Het was snikheet vannacht op de kamer, om middernacht ben ik opgestaan om een koude douche te nemen. Ik pas deze truc wel meer toe als het te warm is, je gaat zonder af te drogen op het bed liggen. Door de warmte gaat het water op je lichaam verdampen en dat geeft afkoeling, het is het principe van de ijskast. Gegarandeerd grijp je na twee minuten naar een laken. De kunst is dan om stilletjes te blijven liggen en uiteindelijk val je vanzelf in slaap Maar
we hebben vannacht heel goed geslapen en vanmorgen was ons wasje van gisteren zo goed als droog. De eigenaar van het hotel was een snaak van rond de dertig. Een echte Italiaan! Alles werd met de nodige hand- en armbewegingen uitgevoerig uitgelegd. Breakfast? Geen probleem, we konden kiezen tussen koeken met créme en koeken met créme
niet klagen, in Italië is het ontbijt nu eenmaal koeken met créme en dat is hier niet anders. Nog een stevig tasje koffie en de dag kon beginnen. De maestro had onze fietsen verhuisd naar de garage aan de overkant van de straat, ze stonden in de hall van het hotel en dat was natuurlijk geen gezicht. Na het ontbijt werden de fietsen geladen, nog een foto van de maestro met één van zn vaste klanten en om 7.15u waren we op weg. Het was vanmorgen niet nodig om een windjackje aan te trekken, een digitale thermometer in het stadje wees 23° aan! We fietsten weer comfortabel op een fietspad richting Trento, we bleven naast onze vriendin de Adige. Daardoor ook aan de rand van de stad. Langs de oever krioelde het van de tamme konijnen, in alle kleuren. Daar zagen we trouwens aan dat ze tam waren. Bij de voorbereiding van onze tocht hadden we al beslist dat we de route over Venetië gingen nemen, en nu was het zover. Eens Trento voorbij gingen we vanaf Materello de Venetiëroute volgen, richting Lago di Caldonazzo. In Materello begon de beklimming van een steile pukkel, die de vallei van de Adige scheidt van het meer. Aanvankelijk begon de beklimming met een iets meer dan twee kilometer lange helling van 10% en enkele stukken van 14 tot 17%!!! Daarna fietsten we met hellingen van 5 tot 8% door een bosrijke omgeving. Af en toe stopten we om tussen de bomen te genieten van mooie vergezichten in het dal, met de stad Trento aan onze voeten. De beklimming gaat tot Vigolo Vattaro, en tot Bosentino gaat het wat bergaf met af en toe nog eens een heuveltje dat we over moesten. Vanaf Bosentino begint de 2.4km lange afdaling, 8 tot 11%, naar Calceranica al Lago. Aan het meer nemen we een kleine pauze, we smeren ons velletje weer in, want het zonnetje is al geruime tijd van de partij! We volgen de Cyclopista del Valsugana. De Valsugana is bij toeristen weinig bekend, maar het is een mooie streek, met veel bossen, weiden en een massa wilde bloemen. Borgo Valsugana is een leuk stadje, er was juist een markt. Misschien lukt het ons om hier wat te eten. We maakten een praatje met een Nederlands koppel die hun vakantie hier in de buurt doorbrachten. Met uitzondering van een beetje fruit was er op de markt weinig eetbaars te ontdekken. Ik probeerde in een viswinkel een vers gebakken visje aan de haak te slaan, maar het werd noppes! De Cyclopista is aangelegd langs de Brenta en soms wordt er gebruik gemaakt van stille weggetjes waarlangs soms picknicktafels en bankjes zijn geplaatst. Af en toe zijn er zelfs barbequemogelijkheden! We vervolgden onze tocht door een onvergetelijke natuur. Het leek soms dat wij alleen op de wereld waren. We besloten om het fietspad te verlaten en naar Grigno af te zakken, een rustig dorpje op een paar kilometer van de route. Het was inmiddels 13.15u en hoog tijd om de magen te vullen. Dat sloeg tegen, het enige winkeltje in het dorpje was een bar- tabacci. Er lagen zes broodjes in de toonbank, belegd met saucijs. Ik kocht ze alle zes, blij dat we waren omdat we geen koeken met créme moesten eten! In de buurt van Primolano maken de rotsen het dal tot een smalle, indrukwekkende kloof. De Cyclopista gaat over in een gewone weg maar de bergen blijven voor het decor zorgen, tot ze in de buurt van Bassano del Grappa plots ophouden. Nog steeds lopen de cyclopista, de verkeersweg en de spoorweg broederlijk naast elkaar en ook de Brenta blijft in de buurt. We fietsen ook nog steeds eenzaam en alleen, maar af en toe passeren we al eens wat meer mensen, hetzij op wandel, hetzij per fiets. Dat betekent dat we toch weer wat in de bewoonde wereld aankomen. In Sasso Stefano viel ons oog op een B&B, maar we besloten om het kleine hotelletje, vermeld in de gids als overnachtingsplaats te nemen. Het lag in Valstagna, een feeëriek stadje naast de Brenta. Het was een stukje te voet naar omhoog, in een rustig straatje. Toen ik eraan kwam viel het me al op dat er weinig beweging was, maar goed op dit uur kon het zijn dat het gesloten was. De uitbater van een bar-tabacci vertelde aan mn broer dat het inderdaad gesloten was
een streep door de rekening. Misschien hadden we toch de B&B moeten nemen? Wat verder in de hoofdstraat vonden we het tweede opgegeven adres, daar was alles volzet! De bazin gaf ons het adres van een Albergo in Campolongo sul Brenta, een viertal kilometer verder. Verder fietsen daar hadden we geen probleem mee, terugfietsen voor een onderkomen dat deden we uit principe niet, de processie van Echternach indachtig
Soms prezen we ons gelukkig dat de voorgaande adressen ofwel gesloten, ofwel volzet waren. Zo ook vandaag. We konden terecht in deze Albergo, met restaurant nota bene, in een ruime tweepersoonskamer met afzonderlijke douche en wc en inclusief ontbijt voor 30euro/persoon. Onze fietsen kregen een apart onderkomen. We douchten uitgebreid en we spoelden met heerlijk koud water de hitte van ons lijf, want warm is het vandaag alweer geweest! Op de kamer was ook een klein terrasje aanwezig en we maakten van deze gelegenheid gebruik om het zweet van onze kleren te drogen, in Venetië blijven we een dag en dan hebben we de gelegenheid om nog eens een wasje te doen. Broer vroeg of ik een nagelschaartje bij me had, mn antwoord was negatief. Spijtig zei want ik moet de nagel van mn grote teen dringend bijwerken, zoniet is hij eerder in Rome dan ik! Leuke anekdotes! Het restaurant was nog niet open en bij een stevige pint bier vulde ik mijn dagboek aan: geheugensteuntjes, wat trefwoorden en anekdoten ook enkele volzinnen zijn voor mij voldoende om onze belevenissen thuis weer voor de geest te halen. Nadien wandelde ik naar beneden, aan de oever van de Brenta was het goed toeven. Ik had een vliegvisser in de gaten die met lieslaarzen aan, door de snelstromende rivier waadde. Een afbeelding van de vlagzalm aan een boom deed mij vermoeden dat die hier te vangen was. Rond 20u was de keuken geopend. Een salada mixta met brood als anti pasti, een hoofdgerecht van tagliatelli met kip samen met een liter Vino Rosso de la Casa deed de wereld er voor ons weer anders uitzien. Om 21u zakten we af naar onze kamer voor een verkwikkende nachtrust!
|