Gisteravond hadden we afgesproken om niet te laat op te staan. We gingen voor het vertrek nog een wandelingetje maken in het stadje, onder andere de Basiliek van St Franciscus stond op het programma. Zodoende was het 7.30u toen we opstonden en een uurtje later waren we op stap. De Piazza del Commune was het decor voor enkele fotos, de zuilenrij van de Romeinse Minervatempel en de bron met zijn fontein zijn de moeite waard. De Basiliek deed mn broer alleen, ik heb dit heiligdom al twee keer bezocht. Ik zou op onze spullen passen. Eigenlijk zijn er in Assisi twee belangrijke straten, de weg naar de Basiliek van St. Franciscus en de weg terug. Het loont echter de moeite om een paar steegjes in te gaan, ze lijken allemaal op elkaar, maar de huisjes die erin staan zijn stuk voor stuk juweeltjes en ze zijn rijkelijk versierd met bloemen. Navraag in het info kantoor, of er in de buurt een fietsenmaker was viel voor mij positief uit. In Santa Maria Degli Angeli, een dorpje op 5km ten westen van Assisi, was een fietsenmaker, het was niet zoveel omweg want onze route was vlakbij! De man wilde ons dadelijk helpen, we pompten ook de banden van beide fietsen op de juiste druk en voor 10euro was het probleem verholpen, hopelijk tot in Rome. We volgden de weg onder de Monte Subasio, met prachtige vergezichten op de vele olijfbomen, letterlijk overal stonden olijfbomen. Het eerste stadje waar we kwamen was Spello, het lag ook op een heuvel zoals vele middeleeuwse steden. De enige reden was dat er vanop een heuvel beter verdedigd kon worden. Het oude centrum van Spello ligt binnen poorten en muren uit de tijd van Keizer Augustus. Twee kerken zijn de moeite van het bezichtigen waard: de Santa Maria Maggiore met prachtige frescos van Pinturicchio en de SantAndrea met de mummie van de zalig verklaarde Andrea Caccioli, een van de eerste volgelingen van de Heilige Franciscus. Nog meer religieuze kunst is te zien in de Pinacoteca Civica, deze collectie is ondergebracht in het 16de eeuwse Palazzo dei Canonici en omvat sculpturen uit de 12de en 13de eeuw en schilderkunst uit de 13de tot en met de 18de eeuw. In Spello gaan we rechtsaf onder de autosnelweg door en al spoedig fietsten we in de Valle Umbria. Veel wijngaarden vallen ons ten deel en we maken van de gelegenheid weer maar eens gebruik om enkele trossen te eten. Vooral de witte waren lekker, maar dat kwam omdat ze al meer gerijpt waren. Bevagna was het volgende stadje waar wat over te vertellen valt, ongetwijfeld zullen ook de dorpjes die we passeerden hun geschiedenis hebben, maar ik beperk mij tot de voornaamste. In dit rustige en slaperige stadje is er maar één plein dat samen met de gebouwen rondom, een prachtige middeleeuwse uitstraling heeft. Naast de San Silvestro staat het 12de eeuwse Palazzo dei Consoli en daar tegenover staat de San Michele met een mooi gebeeldhouwd portaal. Het romeinse verleden van Bevagna draagt nog de sporen van romeinse mozaïek met zeepaarden, dolfijnen en andere zeedieren. Deze mozaïeken sierden ook het nog bestaande romeinse badhuis, dat op verzoek te bezichtigen is. En in de buurt van het badhuis zijn zuilen van een romeinse tempel te zien. Eens Bevagna voorbij staan we voor de eerste beklimming van vandaag. Als we even buiten Bevagna de richting nemen naar Massa Martana hebben we een beklimming van 5%. Het panorama oogt mooi, achter ons de brede vallei en in de verte zien we nog steeds Assisi liggen. Links en rechts van de weg ligt de ene wijngaard naast de andere, we kunnen er niet aan weerstaan, de druiventrossen werken aanstekelijk! In de verte zien we, alweer op een heuvel, het bekende wijnstadje Montefalco liggen. Montefalco wordt het balkon van Umbrië genoemd, vanop de Torre Comunale is ongeveer heel Umbrië te zien. Vandaar de bijnaam! In Montefalcco is het Museo di San Fransesco, met prachtige frescos over het leven van Franciscus in deze voormalige Franciscaner kerk. Ik peddel op mijn tempo de heuvels op, broer Herman is niet meer te zien. De zon is nog steeds ongenadig en het vocht sijpelt langs alle poriën uit het lichaam. Maar het einde is in zicht! Bastardo 4km, wijst een bord aan en in het dorp doen we ons tegoed aan een frisse cola en een lekker ijsje. Na het centrum van Bastardo gaat de route naar Massa Martana en wij kiezen de richting Todi. Vandaag overnachten we immers in een boerderijtje waar ik samen met mn vrouw al zes jaar de vakantie doorbreng en als het is zoals afgesproken, is eigenaar Rudi al ter plaatse. Liesbet en Rudi hadden voor een barbecue gezorgd, voor ons een aangename verrassing. Eerst douchen en andere kleren aan, we plakten van het zweet. Voor het eten ging ik mijn fiets eens grondig nakijken, ik moet namelijk al een paar dagen mijn achterband oppompen voor ik vertrok, toevallig het wiel van de gesprongen spaken! En toen kwam ik erachter waarom er waarschijnlijk telkens een spaak knapte. Het ventiel van mn achterband had geen schroefdraad die het mogelijk maakt om met een ringetje het ventiel vast op de velg te schroeven. Dit ventiel was in één stuk aan de binnenband gegoten en bij het remmen in een afdaling wordt op de velg afgeremd, maar buiten- en binnenband verschuiven waardoor het ventiel steeds schever komt te zitten. Het gevolg laat zich raden, aan het ventiel komt een klein lek. Tijdens het rijden voel je dat niet omdat het lek klein is, maar de spaken worden door een lekke band meer belast waardoor de zwakste het begeeft. Met nog twee dagen fietsen hoop ik dat mijn spaken het zullen houden! Etenstijd! Liesbet had van krokant brood toast gemaakt en besmeerd met pesto en truffelpasta. Heel lekker! Ook had ze eenvoudige maar lekkere slaatjes gemaakt en Rudi bakte het vlees en heerlijke worstjes. Alles werd doorgespoeld met een paar flessen goede wijn en tot laat in de avond werd er gediscussieerd over van alles en nog wat. En of we zullen slapen vannacht!
|