Om 5.50u waren we uit de veren. Het plan was om 7u vertrekken, maar daar kwam deze keer niets van in huis. Een lekke achterband verhinderde het vroege vertrek, spijtig we wilden de hitte voor zijn. Omdat ik op mijn achterwiel geen snelkoppeling had om het te demonteren moest er een sleutel aan te pas komen, maar die brak! Een ongeluk komt dus wel degelijk nooit alleen. Een vriendelijke Nederlander, ook onderweg naar Rome per fiets, hielp me uit de nood. Hij leende me een sleuteltje nr15 zodat ik aan de werkzaamheden kon beginnen. De herstelling was vlug gebeurd en om 7.25u zaten we op de fiets. Gisteravond had ik er voor de eerste keer last van, venijnige steekvliegen. Eerst dachten we aan muggen, maar bij het maken van een lijk zagen we dat het kleine vliegjes waren, mijn armen en benen stonden onder de rode pukkels! Ook mijn broer had er last van. Het weer was wat veranderd nog geen zon, en dat zou tot de middag duren. Voor ons geen probleem. Klimmen zonder gezelschap van de zon was mooi meegenomen De bedoeling was om vandaag een negentig kilometer te bollen. Met de beklimming van de Schwabische alp erbij, leek dat een mooie afstand. Het was echt zoeken deze morgen om de juiste route te pakken te krijgen, echt hulp van voorbijgangers was er niet en degenen die wel wilden helpen wisten het zelf niet, want als we naar de postbode geluisterd hadden zouden we misschien al terug thuis geweest zijn. Maar
niet zeuren, uiteindelijk lukte het toch en fietsten we richting Schwabische alp, onze eerste beklimming op onze tocht naar Rome! Na een tiental kilometer vonden we een bakker. De heuvels die we tot nog toe achter de kiezen hadden waren een voorproefje. Niet dat de Schwabische alp een enorme klimpartij wordt, maar we moeten deze keer een hoogteverschil opvangen van 400m. Vanaf Tübbingen begint eigenlijk al een vals plat dat duurt tot ongeveer in Nehren, daarmee overbruggen we toch al een 100m hoogteverschil. De overige 300m worden genomen met steigingspercentages van 4 tot 7%. Klimmen is voor mij echt een opgave, maar ik draai op de goede versnelling en het lukt wonderwel, tijdens de beklimming begon het lichtjes te regenen. Mijn broer volg ik niet, hij trapt een tandje groter. Ieder op zijn eigen tempo, dan breekt het lijntje niet zeggen ze bij ons! Je staat er toch van versteld dat een hoogteverschil van 400m snel uitgesproken is, maar de realiteit is enigszins anders, het vergt nogal wat kilometers vooraleer de top bereikt wordt. Juist voor Melchingen krijgt de beklimming zelfs col-allures! Eenmaal boven kom je op een hoogvlakte, in een agrarisch landschap met ook wel bossen en nog landelijke dorpjes. Vanaf Gammertingen volgt de route de Lauchert en bij Sigmaringen wordt dit riviertje opgeslokt door de Donau. Sigmaringen was de vroegere hoofdstad van het vorstendom van de Zwabische tak van het vorstenhuis Hohenzollern.. Het overgebleven slot, boven de Donau in Sigmaringen, is hier zowat de belangrijkste bezienswaardigheid, we legden dit fraaie beeld trouwens vast op de gevoelige plaat. We zouden in Rulfingen overnachten, maar het was nog vroeg. De beklimming van de Swabische alp was meegevallen en de conditie was zeer goed. Het besluit om er een 40-tal kilometer bij te doen was vlug genomen. Onze tocht ging dus gewoon verder, over de Oberschwaben. Met een heuvelachtig panorama van velden, weiden en bossen. Na Sigmaringen kwamen we in Mengen, in de binnenstad staan een aantal zeer mooie vakwerkhuizen. In het Römermuseum kan je zien hoe het dagelijkse leven van de Romeinen eruit zag. Ook Pfullendorf straalt met zijn ontelbare vakwerkhuizen, de middeleeuwse sfeer uit. De Obertor, een poort uit de 14de en 15de eeuw doet menigeen zijn gedachten verhuizen naar deze vroegere tijden. Het Schroberhaus, een vakwerkhuis uit het jaar 1317 is een van de oudste woonhuizen uit Zuid-Duitsland. Verder zijn in Pfullendorf ook nog te bewonderen: het 16de eeuwse raadhuis, de gotische St Jacobskirche en het 19de eeuwse Heiliggeist Spital met een interessante laat-gotische kapel. Na de middag kwam het zonnetje erdoor en een uur later werd het zelfs warm! Van Sigmaringen tot Mengen fietsten we vandaag een stuk naast de Donau, in de luwte van de loofbomen. Op zon 5 kilometer van het einddoel hoorde ik een droge tik, het kwam van mijn achterwiel en mn vrees was gegrond: een gesprongen spaak! Nu is een kapotte spaak op zich geen probleem, het is alleen afwachten wanneer de volgende het begeeft. Als een spaak breekt heeft dat zijn reden, waarschijnlijk zal het gewicht dat ik meesleur wel de uiteindelijke oorzaak zijn. Ik zal vanavond eens bekijken of ik ze zelf kan vervangen. In Obersiggingen hadden we op de kaart een onderkomen ontdekt, een B&B. Na een paar keer vruchteloos aanbellen moesten we afdruipen, het was anders wel prachtig gelegen. De volgende gelegenheden om te overnachten stonden ons niet aan, te chick oordeelden we. Een bord met Zimmer stuurde ons naar rechts. In het dorpje Roggenbeuren, een tweetal kilometer van de weg was een gasthof, je weet wel, de combinatie van een boerderij, restaurant en kamers. In gasthaus Ochsen waren we voor 32euro de man onder de pannen, inclusief een ruim ontbijt. Een kamer met douche en een goed bed, we knikten instemmend want het zijn vandaag toch nog 150km geworden. In het restaurant deed ik me tegoed aan een varkenshammetje met een slaatje en fritten, een wijntje van het huis en achteraf een goede tas koffie. Bij nazicht van mijn spaak had ik tegenslag, ze was afgebroken aan de kant van de velg, dus het nippeltje moest ook vervangen worden want in het oude zat nog een stukje spaak dat je er met geen mogelijkheid uitkrijgt. Ik wist zeker dat ik nieuwe nippeltjes had meegenomen, maar ze waren nergens meer te vinden! We laten er een nachtje overgaan en morgen zien we wel verder. Eerst nog een wasje doen zodat het deze nacht al wat kan drogen en daarna genieten van een welverdiende nachtrust!
|