De moeder van een duizendpoot is vreselijk ontevreden, want haar zoontje is zojuist in de sloot gegleden. En als je even berekent weet je wat dat betekent: op zn hoofd een grote buil en duizend sokjes vuil,
Ik ben lekker stout Ik wil niet meer, ik wil niet meer! Ik wil geen bandjes geven! Ik wil niet zeggen elke keer: jawel mevrouw, jawel meneer... nee, nooit meer in mn leven! Ik hou mn handen op mn rug en ik zeg lekker niks terug!
Ik wil geen vieze havermout, ik wil geen tandjes poetsen! k Wil lekker knoeien met het zout ik wil niet aardig zijn, maar stout en van de leuning roetsen en schipbreuk spelen in de teil en ik wil spugen op het zeil!
En heel hard stampen in een plas en dan mn tong uitsteken en morsen op mn nieuwe jas en ik wil OVERMORGEN pas weer met twee woorden spreken! En ik wil alles wat niet mag, de hele dag, de hele dag!
En ik wil op de kanapee met hele vuile schoenen en ik wil aldoor gillen: NEE! En ik wil met de melkboer mee en dan het paardje zoenen. En dat is alles wat ik wil en als ze kwaad zijn, zeg ik: BIL
Hoor jij dat ook, die bitterzoete blues Van gevangen verlangen en zacht schrijnend geluk
Van dat ene moment, toen alles klopte Even maar, heel even. Maar dan ook wel in zo'n onvoorstelbare volmaaktheid Dat je weet: dat misschien nooit weer.
Hoewel - ook die ene keer had je niet eens verwacht Te mooi, te rijk, te niet voor jou En kijk nou toch eens!
Da's het mooie van de blues, Er komt altijd iets van terug. In de prikkelende wind van een luie zomeravond Of in de ademtocht van een decembernacht, Terugkomen doet het.
Een groentenbal t Is groentenbal. Van overal zie je de groenten komen. Voorop gaan de augurken in lange, groene jurken, daarachter gaan de penen met strikken aan hun tenen, een sjieke peterseliebos in avondcape en zilvervos, een slakrop en een pijpje lof in bloesjes van dezelfde stof, een bloemkool met de schouders bloot, een koolraap in een petticoat, asperges in fluwelen vest, ja, iedereen gaat op zijn best. Alleen de uitgegroeide ui gaat in een rafelige trui. Maar niemand die daar nu op let, ze komen enkel voor de pret. Joepheisa boem! daar hoor je al de eerste klanken van het bal dat wordt geopend door de peen, daar zwiert hij met de koolraap heen. En spoedig draaien allen rond; wat wolkt het stof! wat trilt de grond! Steeds hoger gaan de beentjes: hop! De koolraap danst nu op haar kop. 0! roept de peterseliebos, help! Al mijn blaadjes raken los! Ik huil! zegt de asperge. Ziet! Maar treuren doe ik werklijk niet, t is enkel, weet je, beste lui, het heerlijk parfum van de ui! Kom peentje! gilt de groene sla, nog eventjes de tsjatsjatsja! Ja! roept het lof, nog éven steppen voordat we allemaal verleppen! Hahieplahoep daar gaan ze weer... aan t eind van t feest kan niémand meer.
De andre dag zijn ze zo moe- maar fluisteren elkander toe, terwijl ze in kisten of kranten wachten op groentewinkelklanten: Toch enig he, zon groentenbal- wat was het leuk! Wat was het mal!
Er was een banaan. Die was helemaal recht. Hij werd op een schaaltje met vruchten gelegd. Hij keek al de vruchten heel vriendelijk aan en sprak toen: Gemiddag! Mijn naam is banaan!
Het appeltje zei: Een banaan? Kom, kom, u maakt ons wat wijs hoor, bananen zijn króm!
De kasdruiven riepen: Wij zijn niet zo dom! Vertel ons geen leugens! Bananen zijn króm!
De peer snoof: Wàt zegt u? Daar schàter ik om! U kunt wél goed jokken! Bananen zijn krom!
Ach, zei de banaan, ik ben werkelijk echt! Een enkele keer is mijn soort wel eens recht!
Maar niemand geloofde de arme banaan. Zo lag hij daar dagen. Bedroefd en ontdaan.
Toen kwam in dat huis een meneer op bezoek, die had een gewéldige scheur in zijn broek. Hij kwam langs de fruitschaal en draaide zich om, dat zag de banaan en ... die lachte zich krom!
Och, riepen de vruchten, en keken hem aan, wij waren abuis! U bent tóch een banaan! Vergissingen komen veel voor in het leven, misschien wilt u ons deze fout nog vergeven?
Dat wou de banaan. En hij wou ook vergeten. Het slot? Als je nadenkt dan zul je t wel weten: Toen werden ze allemaal ópgegeten.
hij had het wel gehad met zijn oude Kaatje hij had wel zin in stilletjes een nieuw fris groen blaadje lenig..buigzaam.. lekker van alle kanten alles.. ja alles.. had hij ervan verwacht maar zijn eigen oude stramme lijf was minder snel minder buigzaam dan hij had gedacht nu is hij weer terug tevreden lekker knus in bed met zijn oude zo vertrouwde Kaatje nu leest hij lekker rustig relaxed een verfrissend blaadje