Gisteravond hadden we de luikjes van de kamer vergeten dicht te doen, maar om 10u s avonds heb je daar geen erg in omdat het buiten toch donker is. Ik werd vanmorgen om 6u. wakker omdat het licht vanuit het raam de kamer binnenkwam. Het was weer verschrikkelijk warm op de kamer vannacht en de frisse ochtendwind die langs het vliegenraam de slaapkamer binnenkwam deed deugd. Toen we gewassen en gekleed waren vertrok Rudi al naar de bakker om vers brood, onderwijl dekte ik de tafel op het terras en zette ik het koffiezetapparaat op full speed. Heen en terug naar Todi nam een klein half uurtje in beslag. Vers brood en enkele soorten kaas werden gretig naar binnen gespeeld, ook Rudi is een vroege vogel, normaal leest hij zijn krant in een bar in de buurt van de bakker en maakt hij een praatje met de mensen van het stadje. Vandaag heeft hij bezoek, twee landgenoten willen zo snel mogelijk de fiets op en zn praatje in de bar schiet er vanmorgen over! Na het ontbijt besluiten we om onze tent, slaapzak en matje bij Rudi achter te laten, voor mijn achterwiel een goede zaak. Minder belasting op de spaken is meegenomen! In het volgende voorjaar pik ik ze daar wel weer op. Na een kort afscheid zaten we om 8u40 op de fiets. Ons eindpunt was het leuke stadje Narni, we zouden er overnachten in een klooster. Omdat we gisteren de richting Todi hadden gekozen om in San Damiano te geraken, moesten we vandaag vier kilometer terug om de route terug op te pikken richting Massa Martana en het vergde ook nog een beetje klimwerk. Eens op de goede weg werden we beloond met een mooie afdaling en de omgeving was prachtig! De weg loopt langs de Monti Martani een bergrug die zorgt voor een mooi decor en het eerste dorpje dat we tegenkomen is het ommuurde Massa Martana. De huizen van dit dorp liepen zware schade op bij een aardbeving in mei 1997, ook Assisi deelde toen in de klappen. In 2003 is de restauratie van het Castello, de oude ommuurde dorpskern, voltooid. Tussen Acquasparta en San Gemini maken we een ommetje van een viertal kilometer en een klimmetje naar Carsulae, de resten van een oude Romeinse stad aan de Via Flaminia. In de ruïnes zijn een Basiliek, een theater en een amfitheater herkenbaar. Verder zijn een stuk van de originele Via Flaminia in zijn oorspronkelijke staat te zien. Na enkele kilometers bereikten we het stadje San Gemini, een pittoresk middeleeuws versterkt stadje. Vanaf de stadsmuur heb je een prachtig uitzicht om de omgeving. Er is ook heel wat te ontdekken, onder andere het centraal gelegen Piazza San Fransesco, het Palazzo Vecchio uit de 12de en 13de eeuw, de Romaanse San Giovanni met daarnaast het vroegere klooster Santa Maria Maddalena. Net buiten het stadje staat de oudste kerk van de plaats, de 11de eeuwse San Nicolo. Over een steeds drukker wordende verkeersweg komt heel hoog Narni in het verschiet en na Narni Scalo vergde het nog een hele klim vooraleer we het mooie stadje mochten aanschouwen. Aan een bron met drinkbaar water, aan de zijkant van de weg, vulden we onze drinkbussen want het was weer warm. Terug bij mn fiets merkte ik weer een lekke achterband op! Op dat gebied werd ik niet van tegenslag gespaard. Terwijl ik mijn fiets aflaadde om mn band te herstellen, ging Herman op zoek naar het klooster, het was half twee maar misschien moesten we er vroeg bij zijn om een plaatsje te bekomen voor de nacht. In Narni is er genoeg te zien om de namiddag door te komen, op het hoogste punt van de ommuurde stad steken de torens van de 14de eeuwse Rocca dellAbornoz hoog in de lucht. De levendige Piazza Garibaldi met zijn mooie fontein is het gezellige centrum van de stad. De linkerflank van de 12de eeuwse Duomo strekt zich langs de piazza uit, de voorkant van de Duomo kijkt uit op de Piazza Cavour. Tegenover de Duomo is het voormalige bisschoppelijk paleis de Pinacoteca Comunale ondergebracht. Verder zijn er nog het Palazzo dei Priori, het Palazzo del Podesta en de Santa Maria in Pensole, een eenvoudige kerk met mooie portalen. Het klooster was gesloten en nog vervelender, er was in Narni voor de rest geen overnachtingsmogelijkheid. Al vlug besloten we om achttien kilometer verder te rijden, naar Calvi del Umbria, een stadje op een dikke honderd kilometer van Rome. Eens Narni achter ons kwamen we in een glooiend landschap met af en toe toch wat steile beklimmingen onder andere even buiten het dorpje Tetaccio, twee kilometer van 6 tot 9%, en naar Poggio van 5 tot 8%! De achttien kilometer zijn rap uitgesproken maar het klimmen vergt zijn tijd, zeker voor mij. Na Colletarocca kwam Citta del Umbria in zicht, het stadje lag op een heuvel maar de beklimming er naartoe viel mee. De eerste albergo die aantroffen was gesloten en ging pas om 18u. open, zolang wachten durfden we niet anders moesten we nog laat een andere overnachtingsmogelijkheid zoeken als hier geen plaats was, en aangezien we onze tent niet meer bij hadden
Iets verder op aan een klooster met de Chiesa SantAntonio, vroeg mn broer aan een mevrouw in een bar naar overnachting, bij haar kon niet maar ze telefoneerde een bekende op, en met succes. We moesten een paar kilometer terug naar beneden richting Otricoli. In de buurt van het dorpje Piloni was een Agritourismo met een restaurant. En
er was nog plaats! Het gebouw lag een halve kilometer verderop, een simpele maar ruime kamer met aparte douche en wc was voor ons meer dan voldoende. Die avond hebben we nog eens fatsoenlijk gegeten. Een antipasti met meloen en gerookte hesp en een pizza met allerhande stukjes vlees en groenten. Een fles Vino Rosso de la Casa deed alles heel goed smaken. We fietsten in het donker terug naar onze slaapplaats en doken in het zachte bed. Morgen gaan we vroeg op pad, voor de allerlaatste rit
het zal even wennen zijn na drie weken.
|