Zülpich is ook een mooi stadje. Het bezit nog vier poorten en nog vele stukken van een middeleeuwse vestingsmuur. In het oude centrum is een oud raadhuis met zijn speciale toren, bewaard gebleven. Zülpich bezit ook een museum, het Probsteimuseum, met een Romeinse en een Frankische collectie. In het jaar 496 was er de slag bij Zülpich. De heidense Frankische koning Chlodovech I beloofde zich te laten dopen toen hij deze veldslag dreigde te verliezen. Zijn kansen om te winnen werden groter en de vijand werd zelfs verslagen. Met kerstmis van datzelfde jaar liet hij zich in de stad Reims, dopen door bisschop Remigius. Voor diegenen die de naam Chlodovech niet herinneren, in onze geschiedenisboeken hebben we geleerd dat Clovis (Chlodovech) zich in Reims heeft laten dopen!
    Nog een telefoontje van Tom. Om 16u zullen we hem ontmoeten in Euskirchen, voor ons was dat nog een dik half uurtje fietsen! Tijd genoeg dus en we besloten nog eens een kleine pauze in te lassen. Terug op de fiets een flinke vloek van mijnentwege met God en nog een verhaal erachter, mijn handschoenen! Ik was ze waarschijnlijk vergeten op de plaats van onze kleine pauze daarnet. Het was een drietal kilometer terug, de moeite om eens terug te gaan kijken. Mijn broer zette zich in het malse gras en wachtte tot ik terug was. Na een dik kwartier was ik weer op de afspraak, echter zonder handschoenen…, niets gevonden en 6km voor niets afgelegd!
    Tom was op de afspraak, we reden met z’n drieën door de zachtglooiende heuvels met af en toe wat venijnige klimmetjes. Na een tiental kilometer namen we afscheid van Tom.
    We fietsten vandaag over rustige agrarische wegjes, geen auto te bekennen. Af en toe moesten we eens een drukkere Keissweg oversteken en negentig procent van de tijd fietsten we alleen. Tenslotte zijn we in Remagen aangeland, het was inmiddels 18.30u.
    Remagen is natuurlijk vooral bekend om zijn brug, alleen de twee bruggenhoofden op de beide oevers zijn nog over. Het was hier in Remagen dat de Amerikanen in 1945 een eerste mogelijkheid forceerden om de Rijn over te steken.
    De camping lag een kilometer verder en we besloten om een “Zimmer frei” te nemen, in deze contreien zijn campings duur en we hadden een kamer gevonden voor 50euro voor twee personen, ontbijt inbegrepen! Daar moesten we niet lang over nadenken.
    Bij het ontkleden stelde ik vast dat m’n fietshandschoenen in een van de achterzakjes van m’n shirt zaten!! Zulke dingen kleuren de dag… dus niet zeuren, er gebeuren veel erger dingen niet?
    Na een verkwikkende douche wandelden we naar de promenade vlak naast de Rijn, we aten een stevige groentensoep (maar volgens mij was ze zuur) en een heerlijke spaghetti met een flink glas Duits bier. Om 10u zochten we ons bedje op, zalig!
    Morgen wacht er een stevige trip naar Selzen, veel fietsen langs de Rijn wat betekende dat het een overwegend vlak parcours zou worden.


