Het ontbijt van deze morgen was samen met de eigenaars, in een ruime kamer. Het was weer uitgebreid, en we kregen meer dan ons buikje vol. Toen wij klaar waren kwam ook onze Duitse vriend binnen, we hadden het gisteren al in de gaten. Hij was, zoals ze bij ons zeggen, wat alternatief. De wereld kon niet groen genoeg zijn! Hij vertelde ons dat de mueslikorrels met melk goed waren voor dit en dat warme melk, s morgens op de nuchtere maag, goed was voor dat. Maar de man meende het goed en hij was aangenaam gezelschap. En zo fietsten we vanmorgen om 7.15u de heuvel af naar het centrum van Pieve Santo Stefano. De zon stond al vroeg aan de hemel, met enige zekerheid kunnen we zeggen dat het bakken wordt vandaag. Even na het centrum van Pieve S. Stefano kruisen we voor het eerst de Tiber. Net als de Po-vlakte is dit een landbouwgebied met nog wat verderop heel wat tabaksplantages. Aan onze rechterkant ligt het mooie Lago di Montedoglio. Het is een enorme waterplas en het valt echt op dat er heel weinig recreatie is, met uitzondering van een ligplaats voor enkele zeilboten zagen we geen beweging. Gelijktijdig met het begin van het meer begon ook de eerste beklimming van vandaag, het was een kuitenbijtertje zoals wij dat noemen, bijna 1.5km lang een stijgingspercentage van 4 tot 7%. Zo vroeg in de morgen
ik was gelijk goed wakker, de mooie omgeving maakte echter alles goed. Hier werden ettelijke fotos gemaakt, het was een prachtige natuur. Na de beklimming wachtte ons een stevige afdaling tot in Madonnuccia. We reden rond de westelijke punt van het meer en een poosje later weer een afdaling naar Gragnano. Tijdens die laatste afdaling hoorde ik weer die korte droge tik die ik nu zo langzamerhand begon te herkennen. Er sprong alweer een spaak. Vanaf de Bodensee was het geleden en hopelijk blijft het erbij!! Grignano laten we rechts liggen, het is een ommetje waar we niet veel voordeel uit halen, we stevenen af op Sansepolcro. Het eerste stadje van enige betekenis. Het was de geboorteplaats van Piero della Francesca. Hij schilderde onder andere de Madonna della Misericordia en de Resurrezione (de opstandeling). We blijven aan de rand van het stadje en via Trebbio kronkelt de weg weer een aantal keren onder de autosnelweg. Halverwege Trebbio en Selci- Lama zien we af en toe weer de Tiber blinken, hier wordt het al een uit de kluiten gewassen rivier. Hier fietsen we door het Val Tiberina en de concentratie tabaksplantages begint op te vallen, zover het oog reikt en de oogst ervan is begonnen. Het is ons opgevallen dat er in Italië ontzettend veel gerookt wordt, vooral door jonge vrouwen. Tussen Sansepolcro en Citta di Castello komt de route, komende van Florence, samen met de onze. In Citta di Castello tanken we de geldbeugel nog eens vol, het was van in Duitsland geleden. Je hebt de neiging om te denken dat we zuinig geleefd hebben, maar dat hangt af van hoeveel je in de beugel stopt natuurlijk. We peddelen wat rond in het stadje en
het is volgens mij de moeite, leuke en gezellige straatjes met winkeltjes en eethuisjes. Citta di Castello was in het jaar 1500 op het toppunt van haar bestaan. De Vitellis, een rijk adellijk geslacht, heersten toen over de stad en bouwden hier niet minder dan vier Palazzi. In het Palazzo Vitelli alla Cannorniera is de Pinacoteca Comunale ondergebracht. De collectie omvat onder andere werken van Raphael, Signorelli en Lorenzetti. Het gebouw zelf is de moeite van het bekijken waard. Aan de kant van de tuin is de gevel met Graffito bewerkt en de muren van het trappenhuis van de grote zaal zijn versierd met prachtige Frescos. Het Piazza Gabriotti is het echte centrum van de stad, aan dit plein staat de vierkante Torra Civica die in de middeleeuwen als gevangenis dienst deed en beklommen kan worden. De Duomo, met zijn half afgewerkte barokke voorgevel en de 12de eeuwse ronde toren achter de kerk, is alles wat overblijft van de vorige Dom. Naast de Duomo is het Museo del Duomo en het herbergt een schat aan Byzantijns zilverwerk uit de 6de eeuw. Deze collectie werd in 1935 gevonden door een boer toen hij zijn land omploegde. Het was nog wat puzzelen vooraleer we de stad uit waren, eens we weer op de goede weg zaten voelden we de zon branden, insmeren was de boodschap! We begonnen vanaf Citta aan de laatste lijn richting Assisi, voorlopig sputterde nog geen spaak tegen en ik begon me al wat geruster te voelen. In Umbertide verlaten we het dal van de Tiber en tegelijkertijd ook de vele tabaksplantages. In de plaats daarvan komen velden met zonnebloemen en veel graan. De glooiende heuvels zorgen echter nog voor heuse beklimmingen en dat in een ongenadige zon. Mijn broer was al een tijdje uit het gezicht verdwenen, ik klom naar de verkeersweg die naar Assisi loopt. Eens op de grote weg zag ik een wegwijzer met Assisi 16km en was mn broer ook weer van de partij. In Petrignano hadden we de laatste heuvels achter de rug en dook in de verte de Basilica di San Francesco op. Assisi ligt boven op een heuvel en het vergt nog enig klimvermogen om in het centrum te geraken. En juist aan de voet van de allerlaatste heuvel voor vandaag, knapte een tweede spaak en rijden was onmogelijk geworden. Ik vertelde mn broer dat ik hier een noodzakelijke reparatie moest doen om verder onheil te voorkomen. We spraken af dat hij verder fietste en al voor een slaapplaats ging uitkijken, ik zou een berichtje sturen als ik klaar was. In een half uurtje was ik zover dat ik één spaak vervangen had en mijn wiel gecenterd was. De tweede kapotte spaak vervangen was niet mogelijk omdat het er weer een was aan de pionzijde. Morgen moet een fietsenmaker soelaas brengen! Een berichtje van Herman was goed nieuws, hij had onderdak gevonden in het centrum van het stadje en we zouden elkaar treffen op de Piazza del Commune. Ik was al een aantal malen in Assisi geweest en was er derhalve bekend. Via enkele steile binnenwegjes, soms met trappen, bereikte ik de plaats van afspraak. We hadden een ruime en nette kamer met douche en wc voor 42euro voor twee personen, echter zonder ontbijt maar in Assisi is dat geen probleem Wat eerst wel een probleem was volgens mijn broer, twee mannen op een kamer, dat zag de oude hospita niet zitten en de dochter moest erbij gehaald worden om een en ander uit te klaren! Toen ze begreep dat we frattini (broers) waren, was de zaak geklonken. Na het douchen zijn we het centrum ingewandeld, en we gingen het eerste restaurantje binnen dat we tegenkwamen. We aten er een heerlijk menu van het huis. Op de terugweg probeerde Herman nog eens in een bar om enkele fotos te plaatsen, maar zonder resultaat. Het was al flink donker toen we op onze kamer kwamen en voor ons mocht de nacht beginnen, al bij al moesten we vandaag nog flink uit de pijp komen. Morgen gaan we eerst op speurtocht naar een fietsenmaker en nu gaan we lekker genieten van een goed bed!
|