    >> Reageer (0)
    16-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Essen - Susteren (Nederlands Limburg) 141 km
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het wekkertje liep vanmorgen stipt om 6u af. Voor mij persoonlijk hing er wat spanning in de lucht, niet veel maar toch…,het is ook niet niks om de ongeveer 2100km naar Rome te fietsen in drie weken!
    Mijn fiets had ik gisteravond al bepakt, kwestie van niet voor verrassingen komen te staan op de dag van vertrek! Vrouwtje Paula was ook vroeg uit de veren, ze reed mee naar broer Herman in Wildert, vandaar begon onze reis echt.
    Een stevig ontbijt met een tas groene thee moest mij de komende uren van brandstof voorzien. Voor de middag hadden we een lunchpakket en daarmee moesten we de dag doorkomen. Vanavond zouden we wel zien wat de pot schafte.
    Om 6.40u waren we op weg, en… verbazing, toen buurman Robert Schuybroek in vol ornaat (lees koerspak) klaarstond om ons te vergezellen naar Wildert! Hij ging ons begeleiden tot op de weg naar Loenhout in Wuustwezel, dan fietste hij terug om in te pikken bij het groepje wielertoeristen waarmee hij op zondag altijd z’n ritje maakt. Een toffe peer die Rob, altijd al geweest. Altijd bereid om te helpen als het nodig is!
    Het ontvangstcomité in de Middenstraat was al op de been. De een al gewassen, de ander nog met pluimen stekend in alle richtingen. Wardje hing uit het raam van de slaapkamer, hij kon zijn broek niet vinden, vandaar… Jef draaide wat ongelovig en schuddebollend met de handen in de broekzakken rond onze fietsen, probeerde eens om ze op te tillen maar dat lukte niet. Veel werd er niet gezegd, maar stuk voor stuk droop het respect voor datgene wat we gingen ondernemen van hun aangezichten. Marcel was de fotograaf van dienst, en moest derhalve verschillende fototoestellen hanteren.
    Een innige omhelzing, nog een dikke kus en om 7.10u waren we definitief vertrokken. Het gaf een gerust gevoel, te weten dat je alles met een gerust hart aan de vrouwtjes kon overlaten, het zijn allebei plantrekkers om het op z’n kempisch uit te drukken.
    Het weer was een beetje grijs en af en toe voelden we wat miezerigheid maar van regen bleven we gespaard. De temperatuur was ideaal, prachtig weer om te fietsen. Oorspronkelijk was het de bedoeling om in Brecht naast het kanaal naar Limburg te fietsen maar we besloten door de kempen via Loenhout, Hoogstraten, Wortel en Merksplas naar Turnhout te bollen. Vandaar ging het naast het kempisch kanaal richting pannenkoekenboot, en langs het kanaal Herentals-Bocholt en de zuid-Willemsvaart naar Neeroeteren.
    Herman kuchtte onderweg zijn longen zuiver, hij is namelijk vertrokken met een stevige verkoudheid. Het heeft weinig gescheeld of zijn vertrek kon niet doorgaan!
    Aan de brug, in de omgeving van taverne ”Het paradijs” namen we onze eerste stop, een mueslikoekje en wat chocolademelk moest de brandstof op peil houden!
    Aan knooppunt nr 232 moest Herman nog een PC- harddisk leveren aan een jongeman, voor de luttele som van 5 euro, waarvoor het internet allemaal goed is!
    Onze provincie werd geruild voor het mooie Limburg en na verloop van tijd werd het kanaal Herentals-Bocholt bedankt voor het aangename gezelschap en fietsten we naast de zuid-Willemsvaart richting Neeroeteren.
    Aan een van de sluizen die de zuid-Willemsvaart rijk is maakten we ons lunchpakket soldaat, ook de mueslikoeken die Niels gebakken had werden aangeboord. Het was rustig fietsen naast de vaart en we passeerden er oude bekenden zoals het “Haeckshof” en het “Mussenburghof”, oude bekenden omdat mijn vrouw en ik al verschillende malen Limburg hebben verkend met de fiets en hier een onderkomen hebben gevonden.
    Na de middag kregen we zowaar het gezelschap van een schuchter zonnetje, in het begin. Later werd het zelfs warm! We verlieten de zuid-Willemsvaart om koers te zetten naar Maaseik.
    Het gerinkel van de GSM van Herman noopte ons om even halt te houden, het was Tom de oudste zoon van m’n broer. Hij moest voor zijn werkgever naar Ludwigshaven, was wat vroeger vertrokken met zijn koersfiets in de auto en kwam ons morgen misschien een eindje gezelschap houden, in Remagen of elders. Om 14.30u zaten we op een terrasje op het marktplein in Maaseik, genietend van een goede tas koffie. Een pintje is voor mij uit den boze, het kruipt in de benen en dat is niet de bedoeling! We hebben er 130km opzitten en het ziet er naar uit dat de vooropgestelde 133km ruim overschreden gaan worden. Een vriendelijke mijnheer maakte van ons beiden nog een foto voor het album en de laatste etappe naar Susteren werd aangevat.
    Een gezellige boerderijcamping viel ons ten deel, ruimte zat en na een deugddoende douche wandelden we naar de overkant. Een andere camping met meer faciliteiten en ook met eetgelegenheid, al moeten we dat met een korrel zout nemen want onze maaltijd voor vanavond was een simpele friet met de alomgekende curryworst! We tilden er echter niet zwaar aan, als dat het enige probleem gaat zijn op onze verre tocht mogen we niet klagen.
    Voor m’n tent schrijf ik de laatste woorden in mijn dagboek, thuis zijn die geheugensteuntjes welkom om m’n echte dagboek te kunnen schrijven. Herman maakt gebruik van een digitale dictafoon. Op mijn tweede reis naar Santiago de Compostela heb ik ook gebruik gemaakt van zo’n ding maar thuisgekomen viel het omzetten van het gesproken woord naar het geschreven woord tegen en dus houd ik het op het noteren van trefwoorden en beknopte zinnetjes.
    Om 21u zoeken we onze slaapzak op, het wordt trouwens steeds vroeger donker! Ik voel het aankomen, we gaan ronken deze nacht.
    De vooropgestelde 133km zijn er uiteindelijk 141 geworden


    >> Reageer (0)
    10-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Inleiding

    In 2007 fietste ik, voor de derde maal, vanuit Essen naar Santiago de Compostela. Een afstand van ongeveer 2400km, samen met mijn broer Herman. Voor hem was het de eerste keer naar deze bestemming. Het lot besliste er echter anders over. Een val van m’n broer, nog niet eens ernstig, deed de reis vroegtijdig stoppen omdat hij een beentje ter hoogte van de duim brak. Nog een 600-tal km hadden we voor de boeg!
    We maakten toen al de afspraak om in 2009 deze tocht opnieuw te ondernemen. Er ging een jaar overheen toen Herman mij voorstelde om naar Rome te fietsen. “Voor jou wordt het voor de vierde maal door Frankrijk fietsen” zei hij “en ik heb begrepen dat jij ook weleens naar Rome wilde fietsen”.
    Ik vond het idee prachtig, fietsen door een stukje Nederlands Limburg, Duitsland, Oostenrijk, een klein beetje Zwitserland en het overgrote deel natuurlijk door het prachtige Italië.
    Waarom ik deze landen zo voor de vuist kan opnoemen komt omdat we al redelijk snel besloten hadden om de fietsgids “Amsterdam - Rome” te volgen. We verkozen om de route via Venetië te rijden. Mijnheer Reitsma, de schrijver van de drie te volgen boekjes, heeft het allemaal zo fijn uitgezocht dat het echt stom zou zijn om daar geen gebruik van te maken. In elke stad of dorp, groot of klein, heeft hij namelijk de overnachtingsmogelijkheden, de campings en de eetgelegenheden vermeld met ook nog eens de prijsklasse in een beoordeling van een tot vier. Overigens gaat deze fietstocht langs de rustigste wegen. Waarom dus het warm water uitvinden als het al bestaat!
    Zo kabbelde het jaar 2008 naar zijn einde en kwam 2009 in zicht. Het jaar van onze fietstrip naar Rome!
    Alle voorbereidingen werden getroffen: de tenten werden gecontroleerd, alsook de slaapzak en het slaapmatje. Mijn fiets kreeg een extra beurt. Nieuwe achterpion, nieuwe ketting, nieuwe remblokken, nieuwe binnen- en buitenbanden en nooit vergeten beste fietser, de reservespaken! Alles werd nauwgezet nagekeken. Voor m’n stalen ros uit 1996 was het de vierde keer dat hij weer flink wat kilometers onder de wielen kreeg, maar het beestje kon het zeker aan. Dat wist ik zeker!
    Waarom zo vroeg? Wel, het is aangeraden om met al die nieuwe onderdelen wat kilometers te malen, dan kom je er thuis nog achter als er iets niet in orde blijkt te zijn.
    En zo naderde 16 augustus 2009, de dag na moedertjesdag en… een zondag. Het vrachtverkeer kon ons al geen parten spelen.
    Beste lezer, ik laat jullie meegenieten van onze tocht en misschien krijg je wel het water in de mond om ook eens een fietstocht te ondernemen die wat langer duurt dan dat je gewend bent. Het werkt lauwerend! Neem dat van mij aan.

    Veel leesgenot!!

    Willy Beyers.


    >> Reageer (1)


    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!